Archief van
Categorie: Rondje Zuidelijk Afrika

Finfoot Lake Reserve

Finfoot Lake Reserve

Vandaag doen we rustig aan. Dat wil zeggen dat we ‘pas’ om 7 uur klaarstaan voor de eerste activiteit. Een gamedrive en wel in ‘ons eigen’ reserve. Martijn slaat even over (het gaat behoorlijk goed met zijn rug, maar al het geschud vraagt af en toe wat extra rusttijd), maar Harro, Eveline en Karin zitten er na een kopje thee helemaal klaar voor. We hebben een privé tour! Waar het gisteren nog behoorlijk druk was, belooft het vandaag heel erg rustig te worden met reguliere gasten. Van de beloofde ‘conference’ is nog geen spoor te bekennen.

Een gamedrive door Finfoot Lake reserve is niet héél spannend, maar daardoor is het juist leuk om extra tijd te besteden aan alle niet zo ‘spannende’ beesten. De zenuwachtige blue wildebeast (gnoe), elegante giraffes, impala’s met de grote M op hun achterwerk (Lion McDonald’s, is een veelgehoorde grap), waterbokken (herkenbaar aan de witte ‘wc bril’ op hun achterwerk), zebra’s, veel vogels (waaronder allerlei hoentjes), struisvogels (door Eef ‘stresskippen’ genoemd, omdat ze er bij het minste of geringste in dit park keihard vandoor gaan) en tot Tobani’s (en ons) genoegen ook een aantal schitterende Oryx (gemsbokken). Het is prachtig weer en met een pauze halverwege in het heerlijke zonnetje is het een heel erg ontspannen ochtend-activiteit.

Als we terug op kamp komen rond 9 uur zt Martijn al te wachten en horen we dat de mevrouw die gisteravond is gevallen waarschijnlijk een gebroken elleboog heeft en moet worden geopereerd, maar dat het inmiddels veel beter met haar gaat en er goed op haar wordt gepast. Papa komt in de loop van de dag zijn kinderen terug brengen, mèt de zus van de gevallen dame, zodat hij voor zijn vrouw kan zorgen en de kinderen toch van hun schoolvakantie kunnen genieten. Dat stemt ons ook al vrolijk (we hebben allemaal natuurlijk veel aan haar gedacht) en tevreden gaan we ontbijten.

Na het ontbijt werken we aan het verslag (Karin), gaan een rondje hardlopen (Harro), pakken we onze tas opnieuw in met schone was (Eveline en later ook Karin) en besluipen we vogeltjes (Martijn) en daarna moet er dringend worden gezwommen (Martijn en Harro), geluierd (Eveline en Karin) en gekletst (wij allemaal). We genieten van de lunch terwijl de tijd langzaam voort kabbelt en we genieten van een heerlijk rustig dagje. Het is inderdaad volkomen uitgestorven, op een conferentie na, waar we de hele dag nauwelijks iets van merken, anders dan dat er twee tafels vol mensen komen lunchen en we mensen twee-aan-twee voorbij zien komen lopen met petjes op met de tekst ‘I’m helpful’. Ja, reden voor flauwe grappen, maar we houden ons in.

Aan het einde van de luie middag begint het te betrekken. We kijken elkaar aan: dat is niet de bedoeling. We hebben Tobani over gehaald om ons nog een keer mee te nemen op de segway, maar een regenbui helpt daarbij natuurlijk niet. Tobani komt dan ook om half 4 aan of we nu al kunnen, in plaats van om 4 uur, want ja, de regen… We zijn in no time allemaal klaar voor vertrek en krijgen opnieuw de kans om even te wennen aan de segway. Dat is snel gepiept en met de afspraak dat we alleen maar rustig gaan rijden, vertrekken we opnieuw van het terrein. En echt, ondanks die nare valpartij die ons natuurlijk wel bij zal blijven, is het echt geweldig leuk om te doen! We hebben het idee dat we het apparaat allemaal goed onder controle hebben en niemand gaat te hard, waardoor het een enorm ontspannen tochtje is. En wat een geweldige manier om beesten te spotten! We zien rennende gnoes (we stoppen maar even voor ze: ze komen keihard de weg over gerend), impala’s, struisvogels, hartebeesten en als het na een half uurtje langzaam begint te regenen en we terug naar het kamp rijden (Tobani heeft de strikte opdracht om als het begint te regenen onmiddellijk terug te komen) ook nog vijf giraffes die volkomen verbijsterd staan te kijken.

