Langkawi – deel 1

Langkawi – deel 1

We hebben tijd genoeg vanochtend en één twijfelend moment kijken we naar het zwembad. We zouden… Maar nee, dan moeten de natte zwemspullen mee in plaats van de droge zwemspullen aan onder onze kleding. Bovendien wachten de croissants en lekkere koffies. We genieten er van en zorgen daarna dat we om 9:55 klaarstaan om opgehaald te worden. En dat is maar goed ook, want echt stipt op de minuut worden we opgehaald. Er zit al één man in de auto (naast de chauffeur en zijn jonge dochter die prompt in slaap valt op de voorstoel) en we halen iets verderop nog een praatgraag Engels stel op. Zij gaan kayakken. Dat hebben wij deze keer even over geslagen: we hebben de luxe variant.

Aan de andere kant van het eiland worden we opgewacht door onze gids met een onverstaanbare naam. Gids is vriendelijk, efficiënt en duidelijk en blijkt de rest van de dag uitstekend te kunnen vertellen over de natuur, de beesten en zelfs de restaurants bij ons in de buurt! Goeie kledingkeuze, knipoogt hij als hij ziet dat we net als hij Colombia-kleding aanhebben en de rest van de dag zoekt hij ons regelmatig op. En de tocht is geweldig!

We worden in een klein maar keurig bootje gefrommeld met Kiran als de captain, een stevige, goedlachse vent, die ons wijst op alles wat er te zien valt. En dat is genoeg. Om te beginnen de bat-cave, een grot met inderdaad twee soorten vleermuizen. Geen zorgen zegt Gids, ze eten respectievelijk insecten en nectar en zijn niet al te groot. Gids vraagt ons niet te praten, iets op ons hoofd te houden, zoveel mogelijk door onze neus te ademen (zodat we niet per ongeluk vleermuis-poep binnen krijgen) en zorgt er met een schijnwerper voor dat we zowaar ook nog plaatjes kunnen maken van de vleermuizen. Hij is net als wij duidelijk geïrriteerd over alle gidsen die hun groepen luidkeels laten praten en vertelt dat het aantal vleermuizen dramatisch is afgenomen de laatste jaren. Zijn organisatie probeert eco-awareness te promoten. We hopen dat het op tijd aansluit… 

Er is genoeg te vertellen over de grot, maar ook over de vele makaken (een apensoort). Helaas ook een in gezondheid achteruit gaande populatie, door dat ze alleen nog snoep en chips eten dat ze stelen van toeristen (of gevoerd krijgen…) en… jawel water uit flesjes drinken. Ze bijten de onderkant er af en drinken het dan in één keer leeg. Verder laat hij ons een ongevaarlijke bij zien, met de lekkerste honing van de regio, een puffer-fish in het brakke water en de vele magrovebomen, die dienen als een buffer tegen de golven en zowel tegen zoet als zout water kunnen. Na dit super-interessante bezoekje gaan we het bootje weer in en varen we over de rivier (brak water: bij hoog water 70% zout en 30 % zoet en bij laag water andersom). We zien een water monitor lizzard (zo’n zelfde als we in Melakka zagen) en daarna tientallen roofvogels die helaas door sommige organisaties gevoerd worden. Gids vertelt dat zijn organisatie het helemaal niet doen en dat een tijdje geleden alle organisaties er een week mee zijn gestopt. Dat resulteerde toen zelfs in dode vogels, omdat ze niet meer weten hoe ze vis moeten vangen. Nu minderen ze langzaam, in de hoop dat de populatie het zelf weer redt. De vogels zijn duidelijk nog gewend aan het voeren en cirkelen boven de boten. We zien brahminy kites (de brahmaanse wouw) en white bellies sea eagles (de witbuik zee arend): vooral de tweede zijn prachtig! 

Verderop zien we een bruinvleugel ijsvogel (zeer zeldzaam, zegt Gids enthousiast) en de huid van een slang (helaaas niet de slang zelf). Gids vertelt over de mangroven en hoe ze Langkawi in 2004 beschermden tegen de tsunami. Slechts één dode viel er te betreuren, ondanks dat Langkawi het tweede eiland was dat de golf over zich heen kreeg. We zien mudskippers (slijkspingers), vreemde vissen die op het land kunnen lopen (is het zo ooit begonnen?!) en twee soorten krabben, de white dancing crab, een miniscuul spierwit op en neer springend krabbetje en de fidler crab (de wenkkrab), met één enorme klauw en één kleintje.

