Archief van
Categorie: Rondreis Zuid Afrika

Vrijdag 11 November – Vlucht naar Kaapstad

Vrijdag 11 November – Vlucht naar Kaapstad

Tegen een uurtje of acht worden we door Eef gedropt op het vliegveld en droppen we onze spullen. Na een kop koffie en een ontbijtje is het ook alweer tijd om in te stappen en onze plekken op te zoeken. We zitten in een 777 van KLM, dus met het personal entertainment system en het eten zit het wel goed. Een kwartier na de geplande tijd zijn we onderweg en begint een dikke 11 uur van films, snacks, slapen, meer eten, nog meer drinken, nog een film, een tukkie en uiteindelijk een landing. Keurig op tijd staan we in Kaapstad en in mum van tijd zijn we door de grenscontrole en de douane en staan we in de aankomsthal. Daar worden we gelijk aangeschoten door iemand van de reisorganisatie die ons een enorme envelop met paperassen en een cd overhandigt en ons daarna in minder dan 20 minuten naar het hotel brengt. Daar duurt het ook geen 5 minuten voordat we in een prima kamer staan en dan vinden we het eigenlijk wel mooi geweest: morgenochtend om 09:00 een meet en greet met de man die ons ook heeft opgepikt van de luchthaven en daarna is het tijd om Kaapstad en de omgeving te verkennen.

Zaterdag 12 november – Kaapstad

Zaterdag 12 november – Kaapstad

Met een uurtje tijdsverschil en een behoorlijk lange nacht zijn we op tijd op. Iets voor 8 uur zitten we aan een eenvoudig maar prima ontbijt met yoghurt en vers fruit en thee en koffie. Harro gooit er voor de zekerheid nog wat toast en scrambled eggs achteraan en dan zijn we er klaar voor. Ruim voor de afgeproken tijd van 9 uur is ook de vertegenwoordiger van onze reisorganisatie er al. We kletsen een tijdje met hem en hij laat ons een keurige nette ingebonden reisbeschrijving zien, een groot aantal kaarten en vertelt ons wat we allemaal in Kaapstad kunnen doen. Omdat het vandaag lekker weer is en er morgen toch wat buien worden verwacht raadt hij ons aan vandaag de Tafelberg te bezoeken, die de dag ervoor tot een van de 7 natuurwonderen van de wereld is verkozen! (Door wie is ons ook even een raadsel, maar het klinkt erg goed). Even later is ook de man van de autoverhuur er met onze huurauto voor de komende 10 dagen en na het nodige papierwerk en de nodige extra bedragen die we nog moeten betalen zijn we er klaar voor. Onze vriend van de reisorganisatie wenst ons een prettige drie weken en is dan ook verdwenen.

Aangezien we niet echt haast hebben besluiten we te beginnen met een wandeltocht over VA Waterfront, het shopping en entertainment centrum van Kaapstad. Ons hotel ligt er op nog geen 10 minuten lopen vandaan… als je de juiste kant oploopt natuurlijk. Een 6 baans snelweg zonder oversteekmogelijkheden gooit wat roet in het eten, maar na een half uurtje doorstappen zijn we er dan eindelijk. Het is nog erg rustig op deze zaterdagmorgen en we landen na een korte tocht over het terrein bij een prima koffie barretje om daar voor de rest van de dag plannen te smeden. Uiteindelijk besluiten we te beginnen met een wandelingetje door de enorme shopping mall en daarna de toerist uit te hangen en ons door middel van de hop-on/hop-off bus naar de Tafelberg te laten vervoeren.

We slenteren rustig door de enorme exclusieve shopping mall vinden uiteindelijk een opstapplek voor de rondrit bus. Hier kopen we een kaartje voor de red route die ons dwars door de stad leidt en uiteindelijk bij stop 14 bij de Tafelberg zal brengen. Het weer is heerlijk dus we duiken gelijk naar boven in de open bus en laten ons onder het ‘genot’ van het Nederlandse commentaar dwars door de stad cruisen. Via de compagnietuinen, district 6, het fort en het centrum komen we na een uur en een kwartier aan bij de Tafelberg, waar een enorme rij staat. Hoewel de wachttijd bijna een uur is, besluiten we toch maar in de rij te gaan staan, want Kaapstad zonder de Tafelberg kan echt niet! De tickets hebben we vrij snel en dan staan we met zo’n 1000 man in de rij voor de gondel. We kletsen wat met een bolle Zuid-Afrikaan die aan het klagen is over Duitsers en Chinezen en vermaken ons eigenlijk prima. Als we nog zo’n 5 minuten voor het instappen zijn zien we plotseling wolken over de berg verschijnen, en zodra we in de gondel zitten trekt het helemaal dicht. Bovenop de berg is het koud, nat en hebben we ongeveer 10 meter zicht. De rij voor de gondel naar beneden is bijkans nog langer dan de rij beneden was en we besluiten er maar het beste van te maken: Tijd voor een wandeling over de berg, daarna zien we wel verder.
Door de dichte mist is het ook niet echt duidelijk waar de paden heengaan en nadat we toch langzaam wel erg steile hellingen moeten afklimmen komen we er achter dat we op het pad zitten voor de wandeltocht naar beneden. Met dit weer en het feit dat Geeske op teva’s rond aan het rennen is lijkt ons dit niet het meest briljante plan, dus klauteren we maar weer een eindje terug naar boven. We vermaken ons eigenlijk kostelijk en tot onze grote verbazing begint het dan ook weer open te trekken. Binnen 10 minuten staan we weer onder een prachtige blauwe lucht, is er geen wolk meer te bekennen en genieten we van de fantastische uitzichten vanaf de berg. Een snelle (late) lunch met een pizzapunt en een kop koffie verder stappen we weer in de gondel naar beneden.

Beneden staat er alweer een bus te wachten en hoppen wij er vrolijk weer on. Via de kustroute brengt de bus ons in een uurtje weer terug bij ons startpunt bij Waterfront. Het is ondertussen een uurtje of 5 en we besluiten dat het tijd is voor een wijntje in de zon. We zoeken een plekje op in een restaurant, waar ze meer dan 200 verschillende wijnen per glas aanbieden. Daar komen we alleen pas achter nadat we allebei een glas witte huiswijn hebben besteld. Gelukkig is die meer dan prima en in het zonnetje genieten we van een prima eerste dag in Kaapstad.
Omdat we niet echt uitgebreid hebben geluncht, besluiten we op tijd te gaan eten en vinden even verderop een Afrikaans restaurant. De ober raadt ons het vleesplateau voor twee aan met daarop alles wat er in de buurt zo rondwandelt. Dat klinkt behoorlijk lekker en na een heerlijk voorgerecht van Brie en Camembert (Geeske) en een krokodillencarpaccio (Harro) wordt er een enorme plaat vlees op tafel gezet: biefstuk, lamsboutje, Afrikaanse worst, kudu, springbok, struisvogel en nog meer overheerlijk vlees. We doen een verwoede poging alles op te eten maar moeten ons uiteindelijk toch gewonnen geven, waarschijnlijk hadden we het met 4 personen wel net gered… Lekker is het wel!
We sluiten de avond af in een schotse kroeg annex brouwerij en om een uur of 11 pakken we een taxi naar ons hotel (Ook in deze buurt wordt ons afgeraden na 21:00 uur zelf te gaan lopen). Een prima eerste dag!

Zondag 13 november – De Kaap

Zondag 13 november – De Kaap

Vandaag gaan we rond de Kaap touren! Na weer een prima ontbijtje springen we rond half 10 in ons vehikel, een witte Nissan kweenie-wat. Binnen mum van tijd rijden we de M6 richting de Kaap op, en het rijden aan de linkerkant gaat vanzelf (Zelfs de ruitenwisser gaat niet aan als we een bocht pakken). Met een prima routebeschrijving en een prima kaart tuffen we via Hout Bay en een prachtige weg langs de kust richting het kommetje en uiteindelijk het park bij de Zuidkaap. Onderweg stoppen we talloze keren om van het uitzicht te genieten en foto’s te schieten. De tocht is echt prachtig: In de loop van de nacht heeft het behoorlijk geregend maar tijdens de tocht klaart het helemaal op en genieten we van de enorme hoeveelheid bloeiende planten langs de wegen.

Rond half twaalf draaien we het parkeerterrein op bij de Zuidkaap en besluiten we vanaf daar een wandeltocht naar Kaap de Goede Hoop te volgen die volgens het verhaal anderhalf uur zou moeten duren. De tocht is prima, maar voor Geeske toch een behoorlijke klautertocht over de rotsen en vervelende open trappen. Onderweg hebben we prachtige uitzichten en zien we ook al snel een ‘Dassie’ (een soort oversized marmot) en ladingen hagedissen. Met een uurtje staan we dan bij ‘het bord’: Op de kaap staat een bord waar werkelijk iedere toerist zich moet laten fotograferen en ook wij doen daar natuurlijk vrolijk aan mee. Op deze plek komen ook drommen mensen met bussen aan en het is er behoorlijk druk. We besluiten uiteindelijk dat Geeske hier rustig blijft wachten en dat Harro terugloopt en de auto gaat halen. Na een kleine jogging-partij van een half uurtje is Harro terug bij de auto en rijdt rustig naar de Kaap de Goede Hoop. Geeske zit ondertussen met een verrekijker te genieten van de enorme hoeveelheid vogels die rond de kaap zitten en vliegen. Uiteindelijk zien we elkaar weer op het parkeerterrein en besluiten dan toch weer naar de Zuidkaap te rijden om daar een bak koffie te scoren. Halverwege stoppen we nog even voor twee struisvogels die compleet onverstoorbaar langs de kant van de weg lopen te grazen.
Op het parkeerterrein is het ondertussen fors drukker geworden en zijn ook de buitengewoon vervelende bavianen wakker geworden. Zodra we de auto uitstappen komt de eerste al op ons afgelopen om te kijken of er wat te scoren valt. Schijnbaar vindt hij Harro wat te groot want “het klotebeest” [quote G] loopt recht op Geeske af. Haar afkeur van alles wat aap is had ze al eerder geformuleerd en ze vlucht dan ook gelijk de auto in. Terwijl de aap zich rustig op het dak van de auto naast die van ons installeert zit Geeske in de auto te wachten. Uiteindelijk kruipt ze aan de andere kant er uit en blazen we de aftocht. Heel even lijkt onze vriend achter ons aan te komen, maar wordt dan gelukkig afgeleid door een andere groep toeristen.
We drinken in het cafe een prima bak koffie en stappen tegen tweeen de auto weer in op weg naar Boulders Bay en Simon’s Bay. Ook dit deel van de tocht is weer prachtig met fantastische uitzichten en overal prachtige bloemen.

In Boulders Bay doen we een snelle stop om de pinguins te bekijken. Harro scoort nog snel een ijsje en dan gaan we richting de pinguinkolonie die zich hier heeft genesteld. De groep is dit keer niet heel groot, zo’n 50 ‘jackass’ pinguins staan vlak in de buurt van de houten vlonders vol toeristen en lijken zich er niet aan te storen dat er voor iedere pinguin ongeveer drie toeristen met even zo veel camera’s staan. Hoewel het druk is vinden we het toch wel erg leuk om deze koddige beesten te bekijken.
Met een klein uurtje zijn we weer onderweg naar de volgende stop: Simon’s Bay, een schattig klein plaatsje en tevens marine haven. Hier nemen we de tijd voor (wederom) een late lunch met bruschetta’s in een leuk klein tentje aan de kant van de weg. Het eten is prima en we blijven rustig een half uurtje zitten. Dan vinden we het mooi geweest en rijden in een uurtje tijd terug naar Kaapstad, waar we rond 5 uur aankomen bij het hotel. De kaap was echt prachtig en het weer heeft fijn meegespeeld!
Geeske duikt dan even een uurtje haar bed op terwijl Harro het reisverslag bijwerkt. Vanavond eten we weer in Waterfront, morgen gaan we door naar Turbagh zo’n 140 kilometer verder op de wijnroute rond Kaapstad.

Maandag 14 november – naar Tulbagh

Maandag 14 november – naar Tulbagh

Na een avondje heerlijk eten (boboti voor Geeske en kudu voor Harro) in Waterfront met heerlijke wijnen die ons door de sommelier werden aangeraden, lagen we gisteren redelijk op tijd in bed. Desalniettemin is het pas half negen als we aanschuiven voor het ontbijt. We hebben vandaag besloten om rustig aan te doen: De rit naar Tulbagh is maar 140 kilometer en daar hebben we de hele dag de tijd voor. Nadat we ons ontbijt achter de kiezen hebben, onze tassen zijn gepakt en we de sleutels bij de receptie hebben afgegeven stappen we in onze vlotte voiture. Eens kijken of we die vandaag wel boven de 80 kilometer per uur krijgen…

De rit uit Kaapstad is simpel en binnen enkele minuten zitten we op de N1 richting het noordoosten. Onze eerste stop vandaag is Paarl, een klein dorpje in de wijngebieden rond Kaapstad. We rijden vlot een rondje door het centrum, maar vinden er weinig aan (en ook de rough guide heeft er weinig mening over). Zodoende zijn we al vrij snel onderweg naar het volgende dorpje: Wellington. We rijden het stadje binnen en parkeren in het centrum om en kop koffie te scoren. Na een minuut of 10 wandelen hebben we echter nog steeds niets leuks ontdekt en besluiten dat we dan maar een poging doen bij een shopping mall bij de ingang van het stadje. Ook dit stadje lijkt ons behoorlijk saai, maar volgens de rough guide is het toch wel aardig… Bij de shopping mall vinden we een prima koffietent en met een kop thee en koffie plannen we de rest van de route. We moeten terug door het stadje en daar neemt Harro een ietswat verkeerde afslag… om daarna in een alleraardigst oud centrum van het stadje te belanden met aan alle kanten leuk uitziende koffietentjes.
Als we uiteindelijk de goede weg toch weer hebben gevonden rijden we al snel door de prachtige wijngebieden. Afwisselend zien we enorme graanvelden en mooie groene wijnranken die op heuvels en tegen de bergen op staan geplant. De tocht is werkelijk prachtig en uiteindelijk zijn we rond half 1 al op onze eindbestemming; Turbagh. Het dorpje zelf is een van de oudste dorpen in dit gebied en na een aardbeving in 1969 zijn er een groot aantal van de oude kaaphuisjes prachtig gerestaureerd, zodat het plaatsje beschikt over een van de mooste historische centra van de omgeving. Het plaatsje zelf is gelegen in een vallei en de bergen er om heen zijn imposant. Tot onze grote verbazing zien we dan toch echt iets wat lijkt op sneeuw op een aantal van de toppen van de bergen… Even later horen we dat dit klopt: Het heeft vannacht gesneeuwd, iets wat ze hier ook niet eerder in deze tijd van het jaar hebben meegemaakt. Na een korte tocht door het dorpje en langs een aantal wijnboerderijen in de directe omgeving besluiten we eerst maar in te gaan checken. We slapen op een oude wijnboerderij die ook prachtig is gerestaureerd en zo’n 3 kilometer buiten het dorpje ligt. Dat we er kunnen slapen is nog wel mazzel: Ze weten niets van een reservering en ook voor de rest komt het nogal chaotisch over. Met een half uurtje wachten hebben we dan ook uiteindelijk een prima ‘cottage’ en zijn we klaar voor lunch.