Tobani is heel tevreden over het tochtje en wij staan helemaal te stuiteren. Geweldig! Tobani kijkt naar onze gezichten en biedt aan: morgenochtend zou het mooi weer moeten worden, willen jullie als afsluitende activiteit nog één keer segway rijden en dan hopelijk eindelijk echt de tocht zoals ‘ie is bedoeld?! We juichen: jaaaa, graag! Helemaal blij gaan we een borrel drinken en daarna eten: sirloin (Martijn en Harro) of hake filet (vis, voor Eveline en Karin). Het smaakt prima en met uitzicht op een echte bui (de regendruppels die wij over ons heen kregen vallen in het niet bij de volgende korte, maar hevige stort- en onweersbui) en de conferentie die met koksmutsen op, allemaal samen moeten koken, sluiten we de dag af. Wat een prima plek is dit!

naar Matingwe lodge (via Pilanesberg)

naar Matingwe lodge (via Pilanesberg)

Om 10 voor 7 staan we bijna te trappelen bij de segways. We mogen nog een keer. En het blijkt inderdaad ‘derde keer scheepsrecht’ (of ‘third time lucky’). Het is schitterend weer, de regen van gisteravond heeft ervoor gezorgd dat er geen stof opwaait en we genieten allemaal met volle teugen van het heerlijke tochtje. Zoals Harro zegt: “ik weet niet of ik een meer ontspannen manier ken om beesten te spotten”. Oh niet dat we alleen maar ogen tekort komen (gelukkig maar: het blijft toch even opletten), maar we zien ver weg en dichtbij allerlei beesten. We voelen ons al heel ervaren segway rijders en iedereen staat ontspannen op zijn apparaat.

Het blijkt wel wat inspannend, vooral voor rug (Martijn) en knieën (Karin), dus wat ons betreft is het een keurige timing als we na een uur terug zijn bij het kamp. We bedanken Tobani uitgebreid voor de afgelopen dagen, laten een dikke fooi achter en wensen hem veel succes met alles. Hij hoopt ons over een paar jaar terug te zien in Kruger “because that’s my destination”. We duimen voor deze aardige, grappige, jonge knul: graag tot ziens Tobani!

Na het ontbijt en uitchecken zitten we ongeveer een uur, anderhalf uur eerder dan verwacht in de auto dus nu weten we het zeker. We moeten best nog een stukje rijden, maar er is tijd voor een rondje Pilanesberg voor we weggaan!

Pilanesberg levert opnieuw. we zijn nog geen 5 minuten in het park als we een hele rij auto’s zien staan. We staan te wachten om te kijken wat er aan de hand is en of we er tussen kunnen komen, als we zomaar spontaan ineens de beste plekken hebben. Twee leeuwen: een vrouwtje en een jong mannetje! Ze lopen linksvoor langs de auto en het hoge gras in. Het is niet eenvoudig om foto’s te maken, maar we kunnen ze heel goed zien en iedereen geniet. We zien ze in de vallei verdwijnen en aan de overkant omhoog komen. Daar drentelen ze heen en weer en we besluiten om te kijken of we aan de andere kant net zo dichtbij kunnen komen. 

Dat mislukt: Eveline ziet nog één flits van één van de leeuwen en dan verdwijnen ze echt in het hoge gras. Martijn en Karin hebben aan de andere kant van de auto op een paar meter afstand nog een duikertje (mini-hertje) gespot en iedereen vindt de pogingen om iets te zien al erg leuk dus we beschouwen het toch als een succes. Het mooiste moet echter nog 

komen. We zien aanvankelijk niet zoveel, eigenlijk verrassend weinig, maar rond 11 uur zien we opnieuw een pluk auto’s. Als we aan komen rijden rijdt er net iemand weg. Twee of drie cheetah’s, zet ze, onder een boom. Zij zag er maar twee, maar ze liggen er erg rustig bij dus we moeten ze vast nog kunnen vinden. 

En jawel, als we doorrijden komen we parallel van de inderdaad drie cheeta’s uit die onder een booom liggen. En deze keer erg goed zichtbaar! Waarschijnlijk een moeder met twee puber-kinderen. We zijn er helemaal verrukt van en schieten enorm veel plaatjes. Uiteindelijk worden we ook nog getrakteerd op bewegende cheeta’s: ze staan op en wandelen in een rijtje achter elkaar uit beeld. We volgen ze nog even (Harro weet heel handig te bewegen zonder iemand in de weg te zitten) en daarna roept Karin: “ehm, ik moest al plassen, maar nu begint het haast te krijgen!” We blijken al een vol uur bij de cheetah’s te staan en rijden snel door naar het Pilanesberg centrum. Daar drinken we koffie, eten we lunch, genieten van de beesten bij de waterplaats en daarna maken we ons op voor het laatste stukje gamedrive.

