Archief van
Categorie: Tunesie

Reisroute

Reisroute

   
Dag 1 tot en met 8 reizen we met een
reisgezelschap, via een door Sawadee georganiseerde reis; daarna
trekken we nog 10 dagen met een rugzak rond!


  • Dag 1 vlucht naar Djerba met Tunisair
  • Dag 2 wandeling Chenini
  • Dag 3 Matmata
  • Dag 4 kamelentocht woestijn
  • Dag 5 Douz
  • Dag 6 Tozeur
  • Dag 7 naar Tunis
  • Dag 8 Tunis
  • Dag 9 Carthago
  • Dag 10 Sidi Bou Said
  • Dag 11 Sousse
  • Dag 12 El Jem
  • Dag 13 Mahdia
  • Dag 14 Naar Monastir
  • Dag 15 Monastir
  • Dag 16 Naar Tunis
  • Dag 17 Tunis
  • Dag 18 Naar huis!


Zaterdag 20 mei 2006 – Vliegen

Zaterdag 20 mei 2006 – Vliegen

Het is fantastisch weer om even aan Nederland te ontsnappen; het
regent, is ongeveer 14 graden en voelt eerder als herfst dan als lente.
Martijn en Eveline brengen ons naar Schiphol waar we ons om 10 ur bij
reisleidster Liesbeth melden. Dan begint de dag die verder in het teken
van rommelige en gemiste vluchten zal staan.

Als we onze tickets controleren blijken we op dezelfde dag terug te
vliegen naar NL als de groep en dat is niet de bedoeling. Liesbeth
slaat aan het bellen en we gaan ervan uit dat het goed komt (gelukkig
willen we later vliegen en niet eerder). We maken bij de gate kennis
met de zussen Caroline en Justine, echtpaar Marjo en Ton en verder
Anja, Wim en Evelien. De vlucht naar Tunis blijkt verrassend kort (2
1/2 uur) en verloopt prima ondanks veel turbulentie en huilende
kinderen.

In Tunis (let wel: Noord Afrika) worden we geacht om binnen 50
minuten over te stappen… Dat gaat als volgt: vliegtuig – douane –
tassen – hal in – door de hal – naar de douane even verder op – … en
daar staan we stil. We kunnen niet verder want we zijn niet ingecheckt
en de balie is dicht. Aangezien de douane niet van zins is om mee te
werken staan we dus in Tunis. De volgende vlucht blijkt om half 11 te
gaan… Grapjes, discussie en een woedeaanval mogen niet baten. We
staan vast terwijl het vliegtuig vertrekt. Uiteindelijk regelt Liesbeth
een dinerbon ter compensatie en pakken we een taxi om een paar uur
Tunis in te gaan.

Het verkeer, de geuren, de producten, alles laat je weten dat je nu
in een erg drukke Noord Afrikaanse plaats bent. Na een drankje (verse
sapjes) duiken we de souks in en hebben we meteen de smaak te pakken.
Hollanders komen er niet veel en we krijgen meteen namen van
voetballers om ons oren. Ean man trekt ons zijn winkel binnen en doet
parfum op Karins handen; een cadeautje omdat Hollanders aardig zijn.
Hij zwaait ons vrolijk na. Een andere man neemt ons door allerlei
achterafstraatjes mee naar het dak van een voormalig paleis, waar we
een schitterend uitzicht hebben op de stad. De tapijtenzaak die in het
paleis zit komen we zonder problemen uit, maar zijn parfumwinkeltje wat
moeilijker. Uiteindelijk krijgt hij een kleine fooi en laat hij ons
verder met rust. Na dwalen in de souks lopen we een half uurtje over de
grote Bourguiba boulevard. De hitte is zelfs aan het einde van de dag
voelbaar. Schaduw en een drankje dus voor we een taxi terug pakken.

Op de luchthaven eten we pizza en de vlucht naar Djerba is
uiteindelijk binnen 40 minuten voorbij. De landcruisers halen ons op en
in het hotel zijn we zo vertrokken.