We parkeren onze auto bij het tourist information center, waar we wat te horen krijgen over diverse zaken die we kunnen bekijken. Hier besluiten we dat we beginnen met een tocht door Church street waar alles historische gebouwen staan en in de middag een cellar tour te doen bij een sparkling wine boer in de omgeving met de prachtige naam ‘de twee gezellen’. De tocht langs de gebouwen is prachtig, mooie witte gebouwen van rond 1710 met rieten daken en overal de meest mooie bloemen en bloeiende struiken leveren super plaatjes op.
Na een snelle lunch met tosti en een broodje scheuren we snel naar de wijnboerderij voor de rondleiding. Het betreft hier een van de weinige ‘fonkelwijn’ huizen in Zuid-Afrika en we beginnen de rondleiding dan ook met een heerlijk slokje bubbels. Natuurlijk mag het geen champagne heten, maar het doet er niet voor onder! Uiteindelijk blijkt er buiten ons tweeen niemand voor de rondleiding te zijn en krijgen we een prive-tour in het Afrikaans door de zoon van de eigenaar. Hij vertelt uitgebreid over de geschiedenis van de wijnboerderij en we lachen ons af en toe helemaal kapot door de Afrikaanse begrippen en hij over de Nederlandse woorden die wij gebruiken (tsja, dat ‘fles’ jampotje betekend in het Afrikaans hebben wij ook niet bedacht!) Na een prima tour gaan we op weg en maken nog een korte stop bij een wijnboer om een fles wijn te scoren. We hebben besloten om vanavond zelf bij onze cottage wat te eten, en daar hoort natuurlijk wel een flesje bij. We proeven drie soorten witte wijn en gaan er uiteindelijk met twee heerlijke flessen vandoor. Terug in de stad halen we wat brood, kaasjes en andere lekkernijen bij de supermarkt en rijden terug naar onze cottage. Na een uurtje luieren aan het zwembad eten we wat op het terras voor onze deur en spelen wat yahtzee, natuurlijk onder het genot van een heerlijk glas witte wijn. Laat wordt het niet, rond een uur of 8 gaat bij Geeske het licht uit en duiken we ons bed in om nog wat te lezen en het verslag bij te werken.

Dinsdag 15 november – Naar Stellenbosch

Dinsdag 15 november – Naar Stellenbosch

Na een behoorlijke nacht staan we redelijk op tijd op en zitten even na achten aan het ontbijt. Ook de ontbijtzaal is gelegen in een van de witte cottages die om een mooie vijver heen liggen. Met een prachtig uitzicht op de bergen genieten we weer van een prima ontbijtje met veel vers fruit. De sneeuw is ondertussen verdwenen van de bergen en het is weer strak blauw. Tot nu toe hebben we echt prima temperaturen gehad, maar de komende dagen belooft het echt heet te gaan worden.
Nadat we alles in de auto hebben geladen gaan we op weg naar onze eerste stop van vandaag: Franschhoek. Volgens alle verhalen een van de mooiste dorpjes uit het wijngebied en volgens onze planning tevens de lunchstop. De rit erheen is werkelijk prachtig mooi: Door de wijngaarden en langs de bergen en met uitgebreide uitzichten over mooie groene dalen. Links en rechts schieten de wijngaarden aan ons voorbij, en er zitten toch wel aardig wat namen tussen die ons wel bekend voorkomen. We besluiten ze voor nu maar even links te laten liggen, want om nou voor twaalven al weer aan de wijn te zitten lijkt ons ook wat overdreven.

Na een rit van ongeveer twee uur landen we tegen elven in Franschhoek, waar al snel blijkt dat de gidsen niet te veel beloven. Het dorpje is erg schattig met prachtige witte kaaphuisjes en een erg leuk centrum. We beginnen met een bakkie koffie bij een leuk tentje en slenteren daarna wat door het centrumpje en bezoeken een van de vele kerken die het gebied hier rijk is. De kerk is eenvoudig maar qua gebouw erg mooi en op zich is het wel eens een verademing om niet alles in goud bekleed te zien. Na een uurtje winkeltjes kijken en foto’s maken landen we bij een een prima eettentje waar we een Geeske een pizzaatje en Harro een gepaneerd-kip-experiment-met-brie-wat-ze-hamburger-noemen eet (voor het geval er twijfel was: Nee, niet echt een aanrader). Het kopje koffie maakt veel goed en tegen een uur of 1 stappen we de auto weer in voor het laatste stukkie naar Stellenbosch.
Onderweg besluiten we op aanraden van onze reisbeschrijving te stoppen bij een van de wijngaarden in de buurt om daar toch wat wijnen te proeven. Omdat we nog moeten rijden houden we het echt bij kleine sipjes maar het is wel erg lekker. We proeven 5 verschillende wijnen, drie witte en 2 rode wijnen en bekijken ook nog het herenhuis van de wijngaard. Een erg leuke ervaring en eentje die we morgen zeker nog even zullen herhalen.

De komende twee nachten slapen we op een van de vele wijngaarden die het gebied rijk is: Knorhoek. Volgens de verhalen komt de naam van het feit dat het kaapgebied veel bergluipaarden kent en deze vroeger ook in grote getalen in de bergen rond Stellenbosch rond struinden. Vandaar de Afrikaanse naam ‘Knorhoek’ wat vrij vertaald betekend ‘ De vallei waar de wilde katten grommen’… Dit althans volgens de fles die we nu aan het leeg drinken zijn en we moeten eerlijk zeggen: Zo veel hadden wij niet uit de naam ‘Knorhoek’ gehaald. Een verhaal met een verbannen varkensboer leek ons eerder van toepassing maar goed… Onze logeerplek zelf is wel prachtig. Gelegen midden tussen de wijngaarden en op zo’n 5 kilometer van van Stellenbosch zitten we zo’n beetje 10 meter lopen van de plek waar mensen wijn komen proeven… balen!

Nadat we onze spullen in onze kamer hebben gegooid besluiten we in de middag Stellenbosch zelf te verkennen, en de volgende dag uit te trekken voor een degelijke wijnproef-sessie. Met de auto staan we binnen 10 minuten in het centrum en na een kort bezoek aan het Tourist Information Center struinen we wat door de stad en doen maar weer een bakkie koffie. Ht stadje is ook weer erg mooi, en aan het publiek is goed te merken dat het een studentenstad is: Het is erg levendig en er hangt een prima sfeer. We bezoeken nog snel even de Ome Samie’s winkel in het centrum, een winkel die sinds 1900 weinig meer is veranderd. Op de gedroogde sardines (met bijpassende geur) na een erg leuke ervaring, vooral omdat oude en nieuwe spullen dwars door elkaar in de winkel liggen.
Na de uitgebreide lunch van de middag hoeven we ook niet per se nog uitgebreid te gaan tafelen. Een snel bezoek aan de supermarkt voor wat kaasjes, crackers en ander snackvoer en ons avondeten is compleet. We zijn nog net op tijd terug op ons ‘eigen’ wijngoed om nog een fles wijn te scoren (een Knorhoek cabernet sauvignon uit 2009) en zitten daarna heerlijk buiten voor ons hokkie te eten en te drinken. Morgen is het tijd om nog wat landgoederen te bezoeken en nog meer van die heerlijke wijnen te proberen.

Woensdag 16 november – Stellenbosch

Woensdag 16 november – Stellenbosch

Vandaag staat het thema wijn centraal in onze dagbesteding maar om nou niet gelijk om 10 uur al de eerste glazen naar binnen toe te gooien besluiten we tot de lunch te kiezen voor een alternatief programma. Na een heerlijke gezond ontbijt met veel vers fruit beginnen we met een ochtenwandeling door de wijngaarden van ons ‘eigen’ wijnhuis. Ze hebben een erg mooie route van zo’n 5 kilometer dwars door de heuvels uitgezet en met dik een uurtje wandelen hebben we het sportieve ochtendprogramma achter de rug.
Volgende stop op het programma: Koffie! Met de auto rijden we naar het centrum van Stellenbosch waar we beginnen met een cappuccino’tje en een americano bij een leuk koffietentje. Omdat het allemaal nog redelijk vroeg is en we pas bij de lunch onze eerste wijnboer aan willen doen, besluiten we het dorpsmuseum te bezoeken. In een 5-tal gebouwen wordt de geschiedenis van Stelenbosch uitgebeeld ddoor de jaren heen. Het geeft een erg goed inzicht in de in eerste instantie erg primitieve omstandigheden waarin de kolonisten verkeerden, maar ook een goed beeld van de rijkdom honderd jaar later. Een erg informatief en leuk uitstapje.

Na nog een kopje koffie is het dan tijd voor onze lunch. Volgens onze reisgids is een van wijnboeren in de directe omgeving van Stellenbosch ‘the place to be’ voor een goede lunch in een mooie omgeving. En ze hebben niet gelogen: Midden tussen de mooie witte huisjes van de wijnboerderij (of beter: de ‘estate’) zitten we onder de wijnranken al snel aan een heerlijke pasta en een Thaise beef. Het is ondertussen half twee dus Geeske begint maar met het eerste wijntje, terwijl Harro nog een flesje water leegdrinkt. Het eten is heerlijk, het weer fantastisch en de sfeer echt helemaal goed. Uiteindelijk blijven we dik een uur hangen en maken nog wat foto’s van de pauw die tussen de eettafels doorschuifelt. Nadat we nog snel een rondje over het terrein lopen is het tijd om nog wat wijnboerderijen aan te doen. Met onze reisgids in de hand maken we een keuze voor twee estates: Een hypermodern, met de mooiste uitzichten uit de wijde omgeving, en een meer klassieke, met een prachtig gerestaureerde boerderij uit 1814.

De eerste wijnboerderij is prachtig. Een enorm mooi modern gebouw, prachtig gelegen op de top van een heuvel. De uitzichten zijn eccht adembenemend, maar het mooist is wel het complex zelf. Overal hangen prachtige schilderijen en staan er mooie sculpturen. We struinen rustig rond door het complex en maken wat foto’s. Omdat Geeske net al een wijntje achterover heeft geslagen, en Harro nog moet rijden, slaan we bij deze wijnboer het proeven maar even over. Terwijl we in onze auto stappen, stijgt er naast de boerderij net een helicopter op: Wijnproeven in stijl… De tweede wijnboer is even zoeken, maar na wat enthousiaste 180 graden bochten vinden we dan eindelijk de juiste (Best lastig met meer dan 200 wijnhuizen in de directe omgeving van Stellenbosch). De panden zijn prachtig mooi en we zijn verrast om in het gebouw een mooi modern proeflokaal te vinden. Naast het bijzonder mooie complex schijnen ook de wijnen van deze wijnboer de moeite waard te zijn, dus is het proeven geblazen! Aangezien het wijnproeven in Stellenbosch een evenement op zich is geworden (inclusief de hop-on hop-off wijnproef tour!), vragen ze tegenwoordig een klein bedrag voor het proeven van de wijnen. We moeten bij deze wijnboer 30 rand betalen (ongeveer 2,5 euro) om in totaal 6 wijnen te proeven. Vinden we natuurlijk geen probleem, en al snel worden we aan een tafeltje gezet met crackers en een karaf water, en komt er iemand om de door ons gekozen 6 wijnen in te schenken. De beste man heeft al snel door dat we niet echt bepaald wijnkenners zijn, maar vermaakt zich prima en bij iedere wijn vraagt hij wat we proeven en legt ons de verschillende smaken uit. We hebben het ook best naar ons zin, drinken hele kleine sipjes van de heerlijke wijn en uiteindelijk staat hij er op dat we als bonus nog even een dessertwijn proeven. Ach dan zeg je ook geen nee, en na 7 wijnen geproefd te hebben vertrekken we naar ons laatste adres voor vandaag: Ons eigen Knorhoek!

Rond half vijf komen we aangezeild, en met een sluitingstijd voor de proeverij van 5 uur zijn we eigenlijk wat laat. De dame van de wijnproeverij heeft echter al snel door dat we ook gasten van het guesthouse zijn en begint vol enthousiasme wijntjes voor Harro in te schenken (Geeske past deze ronde even). De hoeveelheden zijn al lang geen proef hoeveelheden meer en uiteindelijk zitten we om half zes nog steeds aan een heerlijke rode wijn.
We eten ‘s avonds bij het guesthouse, een eenvoudige maar prima maaltijd. Zoals verwacht is het met de wijn prima geregeld: Er staat een kast vol met flessen wijn, het gehele assortiment van de Knorhoek, en iedereen mag zelf wat lekkers uitzoeken.