Dat is niet heel boeiend en uiteindelijk rijden we zoals gepland rond half 2 het park uit. Wauw, dat was gaaf! En nu is het tijd voor een heel stuk rijden. De weg is gelukkig aanvankelijk geasfalteerd dus tot aan Thabazimbi dus het eerste stuk schiet lekker op. Daarna leiden zowel Foony als Google ons onderlangs Marakele NP over een onverharde weg. Het zal dus wel de beste weg zijn, maar als we een paar kilometer verder zijn beginnen we daar aan te twijfelen. De weg wordt echt verschrikkelijk slecht: heel erg bochtig, met enorme huilen, stenen… Het uitzicht wordt steeds beter, maar we hebben toch even een overlegmomentje. Op beide kaarten lijkt de weg uiteindelijk heel recht te worden en we gokken er op dat het daarmee ook beter wordt. En gelukkig pakt onze gok goed uit. De hele route is namelijk meer dan 40 kilometer en hoewel het opletten blijft, is het na een paar kilometer een stuk beter te doen.

De route is prachtig: enorme rotsige bergen, schitterende uitzichten en stukken met idioot veel beesten langs de weg. Achter hekken: antiloopjes tussen de koeien, wrattenzwijntjes naast paarden; we kijken onze ogen uit en iedereen (ook Harro, die het als chauffeur behoorlijk voor zijn kiezen krijgt) geniet. Een extra traktatie is een pasgeboren kalfje langs de weg: het is nog nat en wordt door mama schoongelikt. Uiteindelijk rijden we de laatste paar kilometers tot we links van de weg de toegangspoort van Matingwe Lodge zien. En wauw, wat een gebied. In een eigen afgesloten gebied staan elands, wildebeast, zebra’s, wrattenzwijntjes en sable antelopes naast de weg! De lodge is schitterend en we worden welkom geheten met een glaasje verse muntthee en een nat handdoekje om het stof van onze gezichten en handen te vegen. We checken in, krijgen mooie kamers en genieten daarna op de veranda van de lodge van het uitzicht, de rondscharrelende beestjes, een lekker drankje en het enorm vriendelijke personeel. Ze stoken in de boma het vuur op, waar we met onze drankjes en door Tijn gehaalde pinda’s bij gaan zitten, terwijl kok Thomas het vlees op de braai gooit.

Om 8 uur eten we: super klaargemaakte steak, kipspies en worst van de braai en gebakken aardappelen, salade, sauzen, vers gebakken brood, een wijntje… Het is heerlijk en met een kopje koffie en thee toe stellen we tevreden vast dat we opnieuw op een geweldige plek zijn geland!

