Furuhaugli naar Trondheim, 14 september 2018

Furuhaugli naar Trondheim, 14 september 2018

Na een lange nacht slaap voelt Karin’s pootje al een heel stuk beter aan. Het is niet over, maar lopen is gelukkig weer een optie. We checken uit na het ontbijt en zeggen dat we hopen nog eens terug te kunnen komen. En dat menen we oprecht. Misschien voor een eland-safari in de zomer? Dag mooie plek.

Als we wegrijden praten we nog even na over de dag van gisteren. Na 20 minuten rijden we langs de plek waar we gisteren parkeerden. Nou, grapt Karin, nog een laatste blik vanaf hier dan? Als we de flauwe bocht volgen begint Martijn te lachen, nou, kijk daar, op links! We kunnen onze ogen niet geloven. Wel vijf muskusossen en alsof het zo bedoeld is, is er op rechts ene klein parkeerhaventje. Martijn parkeert de auto en we staan buiten een tijdje met dfe verrekijker te kijken naar de indrukwekkende beesten. Lang niet zo dichtbij als gisteren, maar zonder er meer dan vijf stappen voor te hoeven lopen.

Zeer tevreden vervolgen we onze weg via de prachtige route. De E 6 loopt langs de rivier en daalt af van de hoge vlakte die de kruising vormt van drie Nationale Parken. Ondanks waarschuwingsbordjes voor overstekende elanden zien we verder geen beesten (misschien maar goed ook: je wilt ze niet voor je auto!), maar de watervallen, snelstromende rivier en langzaam groener wordende bomen (we dalen af) zijn prachtig.

In Oppdal houden we een geplande pauze. Hier zit namelijk Bakeriet Spro, die pas bestaat sinds 2015, maar in 2016 meteen tot beste bakker van Noorwegen werd uitgeroepen. Als we binnenkomen ploffen we in een comfortabele stoel, bestelen aan de bar overheerlijke koffie en voor allebei een ‘kanelsnurr’ (jaaa, ze hebben ze op veel plekken)… en zijn voor altijd verpest! Zo lekker wordt een kanelsnurr vast nergens meer! De constante aanloop van klanten zegt ook genoeg. We kijken een tijdje mensen en als alles op is weerstaan we de neiging om nog 15 kanelsnurr mee te nemen en vervolgen onze route.

De weg is niet zo boeiend meer, maar het schiet op. Om kwart over 1 parkeren we de auto (na een rondje postduiven door afgezette, ‘verstopte’ en éénrichtingswegen) in een parkeergarage nèt buiten de singel. Of nouja, zo zal het niet heten, maar Trondheim heeft wel iets van Leiden. Een studentenstad met veel koffie- en eettentjes, veel water en veel oude gebouwen. Al zien die er hier wel wat anders uit natuurlijk.

Met onze zooi op de rug wandelen we naar het hotel en onze kamer is klaar voor ons. Vijfde etage, lekker rustig, vanavond staat er een eenvoudige (brood)maaltijd tussen 6 en 9 klaar; morgen is er vanaf half 8 ontbijt. Koffie en thee en water in de lobby en als er iets is dat ze voor ons kunnen doen, horen ze het graag. De kamer is stil en erg fijn en tevreden gooien we onze zooi neer. Nu eerst wat dwalen en eten.

Het weer zou vandaag niet best zijn, maar we hebben weer eens mazzel. Een klein zonnetje laat de stad van zijn beste kant zien. Aan het water vinden we Ravenkloa, de vismarkt annex een vis-café, waar we een heerlijke lunch vinden. Vissoep voor Martijn en een berg verse garnalen voor Karin. We eten onze vingers er bij op! Zeer tevreden wandelen we daarna naar buiten om de stad te verkennen. De ruïnes van de St. Olav’s kerk (in de kelder van de bieb). De gekleurde houten huisjes van Bakklandet (het oude deel van de stad). De houten brug uit 18-en-een-beetje (de oorspronkelijk was uit 16-iets). De buitenkant van de Nidaros domkerk (Nidaros is de oude naam van Trondheim), met waterspuwers in alle soorten en maten en beelden op de voorgevel van heiligen en apostelen. Alles op een rustig tempo (die kuit is nog niet genezen) en tussendoor drinken we koffie, in de zon. Als we een beetje klaar zijn vinden we op de terugweg naar het hotel nog de Var Frue Kirke (de Onze lieve Vrouwe kerk) waar binnen een koor aan het oefenen is. Ze moeten vanavond optreden, tijdens de cultuurnacht. Hmm, interessant. Straks misschien een rondje? Alleen als de  pootjes het aankunnen dan maar.

Nu eerst bijkomen in het hotel. Als we een beetje zijn bijgekomen is het kwart over 6 en doen we een poging om binnen te komen bij Bror (broer), een restaurant waar ze taco’s en burgers serveren. Punt. In allerlei varianten, dat wel en met allerlei bijgerechten. Helaas zijn we niet de enigen die het een leuk concept vinden. Het is stampvol binnen. Helaas, dat gaat over. We zoeken even op Internet en Karin vindt Rot Vin of brod (rode wijn en brood) een wijnbar op een paar minuten lopen.

Dat blijkt een schot in de roos. We hebben echte een heerlijke avond met hapjes en drankjes. Karin trakteert: voor al het rijden dat Martijn doet deze vakantie. We proosten op een tot zover geweldige vakantie. Na het eten wandelen we nog een klein rondje over het centrum van de cultuurnacht. Overal zijn winkels open, spelen bandjes op straat en in die winkels, zijn eet-stalletjes (inclusief een rijdende pizza-oven) en wandelen mensen. Hoewel de sfeer wel leuk is, is het vooral op binnenlocaties druk. Het is koud en winderig. We houden het zelf al snel voor gezien. De pootjes zijn op en wij eigenlijk ook een beetje. Tevreden ploffen we in bed. Tukkiestijd!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.