Donderdag 17 november – naar Oudtshoorn

Donderdag 17 november – naar Oudtshoorn

We starten vandaag wederom op tijd, want we moeten een eindje rijden. Om iets na achten zitten we weer aan het ontbijt en nadat we afscheid hebben genomen van de gezusters (de eigenaressen) stappen we in de auto. Vandaag gaan we op weg naar Oudtshoorn, volgens onze routebeschrijving een rit van 205 kilometer.
Voordat we Stellenbosch verlaten moeten we nog even tanken, en dat is op zich een fijne verrassing: Niet alleen de benzine is voor ons doen spotgoedkoop (omgerekend een euro de liter), maar er staan ook twee mensen vol enthousiasme onze ramen te schrobben! Met achterlaten van een dikke fooi en met prachtige schone ruiten en een volle tank gaan we op weg. We volgen keurig de routebeschrijving, maar na een paar bordjes met walvissen er op besluiten we toch wat van de route af te wijken: het is immers maar een tochtje van dik 200 km en we willen de kans om een paar zuidkapers te spotten niet missen. Via een prachtige kustroute met een paar enorm mooie fotostops (helaas zonder walvissen) komen we rond een uur of half twaalf in Hermanus aan. Hier drinken we een kop koffie en gaan er dan vrij vlot weer van door. Tegen die tijd laat de kilometerteller een afgelegde afstand van 170 kilometer zien… En dan begint het spek te stinken… We loeren nog eens op de kaart, tellen eens wat cijfertjes op en terwijl we ons terdege realiseren dat we zelf wat omrijden weten we ook wel zeker dat de door onze routebeschrijving aangegeven 205 kilometer van geen kanten klopt. We hebben dus nog een fikse tocht voor de boeg. De enorm mooie landschappen maken dit allemaal gelukkig meer dan goed. Zo rij je over een prachtige kustroute, even later door de meest mooie bergen en weer even later door prachtige glooiende heuvels met goudgele graanvelden. Zelden hebben we in zo korte tijd een zo divers landschap gezien.

Tegen twee uur landen we in Swellendan en is het tijd voor een snelle lunch met tosti’s en meer koffie. Het museum laten we voor deze keer maar even links liggen, want we moeten nog 175 kilometer verder naar Oudtshoorn. Waar de tocht tot nu toe ronduit mooi was, wordt het nu echt prachtig: Route 62 is een van de bekende toeristische routes en zeker niet zonder reden: je rijdt dwars door de ‘kleine karoo’, een woestijnachtig gebied met prachtige landschappen en enorm mooie passen door de bergen. We kijken onze ogen uit, en constant worden we weer verrast door de diversiteit in landschappen en de wijdse uitzichten. We zijn het er al snel over eens: Dit is absoluut een van de mooiste ritten die we ooit hebben gemaakt!

Gelukkig zijn ze ook niet zeikerig over de snelheid: Met een maximum van 120 kilometer per uur (op een enkelbaansweg) mogen we redelijk doorblazen en daarmee komen we rond half vijf aan op onze eindbestemming: Guesthouse La Plume, zo’n 10 kilometer van Oudtshoorn in the middle of nowhere. Dat laatste weten ze ruimschoots goed te maken: De ligging is prachtig en het in Victoriaanse stijl gebouwde en ingerichte guesthouse ziet er erg luxe uit. Het welkom is nog beter: We worden uitgenodigd een welkomstdrankje te drinken op de veranda en nadat we snel de spullen op de enorme kamer hebben gelegd duurt het niet lang voordat we aan een wijntje en een biertje zitten! Ook het diner in het guesthouse is mogelijk. Met Oudtshoorn als de struisvogelhoofdstad van de wereld is de menu keuze natuurlijk beperkt maar we zeggen toch maar ja tegen een drie gangen diner met struisvogel filet als hoofdgerecht. We frissen ons wat op, en genieten nog even van onze enorme kamer met bijpassende enorme badkamer. Om kwart over zeven schuiven we samen met een aantal andere gasten aan ons diner. Geeske begint met een minestronesoep en Harro met een struisvogel leverpate, en daarna volgt de meest malse struisvogelbiefstuk die we ooit hebben geproefd. Het toetje met roomijs en aardbeien kost daarna serieus moeite! Natuurlijk wordt een en ander begeleid door een fijn glas wijn (tja, de wijnroute hebben we achter ons gelaten, maar we moeten nog wel even afkicken).
‘s Avonds lezen we nog wat en werken het verslag bij. Na de toch wat lange rit (uiteindelijk tegen de 500 kilometer) en de prima maaltijd vallen we al snel in slaap.

Vrijdag 18 november – Van Oudtshoorn naar Knysna

Vrijdag 18 november – Van Oudtshoorn naar Knysna

We hebben vandaag een redelijk korte tocht voor de boeg van zo’n 125 kilometer naar Knysna, midden op de garden route van Zuid Afrika. Na onze ervaringen van de vorige keer bekijken we het voor de zekerheid ook maar even op de kaart en dit keer lijkt het er op dat ze goed zitten met de reisbeschrijving.
We beginnen met weer een overheerlijk ontbijt, daar zijn ze hier wel redelijk goed in. Na het inladen van de spullen krijgen we door de hotelstaf nog wat tips over wat er in de omgeving van Oudtshoorn te doen is. We hebben besloten de ochtend te gebruiken om nog wat meer van het dorp en de omgeving te bekijken, aangezien we daar gisteren niet al te veel tijd voor hadden.

Onze eerste stop van vandaag zijn de Cango caves, 30 kilometer noordelijk van Oudtshoorn. De grotten behoren tot de grootste stalagmietgrotten in de wereld, en zijn volgens de verhalen zeker de moeite waard om te bezoeken.
Rond kwart over 9 staan we bij de ingang en mogen dan drie kwartier wachten tot de volgende rondleiding begint. Met het zelfstandig mensen de grot in laten wandelen zijn ze een jaar of 10 geleden gestopt toen bijna de hele grot wass leeggestolen door bezoekers. Het wachten in de koffietent met een goeie espresso is ook geen straf en de drie kwartier zijn dan ook zo voorbij. Met een man of 40 (en dat is erg rustig naar het schijnt) schuivelen we naar de ingang, waar de groep gesplitst wordt in een Duitstalige en een Engelse groep. We opteren voor de Engelstalige groep en worden door een dame door de verschillende zalen in de grot geleid. We moeten eerlijk toegeven: De grotten zijn echt prachtig! Hoewel er veel beschadigd is door 200 jaar toerisme zijn de rotsformaties en de enerme stalagmieten erg mooi. De verlichting is erg goed gedaan en geeft prima mogelijkheden om een paar mooie plaatjes te schieten van het geheel, hoewel het erg moeilijk is om de grootte van de grotten te vangen.

Na een uurtje worden we de grotten weer uitgestuurd en is het tijd voor het volgende programmaonderdeel: Verder naar het noorden ligt de Swartbergpas die naar het dorpje Prince Albert leidt. Hoewel het dorpje zelf niet veel voor schijnt stellen schijnt de pas zelf echt spectaculair te zijn. We besluiten tot de top van de pas te rijden en dan maar om te keren naar het zuiden. Het eerste deel van de rit is al erg mooi, tussen de struisvogelboerderijen door en langs prachtige bloeiende planten aan de wegkant. Dan is het in een keer over met de pret en wordt de weg onverhard en wat stoffig, de bochten wat korter en het geheel wat steiler. Vol goede moed sturen we onze Nissan Dunno naar boven en komen dan steeds meer 4×4’s tegen die ons tegemoet komen. We besluiten ons niet te laten afschrikken en met enig geschuifel van de auto langs toch wel vrij steile bergwanden bereiken we dan toch de top. En dat is zeker de moeite waard: een prachtig uitzicht 360 graden rondom is de beloning, waarbij je tientallen kilometers uitzicht hebt over het dal. Na een tijdje te hebben genoten van het uitzicht en nadat we een fors aantal foto’s hebben geschoten wordt het tijd voor de terugweg. We worden dan ook snel gerustgesteld: We zijn niet de enige idioten die met een tweewiel aangedreven auto omhoog ploeteren, de ene na de andere auto komt ons tegemoet.

Terug in Oudtshoorn besluiten we dat een bezoek aan de struisvogelfarm ons toch niet heel erg trekt (het klinkt eerlijk gezegd wat kinderachtig en heel erg commercieel). Wel is het tijd voor nog een fijn kopje koffie. We gaan op de veranda zitten van een mooie koffietent en krijgen daar de kaart… en de ijskaart… met spaghetti-ijs! De dag kan voor Harro niet meer stuk, en terwijl Geeske haar cappuccino wegtikt duikt Harro op zijn zeker niet bescheiden ijsje en werkt het ding in record tempo weg. De temperatuur begint inmiddels fors op te lopen (vandaag wordt hier zo’n 35 graden verwacht) en we besluiten maar richting Knysna te gaaan rijden. Ook deze route is weer eens de moeite waard met diverse passen en geweldige uitzichten onderweg. Rijden in Zuid-Afrika is zeker geen straf!
In George duiken we een grote shopping mall in om even te lunchen. Bij een koffietent bestellen we allebei een sandwich die bij nader inzien een tweepersoonsmaaltijd lijkt te zijn. Ze zijn echt enorm en daarbij ook nog behoorlijk machtig. Volgevreten hijsen we ons weer onze auto in voor de laatste 75 kilometer richting Knysna. Dit stuk voert langs de kust en onderweg zien we al veel van de prachtige bossen en begroeiing waar dit deel van Zuid Afrika zo bekend om staat.

Iets buiten de stad vinden we al snel onze, wederom zeer luxe, guest house waar we inchecken en ons opfrissen. Al snel besluiten we dat wat ons betreft het avondeten geskipt mag worden, maar dat we wel nog even een drankje in de stad willen doen. Voordat we daarheen gaan, krijgen we van de staf nog de tip eerst naar ‘The Heads’ te rijden, een prachtig uitzichtspunt boven het stadje met een mooi uitzicht over de baai en de lagune. Dit blijkt ook weer een prima tip, en met een bijna ondergaande zon levert dit prachtige plaatjes op.
Omdat we dan allebei wel toe zijn aan een drankje, vragen we bij de receptie om voor ons een taxi naar de stad te regelen. En hoewel we toch enigzins buiten de stad zitten staat er toch binnen enkele minuten een busje voor ons neus die ons keurig in het centrum dropt. Aangezien het vrijdagmiddag is verwachten we wel wat leven in de brouwerij, maar daar komen we toch wat bedrogen uit. Na dik een uur rondstruinen door de stad hebben we nog steeds geen barretje gevonden! Restaurants zijn er zat, maar dat hoefden we even niet. Uiteindelijk landen we in een restaurant annex bar, waar in ieder geval nog een paar mensen zitten en bestellen maar een drankje. Aangezien het ook niet lijkt alsof het nog veel levendiger gaat worden, besluiten we het er maar bij eentje te houden en vragen aan de barman om voor ons een taxi te bestellen. Nadat hij ons al een beetje bevreemd aankijkt en tot twee keer terug komt lopen, weet hij ons te melden dat dit een kwartier tot een half uur gaat duren… Dat is ons echt te mal, en we besluiten naar het Waterfront te lopen, waar allerlei restaurants zitten om daar een taxi te pakken. Maar helaas, ook daar is geen taxi te vinden, en uiteindelijk weet Geeske een van de parkeerhulpjes zover te krijgen om voor ons een taxi te bellen. Die staat er uiteindelijk binnen 5 minuten en brengt ons keurig en snel naar ons hotel, waar we besluiten in de ‘hotelbar’ (een kamer met een klein barretje en geheel self service) nog maar een drankje te pakken. Raar dorp, dat Knysna.

Zaterdag 19 november – Knysna

Zaterdag 19 november – Knysna

Na een prima nachtje ontbijten we vanochtend op de veranda van ons guest house. Ook deze keer weer een kleinschalig gebeuren, met een kamer of 10 en erg vriendelijk en betrokken personeel. Het ontbijt is uitgebreid zoals we het hier tegenwoordig gewend zijn, met veel verse ingredienten. Tijdens het onbijt komt een van de personeelsleden van het guest house ons vertellen wat we vandaag allemaal zouden kunnen doen. We hebben natuurlijk zelf ook de reisgidsen er al op nageslagen en zijn zelf uitgekomen bij ‘s ochtends wandelen en ‘s middags naar een olifanten opvang in de buurt van het stadje. Voor de wandelingen komt hij al snel met een paar suggesties en kaarten en voor de olifantenopvang met een kortingsbon. Over de service hebben we niet te klagen!

We pakken de auto en beginnen met een rit naar het oude goudmijngebied noordoostelijk van de stad. Hier zijn een aantal mooie wandelingen uitgezet dwars door de bossen en fauna waar dit gebied zo bekend om staat. Nadat we de entrance fee hebben betaald voor het national park komen we al snel weer op een onverharde weg terecht richting ons startpunt. Dit zijn we na onze rit van gisteren wel gewend, en de rit gaat ook prima (hoewel Geeske ergens wel begint te gillen, als Harro de Nissan Huh-Wattuh als rally voertuig gaat gebruiken (wat overigens best lekker gaat). De rit schiet in ieder geval wel lekker op…
Eenmaal aangekomen laden we een rugzakje in met camera en water en onder een toch redelijk knallend zonnetje beginnen we onze tocht. De 5,6 kilometer lange route leidt ons door het voormalige goudzoekersstadje wat hier van halverwege tot eind 19e eeuw heeft gelegen. Toen men er eenmaal achter kwam dat er toch echt te weinig goud in de bergen zat om het geheel rendabel te maken was iedereen vrij snel weer verdwenen en werd het gebied waar aan de natuur overgelaten. Nu herinneren alleen nog de oude straatnaambordjes en een aantal oude mijnschachten aan deze korte maar heftige geschiedenis. De tocht zelf is erg mooi, en met een paar fikse stijgingen in het begin ook nog best pittig. Het landschap is vooral laag begroeid, met een enorme diversiteit aan planten en met name ook bloemen. Overal waar je kijkt zie je wel een andere kleur bloem en weer een ander soort plant. Halverwege de tocht besluiten we nog even een eindje verder te lopen om bovenop een heuvel van het uitzicht te genieten… Althans, zo verklaren we het aan een Zuidafrikaans stel wat we tegen komen. We hebben namelijk een afslag gemist en zijn daarmee een kleine kilometer te ver doorgelopen en mogen ook weer omkeren (En voor de critici op dit gebied: Er hing geen bordje!!). Met een lullige 2 km extra komen we uiteindelijk na dik anderhalf uur lopen aan bij een klein koffietentje aan het begin van de route, waar we allebei wel toe zijn aan een frisje (het is ondertussen tegen de 30 graden).