Zondag 21 mei 2006 – Ksour

Zondag 21 mei 2006 – Ksour

Als om 7 uur de wekker gaat hebben we uitstekend geslapen (hoewel
wel te kort). De tassen zijn zo ingepakt, en we krijgen een prima
stokbroodje, jus d’orange en een kop thee als ontbijt. Tassen op de
auto’s, flightbags worden dustbags, en via de supermarkt rijden we in
een snel oplopende temperatuur (30 graden om half negen) naar de
veerboot.

De oversteek duurt een kwartiertje en het eerste stuk daarna is
‘saai’. Olijfbomen, witte huisjes en hier en daar een geit of een ezel.
We rijden naar Medenine waar we een prachtige Ksar bekijken. Een Ksar
(meervoud Ksour) is een lemen fort-achtige constructie, bedoeld voor
wapen- en voedselopslag en woonruimte in tijden van conflict. Deze Ksar
stamt uit de 17e eeuw en is nog bijna helemaal intact.De kleine
grijsbruine gebouwtjes die om een binnenplaats zijn gebouwd, zijn
behangen met Berber kleden (voor toeristen) en vanaf het dak heb je een
prachtig uitzicht. We schieten wat plaatjes en kopen allebei een lange
doek of Chesch (?, spreek uit “sjesh”), die op verschillende manieren
om hoofd of nek gedragen kan worden als bescherming tegen de zon. We
voelen ons eerst wat opgelaten maar al snel blijkt het beter te werken
dan een petje. We dwalen samen nog wat door de Souks, Karin koopt een
extra shirt met lange mouwen, en na een uurtje hoppen we de auto weer
in bij chauffeur Nourdine.

Daarna rijden we door naar Tataouine. Dat blijkt een klein plaatsje
met een open Souk. We zien redelijk wat toeristen (in ontzettend foute
topjes, te korte rokjes en nog kortere broeken) en we worden nageroepen
in het Frans, Duits en Arabisch. We stoppen maar kort en na een
koffie-, wandel- en plaspause (in het smerigste toilet van de laatste
jaren) rijden we door. We rijden de bergen in. Het landschap wordt
droger maar ook indrukwekkend mooi. Bruine rotspartijen met bosjes als
groene spikkels op de flanken, diepe ravijnen, kuddes geiten en af en
toe een ezeltje. We rijden naar een oude Ksar helemaal bovenop een
heuvel, waar we een geweldige ‘picknick’ lunch eten in de koelte van
een van de woningen. Veel vers fruit (dadels en perziken) knappervers
brood, geitenkaas, smeerkaas, tonijn en een verse salade die we hier
zonder problemen kunnen eten.

Na het eten staat een wandeling op het programma, maar het is zo
heet dat Liesbeth in overleg met de chauffeurs iedereen afraadt te
gaan. We besluiten er gezien de hitte en het feit dat we pas een dag
uit de Nederlandse temperaturen weg zijn, allebei vanaf te zien. Wim,
Anja en Evelien gaan wel lopen, met gids. Harro, Ton en Marjo lopen een
stukje mee en bezoeken een Berber familie. Daarna sluiten ook zij zich
aan bij de siesta: slapen, lezen, schrijven, praten en thee drinken. Om
4 uur rijden we naar het eindpunt van de wandeling waar om half zes de
lopers weliswaar verhit maar veilig aankomen.

Tijd voor het hotel! Dat blijkt een grot- of putwoning. Rond een
‘put’ in de grond zijn kleine kamertjes in de rotsen uitgehakt. Onder
de grond is het koel en dat kan zo’n 15 graden schelen. Toch fijn bij
zo’n 40 graden… We krijgen een kamertje voor twee; het sanitair wordt
door iedereen gedeeld. Niet erg, maar wel onhandig als je als vrouw
probeert naar lokaal gebruik ‘bedekt’ te blijven, maar wel wilt
douchen. Maar: lauw stromend water, prima eten en ontzettend
vriendelijke mensen, dus ons hoor je niet klagen. We eten soep en
Couscous met lam, nadat we boven op een heuvel van een schitterende
zonsondergang hebben genoten. De stilte is indrukwekkend: een paar
blaffende honden en bij zonsondergang klinkt de roep van de moskee. En
verder niets. Na een tijdje sterren turen vallen we als een blok in
slaap.

