Mt Etjo Safari Lodge

Mt Etjo Safari Lodge

Om 6 uur gaat de wekker. Pff, het is nog donker en hoewel we het grootste deel van de nacht lekker hebben geslapen, had het nog wel even wat langer gemogen. Bij het ontbijt beginnen we er zin in te krijgen: we gaan op game drive! Het is nog best druk (het half 7 ontbijt is alleen voor de mensen die op een game drive gaan) dus we zijn benieuwd met hoeveel mensen we in een jeep zitten. Als we buiten komen zijn we de eersten en “Hello, did you sleep well” zegt Bradwin. We worden in zijn jeep geladen en de eigenaresse van de lodge gooit meteen de klep achter ons dicht. We krijgen een knipoog: enjoy. We hebben een privé safari! 

Terwijl de zon als een enorme oranje bal omhoog komt rijden we het reservaat in. Er volgen niet 3 maar uiteindelijk 4 1/2 uur game drive en we genieten met volle teugen van alles dat we zien. Bradwin doet duidelijk zijn uiterste best en we zien giraffen (ook heel erg dichtbij), oryx, struisvogels, gnoes, Kazawi (de witte neushoorn die we ook gisteren zagen), een stel zwarte neushoorns, grondeekhoorns, wrattenzwijntjes, een jakhals, bavianen, een eland-antilope (zeer schuw), springbokjes, gazelles, blesbokjes, allerlei vogels waaronder een visarend, enorme gieren en een tawny eagle (vertaling volgt)… Halverwege is er een koffie- en theepauze met vergebakken koekjes en als Karin onderweg een tweede keer moet plassen gaat ze gewoon achter de jeep. Behalve de drie jeeps van de lodge (die elk een eigen kant op gaan) rijdt er niemand in dit park en met ene jeep voor onszelf hebben we een volledige privé-ervaring. Dat is op één moment ineens erg onhandig, als de auto niet meer wil starten nadat hij is uitgezet zodat we even in stilte kunnen genieten. Bradwin probeert en probeert, maar de accu is plat zegt hij. Willen we even helpen duwen? Karin veert overeind: ik wel, Martijn heeft rugproblemen, sorry. Iemand enig idee hoe zwaar een safari-jeep is?! Als het uiteindelijk lukt, bij poging 5, voelt ze zich een enorme heldin. Bradwin is gepast onder de indruk. Karin probeert niet al te hard te hijgen (wat mislukt) en niet al te hard trots te kijken (wat ook mislukt). Verder gaan we weer. Het is genieten, ook omdat het weer geweldig is. Het is aanvankelijk erg fris (gelukkig waren we er op voorbereid) maar het is stralend zonnig en als we om half 12 bij de lodge zijn is het erg warm. Bradwin bedanken we uiteraard uitgebreid. Hij grijnst verlegen. 

We knappen ons wat op (ergste stof ven de snufferd, haar weer in model) en schuiven dan aan bij de lunch die we hebben geboekt. Lekkere salade, frietjes, een stukje geroosterd impalavlees en heerlijk zoet-frisse grapefruit toe. Oh ja, zegt Karin, dat is ook zo: in Afrika groei je (als toerist…) dicht als je niet uitkijkt! Na de lunch is het tijd om even rustig aan te doen. We strijken een uurtje op de kamer neer, Martijn gaat daarna even zwemmen en daarna landen we met respectievelijk laptop voor het verslag (Het Internet is ver te zoeken) en camera voor de vogeltjes in de schaduw van de grote boom. 

Om half 4 staan we echter bij de auto. We willen er eigenlijk zelf nog even op uit en Karin heeft met behulp van de dames achter de balie de perfecte bestemming gevonden. Hemelsbreed op 6 kilometer afstand (al moet je er 21 kilometer voor omrijden) zijn dinosaurus-voetstappen te vinden. En anders dan degene die je vanaf de lodge kunt bereiken, hoef je er daar maar 400 meter voor te lopen. Ook haalbaar voor Martijn, met een stopje halverwege. Dus gaan we op stap: door de poort, over de gravelwegen, na 10 kilometer door een hek, meer gravelwegen, tot we (achetr twee hekken) bij een groot huis komen. Toeter voor service, staat er. Martijn toetert en parkeert de auto in de schaduw. Na enige wachten komt er uit het huis een sjofel gekleede man aanlopen. Hij vraagt welke taal we willen en als we ‘Engels’ hebben gezegd begint hij in een mix van Duits en een beetje Engels tegen ons aan te praten. we betalen hem 20 ND (ongeveer 1 euro 30) per persoon en krijgen een foldertje en veel slecht verstaanbare uitleg mee. Als jullie over een week niet terug zijn zal ik je auto trugbrengennaar de verhuurmaatschappij, zegt Sjofel. Hij moet heel hard lachen om zijn eigen grapje. We gaan op stap.  