Omdat het Zuidafrikaanse stel wat we tegenkwamen ons verteld heeft over nog een korte maar mooie route dwars door het bos, besluiten we er nog maar een wandeling bij te doen. Hoewel we hemelsbreed nog geen 5 km van onze vorige wandelplek af staan lijkt het wel alsof we totaal ergens anders zijn geland. We lopen een tocht van ongeveer 2km dwars door dichtbegroeide bossen langs en over (en voor sommige mensen: in) een klein beekje en eindigen dan bij een klein watervalletje. We houden een korte pauze en stekkeren dan dezelfde 2 km weer terug. Het stel heeft niet teveel beloofd, een erkelijk prachtige route die erg eenvoudig te bewandelen is.
Het is ondertussen tegen enen, en nu worden we toch wat hongerig: We besluiten te lunchen bij een Italiaans tentje aan de waterfront in Knysna en dat bevalt prima: In de schaduw en met een heerlijk briesje in ons nek genieten we van twee prima pasta’tjes. Al snel besluiten we dat we vanavond maar weer een korte picknick in het hotel gaan houden (zeker na onze fantastische ervaring in het stadje de nacht er voor).

Volgende stop: Olifantjes! Op zo’n 30 kilometer ten westen van de stad ligt de Knysna elephant camp, waar met name olifanten-weesjes worden opgevangen en een redelijk vrij bestaan kunnen leiden. Een van de highlights is hier dat je vlakbij deze kolossen kunt komen en ze kan voeren. Dat laten we ons geen twee keer zeggen en na het betalen van onze entree kopen we twee emmertjes fruit. Een trekker met aanhanger neemt ons na een korte introductievideo mee richting de olifanten die ergens op het terrein rondbanjeren. De olifanten hebben hier zelf alle vrijheid in, hun begeleiders lopen achter hen aan in plaats van dat ze ze ergens heen leiden. Uitzondering is dat ze ‘s avonds binnen in een aantal hekken slapen, omdat ze anders de neiging hebben bij de buren naar binnen toe te denderen. Veel overtuiging hiervoor hebben de beesten niet nodig, de hokken worden gewoon vol met eten gelegd.
Als we in de buurt van de olifanten komen, komen ze al snel op ons afgelopen. De beesten weten erg goed dat er met de toeristen ook altijd een paar emmers lekkernijen meekomen en even later staan ze keurig achter een uit treinrails aan elkaar gelast hekwerk te wachten. Niet dat ze er niet om heen kunnen lopen (er is niets wat ze tegenhoudt), maar ze weten dat ze alleen daar wat te eten krijgen. In totaal staan er 8 olifanten al op ons te wachten, 3 relatief kleine (tot een jaar of 4) en een aantal volwassen olifanten. Na een korte uitleg hoe we ze kunnen voeren kan het feest beginnen. Zoals ons al is verteld duwen de grote olifanten de kleintjes zonder pardon opzij om aan meer eten te komen, en het is dus best even mikken om er voor te zorgen dat ook de kleintjes wat krijgen. Een van de kleintjes is dat gezeur ook wel beu, en loopt doodleuk om en komt tussen ons in staan om ook wat eten te scoren. De begeleiders zijn dit duidelijk al gewend, maar doen er weinig aan… Het zijn hier duidelijk de olifanten die het voor het zeggen hebben, en dat voelt toch wel erg goed. De emmertjes zijn binnen de kortste keren leeg en de beesten vinden ons duidelijk minder interessant. Ze lopen rustig verder om te grazen en dit is het moment dat we rustig naar ze toe kunnen lopen en ze aan kunnen raken! We schieten ladingen plaatjes, met name van twee jonge mannetjes van 3 en 4 jaar die elkaar een beetje lopen te etteren. Daarnaast praten we uitgebreid met een van de begeleiders die veel uitlegt over de totaal verschillende aanpak die ze hier kiezen ten opzichte van soortgelijke kampen in Azie. Het is inderdaad wel duidelijk dat er een behoorlijk verschil in zit en dat deze beesten veel meer vrijheid hebben dan de meeste olifanten in Azie!

Nadat we afscheid hebben genomen van de ‘Ellies’ rijden we het stadje in en halen bij de supermarkt wat fruit en wat kaasjes. Terug in het hotel springen we snel onder de douche, lezen en schrijven we nog wat en vertrekken dan richting de veranda met een heerlijk gekoeld flesje witte wijn (jawel, wederom!). Het weer is heerlijk, de wijn en ons avondeten zijn prima en na weer een fantastische dag vertrekken we rond 9 uur richting onze kamer voor meer verslagen en een tukje. Morgen een lange rit richting ons eerste wildpark in Addo!

Zondag 20 november – Naar Addo

Zondag 20 november – Naar Addo

Vandaag wederom een reisdag met zo’n 350 kilometer voor de boeg. Strak om 8 uur zitten we weer klaar voor het ontbijt wat we na een weekje oefenen in ongeveer 15 minuten wegwerken. We pakken de tassen in, rekenen onze drankjes van de avonden ervoor af bij de receptie en zijn op weg.
De route over de N2 langs de kust leidt ons via de bekende garden route naar Port Elizabeth (PE voor intimi) en daarna nog zo’n 50 kilometer naar Addo met het Addo Elephant park. We besluiten tot een wat meer toeristische route en duiken al snel de N2 af. Na wat mooie binnendoorwegen zijn we al snel in Tsisikamma National Park. Dit park bestaat uit een een lang stuk kuststrook met een prachtige natuur en indrukwekkende ravijnen waar kleine riviertjes uit de binnenlanden doorheen stromen richting de zee. Bij de mooiste, de Stormriver Gorge, besluiten we te stoppen om een korte wandeling en een kopje koffie te doen. Na het betalen van de entreegelden voor het park komen we na een kleine rit aan bij de monding van de Stormriver. Het is er al behoorlijk druk met toerbussen en andere toeristen, maar daar laten we ons niet door afschrikken. Net zoals de meeste mensen besluiten we een korte wandeltocht te houden naar enkele hangbruggen die een kilometer verderop over de kloof zijn gespannen. De tocht is niet zo lang en de paden zijn keurig aangelegd met looppaden van plastic ‘planken’. Wel heeft het pad nogal wat hoogteverschil en het aantal treden in het pad is dan ook behoorlijk, we zien dan ook aardig wat bezwete koppen om ons heen. Met een half uurtje wandelen langs de meest mooie bloemen en planten staan we dan midden op de hangbrug om te kijken hoe deze diepzwarte rivier de oceaan instroomt. Op de terugweg worden we nog verrast door een groot aantal rock-dassies die her en der tussen de rotsen zitten en zich van de toeristen werkelijk niets aantrekken.

Na dik een uur wandelen zijn we weer terug op onze parkeerplek waar we besluiten dat we wel weer recht op een bakkie koffie hebben. Hierna gaan we snel weer op weg richting Addo. De rest van de tocht over de kaarsrechte N2 is weinig enerverend. We lunchen in Jeffry’s Bay, waar op deze zondagmiddag ook geen bal te beleven is en rijden door Port Elizabeth heen. Hier wordt dan wel de andere kant van Zuid-Afrika weer eens goed zichtbaar: PE is een grauwe industriestad en als we de afslag richting Addo hebben rijden we langs enorme townships die er toch wel erg armoedig uitzien.
Tegen 5 uur komen we uiteindelijk aan bij de Chrispin African Lodges, ons guest house voor de komende twee nachten. Op het terrein staan een aantal op klassieke wijze gebouwde hutten waar we verblijven. We worden opgewacht door de eigenaresse die ons een uitgebreide rondleiding geeft en ons verteldt over alle mogelijkheden qua activiteiten die ze kunnen regelen. We besluiten gelijk maar dat we vanavond in het guest house eten en gaan daarna naar onze hut om eens te bedenken wat we de volgende dag willen gaan doen. De keuze is snel gemaakt en terwijl we gelijk onze was inleveren regelen we een hele dag game drive door het National Elephant Park. We relaxen wat in de bar annex restaurant met een biertje en een wijntje, frissen ons even op en eten dan een heerlijke maaltijd van broccolisoep, kip met groente en ijs met aardbeien toe. Als we klaar zijn is het even na negenen en vertrekken we naar onze hut waar we na even lezen al snel in slaap vallen.

Maandag 21 november – Addo Elephant Park

Maandag 21 november – Addo Elephant Park

Vandaag is het zover: we gaan op safari! Voor Geeske wordt dit haar eerste safari en als we de verhalen over het park mogen geloven wordt het meer dan de moeite waard. Enige puntje is dat het vandaag nogal bewolkt is, maar ook dat zal de pret niet drukken. We ontbijten weer uitgebreid met vers fruit, een gebakken eitje met bacon en overheerlijke verse jus die ze persen van de sinaasappelen die in de bomen op het terrein groeien. Nadat we onze spullen hebben gepakt, camera’s en verrekijkers, lopen we naar de parkeerplaats van het guest house waar we worden opgepikt. We staan er koud twee minuten en onze gids, Moses, komt er al aan gereden in zijn 4 wiel aangedreven Volkswagen busje. Dan blijkt al snel dat we vandaag een prive safari hebben! Er zijn voor de rest geen gasten, dus hij staat ons de hele dag ter beschikking.
Op de rit naar het park blijkt dat onze gids, die overigens uit Zimbabwe komt, werkelijk een schat aan informatie is. Hij praat honderduit over de beesten, verhalen uit zijn jeugd, de omgeving, planten en alles wat je maar kunt verzinnen. Binnen een half uurtje staan we bij de ingang van het park en kan de pret beginnen.

Addo Elephant Park is opgericht in 1930 en sindsdien regelmatig uitgebreid door boerderijen in de omgeving op te kopen en toe te voegen aan het reservaat. Hoewel het park nog niet een twintigste van de oppervlakte van Kruger beslaat, is het met 138.000 hectare toch ook niet bepaald klein te noemen. Bij het oprichten van het park was het aantal olifanten gedaald tot 11, maar met nu meer dan 500 olifanten begint het weer een goede gezonde populatie te worden. Zoals de naam van het park ook al aangeeft is het in het park met name te doen om de olifanten, maar de big 5 is in het park wel degelijk te vinden. Sterker nog: ze reppen zelfs van de big 7! Tot het reservaat behoort ook een groot deel kuststrook en een deel van de oceaan, waarin naast de zuidkaper (walvis, nummer 6 op de lijst) ook de witte haai (en da’s nummer 7) voorkomt. We zijn benieuwd…
De eerste stop is als we ongeveer 5 meter het park in zijn: Aan de kant van de weg is namelijk een plek waar honderden vogels zitten, van knalgele weaverbirds tot mooie ‘red bishops’. Het is er vreselijk druk met vogels, maar qua mensen is het heerlijk rustig. We schieten wat plaatjes en dan gaan we het echte park in. Moses verteld ons dat hij gemiddeld 3 uit 5 van de big 5 scoort tijdens zijn trips, en dat met name de luipaarden en de neushoorns erg moeilijk te spotten zijn, met name ook omdat het aantal neushoorns erg beperkt is. Hoeveel er in het park zijn is onbekend, er worden uit angst voor stropers geen cijfers over gegeven. Naar schatting van onze gids zijn ze ongeveer op een hand te tellen.
We beginnen vanochtend aan de noordkant van het park en vanmiddag is na de lunch de zuidkant aan de beurt. En binnen een half uurtje is het raak: Onze gids spot een paaar olifanten op een heuvel en vanaf dat moment lijkt het wel alsof er een paar blikken zijn opengetrokken. We komen verschillend kuddes met kleintjes tegen, waarbij een kudde van meer dan 20 olifanten op nog geen meter van onze auto af over de weg loopt. Bij een drinking hole staan we een tijdje stil om te genieten van een kudde van ongeveer 15 olifanten die rustig aan het drinken zijn en even later komen we een licht aggressief mannetje tegen die toch een serieuze poging doet het tegen een voor ons rijdende jeep op te nemen. Ondertussen heeft Moses de tas met snacks en de koelbox met drank open getrokken en vermaken wij ons prima. Het is echt fantastisch om zoveel van deze enorme beesten in de vrije natuur te zien. Even later spot Harro een buffel die op nog geen drie meter van de weg in de struiken staat. Dan volgt een rit waar we van alles en nog wat zien, meer olifanten, hartebeesten, kudu’s, wrattenzwijnen, zebra’s. Je kan het zo gek niet verzinnen of we struikelen er wel overheen.

De eerste drie uur zijn zo voorbij en we rijden het park uit om ergens buiten het park een lunch te pakken. Bij een restaurantje eten we een tosti en een hamburger en dan gaan we snel weer verder. Nu rijden we snel door het noordelijk gedeelte van het park heen en krijgen we op een omheinde picknickplek een college van onze gids: Hij vertelt van alles over de verschillende planten die er groeien, wat je er mee kan en laat ons er ook een aantal proeven. Erg leerzaam en ook een leuke afwisseling. Daarbij weet hij het goed te vertellen met verhalen uit zijn jeugd, over hoe hij termieten vangt om ze dan te bakken, rupsen uit de bomen lokt voor een lekker snack en meer van dat soort verhalen. We vermaken ons kostelijk.
Daarna is het weer rondrijden op zoek naar wild. Ook in het zuidelijke gedeelte stikt het van de beesten, en binnen niet al te veel tijd komen we een mannetjesolifant tegen met slagtanden van wel meer dan 2,5 meter! Dit is een van de mannetjes die een aantal jaren geleden uit het Kruger park is geimporteerd, om meer genetische diversiteit te krijgen binnen de olifanten populatie van het park. Het mannetje is werkelijk enorm, en de slagtanden zo groot dat hij zijn kop overeind moet houden tijdens het lopen, omdat zijn slagtanden anders groeven in de grond trekken!
We zien struisvogels, meer zebra’s, elanden en allerlei andere beesten als dan plotseling de hoofdprijs op een grasveldje loopt te grazen: een zwarte neushoorn. Op een meter of 30 afstand van de weg trekt het beest zich weinig aan van de omgeving en de paar auto’s die op de weg stilstaan. Een prachtig gezicht en later horen we dat minder dan 1% van de bezoekers van het park deze beesten zien!

Het is ondertussen 6 uur en dan vertrekken we meer dan tevreden terug naar ons guest house. Wat een fantastische trip en wat een luxe om met zo’n gids een prive safari te hebben. Hij dropt ons keurig zoals beloofd om half zeven bij het guest house en vertrekt met een dikke tip.
We kunnen ook ongeveer gelijk aanschuiven voor het avondeten, braai, en na ons kort opgefrist te hebben zitten we al snel met een biertje en een wijntje aan weer een heerlijke maaltijd. Wat een super dag!