Maandag 22 mei 2006 – Matmata

Maandag 22 mei 2006 – Matmata

Vroeg op want vandaag gaan we wel wandelen. Een klein stukje berg op

en dan een stuk langs de flanken van een berg. De auto’s brengen ons

naar de ksar Hallouf en vandaar lopen we terug naar het hotel met een

gids en twee honden. Het landschap is adembenemend. Het is alleen ook

heet (32 graden bij de start en 38 graden bij het einde van de

wandeling) en het stukje omhoog blijkt bijna 3 kwartier omhoog

wandelen te zijn. Harro fungeert als bezemwagen en met veel drinken en

doorbijten komt ook Karin boven aan. De gids zet er een flink tempo

in, maar is ook bezorgd. Karin is zijn ‘petite’ en als ‘jonkie van de

groep’ (nou nee dus) is het niet zo erg zegt hij, dat ze er moeite mee

heeft. Harro is zo vriendelijk om een keer niets te zeggen.

Het

uitzicht boven aan de berg is magnifiek en de schaduw en het windje

zijn heerlijk. We eten koekjes en zoute drop, en de echte bikkels

klimmen nog een stuk omhoog naar een nog oudere Ksar. Na de pauze

lopen we weer stevig door, maar het ergste klimmen is achter de rug.

De gids neemt ons mee naar zijn akkertje en plukt handenvol verse

abrikozen en perziken voor ons. Ze zijn heerlijk en de zoetigheid is

bovendien erg fijn bij al dat zweten. Uiteindelijk komen we allemaal

weer terug bij het hotel en daar zijn koele cola en zoete ‘Coronets de

Gazelle’ een soort horentje gevuld met een mengsel van amandel, sesam

en suiker. De koele grot is heerlijk: 25 graden is een luxe vergeleken

bij de 40 graden die het buiten inmiddels is. De middag gaat, na de

lunch van Briq a l’oeuf en spaghetti, voorbij met slapen en lezen.

Om

4 uur zitten we in de landcruisers naar Matmata. Onderweg stoppen we

bij een ksar die gebruikt is als decor in de starwars film ‘the

phantom menace’ en drinken we wat in een klein dorpje in de bergen.
Als we er doorheen lopen, trekken we niet alleen kinderen aan, naar

ook de eigenaar van het plaatselijke postkantoor. Hij wil graag zijn

engels oefenen en is duidelijk trots op zijn werk. Hij gooit zijn

postkantoor open en we kunnen het niet over ons hart verkrijgen om

geen zegels te kopen. Drie dinar voor vijf zegels (1 dinar is ongeveer 0,65

euro) en we mogen nog kiezen ook voor het geval er verzamelaars in de

groep zitten.


Het puthotel in Matmata waar we deze keer overnachten 
bestaat letterlijk uit een serie in de rots gehakte putten die door
gangetjes met elkaar verbonden zijn. De kamers (opnieuw wel een eigen
kamer en opnieuw gedeeld sanitair) zijn piepklein maar schoon en ook
hier heerlijk koel. We kopen wat cola en Tucjes en verschillende mensen
diepen flessen drank op uit hun tassen. De drank smaakt prima, de
verhalen worden steeds sterker en het is erg gezellig. We eten
‘downtown’ Matmata bij de plaatselijke hotspot en na afloop wordt er
een waterpijp gerookt. Ook nu is slapen geen probleem.

Dinsdag 23 mei 2006 – Naar de Sahara

Dinsdag 23 mei 2006 – Naar de Sahara

Op het gevoelsmatig toch wat vroege tijdstip van half acht beginnen we

met een 3 uur durende wandeling door de omgeving van Matmata. Karin

blijft na de wandelbelevenissen van de dag ervoor in het hotel en

vermaakt daar de lokale bevolking. Tunesiers zijn inderdaad erg

vriendelijk: Met een beetje Frans en handen en voeten ben je in

no-time in gesprek.