Matingwe Lodge / Welgevonden

Matingwe Lodge / Welgevonden

Om half 7 staan we op de veranda van de lodge. Gids Marinus is verrast: jullie zijn vroeg; hebben jullie wel goed geslapen? Nou, als babies: we willen nu alleen nog wel een kop koffie/thee voor we gaan. Uitkijkend over de vallei genieten we van een bakkie en zien we beneden allerlei beesten voorbij scharrelen. En dit is dus niet eens het reservaat waar we straks een game drive gaan doen. Om 7 uur rijden we namelijk (vier man sterk: een privé drive dus) samen met Marinus naar Welgevonden, het reservaat waar Matingwe aan grenst. We melden ons bij de gate (en tekenen een papiertje dat Welgevonden niet aansprakelijk is als we als leeuwensnackje eindigen) en daarna scheurt Marinus er vandoor. Gnoes, zebra’s, impala’s, wrattenzwijntjes, hartebeesten: hij wijst er nog net naar, maar we hebben duidelijk haast. 
Een stukje verderop wordt duidelijk waarom: er is een mannetjesleeuw gespot! Maar voor we daar komen schieten we allemaal overeind van een neushoorn met jong, vlak naast de weg. Geweldig! Als we klaar zijn met foto’s maken en kijken scheurt Marinus verder. Als we dichterbij de leeuw komen zien we eerst een paar jakhalzen en dan een kop met donkere manen. Het zicht is niet briljant (Marinus noemt het over de radio een ‘2 or 3 out of 5’, want meneer is lui. We blijven een flinke tijd staan, maar hij gaat afwisselend liggen (waardoor je ‘m alleen nog ziet als je weet waar hij is) en heel even rechtop zitten. De koning rust, niet storen aub. Ook na een rondje rijden ligt ‘ie er nog en gaan wij op zoek naar beter zichtbare beesten.
We zien genoeg, waaronder enorm veel neushoorns-op-afstand, maar de echte traktatie is een grote groep olifanten die bij een riviertje staat te drinken en daarna (door wat handig maouvreer-werk van Marinus) op een paar meter voor de auto naar boven geklommen komt en voor ons over de weg in de verte verdwijnt. Die groep spotten we trouwens in het wat meer noordelijke deel van het park, nadat we een weggetje afgegaan zijn (Marinus noemt het gearbox raod) dat met een hoek van een graad of 20 naar beneden duikt. Stevig vasthouden, zegt Marinus met een grijns, anders kunnen we jou of je spullen straks beneden oprapen. Geen overbodige luxe die waarschuwing: het stuitert behoorlijk. Als we onderweg zijn naar het hek spotten we nog een aantal giraffes, tot groot genoegen van Marinus, die aangeeft dat ze in dit reservaat zeldzamer zijn dan leeuwen! Dit was een prima tocht!
Terug in de lodge krijgen we een uitstekend ontbijt en daarna mogen we, omdat we gisteren hebben aangegeven dat we de sable antelopes zo mooi vinden, mee om de beesten te voeren. Marinus laadt Martijn voorin en Eveline, Harro en Karin in het bakkie en al suiterend halen we eerst een zak voer op en dan rijden we naar de voerbakken: aan één kant dichtgemaakte autobanden. Als de auto aan komt rijden komen de gnoes er al aan hollen, samen met de sable antelopes, wrattenzwijntjes, een familie elands… Als Marinus de grooste bak ook heeft volgestrooid mogen we de auto uit. Marinus houdt de andere beesten zo veel mogelijk op afstand tot de sables voldoende hebben gegeten. Wij staan op een paar meter afstand van de prachtige beesten, met hun behoorlijk heftige hoorns. Als Marinus ver weg is moeten we van hem in de auto: de sables willen nog wel eens ondeugend zijn. Het grootste mannetje heeft hem een keer twee keer om de auto gejaagd voor hij er in slaagde er in te klimmen! De sables worden gefokt om uitgezet te worden in andere wildparken of om zelf als fokbeesten te worden verkocht. Ze zijn behoorlijk aan mensen gewend, maar het blijven duidelijk ook wilde beesten. 
Na dit bonus-uitstapje maakt Harro zich op om te gaan hardlopen en Martijn, Eveline en Karin willen nog een uitje. Martijn rijdt daarom naar Vaalwater. De weg die kant op (ongeveer 35 kilometer waarvan ongeveer 30 onverhard) is een stuk beter dan de zuidelijke route, dus we weten al hoe we morgen gaan rijden! Het is prachtig en onderweg zien we weer genoeg beesten langs en vooral achter de hekken staan. Vaalwater is klein en we hebben binnen een paar minuten het hele commerciële centrum gezien en getankt. Daarna rijden we naar een klein ehm, tja: winkelcentrumpje? Er is een tankstation, een spar supermarkt, er zijn schone toiletten, er zijn twee, drie winkeltjes en er is het Seringa café. Niet groots en meeslepend, wel leuk voor een klein uitje. We plassen, bekijken de winkeltjes, eten een uitstekende lunch bij Seringa café, halen wat fris voor morgen onderweg en rijden daarna op het gemakje weer terug naar de lodge.
Daar treffen we Harro die twee rondjes om het terrein heeft gelopen en daarna zo verhoit was dat hij er mee is gestopt. We kunnen ons er iets bij voorstellen… Het is inmiddels 3 uur en als we willen kunnen we om half 4 met een gamedrive mee. En jawel, dat willen we eigenlijk allemaal wel. Deze keer gaat er ook een Zuid-Afrikaans gezin mee, waarvan de dochter (van een jaar of 11) een uitstekende spotter blijkt. En we worden getrakteerd. De mannetjesleeuw is inmiddels een paar meter naar voren gekomen waarmee hij heel erg goed te zien is. Als we er naast staan staat hij op en loopt nog een paar meter naar links en daarna schiet hij elke paar minuten overeind, geplaagd door (steek?)vliegen. Op een bepaald moment is hij zeer geïrriteerd in de lucht te happen en met zijn staart te slaan: we vermoeden dat hij pijnlijk werd gestoken en de dader probeert te straffen. 
Verder zien we een groep van vijf neushoorns op een paar meter van de auto, die achter ons bij de brug komt drinken als we wegrijden. We zien klipspringers (met dank aan het meisje), bovenop de berg. We zien een groep olifanten, naast de weg, die blijkt te kunnen rotsklimmen (een idioot en indrukwekkend gezicht)! We zien een steenbokje, aan de overkant van een waterstroompje, verscholen tussen het riet. Kortom: we krijgen iedere keer andere mooie dingen te zien en we genieten allemaal van het prachtige landschap: deels wijds, op een soort hoogvlakte, met mooie vergezichten, deels met bosjes en lage bomen in de vallei. We drinken een ‘sundowner’ (de borrel die je drinkt bij zonsondergang) aan een klein meertje, met een snackje erbij en uiteindelijk zijn we rond kwart over 7 weer in de lodge. Daar krijgen we bij kaarslicht een uitstekende kipsalade en praten we na over deze fantastische dag. Daarna rollen we op tijd ons mandje in.