Dinsdag 22 november – Van Addo naar Durban/Umhlanga rocks

Dinsdag 22 november – Van Addo naar Durban/Umhlanga rocks

Omdat onze volgende stop nogal een eindje weg is, hebben we een binnenlandse vlucht van Port Elizabeth naar Durban. Onze vlucht gaat om kwart over elf, maar omdat we eerst nog een eind moeten rijden, de auto nog moeten inleveren en volgens onze papieren anderhalf uur voor vertrek moeten inchecken staan we redelijk vroeg op. De eigenaresse heeft al rekening met ons gehouden zodat we ‘s ochtends vroeg kunnen ontbijten. Om half acht zitten we weer aan overheerlijk vers fruit en Harro aan scrambled eggs met spek. Nadat we onze rekening hebben betaald stappen we de auto in en iets voor achten rijden we keurig volgens planning de poort uit.
De rit naar het vliegveld van PE verloopt zonder verdere vertragingen zodat we tegen 9 uur bij het inleverpunt van de auto staan. Daar komen een Budget dame met een barcode scanner aangelopen, piepen een keer op de barcode van de voorruit, neemt de sleutels in ontvangst en dat is het. (Mochten andere autoverhuurders dit ooit lezen: Hint, zo kan het dus ook!). Kortom, het is 5 over 9 en met een lichte vertraging van een half uurtje voor onze vlucht, vertrek dus pas om 11.45, hebben we dik twee en een half uur om door te brengen op een luchthaven ongeveer ter grootte van Rotterdam airport… Gelukkig kunnen we wel al inchecken en onze bagage lozen en zien we al snel een koffietentje. Met een bak thee en een bak koffie lezen we wat en typt Harro nog snel even een verslag van de dag ervoor. Ruim op tijd lopen we door de controle, en na nog een half uurtje wachten kunnen we boarden. Met ons samen stapt er ook een buslading vol Franse toeristen van het ergste soort naar binnen (bejaard, allemaal hetzelfde tasje, allemaal de weg kwijt, allemaal geen woord Engels sprekend). Het instappen bij het vliegtuig duurt dan ook wat langer, want zonder een foto op de trap van het vliegtuig is je reis natuurlijk niet compleet… Uiteindelijk vertrekken we keurig op tijd voor een anderhalf urende vlucht naar Durban.

In Durban hebben we binnen de kortste keren onze bagage terug (de roze tas van Geeske ligt vrij prominent als eerste op de band!) en gaan we op zoek naar de autoverhuurder. Daar aangekomen blijkt er toch iets niet helemaal goed te gaan. De voucher die we hebben is voor een gereserveerde auto in PE… Tja, we hebben een vrij standaard reis geboekt met alleen de ‘kleine’ wijziging of we die andersom kunnen doen (van Kaapstad naar Jo’burg i.p.v. Jo’Burg naar Kaapstad) en daar betalen we nu even de prijs voor. Op zich is alles prima geregeld, alleen zijn ze vergeten het ophaalpunt voor de auto te wijzigen. Gelukkig weet de vriendelijke dame achter de balie daar snel een mouw aan te passen. Ze belt zelf onze reisorganisatie, regelt binnen twee minuten dat er alsnog een ander voucher voor ze wordt opgestuurd en daarmee is alles geregeld. Tien minuten later staan we voor onze Chevrolet Cruze, onze auto voor de komende anderhalve week. Petje af voor Budget, die het wat ons betreft perfect regelt!
In toch wel een iets luxere auto dan de vorige gaan we op stap naar ons volgende adresje, gelegen in een van de voorsteden van Durban: Umhlanga Rocks, zo’n 25 kilometer van de luchthaven. Met een half uurtje staan we dan ook in ons keurige 4 sterren guest house waar de eigenaresse ons een kaartje van het stadje geeft en ons precies uitlegt waar we wat kunnen vinden. Daarnaast raadt ze ons een lekker steak restaurant aan voor het avondeten, waar ze ook alvast reserveert.

Uiteindelijk besluiten we te gaan lunchen in de grootste shopping mall van het zuidelijk halfrond, dat op nog geen 10 minuten rijden van ons hotel afligt. De andere optie is Durban zelf bezoeken (wat ons niet heel erg trekt) of naar het strand (wat gezien het toch niet echt lekkere weer ook niet echt een optie is). De shopping mall is zoals te verwachten enorm: honderden winkels over twee verdiepingen met een onder andere een eigen klimwand, bioscopen en een theater. We struinen wat rond in de mall, en landen uiteindelijk bij een koffietentje waar we ons tegoed doen aan een kop koffie en een appeltaartje. Daarmee is ook gelijk de lunch komen te vervallen, want het ding vult behoorlijk. Nadat we nog wat rond zijn gestruind pakken we de auto terug naar ons guest house, om nog een uurtje te relaxen voordat we richting het centrum van het stadje vertrekken om te gaan eten.
Het plan is om lopend via het strand naar het centrum te lopen, een wandeling van een kilometer of 4 over een mooi zandstrand. Helaas gooit het weer nu echt roet in het eten: het begint te regenen. Volgens de eigenaresse is het al een paar dagen erg slecht, en is het iets wat ze nog nooit heeft meegemaakt: zoveel regen in november is echt een uitzondering! Uiteindelijk pakken we de auto en na een drankje bij een leuk tentje in het centrum schuiven we rond half zeven aan in ons restaurant. De steaks zijn zoals beloofd goed, en de rib-eye van Geeske gigantisch (de ietswat verbaasde blik van de serveerster bij het bestellen is achteraf best te verklaren). Als we helemaal volgevreten zijn houden we het voor gezien: We gaan nog en drankje pakken in de Honesty bar van het guest house. Dat blijkt in de praktijk lastiger dan verwacht: Het hek om de bar binnen te komen zit namelijk potdicht! We besluiten het er dan maar bij te laten en lezen in bed nog wat en gaan op tijd slapen.

Woensdag 23 november – Naar St Lucia

Woensdag 23 november – Naar St Lucia

Na ons ontbijt, zoals gewoonlijk weer meer dan goed, gooien we onze spullen in onze coole Chevy en nemen afscheid van de eigenaresse. We hebben vandaag een rit van zo’n 225 kilometer voor de boeg naar St Lucia, waar we drie nachten zullen verblijven. De rit zelf is vrij saai: Hoewel de omgeving best mooi is (we raken verwend) is er onderweg weinig de moeite waard om te stoppen, en met alleen een korte stop bij een benzinestation voor een bakkie staan we iets voor twaalven bij ons guest house in St Lucia. Het weer houdt niet over: het is bewolkt en af en toe hebben we zelfs een spatje regen.Hoewel we eigenlijk veel te vroeg zijn worden we hartelijk welkom geheten, en terwijl onze kamer klaargemaakt wordt, praat Mildred, de manager, ons bij over deze prachtige omgeving.

St Lucia ligt midden in de St Lucia Wetlands, een natuurreservaat rond een van de grootste zoetwatermeren ter wereld. Er komt hier werkelijk van alles aan beesten voor, van olifanten en nijlpaarden tot luipaarden. En als we zeggen dat St Lucia in het reservaat ligt, dan bedoelen we ook midden in! Het reservaat start in de achtertuin van ons guest house, waar volgens Mildred regelmatig nijlpaarden ‘s avonds komen grazen. Om het zwembad staat dan ook een stevig hek om deze beesten er uit te houden. Voor de rest lopen de nijlpaarden hier gewoon door de straten, grazen ze regelmatig de gazonnetjes leeg, hangen de luipaarden bij mensen in de bomen, en rennen de apen aan alle kanten door de stad. Mildred is behoorlijk enthousiast en ze vertelt een half uur lang over alle dingen die we kunnen en moeten doen en over de zaken die ze regelmatig tegenkomt. We zijn benieuwd! Eerste stop is lunch: Op aanraden van Mildred is het restaurant van de bootclub een prima spot om te lunchen: Prima eten en goed uitzicht over het water waar regelmatig een kudde nijlpaarden te zien moet zijn. We zijn koud de uitrit van het guest house uit of het begint al: langs de kant an de weg staan twee stokstaard-achtige beestjes, die zich geen donder aantrekken van onze auto. We rijden door het dorpje en houden onze ogen goed open voor luipaarden die hier regelmatig langs de kant van de weg in de bomen worden gespot. Helaas hebben we hiermee geen mazzel, maar aangekomen bij onze lunchspot blijkt dat onze hostess weer gelijk had: Er zit een kudde nijlpaarden op ongeveer 50 meter van het terras van het restaurant. En terwijl wij aan een pizza’tje en verse garnalen zitten, horen we op de achtergrond het geknor en geloei van deze beesten. Het eten smaakt prima, en al snel besluiten we dat we vanavond maar weer eens ons beproefde concept van wijn, kaasjes en crackers gaan herhalen.

We rijden terug naar het dorp, waar we onderweg nog een duiker (kleine antilopesoort) langs de kant van de weg zien zitten, en drinken bij een gezellig koffietentje een espresso. Daarna is het tijd voor ons uitstapje naar het krokodillenkamp. In dit opvangcentrum worden krokodillen bestudeerd, opgevangen en gefokt en hebben ze een behoorlijk verzameling van zowel inheemse als andersoortige exemplaren. Gelijk bij binnenkomst zien we de eerste beesten al zitten: enorme mannetjes van een meter of 5 met hun harem van 6-8 vrouwtjes (die ‘maar’ een meter of 4 zijn). Zoals gebruikelijk is er weinig leven in de brouwerij en vinden deze beesten het allemaal wel prima. Komende zaterdag worden ze weer gevoerd, en tot die tijd doen ze lekker rustig aan. We dwalen rustig langs de verblijven en vooral de bassins met de jonge krokodillen doen het goed: hier gebeurt her en der nog wat, kruipen de beesten over elkaar heen en wordt het zowaar nog enigermate enthousiast als er een aantal vissen over het muurtje worden gegooid. Ook is het erg leuk de verschillende soorten krokodillen en alligatoren eens naast elkaar te zien, en dan valt met name de grootte van de hier veel voorkomende nijlkrokodil maar weer eens op.
Na een uurtje zijn we uitgekeken en rijden op de terugweg even langs de supermarkt om ons avondeten op te pikken. Rond 4 uur zijn we terug in ons guest house en zitten op ons balkon met uitzicht op de wildernis. Helaas begint het dan al snel echt te plenzen, maar gelukkig kunnen we verkassen naar de veranda, waarvandaan we goed uitzicht hebben op de achtertuin. En even later is het al raak. Een duiker komt voorzichtig door de achtertuin gelopen. We blijven lekker zitten in onze luie stoelen met een boekje, een laptop en een glas wijn en genieten van de show.

Donderdag 24 november – Hluluwe National Park

Donderdag 24 november – Hluluwe National Park

De dag begint vandaag erg vroeg: Om 3 uur staan we op want om 4 uur worden we opgepikt voor een volle dag game drive in het Hluhwule National Park. Het park ligt op ongeveer een uurtje rijden van St Lucia en is het oudste National Park van Zuid Afrika. Met 1000 vierkante kilometer ook niet bepaald klein te noemen, maar dan nog 20 keer kleiner dan het Kruger Park. Toch staat het park bekend om zijn enorme veelvoud aan beesten: vrijwel alles wat er in Kruger rondstruint is ook terug te vinden in dit Park.
Als we enigzins groggy wakker worden merken we al snel dat het weer vandaag niet echt meespeelt: Het regent behoorlijk en het heeft ook de hele nacht geregend. We laten ons er niet door ontmoedigen en om 4 uur staan we in warme truien en regenjassen buiten te wachten. Keurig om 4 uur komt er een jeep aangereden en ontmoeten we Paul, onze gids van vandaag. De beste man is erg vriendelijk, weet ons te melden dat er in het park nog twee andere mensen opstappen en dat dat het is. We beginnen met een rit van een uur naar het park, een paar uurtjes game drive, ontbijt, meer game drive lunch en we zijn als alles goed gaat rond 14:30 weer terug bij het guest house. We zitten op eenvoudige maar prima bankjes in een opbouw op de jeep, en Paul vertelt ons dat de canvas zijkanten weg gaan zodra we in het park zijn en het weer een beetje te doen is. Ook heeft hij dikke dekens voor ons neergelegd, het kan nogal fris worden achterin. De rit naar het park verloopt prima, en als we aangekomen zijn is het ondertussen ook licht geworden en nog belangrijker: droog! Bij het park pikken we ook onze mede reizigers op, een Brits stel van rond de 35 waarmee we prima door een deur kunnen.

Zodra we door het park beginnen te rijden zien we overal wild en vogels. Paul is zelf erg enthousiast en stapt regelmatig uit om naast de auto ons allerlei dingen te vertellen over de beesten die we zien. We vermaken ons prima, het weer is goed genoeg en het gezelschap meer dan goed. Na een uurtje of twee met veel antilope soorten, buffels, zebra’s, giraffes en ander beestenspul is het ontbijttijd. Paul stopt bij een meertje waar waanzinnig veel weaverbirds druk bezig zijn met hun nesten. Daar tovert hij koffie, thee, broodjes en van alles en nog wat tevoorschijn en terwijl we naast de auto staan laten we het ons prima smaken. Dan zijn in een keer de weaverbirds erg stil en even later zien we een hyena richting de nesten lopen. Deze hangen ook laag genoeg voor hem om er een paar naar beneden te trekken en dat levert prachtige plaatjes op. Omdat het schijnbaar qua eten niet veel oplevert besluit het beest dan toch maar onze kant op te komen. Langzaam cirkelt het beest richting de auto, totdat hij op nog geen 10 meter van ons afstaat. Paul ziet het allemaal gelaten aan, en we schieten de meest mooie foto’s. Uiteindelijk besluit het beest dat 5 mensen toch wat teveel van het goede is en gaat hij er vandoor. Wij ruimen op en duiken de auto weer in, waarbij Paul ons vertelt dat als het beest nog een stap in onze richting had genomen hij ons de auto in zou hebben gejaagd. Up close and personal, zoals hij noemt.
In het park is het door het slechte weer heerlijk rustig, we komen uren geen andere auto tegen. Wel zien we als we door een droogstaande rivier rijden even verderop een witte neushoorn lopen en even later komt er ook een jong tevoorschijn. Paul zet de motor uit, vertelt ons van alles over deze prachtige beesten en alsof we er niet staan komen ze steeds dichter bij. Uiteindelijk lopen ze op nog geen 3 meter voor de auto aan ons voorbij!
Even later is het weer raak: een van onze medereizigers spot twee leeuwinnen langs de kant van de weg. Paul neemt hier geen genoegen mee, sputtert iets over een mannetje wat er in de buurt moet zijn, rijdt 20 meter door en we staan vlakbij een prachtige mannetjesleeuw die 15 meter van de weg af in de struiken ligt. Het is werkelijk een prachtig gezicht en uiteindelijk blijven we dik 15 minuten naar de beesten kijken.
De tijd vliegt en het is eigenlijk tijd om terug te rijden, maar Paul heeft er weinig zin in. Hij stelt voor een extra rondje te doen van anderhalf uur om te kijken of hij wat olifanten kan vinden. Daar sputtert niemand op tegen, en we gaan vrolijk verder het park in. Hij belooft ons ook niet teveel want een half uur later zijn we omringd door een groep van 26 olifanten.