De wandeling begint net zoals de vorige dag met een korte klim waarna

we door de bergen rond Matmata dwalen en genieten van prachtige

vergezichten. Onderweg stoppen we bij een ondergrondse waterbron waar

je ook binnen kan kijken. Hoewel er een zaklamp aanwezig is, is het

zicht zo beperkt dat er niet heel veel te zien valt. We lopen langs

een van de zovele Starwars sites en langs boerderijtjes op weg naar

ons meeting point waar we op worden gehaald door de chaufs en Karin.

Ze hebben koud water en sapjes bij zich. We blijven ons verbazen over

hoeveel we hier drinken: naast alle normale drankjes is 3 liter water

het absolute minimum.

Onze bagage ligt al bovenop de auto’s zodat we gelijk door kunnen naar

onze volgende stop. We bezoeken een trogolite woning, een van de put

woningen waar de omgeving bekend om staat. In een aantal putten wonen

hier drie generaties dicht op elkaar. We bekijken de slaapvertrekken,

de keuken en één van de gezamelijke ruimtes waar we worden getrakteerd

op vers gebakken brood met honing of olie en thee. Het brood hebben we

vlak daar voor binnen enkele minuten in een open oventje gaar zien

worden. Even naar het toilet en dan start de twee uur durende tocht

naar Douz, de poort naar de Sahara.

We merken al na een paar kilometer dat we nu echt richting de woestijn

rijden: een kaarsrechte weg met zandverwaaiingen, borden die

waarschuwen voor overstekende kamelen en een brandende zon. Douz is

nog warmer dan alle vorige plaatsen: als we aankomen halen we

moeiteloos de 40 graden en het is kurkdroog. Even voor de goede orde:

in mei moet het zo rond de 25-30 graden zijn, deze temperaturen horen

bij juli/augustus. We kijken even op de markt en halen een nieuwe

‘sjesh’ voor Harro (die die van hem op dag twee natuurlijk alweer

kwijt was). Daarna lunchen we in het hotel waar we de dag erna zullen

slapen en maken we gebruik van het daar aanwezige zwembad. Dat is echt

heerlijk! Gelukkig ligt het hotel in een ‘Zone Touristique’ waardoor

de normale fatsoensnormen niet meer gelden en je gewoon in badpak cq

zwembroek mag rondlopen. Het water is ‘koud’, 26 graden, dus Harro

staat weer binnen 10 minuten te blauwbekken op de kant en Karin komt

eindelijk weer op temperatuur.


Om 5 uur vertrekken we richting de kamelen op weg naar onze
volgende slaapplaats: de Sahara. Als we voor het eerst het grote
uitgestrekte niets voor ons zien liggen is iedereen onder de indruk. Na
een korte autorit komen we aan bij onze dromedarissen (chameaux) en
onze 4 chameliers. Hoewel Harro tot dit moment hard tegenstribbelde is
hij uiteindelijk de eerste die er boven op zit. Het is misschien
bekend: opstijgen op een kameel is een hele belevenis, maar gelukkig
komt iedereen boven zonder er weer gelijk af te kukelen en beginnen we
onze twee uur durende tocht richting een voor slapen geschikte
zandduin. We kunnen het niet vaak genoeg zeggen: het is heet! Na een
uur houden we een korte pauze, zodat iedereen op gepaste wijze
zijn/haar zadelpijn kan waarderen en genoeg kan drinken. Wederom een
uur later hebben de heren besloten dat de dan voor hun liggende
zandduin voldoet aan de eisen en wordt er afgeladen.

In tegenstelling tot wat we verwachtten bestaat de

woestijn niet alleen uit zand (tenminste hier nog niet) maar groeit en

kruipt er van alles. Karin toont al snel haar tevredenheid over de

aanwezige kruipers en bijters die ook daadwerkelijk indrukwekkende

vormen aannemen. Torren van een centimeter of drie lijken de standaard

uitvoering, her en der flitsen wat salamanders door de omgeving (die

overigens vooral leuk zijn) en ook schorpioenen racen door het zand.

Een snelle actie door Harro waardoor een schorpioen naar de eeuwige

jachtvelden wordt gestuurd redt Karin van een laffe aanval. Hadden we

al gemeld dat we buiten slapen?