naar Madikwe

naar Madikwe

Vandaag geen gamedrive helaas: we zitten om kwart voor 8 aan het ontbijt en daarna rekenen we af. Met enige moeite, want in eerste instantie blijkt de verbinding voor de creditcard nog niet zo eenvoudig. Gelukkig komt dat uiteindelijk goed en daarna vertrekken we met enige pijn in ons hart van deze heerlijke plek. We moeten vandaag best een stuk rijden om op onze volgende slaapplek aan te komen en er is (veel) regen voorspeld, dus het is fijn om vroeg onderweg te zijn. Voorlopig is het bewolkt en droog en we schieten lekker op. Onverharde weg af, daarna naar links (in plaats van naar rechts naar Vaalwater) en daarna rijden we feitelijk om Welgevonden en Marakele heen, naar Thabazimbi. Daar houden we pauze: we vinden een shoppingmall met wc’s en een koffietentje waar we een flinke bak lekkere koffie halen. He, even de benen strekken is lekker!

Daarna puzzelen we over de route en uiteindelijk vinden we met behulp van een papieren kaart, Fooney en Google de juiste route. Via Dwaalboom en dan onverhard over steeds obscuurdere weggetjes naar Molotedi Gate, waar Thakadu vlak achter ligt. De weg is aanvankelijk goed en verhard; daarna wordt het onverhard en als het begint te regenen wordt de route steeds interessanter. We doen lekker rustig aan en Harro betoont zich opnieuw een goede chauffeur. Het laatste stukje naar de gate is echt beroerd maar Harro vermaakt zich wel, iedereen voelt zich veilig en langzaam maar zeker komen we dichterbij. De kerel die ons binnenlaat noemt meteen Karin’s (achter)naam en geeft ons door aan de lodge, dus als we het laatste stukje hebben gereden (over een betere weg) staat er een man op ons te wachten met een dienblad met glazen drinken (siroop en sap) en natte doekjes om onze handen en gezichten schoon te poetsen. He, he, dat is wel even fijn, want we zijn best gaar van de route. Het is half 2 dus op zich hebben we het snel gedaan. Het inchecken is zo gebeurd en daarna mogen we aanschuiven: de lunch wacht. Oh wauw, dat is wel heel fijn en we komen bij bij een liter water, een vers soepje, verschillende salades, een maïsfrittata, vegetarische lasagne en een limoen-taartje. Pfff, zo moeten we niet elke dag lunchen, want dan groeien we dicht, maar het is echt heerlijk!

Daarna worden we naar onze schitterende safaritent gebracht (Martijn en Karin worden welkom geheten door een paartje neushoornvogels op hun balkon) en om kwart over 3 kunnen we aanschuiven voor een kopje thee / koffie, zodat we om kwart voor 4 kunnen vertrekken op een gamedrive?! Wauw, dat hadden we niet helemaal verwacht, wat geweldig! We maken kennis met Kenneth, onze ranger en die behalve ons vier nog twee mensen (een Argentijns stel) meeneemt in zijn landrover. Het is inmiddels droog (tot onze vreugde: er was echt een hele dag regen voorspelt) en dik ingepakt rijden we er vandoor.

