van Popa Falls naar Divundu (Camp Kwando)

van Popa Falls naar Divundu (Camp Kwando)

We hebben heerlijk geslapen en zijn wakker geworden omdat het ondanks de dekens net iets te koud was! Dat is een beetje vreemd, maar het blijkt te kloppen: 14 graden, zegt de thermometer! Brrr, die fleece komt wel van pas. Na het ontbijt is het alweer flink veel warmer geworden en we genieten nog een uurtje van het uitzicht over de rivier vanaf ons eigen terras. We worden gefotografeerd door toeristen op een voorbij varende boot. Ja, ja mensen, kijk ons eens stoer zitten voor onze eigen luxe safari-tent!

Als we rond 9 uur vertrekken is het inmiddels 25 graden en we zoeken met genoegen de airco in de auto op. De route is ook vandaag niet moeilijk: rechtdoor voor een kilometer of 200, rechtsaf, 25 kilometer rechtdoor en dan nog een keer rechtsaf en hoepla, dan zijn we bij onze nieuwe slaapplaats. Onderweg stoppen we een keer om de benen te strekken bij een picknick plekje en verder genieten we van het Afrika dan aan ons voorbij trekt. Borden die waarschuwen voor overstekende olifanten. 

Lemen huisjes met rieten daken en keurig onderhouden en recht afgeknipte ‘hagen’ van riet er om heen. Een open schooltje, waar rond de 20 mini-kindjes op stoeltjes zitten te luisteren en hun handen opsteken. Een stel in keurige klering, wandelend van iets naar ergens die vriendelijk naar ons zwaaien. Een waterpunt, waar meerdere mensen hun jerrycans en tobbes vullen en was hangt te drogen over alle struiken er om heen. Kuddes met koeien met ENORME hoorns die de weg oversteken.Een vrachtwagentje dat we inhalen, waarvan de open achterkant volledig is volgeladen met mensen die ons nieuwsgierig aanstaren.

Camp Kwando is ook al zo’n mooie lodge. Het heeft een mooie, open bar en restaurant, aan een smal deel van de rivier (de Kwando deze keer), met een mooie vuurplaats op palen en, zo blijkt, enorme boom-huizen. We krijgen de sleutel van nummer twee: een enorme ruimte, deels van beton, deels van hout en deels van zeildoek, met een enorm tweepersoonsbed met een nog grotere klamboe er om heen. We zetten onze tassen neer en zijn gepast onder de indruk. Wauw, is dat voor een nachtje van ons?!

We wandelen terug naar de bar waar we wat drinken. Voor iets te eten hebben we eigenlijk niet echt tijd. Het kan wel maar we gaan om 14 uur op game drive. We eten allebei een pakje sultana’s leeg en nemen nog maar eens wat te drinken en daarna ontmoeten we Collin, een Schot (“Someone the other day said I was Amaricain. How insulting: it’s like telling you guys you’re Belgian!”) die we meteen gerust stellen door zelf maar vast even te roepen dat we blij zijn met alles en niets verwachten iets te zien in dit idioot warme weer. Oh ja en of hij ook voor vogels wil stoppen; die vinden we ook leuk. Hij zucht van opluchting: dan gaan we een prima tocht hebben samen. 

En jawel, we hebben niet alleen een gezellige tocht (Collin is 20 jaar hotelmanager van een Hilton-hotel geweest en zit vol met verhalen), maar we zien gewoon verrassend veel beesten. Vooral als we in ogenschouw nemen dat dit gebied (wat nu Mudumu NP is) tot 20 jaar geleden bijna leeggestroopt was en alles zijn best doet om terug te komen. We zien veel olifanten (met jonkies), al zijn ze tussen de struiken moeilijk te spotten, zebra’s, impala’s, meerdere bijeneters, ook soorten die alleen hier voor komen, hornbills (vogels die iets weg hebben van toekan’s, met grote gele snavels), een open billed stork (een ooievaar-soort) en roan antilope en lechwe (ook antilopensoorten die vooral hier voor komen, al zijn ze voor ons te ver weg voor een foto). De nijlpaarden hóren we alleen, maar aan het eind van de trip zien we nog twee giraffes (die pas twee maanden geleden voor het eerst weer in dit gebied zijn gezien) en uiteindleijk, als we de doorgaandde weg (C49) weer opdraaien, steekt vlak bij ons een enorme kudde olifanten de weg over in de ondergaande zon. Wat een toetje! Collin is net zo enthousiast als wij en hij stopt heel attent nog even bij het bord ‘pas op, overstekende olifanten’ dat nu wel heel toepasselijk is!

Terug in de lodge bedanken we hem (“ah nice, a downpayment for a bottle of scotch, thanks!”) en zien Ria en haar man (zie een paar verhalen terug) zitten. We schuiven bij ze aan voor een borrel en wisselen verhalen uit. Daarna gaan we eten. De sirloin-steak is matig, maar het choco-toetje is verukkelijk en de echte traktatie is het keukenpersoneel dat halverwege de maaltijd zingend en swingend de keuken uit komt, drie nummers voor ons zingt en daarna stralend weer de keuken in verdwijnt. Ze krijgen een lang, keihard applaus, zelf van de twee mopperende groepen Duitsers die, zo lijkt het, alles moeilijk en ingewikkeld vinden en niets wat het hardwerkende personeel doet lijkt snel of goed genoeg te gaan. Na de zang-traktatie zitten zelfs zij met een grijns op hun gezicht. We nemen de muziek mee in ons hoofd als we een kop thee drinken en ons bed opzoeken.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.