Rond 2 uur zijn we terug in de buurt van de hoofdingang, waar het tijd is voor de lunch: Braai natuurlijk! Binnen een paar minuten heeft Paul een bbq aangestoken, wordt er voor de dames witte wijn ingeschonken en voor de heren een biertje. Dan komen er salades op tafel, en worden er worst en steaks op het vuur gegooid. Zelfs voor de vegetarische dame in ons gezelschap is gezorgd en er verschijnt een keurige bak pasta die op de grill wordt opgewarmd. De lunch is heerlijk, het bier en de wijn ook en we kijken terug op een superdag met een dijk van een gids.
Alsof het afgesproken is begin het te plenzen zodra we het park weer uitrijden, en met de anderhalf uur vertraging staan we tegen 4 uur weer in ons guest house. Met een korte nacht, en een paar wijntjes en biertjes achter ons kiezen besluiten we dat het eerst maar tijd is voor een uurtje slaap. Tegen zessen rijdt Harro even naar de supermarkt om ons beproefde concept van kaasjes en crackers te halen en landen we op de veranda van ons hotel met een fles rode wijn en een camambert en een puntje brie. Erg laat wordt het niet.

Vrijdag 25 november – St Lucia

Vrijdag 25 november – St Lucia

We beginnen vanochtend met een heerlijk ontbijt op het ietwat vriendelijkere tijdstip van kwart over 8. Het weer is helaas onveranderd van de avond er voor, het is bewolkt en er valt regelmatig een bui. We besluiten er vandaag maar zelf op uit te gaan en willen beginnen met een self-drive door het St Lucia Wetlands park naar Cape Vidal, het noordelijkste puntje wat met de auto te bereiken is, zo’n 35 kilometer in het park.
In onze coole bolide rijden we door het park waar we al snel een kudde nijlpaarden in het water zien liggen en daarna is het telkens weer raak met kudu’s, bushbucks, zebra’s, wrattenzwijnen en buffels. We merken al snel dat je ook met self drive een boel kunt zien, maar missen wel het commentaar en de uitleg van een gids. Zeker omdat we bij sommige beesten toch echt niet een goed idee hebben wat het is.
De tocht zelf is prachtig en de meeste tijd zowaar droog, zodat we ook her en der wat zandpaden kunnen pakken om meer te kunnen zien. Na anderhalf uur rondrijden eindigen we in Cape Vidal. De harde wind en de bewolking doen ons besluiten om maar niet te gaan snorkelen en zwemmen, hoewel we wel een paar die-hards in de golven van de Indische oceaan zien liggen. Voor de rest is er in Cape Vidal niet veel te beleven en ook het kopje koffie waar we op gehoopt hadden gaat niet door. Als het dan ook nog begint te plenzen, zijn we het zat. We stappen in de auto en rijden in een uurtje terug naar St Lucia waar we heerlijk koffie drinken en lunchen bij een leuk koffietentje. Daar besluiten we ook dat we eerst maar even terug gaan naar het guest house voor een rustig middagje en dat we om 4 uur met een boot meegaan de wetlands in voor een game-boat-drive.

Het weer is ondertussen weer een stuk beter en uiteindelijk zitten we op ons eigen balkon een potje te kaarten wat Geeske door enorm vals te spelen nipt wint. Iets voor vieren vertrekken we richting de steiger waar we de boot pakken. We zitten op het dak met nog zo’n 10 andere toeristen en worden af en toe door de luidspreker gewezen op de krokodillen en de hippo’s die in en langs het water liggen. Af en toe komen er ook wat zonnestralen tussen de wolken door en die zorgen voor prachtig licht en een mooie regenboog. Met name de visarenden die aan de kant mooi in de zon zitten zien er prachtig uit. Met een prachtige show door wat nijlpaarden cruisen we twee uur lang rond en leggen tegen zessen weer aan bij de steiger.

We dumpen de auto bij het guest house en besluiten een drankje te gaan doen in het stadje en aangezien we daarna gelijk een hapje willen gaan eten is een auto wat minder handig. Met 10 minuten lopen staan we in het centrum en pakken een terrasje aan de hoofdstraat. Terwijl Geeske haar wijntje drinkt en Harro aan zijn tweede gin-tonic (zuiver medicinaal natuurlijk) denken we even dat we nu al teveel gedronken hebben: Op nog geen 10 meter van ons af loopt er een nijlpaard over de parkeerplaatsen naast het restaurant! Er komt een auto de hoek om die toch even op zijn remmen moet en dan zien we pas hoe enorm groot het gevaarte is. Het beest lijkt zich niet aan de auto te storen en loopt er via een andere parkeerplaats omheen en loopt de hoofdstraat in om even later via een zijstraat te verdwijnen. Terwijl we in de verte nog flitsen zien van alle foto apparaten staan onze monden nog open van verbazing.
Na onze drankjes lopen we toch enigzins voorzichtig richting een Portugees restaurant even verderop: We hebben niet zo’n zin om het gevaarte zo midden op straat tegen te komen. Het eten bij het restaurant is prima en na nog een wijntje en een paar biertjes besluiten we om terug te lopen naar ons guest house. Enige uitdaging: De zijstraat waar we in moeten is ook precies de zijstraat waar een paar uur eerder de hippo in is gewandeld! Met heldenmoed en doodsverachting en terwijl Harro iets murmelt over acceptabele verliezen en iets met Darwin en mensen die harder kunnen lopen dan anderen, lopen we zonder enig probleem naar ons guest house waar we op ons balkon nog wat drinken en dan rustig in slaap vallen.

Zaterdag 26 november – Van St Lucia naar Swaziland, Mliliwane

Zaterdag 26 november – Van St Lucia naar Swaziland, Mliliwane

Vandaag gaan we naar het buitenland! We slapen de komende twee nachten in een reservaat in Swaziland: Mliliwane. We staan op tijd op, want we hebben een vrij lange rit voor de boeg en een grensovergang waarbij we volgens de verhalen nog wel eens een tijdje zouden kunnen staan.
We vertellen ‘s ochtends aan Mildred wat we die avond ervoor hebben meegemaakt en ze is erg enthousiast. Nu geloven we tenminste wat ze vertelde bij aankomst, namelijk dat de nijlpaarden hier werkelijk door de straten en tuinen struinen. We moeten toegeven, toen ze het verhaal twee dagen geleden vertelde waren we ook wat sceptisch…
Het ontbijt is onveranderd goed, met veel koffie, overheerlijk vers fruit en yoghurt en gebakken eieren met spek. Nadat we onze spullen hebben ingeladen en hartelijk afscheid hebben genomen van Mildred gaan we op weg voor een rit van 350 kilometer. De eerste 170 kilometer naar de grens verlopen zonder enige problemen en we kunnen goed doorrijden. Vergeleken met de ritten die we tot nu toe hebben gehad, is alleen het uitzicht ronduit saai te noemen en zien we geen plekken waar we even willen stoppen. Koffietentjes zijn al helemaal ver te zoeken, dus rijden we maar gewoon door.

Bij de grensovergang is het erg rustig. We beginnen aan de Zuid-Afrikaanse kant waar we in een keurig kantoorgebouw eerst een papiertje voor de auto ophalen en daarna onze paspoorten laten stempelen. Duur ongeveer 5 minuten en dan zijn we bij fase twee: De grenscontrole bij Swaziland. Dit lijkt wat meer op een gemiddelde grensovergang zoals we die gewend zijn in Afrika. Het is binnen vrij druk, het is totaal onduidelijk wie er werkt en wie er wat gedaan wil krijgen, en niemand weet voor welke balie hij moet gaan staan, oftewel: complete chaos. We hebben gelukkig alle tijd en kijken het eerst maar een paar minuten aan om dan een rij te selecteren die er veelbelovend uitziet. Dat blijkt voor ons dan ook de juiste rij te zijn, en terwijl er links en rechts van ons wat geduwd en gedrongen wordt zijn we vrij snel aan de beurt. Harro glipt er als eerste tussen, want er blijkt ook nog wat voor de auto te moeten worden geregeld. En terwijl Geeske’s paspoort wordt behandeld, de dame achter de balie wat heren die aan het dringen zijn uitkaffert en de man naast haar wat smeergeld accepteert, tikt Harro 50 rand af voor een vodje wat wegenbelasting schijnt te zijn. We vinden het allemaal prachtig en staaan uiteindelijk met 20 minuten weer buiten, met stempels, papiertjes en ‘maar’ 50 rand armer. We wensen de mensen in het hoogseizoen veel succes.

Ook de volgende helft van de rit is weinig enerverend. Het landschap is vrij monotoon en we zien niet echt uitnodigende plekken om een bakkie te gaan doen. We besluiten het stuk dus maar in een keer door te rijden en zonder verdere bijzonderheden staan we rond twee uur bij de ingang van het Mliliwane reservaat. Zodra we het reservaat inrijden staan we gelijk tussen de kudu’s, zebra’s en wildebeesten, terwijl er overal de meest uiteenlopende antilopesoorten doorheen rennen. Dit is ook waar het park bekend om staat: Geen big 5 en geen gevaarlijke beesten, waardoor het mogelijk is om in een camp zonder hekken te verblijven en ook in het park kan worden gelopen en gefietst. Met de auto rijden we een kwartiertje naar het camp waar we bij de receptie de sleutel krijgen van ons ‘bijenkorfhuisje’, een klassieke ronde hut gemaakt van van riet, maar wel met modern sanitair. Het huisje is keurig en erg ruim en daarbij verrassend koel. Dat is ook wel nodig, want de temperatuur is ondertussen opgelopen tot zo’n 32 graden en dat terwijl het bewolkt is.

We lopen even wat rond over het camp, waar we aan alle kanten de wrattenzwijntjes en nyala’s door het park zien lopen. Het is er wel wat druk en met nogal wat herrie, want in het weekend lijkt dit ook een populaire plek voor wat schoolklassen. We landen in het restaurant om een drankje te doen en om gelijk te reserveren voor het avondeten. We mogen gelijk een tafel uitzoeken voor de avond en zitten aan de hippo pool aan de rand van het restaurant. In een boom iets verderop is het een kabaal van jewelste; er zitten letterlijk tientallen vogels op hun nesten. Het verrassende is dat er werkelijk van alles zit: weaverbirds, diverse watervogels, eenden en her en der een reiger. En er vlak voor een enorme krokodil die rustig ligt te wachten tot er weer een vogel iets te dichtbij komt. We drinken rustig wat en besluiten dan de rest van vandaag rustig aan te doen, we hebben morgen nog de hele dag om het park en de omgeving te verkennen en bovendien moet er nog wat rechtgezet worden qua kaarten.
Buiten voor ons huisje staan wat bankjes en tafels en daar kaarten en lezen we wat, totdat we honger beginnen te krijgen. Het restaurant serveert een buffet, dus veel keuze hebben we niet. Laten we het er op houden dat de prima fles wijn die we hebben besteld veel goed maakt. We blijven lekker een tijdje zitten en genieten van de enorme herrie van de vogels en kikkers in de pool. De beloofde nijlpaarden zijn ver te zoeken, en later horen we dat die eigenlijk alleen in de winter hier te vinden zijn…

Zondag 27 november – Mliliwane

Zondag 27 november – Mliliwane

We worden om iets over vijven gewekt door een enorm kabaal van de vogels die de zonsopgang vieren. Van het een op het andere moment beginnen naar ons idee honderden vogels als gekken tekeer te gaan. Omdat we dit echt te dol vinden draaien we ons nog maar eens op en om iets over zevenen worden we dan opnieuw gewekt, maar dit keer door een buslading schoolkinderen die ook wakker zijn geworden. Na rustig douchen en aankleden zitten we om kwart over 8 aan het ontbijt. Wederom buffet stijl, maar gelukkig iets beter dan de avondmaaltijd van de vorige dag.
Het plan om een wandeling van een uur of twee door het park te maken laten we maar even varen: Geeske voelt zich niet zo lekker en wil liever rustig aan doen, en omdat in je eentje joggen door het park wordt afgeraden blijven we maar even bij ons hutje zitten. Tegen een uur of 10 voelt Geeske zich goed genoeg om wat te gaan doen, en besluiten we een tocht met de auto in het park te maken. Dat gaat prima, maar de paden lijken toch wat meer geschikt gemaakt voor 4-wheel drives. Daar laten we ons niet door afschrikken en buiten wat licht angstige momenten in de bijrijdersstoel bij het over een toch wel heel gammel houten bruggetje rijden gaat het prima. Onderweg zien we overal impala’s, zebra’s en wildebeesten, die zich erg weinig aantrekken van de auto’s die vlakbij komen. De auto heeft het wat zwaarder te verduren, met veel takken aan de zijkant en fors wat rotsen tegen de onderkant (lang leve een huurauto!). Het bruggetje blijkt op de terugweg wat teveel van het goede, we komen er namelijk niet echt tegenop, de rand van het bruggetje is te hoog voor onze bolide. Met een kleine omweg dwars door de bossen landen we uiteindelijk weer in het main camp.