210 miljoen jaar geleden was het Etjo plateau van zand. Dat werd (af en toe) nat. De voetstappen van een op twee poten lopende dinausaurus bleven bewaard in het natte zand en daarna bedekt met een laag vers zand. De lagen er boven duwden de voetstappen in elkaar en door de druk versteenden ze. In 1951 waren de lagen er boven zo ver weg gesleten dat ze werden ontdekt. Sindsdien zijn ze een nationaal monument. 

Het is even wandelen over het door water, wind en zand in vreemde vormen uitgesleten versteende zand. We doen rustig aan en stoppen halverwege even om te zitten. Witte geschilderde pijlen wijzen ons de weg tot er een klein bordje staat. “Tracks” We kijken omlaag en kijk nou: dinosaurus-voetstappen! Het spoor dat het verst weg is kunnen we bijna 20 meter volgen (volgens het bordje 28 meter, maar wij raken het uiteindelijk kwijt). De sporen zijn niet bijzonder groot; ze hebben ongeveer de omtrek van hand van Martijn. Een aantal is echt heel mooi bewaard gebleven en we vinden het een heel bijzonder idee dat we zover terug kijken in de tijd. De tweede set sporen is veel kleinder: ongeveer een derde van een hand in omtrek. Ze zijn lopen wel kris-kras over het hele plateau. Als we in de bomen dan ook nog vier neushoornvogels spotten zijn we helemáál overtuigd: dit was een leuke stop!

Terug in de lodge halen we een biertje en een klein flesje rode wijn, vissen we een zak chips van de kamer en strijken aan de waterplaats neer. Proost, op Namibië. We blijven zitten tot het te donker wordt en daarna duikt Karin uitgebreid onder de douche. Om 8 uur ztten we aan het opnieuw geweldige diner (deze keer met onder andere avocadosalade, kudu-steak en blesbok-stoof). We eten door, want we gaan vandaag nog één ding doen. In een apart deel van het reservaat zitten leeuwen en die krijgen ook elke dag en klein beetje eten. Ze moeten zelf ook nog jagen, maar dit makkelijke vlees lokt ze elke dag naar een vaste plek. Daar is (van gewapend beton) een uitkijk gemaakt, met bankjes en een doorkijkje achter stalen tralies. En elke dag om half 10 kan je mee, om te gaan kijken.

We gaan mee en rijden met twee franse dames in een jeep naar de locatie aan de andere kant van de weg, op 10 minuten rijden. Daar ligt een stuk giraffe aan de ketting. We moeten blijven zitten en stil zijn maar mogen wel foto’s maken, ook met flits. Daarna gaan de lichten uit, ook op het stik vlees en van links horen we de leeuwen aan komen lopen. Dat is ondanks de betonnen muren in het donker nogal intimiderend! Een paar seconden later gaan de lichten buiten, bij de leeuwen, aan. Een mannetjesleeuw, drie vrouwtjes en twee jonge mannetjes storten zich op het vlees. Het gebrul en gegrom is oorverdovend en enorm intimiderend. We zitten ongeveer op ooghoogte en maar op drie meter afstand, dus we hebben het gevoel er tussenin te zitten. Ondanks het beprkte licht lukt het ons om een wat kleine filmpjes en een aantal goeie foto’s te maken en verder genieten we ongeveer een uur lang van het spektakel. Als alleen het oudste mannetje en één van de twee jonge mannetjes nog eten sluipen we één voor één weg naar de jeeps. Onder de kraakheldere, met duizenden sterren gevulde nachtelijke hemel rijden we terug. Een haas, wat vogels en een beledigd stekelvarken (alle stekels schieten overeind als hij er vandoor schommelt) zijn onze bonus-beesten. 

Op de kamer slapen we binnen 5 minuten. Dromend over alle beesten die we vnadaag hebben gezien!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.