Wat Wegevonden had in kwantiteit, heeft Madikwe in kwaliteit. We zin niet heel veel beesten. Het park is enorm groot 75.000 hectare (zeg maar 150.000 voetbalvelden) en vrij dicht begroeid. Het is dus niet eenvoudig om beesten te spotten en Kenneth zet er meteen enorm de sokken in. We racen wat antiloopjes voorbij. Als we ook een door Karin gespotte olifant voorbij racen vragen we ons af wat ze hebben gezien dat ze zo’n haast hebben.
Het blijken twee mannetjesleeuwen, vlak naast de weg! Kenneth doet zijn best om ons nog dichterbij te brengen, maar als hij struiken omver gaat rijden worden we iets minder enthousiast. Ho, ho, we zijn er zo ook dicht genoeg bij! Hij stopt onmiddellijk, zet de auto uit en we slaken een diepe zucht: wauw! De leeuwen trekken zich duidelijk niet zoveel aan van ons en de andere twee auto’s en we kunnen genieten van de twee prachtige beesten. Na een tijdje staat eerst de één en dan de ander op en nu liggen ze echt op een meter van de weg. Na een tijdje vraagt Kenneth of we het hebben gezien: dan kan hij andere gasten een kans geven. Oh, ja natuurlijk! Er mogen maar drie auto’s tegelijk bij een sighting, dus het is even file rijden als ze iets moois hebben gezien.

Na de leeuwen gaat Kenneth in ‘dreutel-modus’. We zien wat vogels, een jakhals hier en daar, twee konijnen. Dan vertelt Kenneth (of Kenny, zoals hij door zijn collega’s wordt genoemd) dat we in de wacht staan voor een mooie sight, dus of we het goed vinden om nu pauze te houden. Oh, ja natuurlijk. We nemen allemaal een lekker drankje (er is van alles) en genieten van wat zoute snackies, terwijl de zon langzaam steeds lager zakt. Dan rijden we nog een rondje en uiteindelijk zijn we aan de beurt. Het moet wel iets heel spectaculairs zijn als er zoveel auto’s in de wacht hebben gestaan en dat blijkt ook wel. Als we aan komen rijden stokt onze adem: twee cheetah’s, op een paar meter van de auto, in de ondergaande zon, terwijl ze aan een kleine gnoe knagen! Wat fantastisch! Voor deze reis zagen we nog nooit een (wilde) cheetah en als we de cheeta van Martijn en Karin uit Etosha meerekenen (maar niet de drie die in gevangenschap in Mt Etjo worden gehouden), zijn dit nummer 8 en 9 deze reis. En dit is toch wel de uitsmijter. Kenny doet er alles aan om ons prachtige plaatjes te geven zonder de natuur te slopen of andere auto’s in de weg te zitten en we klikken ons helemaal suf met camera en telefoons. Als we plaats maken voor de volgende auto wordt er flink ge-high-fived en we bedanken Kenny voor zijn geduld.

In de knalrode, ondergaande zon en onder de opkomende volle maan rijden we door een steeds donker wordend park naar de lodge terug. Daar zijn we uiteindelijk rond kwart over 7. We kunnen meteen aan tafel en na opnieuw een uitstekende maaltijd (soep of fildeeg met garnalen en daarna curry met varkensvlees of elandsteak en brownie toe, maar dat laatste past bij bijna niemand) rollen we naar onze tent. Morgen wake-up call om kwart over 5, voor de volgende game drive…

Madikwe

Madikwe

Als we elkaar om half 6 in de gezamenlijke ruimte ontmoeten kunnen we niet helemaal kiezen tussen gapen, de wens om terug in bed te kruipen èn enthousiasme. We hebben namelijk vannacht leeuwen horen brullen! Niet heel verwonderlijk als je weet dat leeuwengebrul op 5 tot 10 kilometer ver te horen is en we de leeuwen gisteren op niet al te grote afstand hebben gezien. Maar bijzonder is het wel. En het herinnert ons er maar weer eens aan dat we op een bijzondere plek zijn. 

Om kwart voor 6 zitten we allemaal in de auto. Ondanks de voorspellingen van een hele dag regen is het droog en in de lichter wordende omgeving rijdt Kenny ons er vandoor. Hij zegt niet zoveel en heeft haast. Dat belooft goede dingen! En jawel, zoals we gisteren al constateerden jheeft Madikwe de kwaliteit… al moet je er wel een eind voor rijden. Het park is zoals gezegd enorm en de bergen in de verte lijken maar niet dichterbij te komen. We horen al vanaf het moment dat we wegrijden veel discussie op de radio en al kunnen we het niet helemaal volgen, één ding horen we wel. Leeuwen!

En niet zo weinig, zien we ongeveer drie kwartier later. Als we een bocht om komen, stokt de adem ons in de keel. Er liggen zeven (!) welpjes midden op de weg. In de berm liggen de beide mama’s en een puberdochter en de beide papa’s (dezelfde broers die we gisteren zagen) komen net aangeslenterd. Wauw! Kenny manouvreert ons in een goede positie en daarna genieten we van de luierende, stoeiende, gapende en water drinkende welpjes en daarna van de hele knuffelende familie op één grote hoop. Het is echt geweldig en we krijgen uitgebreid de tijd om te kijken.