We besluiten dat het dan tijd is om wat meer van Swaziland te zien, en beginnen met een twee uur durende autotocht door prachtige gebieden. Uiteindelijk landen we in Mbabane, de hoofdstad, en drinken daar bij een koffietentje een bak koffie en eten een tosti. Daarna rijden we naar een supermarkt om wat inkopen voor het avondeten te doen, want we hebben wel besloten het restaurantbuffet deze keer maar te skippen. Helaas mislukt onze poging om een fles wijn te scoren, want die blijken op zondag niet verkocht te worden…
Rond half vier zijn we terug in het camp, en gaan we een drankje doen in het restaurant. Daar is het heerlijk koel in de schaduw en dat is maar goed ook, want de thermometer in de auto laat een temperatuur zien van 37 graden in het zonnetje. Terwijl Geeske wat leest werkt Harro het reisverslag bij. We zitten lekker een uurtje in de koelte, en het lukt ons om in het restaurant wel een flesje wijn mee te krijgen. Bij onze hut gaan we buiten zitten kaarten, drinken een glaasje wijn en eten kaasjes en crackers terwijl we genieten van een mooie zonsondergang.

Maandag 28 november – Van Mliliwane naar Kruger

Maandag 28 november – Van Mliliwane naar Kruger

Ons bezoek aan Swaziland is maar kort: Vandaag vertrekken we alweer naar Zuid Afrika. We verlaten Swaziland door een van de noordelijke grensposten om richting Krugerpark te rijden, een rit van ongeveer 350 kilometer die de rest van de dag in beslag zal nemen. Omdat het een behoorlijke rit is, waarvan een deel door Krugerpark zelf is en we die op ons gemak willen doen, starten we de dag vroeg. Om stipt 7 uur zitten we aan het ontbijt en om kwart voor acht zijn we uitgecheckt en op weg.
Na een korte stop om de tank vol te gooien en te pinnen rijden we door het noorden van Swaziland, wat echt een stuk mooier is dan het toch enigzins tegenvallende zuidelijke stuk van een paar dagen geleden. We rijden door prachtige groene bergen, waar niet veel meer dan gras groeit, en het lijkt ook een stuk rustiger dan het toch wel redelijk industriele zuiden. In iets meer dan twee en een half uur staan we bij de grens. Het ritueel kennen we ondertussen, en in minder dan 10 minuten zijn onze paspoorten gestempeld en zijn we Swaziland uit. Er wordt een beetje vreemd gekeken dat we een bepaald formulier niet hebben (dat zouden we bij binnenkomst moeten hebben gekregen), maar het vodje dat bewijst dat we wegenbelasting hebben betaald vinden ze na twee keer vragen dan ook wel afdoende.

De Zuid-Afrikaanse kant gaat zoals we gewend zijn vlot en professioneel en binnen no-time zijn we op weg naar de dichtsbijzijnde entree voor het Krugerpark, zo’n 40 kilometer verder noordelijk. Nadat we onze paperassen hebben gekregen rijden we door de slagbomen en staan we gelijk midden in het park. Omdat we nu ruim de tijd hebben, besluiten we te beginnen met een rit naar een van de dichtbij gelegen rest camps, een game drive van 40 kilometer. Maximum snelheid in het park is 50 kilometer per uur, maar dat halen we echt niet. Met een gangetje van zon 30-40 km per uur cruisen we rustig door het wilde landschap en stoppen aan alle kanten voor beesten, waaronder olifanten en buffels. We hebben hopen dat we vandaag nog een luipaard gaan spotten, maar gezien het feit dat we middag op de dag rijden, zal dat er niet inzitten. In het eerste camp lunchen we op ons gemak en drinken ons eerst bakkie koffie van die dag en na een korte stop bij de ‘curio-shop’ zijn we weer op weg. Met behulp van onze meegebrachte detail kaart van Kruger plannen we een route van zo’n 120 kilometer naar ons eigen camp: Pretoriuskop. Hier zullen we een nacht blijven om daarna door te reizen naar een private game reserve dat tegen kruger aanligt.
Op onze tocht zien we van alles en nog wat aan beesten voorbij komen, maar helaas moeten we het zonder katten blijven doen. Die zullen dan maar even tot vanavond of morgen moeten wachten, we willen namelijk nog wel een game drive met gids doen voordat we weer verder rijden. De rit is al met al best lang, en tegen vieren komen we eindelijk aan in ons camp. We checken in en krijgen een keurig net huisje, met eigen keukentje en een eigen bbq voor de deur. We regelen ook gelijk onze game drive: Omdat de sunset drive helaas al vol zit, besluiten we maar dat we dan de volgende ochtend vroeg een game drive willen doen, start 04:00 uur….

Omdat we dan voor de rest van de dag weinig meer gepland hebben, drinken we eerst een bakkie koffie in het restaurant, en gaan dan boodschappen doen: Een eigen bbq betekent natuurlijk ook dat er een braai aankomt! In het winkeltje vinden we (weinig verrassend) alles wat we nodig hebben, houtskool, aanmaakblokjes en Vleesch! Gewapend met een enorme kudu steak een blikje fruit (voor de vitamientjes) en (u raadt het al) een flesje wijn vertrekken we naar ons huisje. Aan onze tafel kaarten we een potje onder het genot van een wijntje en als de zon bijna onder is stookt Harro een fijn vuurtje in de bbq. Wel worden we nog even gestoord door onze buren, die vinden dat we op hun parkeerplaats staan (en drie keer raden uit welk land deze mensen komen). We trekken ons er weinig van aan, zetten de auto een meter naar voren, en gaan door met belangrijke zaken: de braai. Terwijl de kolen langzaam mooi beginnen te gloeien, begint Harro toch te twijfelen aan de hoeveelheid vlees. Een korte sprint naar de winkel en het menu is uitgebreid met een fijne t-bone steak (de wildebeest steaks waren echt te groot…).
Het eten is heerlijk en ook de vruchtjes gaan er ,na een kleine worsteling om het blik open te krijgen, best in. En dan is het 8 uur, is het eten op en gaat bij ons ook wel zo’n beetje het licht uit. En aangezien we morgen om een uur of 3 op moeten om om kwart voor 4 klaar te staan bij ons game-drive vehikel kan wat extra slaap geen kwaad.

Dinsdag 29 november – Kruger Park

Dinsdag 29 november – Kruger Park

Om drie uur gaat de wekker en geeft Harro Geeske een por, draait zelf nog even om maar krijgt om kwart over drie dezelfde por terug. Het is stikdonker buiten en voor de rest zien we ook weinig beweging bij andere huisjes. Zijn wij dan de enige gekken die denken dat een game drive om dit tijdstip leuk is? Uiteindelijk blijken er nog 3 net zo gek, twee Nederlandse meiden en een wat oudere Engelstalige dame. Onze gids is er ook ruim op tijd en iets voor vieren rijden we de poort uit. We hebben twee schijnwerpers gekregen waarmee we links en rechts kunnen schijnen. Totdat het licht begint te worden rond 5 uur levert dat buiten een hard wegrennende duiker helemaal niets op! Ook onze gids wordt een beetje moedeloos en zonder schijnwerpers rijden we verder. Met meer stops voor verschillende soorten uitwerpselen die op de straat liggen dan voor beesten worden we langzaam wat melig. De Nederlandse meiden zijn gezellig en we kletsen onder de rit wat over onze vakanties. De zonsopgang zelf is wel een hoogtepunt: die is prachtig en we stoppen een paar keer om mooie foto’s te maken.

De game drive duurt tot 7 uur en tot kwart over 6 hebben we buiten wat impala’s, een verdwaald wrattenzwijn en wat duikerkonten werkelijk niets gezien. We zijn al dik op de terugweg als we dan een eenzame mannetjesolifant vlak naast de weg zien lopen: Dat is tenminste iets! Weer even later zien we een kudde buffels en begint het er op te lijken dat het niet allemaal voor niets was. Dan zien we links van de weg op zo’n 50 meter een witte neushoorn rustig grazen en terwijl we daarvoor remmen, passeren we op rechts een mannetjes-impala die vreselijk staat te blazen… dat betekent dat er iets aan de hand is. Ook een aantal giraffes 50 meter verderop reageren gelijk, we zien 3 koppen in een keer omhoog komen. Al met al een gezellige beestenboel! Maar de vraag blijft: waar zijn deze beesten nou zo opgewonden over? Volgens onze gids moet er haast wel een luipaard in de buurt zijn. We besluiten rustig verder te rijden en 25 meter verder spot Harro inderdaad een luipaard die goed verstopt in de bosjes ligt. Al snel verzamelen er zich meerdere auto’s om ons heen, maar wij hebben echt een topplek. De luipaard vindt het wel wat druk om wat te gaan doen en blijft rustig liggen, maar voor ons is het voldoende: We hebben onze big 5! Met de leeuwen die we eerder zagen hebben we nu de buffels, neushoorn, olifanten en luipaarden gezien. Terwijl we verwachtten dat de hele game drive niets zou worden hebben we uiteindelijk een top-ochtend, met 4 van de 5 en ons lijstje compleet!
Terug in het kamp frissen we ons wat op en gaan dan in het restaurant het ‘healthy breakfast’ scoren: yoghurt met muesli, vers fruit en honing. Na al dik drie uur op te zijn smaakt dat werkelijk heerlijk. We pakken daarna onze tassen een rijden rond half negen de poort uit. Al game drivend door het park rijden we vandaag naar een ‘private game reserve’ wat 250 kilometer verderop tegen Krugerpark aanligt. Hier hebben we de komende twee nachten een accommodatie die ‘Pezolo tree house’ heet en gaan we een game drive en een game walk doen.
De tocht door het Kruger is prachtig en we zien hordes olifanten, neushoorns en allerlei andere beesten. Helaas lukt het ons niet om nog leeuwen te spotten en de ‘big-5 in one day’ te scoren, maar wat beesten betreft kan de dag toch al niet meer stuk. De snelheidslimiet en diverse pauzes maken het wel een lange dag, pas tegen vieren komen we aan in onze accommodatie, na een licht avontuurlijke tocht over een behoorlijk slechte weg.

 

Daar staan ze al op ons te wachten met een doekje om ons op te frissen en eeen koud drankje. Terwijl we een korte uitleg krijgen over de accomodatie merken we al dat dit echte luxe is. Alles is geregeld, van ontbijt, high tea als lichte lunch in de middag tot en met het diner bij kampvuur ‘s avonds. En dan komen we bij onze accommodatie: die is werkelijk adembenemend! Een eigen tree house, compleet vrijstaand en zo’n 100 meter van het volgende gebouw af, hoog om een boom heengebouwd. Het gebouw heeft twee aparte slaapkamers (waar overigens de boom ook binnenin verder groeit), een groot bad en toilet binnen, en een buitendouche en buitentoilet. Op de tweede verdieping een groot balkon met bankje en uitzicht op een waterhole waar s’avonds de beesten komen drinken… Hadden we al verteld dat we ‘in’ het reservaat zitten (en nee, er zitten geen gevaarlijke beesten)?

We frissen ons wat op, en gaan eerst een drankje doen in de bar. Daarna gaan we op ons eigen balkon wat zitten lezen en typen en wachten tot de beesten aanschuiven aan ‘ons’ waterhole. Helaas lijken er alleen wat vogels echt dorst te hebben, en tegen 7 uur lopen we richting ons ‘restaurant’. Op een afgeschermde plek staan de eettafels al in een halve cirkel om een kampvuur opgesteld. We pakken nog een drankje aan de bar en gaan dan aan tafel. Terwijl we wat kletsen met onze buren wordt het voorgerecht geserveerd en even later wordt ook het uitgebreide hoofdgerecht in de vorm van een buffet rond het kampvuur neergezet. Het eten is heerlijk met veel verschillende gerechtjes. Tijdens het eten komt de manager bij iedereen persoonlijk voorbij om het programma van de volgende dag te bespreken, wat voor ons een game walk in de ochtend en een game drive laat in de middag is. Na het eten gaan we al vrij snel terug naar onze treehouse, we moeten morgen om 6 uur klaarstaan voor de ochtendwandeling!

Woensdag 30 november – Omgeving Hoedspruit, Private reserve

Woensdag 30 november – Omgeving Hoedspruit, Private reserve

De wekker begint om 5 uur te piepen, maar dat heeft weinig nut want Harro heeft oordoppen in zijn oren en Geeske is al op. De oordoppen waren wel even nodig want er is ook een fors aantal kikkers die het vijvertje voor de deur hebben ontdekt. Tegen zessen lopen we richting de receptie waar Ronnie, de manager van het hotel, ons al staat op te wachten met verse koffie en thee. Dat gaat er best in en als ook 3 andere gasten zijn gearriveerd en een bakkie hebben gedronken gaan we op pad. We beginnen een tocht van twee uur dwars door de bush en komen van alles tegen: impala’s, wildebeesten, kudu’s, elanden, wrattenzwijnen en allerlei klein spul. Ronnie vertelt ons ondertussen van alles over de planten, de termietenheuvels en de insecten die we zien rondvliegen en rondrennen. Ook vertelt hij over de problemen die ze hebben met stropers en wat ze er zoal tegen doen. Toch zien we even later ook een medewerker van het reservaat rondlopen met een strik die hij even eerder heeft gevonden; dagelijks zijn ze bezig met het zoeken van deze strikken en het bewaken van het wild. Sinds kort mag er op stropers ook geschoten worden…
De wandeling is heerlijk, het is nog een beetje bewolkt en Ronnie een vat van informatie. Het toetje komt vlak voor het einde: ineens staan we op nog geen 10 meter van een aantal giraffes af en even later staat er naast ons een tweede ploeg. In totaal 9 giraffes laten zich niet echt door ons opjagen en we hebben dan ook ruim de tijd deze prachtige beesten van dichtbij te bekijken. Hierna lopen we rustig terug naar onze lodge waar er al een heerlijk ontbijt staat te wachten, en dat gaat er na een wandeling van bijna twee en een half uur best in!