Daarna is het klaar met de mangroven (tot teleurtstelling van een Australisch koppel, dat voor de tweede keer mee ging in de hoop een slang te zien) en gaan we naar zee! Het water is een spiegeltje en Kiran geeft gas. We racen over de golven: wauw, daar is de enorme motor dus voor bedoeld. We vliegen! Gids vertelt dat ze soms humback dolphins of sousa’s te vinden zijn, maar vandaag zijn ze er niet. Maar goed ook, zegt Gids, meestal komen ze alleen zo dicht bij het land als het slecht weer wordt! Vandaag is het prachtig en het landschap is fenomenaal. Enorme rotsen, helemaal begroeid, langs de kust en prachtig blauw water. We racen de bocht om en varen dan naar een schitterend sdtrandje. Daar vertrekken net vier bootjes, waardoor we samen met nog één bootje en de ‘maffia’ (de naam van Gids voor de rovende makaken) het strand delen. De beide bootjes liggen helemaal links en de rest van het strand is velaten. Veel plezier, zegt gids. We hebben maar een half uurtje, maar vermaak jezelf. 

Dat laten we ons geen twee keer zeggen en we klimmen uit de boot en wandelen het strand op. Iedereen blijft in de schaduw van de rotsen hangen, maar wij lopen door tot halverwege, schieten in de schaduw van een boom uit onze kleding en liggen binnen vijf minuten in het water. Sssssss, dat sist door onze verhitte lijven, maar oh man, het lijkt wel badwater, zo warm. En tegelijk kraakhelder, met kleine zandkleurige visjes. Het is er echt prachtig en we genieten een minuut of tien van het water voor we er uit komen, ons omkleden (met enige kunst- en vliegwerk, de hulp van elkaar en een grote handdoek) en rustig terugwandelen naar de groep. Daar zijn we behalve een stel uit Schotland de enigen die hebben gezwommen en we krijgen jaloerse blikken en ene paar duimen.

Dan gaan we lunchen en aangezien het half 2 is, lijkt het er ook wle tijd voor. We gaan eten bij het drijvende restaurant ‘hole in the wall’ duidelijk de netste tent van het rijtje drijvende restaurants. Helaas hebben zij ook een fish farm. Nou is dat niet zo erg, maar het deel ‘fish show’ (met enorme vissen in te kleine netten die te weinig eten krijgen om vervolgens in een ‘show’ gevoerd te worden) is minder. Bovendien staat er geen vis op het menu! Beetje suf wat ons betreft. Het eten is simpel en vullend, hoewel niet bijzonder lekker. Als we klaar zijn gaat de rest van de groep naar de fish show, maar wij bekijken de over vliegende vogels en de vissen die buiten de netten zwemmen. Als de groep ook klaar is gaan we voor de laatste keer in het bootje en varen we terug naar ons startpunt. Ook daar zien we mudskippers over de inmiddels vrijgevallen modderbanken kruipen: het water zakt. 

Gids krijgt een dikke fooi en we worden achterin een busje gevouwen dat over het eiland terug rijdt. Eerst naar de Danna, een enorm hotelcomplex waar iedereen anders er uit gaat en vervolgens naar Fuuka Villa, ons hotel, waar we tevreden onze spullen op de hotelkamer brengen. Karin heeft inmiddels het begin van een (airco)verkoudheidje te pakken en wil eigenijk niet zo veel meer. Maar zwemmen in deze temperatuur water, dat is eigenlijk altijd lekker, zèlfs met een verkoudheidje! We poedelen een paar rondjes in het heerlijk warme water en gaan daarna douchen en onze kleren uitspoelen. Karin wast een bloes uit en hangt die in de zon te drogen. En daarna pakken we de auto. Toch actie? Nou, eigenlijk minder actie: door met de auto te gaan zijn we zo bij de bar ‘Cliff’ die toepasselijk op een cliff is gebouwd en uitsteekt over zee. Daar drinken we een borrel (nouja, Karin drinkt een borrel, een bijzonder Japanse gin en tonic en Martijn drinkt netjes een cola) en kijken naar alle mensen op het strand. Van Chinese jonge dames die poseren in enorme zomerjurken, een buslading Indiase jongens die zo met kleren en al de zee in rennen, een Maleis stel dat elkaar zo’n 300 keer op de foto zet (nouja) en rood aangelopen Euopeanen en Amerikanen die soms zo verstandig zijn onder een parasol te schuilen. De bananen-en-parachutes-achter-een-speedboat zijn ook van de partij en er racen jetski’s over (een deel van) het water. Dan was ons strand vanochtend toch heel wat beter… Dit is een prima strand om in de schaduw met een drankje te bekijken!

Na het drankje rijden we naar YamYam, een prima aangeschreven restaurantje. Onderweg zien we een enorme hornbill (neushoornvogels) van boom naar boom vliegen). Als we de kaart bekijken zien we ineens bitterballen bij de voorgerechtjes staan. Pardon?! Oh nee, een Nederlander natuurlijk! De rest van de kaart is gelukkig niet enorm ‘friet van Piet’, maar eerder een aanlokkelijke mix van Europees en Thais. Karin bestelt een salade en frietjes (even geen prutjes) en Martijn een pittig Thais ‘prutjes’. we genieten van het eten en de koffie toe en daarna is het op. We gaan naar het hotel waar vooral Karin total loss op bed hangt en vroeg in slaap valt. Morgen zelf op stap!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.