Uiteindelijk maken we plaats voor anderen (ze komen van heinde en ver aangereden) en genieten de rest van de drive van al het andere dat Madikwe heeft te bieden. Veel vogels, maar ook buffels, een enorme kudde olifanten, een neushoorn met jong (die door een olifant worden verdreven van een waterplaats)… Het is een ruig landschap, met veel lage bomen en struiken, stekelbosjes en hier en daar open plekken. Met een kop koffie en een verse muffin houden we pauze en als we uiteindelijk terugkomen in het kamp schuiven we aan voor een uitgebreid ontbijt(buffet).

Daarna gaat Eveline nog even terug naar haar toch wel zeer aantrekkelijke bed en Harro, Martijn en Karin verzamelen zich om te schrijven aan het verslag, foto’s te bekijken, te kletsen, te kijken wat voor soort beesten door de droge rivierbedding wandelen en het Internet te repareren. Ehm pardon?! Tja, als je ICT-helden mee neemt op reis, is er een kans dat ze zich bemoeien met het in dit geval falende Intenet. Harro denkt aanvankelijk met een kleine ingreep zorg te kunnen dragen voor Internet voor alle gasten (in plaats van een paar seconden Internet voor een klein aantal mensen), maar dat blijkt een misvatting. Het kamp blijkt al drie jaar en via meerdere organisaties te proberen Internet te krijgen en tot op heden tevergeefs. Harro treft een ongelooflijke warboel aan, maar weet werkelijk iedereen voor zich te winnen door de eerste te zijn die ook echt snapt wat er aan de hand is, maar ook, belamgrijker, hoe het opgelost moet worden. Hij amuseert zich kostelijk met klussen, bellen met allerlei IT-bedrijven en het achterlaten van een concreet stappenplan om de ellende opgelost te krijgen. Dat gaat nog wel wat langer duren dan ons bezoek, dus we grappen dat we maar eens terug moeten komen om het ‘live’ te zien werken.

Na een heerlijke lunch, een rustige middag (met meer klussen en kletsen en genieten van het luxe kamp) zitten we eind van de middag opnieuw in de auto. Het weer is de hele dag goed geweest, zelfs zonnig, maar nu komen er dreigende wolken aan. Het wordt steeds donkerder, maar ondanks dat lijken alle rangers enthousiast en nauwelijks in staat te wachten. Blijkbaar is de site die nu op ons wacht (het lijkt elke keer één hele bijzondere te zijn) nog bijzonderder dan de afgelopen dagen. We hebben bijna medelijden met de twee Duitse dames die mee zijn op hun allereerste game-drive ever en enigszins verbaasd kijken naar de impala’s, vogels, giraffes en zelfs olifanten die we voorbij racen. Maar als we horen wat er op ons wacht snappen we het wel: wilde honden! 

Wilde honden zijn heel erg zeldzaam en er zijn maar weinig plekken ter wereld waar je ze kunt zien. En zo te horen hebben we mazzel. We moeten er een enorm eind voor rijden en flink wachten (wachttijd die we gebruiken om een regenponcho aan te trekken, want we gaan het niet droog houden), maar dan horen we na anderhalf uur dat we dichterbij mogen komen. En terwijl we tussen twee buien door mazzelen, met maar een klein beetje regen, zon en een schitterende regenboog op de achtergrond, vinden we een troep wilde honden, mèt jongen! In de pauze na de sighting doen we ons uiterste best om de Duitse dames te vertellen hoe bijzonder dit is. Hebben jullie er lang op moeten wachten, vraagt één van de dames. Jaren, zegt Karin naar waarheid en we genieten van de bijzondere bezienswaardigheid.

Na deze enorm bijzondere sight staat de rest van de drive in het teken van kleiner wild. Zoals vogels, grondeekhoorns en zelfs een kamelon. Gespot door Kenny, die aan de rechterkant van de auto achter het stuur zittend het beest in de berm, aan de linkerkant van de weg spot. Een kameleon van ongeveer 15 centimeter… We zijn gepast onder de indruk. En redelijk droog, want behalve de paar spetters zijn we er aardig tussendoor gemazzeld en we drinken een borrel in de ondergaande zon.