Het is tegen 9 uur als we klaar zijn met het ontbijt en tot twee uur hebben we niets te doen, en dat is best lekker voor een keertje. We gaan terug naar ons eigen treehouse, waar we op onze veranda wat lezen, een potje kaarten en het reisverslag bijwerken. Tussendoor zien we regelmatig wat prachtige vogels een bad nemen in de vijver voor ons huis en zien we een licht gestoorde vogel die krampachtig probeert door ieder raam heen te vliegen wat hij kan vinden. Eerst probeert hij de zijruiten en de spiegel van de auto, en even later horen we hem tegen het raam van ons treehouse aanvliegen… Het lijkt een beetje zielig, maar het levert wel mooie plaatjes op.
Om twee uur lopen we heerlijk relaxed naar de receptie, waar een high tea wordt klaargezet: Wat cake, wat tonijntaartjes, fruit en koffie en thee vormen een prima lunch. We zitten er rustig, kletsen nog met wat andere gasten en zien een nieuwe Amerikaanse dame arriveren. Die lijkt behoorlijk van de wereld, een beetje chaotisch en blijft zich maar druk maken om malaria. Ze heeft de komende dagen samen met twee andere gasten van het hotel een prive gids, en dat lijkt maar goed ook, want hoe zo iemand zo’n reis kan maken is voor ons even een raadsel. Het blijkt even later dat zij meegaat op de game drive en dat we enorme mazzel hebben: normaal duurt de game-drive zo’n 3 uur, maar de andere gasten die we nog moeten oppikken hebben een 5-uurs tocht geboekt, en nu moeten we dus ook wel 5 uur mee… balen!

Even voor drieen arriveert ons jeep, een open Landrover met plek voor 10 mensen, onze gids en onze spotter. Met de gids kunnen we vanaf het begin goed lachen: De bolle Zuid-Afrikaan heeft Nederlandse ouders en spreekt zelf goed Nederlands. Hij bezit een gezonde portie humor en met hem maken wat grappen over de rest van de gasten. De spotter is een jonge, niet heel ervaren knul die weinig zegt. Ook blijkt al snel hoe je je in mensen kan vergissen: Onze Amerikaanse dame is fors bereisd, heeft half Azie, Rusland en nogal wat andere landen gezien en werkt bij de Washington Post. We komen in gesprek en kunnen het prima met haar vinden, hoewel ze wel een rare combinatie van slim en enthousiast en gigantisch wereldvreemd blijft. De temperatuur werkt overigens ook lekker mee, een door de gids meegebrachte thermometer vertelt ons dat het zo’n 41 graden in het zonnetje is…
Dwars door een private reserve rijden we drie kwartier om de andere gasten op te halen. Dit blijkt een internationale groep van 25 mensen te zijn die in totaal over drie jeeps verdeeld worden, waarbij er nog 7 bij ons worden ingezet. Onze spotter wordt op een stoel op de motorkap van de jeep gezet en dan begint de game drive pas echt. Via radio staan de drie jeeps met elkaar in contact en al snel zien we ons eerste ‘big 5’ wild. Een neushoorn, die net vertrekt als wij aankomen zodat voor de mensen in de jeep die nog geen neushoorn gezien hebben tijdens hun bezoek aan Afrika de ervaring beperkt wordt tot de aanblik van een enorme neushoornkont. We karren weer verder en even later horen we toch wel een raar gesis bij de achterkant van de jeep… we hebben een lekker band! Nu wordt het leven interessant: midden in een reservaat waar leeuwen, olifanten, buffels en luipaarden zitten wordt er vriendelijk gevraagd of we willen uitstappen. We blijven maar in de buurt van de jeep hangen en dan speelt zich een schouwspel af wat hilarisch en tegelijkertijd best triest is. Onze gids begint samen met de spotter de band te wisselen. De jonge knul heeft duidelijk geen idee wat hij moet doen, en onze gids scheldt hem verrot in alle talen die hij maar machtig is. Het is af en toe werkelijk te genant om aan te zien, en het blijkt maar overduidelijk dat de tijd van apartheid nog niet zo heel lang geleden is…

Afijn, een kwartier later zijn we weer zover en gaan we weer op pad. We zien buffels en allerlei ‘klein’ wild en krijgen dan een oproep dat er een leeuw is gespot. We rijden behoorlijk vlot bijna een half uur door het reservaat en even later zien we waarom de leeuw nog steeds op dezelfde plek is: er ligt een dode buffel die de dag ervoor door de leeuw te grazen is genomen, de vrouwtjesleeuw ligt nog steeds uit te puffen van haar enorme maaltijd. Van onze gids horen we (in het Nederlands) dat dit de enige leeuw is die het reservaat heeft en dat ze drie jongen heeft die ergens verderop liggen. De ‘kill’ van de buffel was de dag ervoor en sindsdien is de leeuw daar steeds in de buurt. We hebben onze gids verteld dat we de big 5 al hebben gehad, en dat het ons niet uitmaakt wat hij vindt, wij vermaken ons wel. Dat heeft hij ter harte genomen en hij vertelt ons wat meer over het reservaat en over de kans om de beesten te spotten. Zo is ‘de olifant’ (ze hebben er wel 1!) ergens in het noorden van het park en dat is te ver rijden, en trekken de luipaarden zich zo weinig aan van de hekken om het reservaat dat ze geen idee hebben of ze er op het ogenblik uberhaupt wel een hebben. Even later vertelt hij vrolijk aan de rest van het gezelschap dat er in het reservaat gemiddeld zo’n 10 luipaarden zijn, maar dat deze heel moeilijk te spotten zijn, en de olifanten (meervoud) waarschijnlijk verder naar het noorden zijn getrokken. Wij kunnen er wel om lachen en vermaken ons prima tijdens de tocht. Na een korte pauze voor een drankje begint het donker te worden en gaan we op pad om de grote groep terug te brengen. Ons spotter zit ondertussen gewapend met een enorme lamp voorop en af en toe zien we wat puntjes oplichten die duiden op een dier. Zodra we de groep hebben gedumpt gaan we weer op de terugweg, wederom dwars door het reservaat. Het is al behoorlijk laat en we moeten nog dik drie kwartier rijden dus onze gids geeft goed gas. En dat zullen we weten in een open jeep: We worden gebombardeerd door insecten (volgens onze gids boordevol proteinen, dus we moeten niet zeuren) en maken af en toe stops als we wat zien: een kameleon, nachtuiltjes, een zeldzaam klein beest met een witte staart (waarvan de naam ons helaas is ontschoten) en een bushbaby. Het is een prachtige rit en uiteindelijk komen we bij het hek aan om naar buiten te rijden. Daar staan we even te wachten omdat er nog iemand naar binnen wil en als we weer willen vertrekken blijkt de schijnwerper van de spotter niet meer te werken. Nu komt weer de ware aard van onze gids naar boven en scheldt hij de arme vent weer helemaal verrot. Uiteindelijk zijn we na bijna 6 uur rijden weer terug bij onze lodge waar het eten al klaar staat (en de rest van de gasten dik een uur op ons heeft gewacht). We nemen afscheid van de gids en eten rustig onder het genot van een wijntje wederom een prima maaltijd. Daarna zakken we nog even af naar de bar, waar we nog een paar drankjes pakken en na een lange maar erg mooie dag rond een uur of 11 in slaap vallen.

Donderdag 1 december – De Panorama Route naar Hazyview

Donderdag 1 december – De Panorama Route naar Hazyview

Eigenlijk begint voor ons vandaag de terugweg: We rijden vandaag zo’n 250 kilometer naar het zuiden via de prachtige Panorama Route die ons via de Blythe River Canyon naar het plaatsje Hazyview brengt, waarvandaan we morgen de laatste ruk naar Johannesburg gaan rijden. We ontbijten om een uur of 8, en dat voelt na de afgelopen dagen bijna als uitslapen. Nadat we afscheid hebben genomen van de overige gasten en de staf van het hotel gaan we op weg, en al snel wordt de route prachtig.
De Blythe River Canyon is zo’n 33 kilometer lang en heeft prachtige rotsformaties. Langs de route zijn er diverse uitzichtspunten, waar je voor een klein bedrag heen kan en dan richting afgronden van honderden meters diep kan lopen. De uitzichten zijn spectaculair, en hoewel het een beetje heiig is kun je toch kilometers ver kijken. We maken stops bij plekken met namen als ‘The Three Rondavels’ en ‘God’s Window’, en maken een kleine wandeling bij een plek waar het water enorme ronde gaten (potholes) in de rotsen heeft gemaakt. Het is ondertussen weer goed warm, volgens de thermometer van de auto rond de 38 graden en na een half uurtje lopen zweten we ons allebei weer helemaal gek: gelukkig heeft de auto airco…

Na een prachtige tocht van dik drie uur landen we in Graskop, een behoorlijk toeristisch stadje, wat met name bekend staat om zijn… pannenkoeken. Juist ja, keurige Nederlandse pannenkoeken in Harrie’s pannenkoekenhuis… We kunnen ons toch niet bedwingen en laten ons de prima pannenkoeken dan ook heerlijk smaken. Geeske gaat voor stroop en suiker en Harro voor pannenkoek met appeltaartvulling.
Na wat souvenirs shoppen gaan we op weg naar onze volgende stop: Pilgrim’s Rest, een oud mijnwerkersstadje wat ze in de stijl van rond 1900 hebben gelaten en wat nu een beschermd monument is. We volgen het bordje naar het dorp en rijden vrolijk een kilometer of 30 verder en vragen ons langzaam af waar dat dorpje nou blijft. Een blik op de kaart leert ons dat we dan nu toch echt fout zitten. Gelukkig hebben we een afslag gespot naar een ander dorpje wat in de buurt van Pilgrim’s Rest ligt en besluiten dan maar via een andere route te rijden. Dat blijkt een hele fijne keuze: na ongeveer 50 meter houdt de asfalt weg op en mogen we daarna dik 20 kilometer over een behoorlijk slechte onverharde weg rijden. Harro vermaakt zich prima, Geeske gilt af en toe wat en met dik een half uur stuiteren en stofhappen staan we uiteindelijk weer op asfalt en kunnen we verder naar het dorpje. Toch best fijn, zo’n huurauto… Het dorpje zelf blijkt uiteindelijk toch wel een heel erge tourist trap en we besluiten dat we na een bakkie koffie maar weer gaan. Terwijl we koffie zitten te drinken zien we plotseling twee mannetjes zeer ijverig onze auto schoonmaken. En aangezien dat geen kwaad kan na anderhalve week door de bush en een fijne stofweg als toetje blijven we rustig wachten tot de heren klaar zijn. Nadat we ze wat geld hebben gegeven rijden we door naar Hazyview, al met al nog een behoorlijke tocht.

Uiteindelijk zijn we rond 5 uur in Hazyview, is Harro half misselijk door alle bochten en zijn we er wel even klaar mee. We rijden nog snel even langs een supermarkt voor ons beproefde concept van wijn, crackers en kaasjes en gaan dan richting ons guest house.
Het guest house bestaat weer uit een aantal keurige rondje huisjes en nadat we alle formaliteiten hebben afgehandeld installeren we ons op onze veranda waar we een potje kaarten, kletsen en een lekker fles wijn soldaat maken. Ondertussen voeren we deet aan de muggen, want de beesten hier trekken zich toch wel erg weinig aan van dit spul.
Redelijk vermoeid en met morgen een lange tocht voor de boeg landen we rond 10 uur in bed met een boekje.

Vrijdag 2 december – Naar Johannesburg

Vrijdag 2 december – Naar Johannesburg

Onze laatste dag en met een vlucht die pas om 23:59 vertrekt wordt het ook een lange. We hebben vanochtend dan ook weinig haast en schuiven rond half negen aan bij het ontbijt. Nadat we die achter ons kiezen hebben en onze bagage ingepakt is beginnen we onze rit: 450 kilometer naar Johannesburg met op de weg weinig leuke stopplekken.
Het eerste stuk van de rit verloopt erg traag, we rijden constant door dorpen en stadjes waardoor onze gemiddelde snelheid niet boven de 50 uitkomt. Tegen de tijd dat we dan in de buurt van de snelweg komen zijn we wel dringend toe aan een bakkie koffie. Al snel vinden we een shopping mall, waar we onze overgebleven Swazi dollars wisselen voor Rand, boekjes shoppen en een espresso’tje drinken. Daarna gaan we weer verder, maar nu gelukkig wat vlotter. Er zijn weliswaar fors wat wegopbrekingen, en ook kunnen sommige vrachtwagens die bergop moeten de zaak redelijk vertragen, maar al met al kunnen we redelijk doorrijden. Aangekomen bij een splitsing in de snelweg besluiten we om af te slaan naar Pretoria en daar nog wat te bekijken. Uiteindelijk staan we rond half drie na een tocht dwars door de stad bij het ‘Voortrekkers’ monument. Bij een cafetaria eten we eerst een cheeseburger en een tosti en drinken wat en gaan daarna het wanstaltige monument bekijken. In het monument staat door middel van gebeeldhouwde stenen platen de geschiedenis van de voortrekkers beschreven, en dan met name hoe ze heel heldhaftig de oorspronkelijke bevolking ‘overwinnen’. Fraai is het allemaal niet te noemen, maar het geeft wel een beeld van een voor dit land belangrijk stuk geschiedenis. Het monument stamt uit 1949, waarschijnlijk zou een monument voor dit stuk geschiedenis er tegenwoordig wat anders uitzien…

Nadat we een uurtje hebben rondgehangen zijn we er eigenlijk wel klaar mee, en omdat we geen zin hebben om nog in het donker rond te gaan rijden besluiten we maar gewoon richting de luchthaven te gaan rijden en daar verder te kijken. Het begin van de rit verloopt goed, maar dan gebeurt er een eind voor ons een ongeluk en in combinatie met druk vrijdagmiddag verkeer voelt Zuid Afrika plotseling weer heel Nederlands aan: we staan stil.
En dan wordt de rit 20 kilometer voor het einde ook nog spannend: het waarschuwingslampje van de auto springt aan (je kent het wel: het lampje dat zegt: nu stoppen, auto is stuk). De motor loopt gelukkig nog en zolang er nog geen echte rook uitkomt besluiten we maar gewoon door te gaan. Daarbij wordt stilstaan met je auto in de buitenwijken van Jo’burg toch afgeraden.
Uiteindelijk bereiken we na dik een uur de luchthaven, het autootje snort nog steeds en we leveren hem in bij Budget. Als we melden dat het storingslampje brandt halen ze min of meer hun schouders op en zijn we klaar.
Hoewel we 6 uur voor vertrek op de luchthaven zijn, is er gelukkig wel al een balie open en kunnen we onze spullen droppen, daarna lopen we maar gelijk door de douane zodat we nog wat kunnen shoppen en drinken. Geeske koopt nog wat parfum en we kopen allebei nog een boekje, drinken een biertje en een wijntje en later nog wat koffie en langzaam tikt de tijd voorbij. Uiteindelijk gaan we bij de gate zitten met een boekje en een laptop, werken het laaste deel van het verslag bij en stappen keurig op tijd het vliegtuig in.