Als het donker wordt rijden we het kamp binnen waar we stijf van uren game drive maar heel tevreden aanschuiven aan het diner. Het is heerlijk. De manager van het kamp komt tijdens het eten even langs. Ze biedt ons een borrel aan, als dank voor Harro’s nerd-activiteiten. We proosten op zijn ge-nerd en alle prachtige sights van vandaag. Madikwe is prachtig!

naar huis

naar huis

Tja en zomaar ineens is het de laatste vakantiedag van Martijn en Karin. Die begint… lawaaiig! De leeuwen beginnen midden in de nacht met brullen en waar we ze gisteren hoorden als we al wakker waren, brullen ze nu zonder problemen door onze oordoppen heen! Dat betekent dat ze toch echt veel dichterbij moeten zijn, maar aanvankelijk gaan we ervan uit dat de afstand waarop het gebrul te horen is, ons misleidt. Voor de zekerheid controleren we wel even of er niet toevallig een leeuw voor onze tent ligt, maar als dat niet zo is, gaan we er van uit dat het even rijden is.

Het is overal vochtig: het heeft vannacht opnieuw geregend, maar inmiddels is het droog. En als we op weg gaan merken we dat het inderdaad even rijden is, maar dan vooral omdat de brug over de rivier nog steeds in reparatie is. Als we omgereden zijn, zien we namelijk de leeuwen… en onze tenten aan de overkant van de rivier! Wauw, dat was dus inderdaad heel dichtbij. De hele familie is aanvankelijk ook nu weer bij elkaar, maar al snel trekken de vrouwtjes en één van de mannetjes er op uit. Eén mannetje blijft achter met de jongen, die zich bij de rivier, bijna uit zicht, in en om een boom heen vouwen. De jagende leeuwen trekken ondertussen langs de weg en dan er overheen. Stop, roepen Martijn en Karin, die daarmee nog net voorkomen dat Kenny een leeuwin over het hoofd ziet en haar aanrijdt. Het is een indrukwekkend gezicht en helaas zijn ze al snel uit zicht.

De rest van de gamedrive worden we opnieuw getrakteerd op allerlei moois van Madikwe en als we uit de auto stappen is dat met pijn in ons hart. Voorlopige de laatste gamedrive voor Martijn en Karin. We troosten onszelf met een heerlijk ontbijt en daarna is het tijd om te gaan. We rekenen af en beginnen aan de terugweg.

Die gaat een heel stuk soepeler dan de heenweg. Het eerste stuk blijft heel vervelend, maar nadat we daarna een stuk rechtdoor rijden op een grotendeels prima onverwharde weg rijden we ineens, voor het eerst in dagen, op asfalt. We slaken een zucht van verlichting en daarna hebben we een heel stuk te gaan, maar gaat het wel een stuk vlotter. We schieten enorm op als we richting Johannesburg rijden. 

Onderweg stoppen we bij een tankstation voor lunch en daarna rijden we in één keer door naar het hotel waar Harro en Eveline vannacht zullen slapen. Ze checken in en we regelen dat de bagage van Martijn en Karin even mag ‘logeren’ in de bagageruimte. We frissen ons op terwijl er een enorme bui overtrekt. Pfoe, dat was net op tijd: daar hadden we niet graag in gezeteb. Als het voorbij is pakken we de auto. Er is namelijk een stukje verderop een enorme shopping mall en dat klinkt als het uitstekende uitstapje voor dit kledderige weer. 

We shoppen een rondje, drinken uitgebreid koffie en vermaken ons prima. Als we zijn uitgekeken gaan we terug naar het hotel waar we aanschuiven in de bar voor een borrel. Aan de tafel achter ons wint een Zuidafrikaans stel zich op bij een wedstrijd tussen de Spingbokkies en de All Blacks (rugby en het Zuidafrikaanse team doet het niet heel goed). Dat leidt tot een aantal erg leuke gesprekken (met het stel, maar ook een serveerster) en de drankjes smaken prima. We dwingen onszelf tijdig aan tafel te gaan en genieten van een uitstekende maaltijd met ENORME porties. En dan is het echt zover…

We nemen afscheid bij de voordeur en Martijn en Karin worden daarna door de airport shuttle van het hotel naar de luchthaven gebracht, waar om kart over 11 ‘s avonds de lange, lange vlucht naar huis begint. De vlucht verloopt prima, Karin slaapt zowaar een aantal uur en het is lekker om weer thuis te komen. Maar een klein, klein stukje van ons hart rijdt, terwijl wij in de lucht de kilometers afleggen, nog steeds over de Afrikaanse savanne. Want Afrika, daar ga je van houden.