Terwijl onze chameliers zich over het verzamelen van hout en
het bereiden van de maaltijd buigen, ontfermen wij ons over de whiskey
van Ton en Liesbeth. We eten terwijl het al donker is: soep, Couscous
met schaap en koffie toe. Tijdens de koffie worden we getrakteerd op
wat ‘vertier’ van onze chameliers. Met behulp van een meegebrachte
trommel en een grote pan worden een aantal tunesische klassiekers ten
gehore gebracht. Bij het derde nummer is er echt niemand meer te houden
en stormen we de haastig ingerichte dansvloer op. Op hun verzoek zingen
ook wij een Nederlandsche klassieker: Aan de oever van de Rotte.
Daarnaast weet Caroline een passend liedje over een dromedaris! Ten
slotte is het bedje tijd. Met de geruststellende woorden van Liesbeth
dat het in de verte zichtbare hevige onweer zeker niet onze kant op
komt kruipen we onze slaapzakken in.
Nog geen kwartier
(en een beestje of wat) later horen we de wind opzetten. Het klinkt
echt als een aanstormende trein en geloof het of niet: het begint een
beetje te regenen… En da’s best knap waar het 3 weken geleden voor
het eerst in 7 jaar heeft geregend. Erger dan het water zijn de enorme
windvlagen die heel veel zand mee brengen. Na een half uur is het
ergste voorbij en vallen we in slaap. ‘s Nachts worden we nog een keer
wakker van het tweede buitje, daarna trekt de lucht open en zien we
alsnog de beroemde sterrenhemel van de sahara. Tevreden vallen we weer
in slaap.

Woensdag 24 mei 2006 – Sahara

Woensdag 24 mei 2006 – Sahara

Wakker worden in de woestijn is iets heel bijzonders. Na een nacht
slapen zijn de torren niet meer zo indrukwekkend. De zon verstopt zich
na een paar minuten achter wat wolken, maar dat betekend een lagere
temperatuur dus we vinden het niet zo erg.

De chameliers hebben brood gebakken en we ontbijten met vers brood,
jam en koffie. Daarna moeten de kamelen worden gevangen en dat is nog
een hele toer. De avond ervoor zijn ze los gelaten met een ‘hobbel’
(kort touw) om hun voorpoten, maar daar komen ze verassend ver mee. Een
van de chameliers vermaakt ons met een woestijnvisje, een hagedisje.
Uiteindelijk zijn ze er allemaal. Harro’s dromedaris dopen we Skippy,
omdat hij zo snel omhoog komt. Als hij ook maar iets op zijn rug voelt
springt hij echt omhoog, ongeacht wie er op zijn poten hangt om hem
omlaag te houden. Gelukkig is Harro een ‘homme sportive’ volgens onze
chamelier, dus alles gaat goed.

Al snel deinen we weer door de woestijn. Bovenop de chameaux raken
we alle gevoel voor tijd kwijt. We zien kuddes wilde dromedarissen
(altijd vrouwtjes of ‘chamelles’, die alleen gebruikt worden om te
fokken) en het is bovendien druk in de woestijn; quads, chameliers
(zelf altijd te voet) en ezelkarren. De chameliers vinden zandrozen
voor ons, een steenachtige roos die ontstaat door kalkafzettingen in
het zand. Na een uur lunchen we in een uitloper van de grote
dadelpalmoase rond Douz. De zon is terug en opnieuw is het heet. Deel 2
van de tocht wordt daarom ingekort tot een uur. Dat blijkt gaandeweg
een goed idee: de wind wakkert aan tot stormkracht en het zand begint
te snijden. Het komt echt overal: in je neus, je mond en je ogen. Het
kruipt in je kleren en in je tas. Fototoestellen zijn nauwelijks veilig
te houden. We nemen na het afstijgen dan ook snel afscheid van onze
nieuwe vrienden en duiken de landcruisers in.

In het hotel wassen we de vermoeienissen, het stof en het zand van
ons af. De badkamer blijft bruinrood achter. Daarna lopen we samen door
de palmoase naar Douz, en ook hier hebben we last van de wind en het
zand. We werken de site bij en ‘s avonds eten we gezamelijk bij een
klein restaurantje waar ze heerlijke dingen hebben zoals Merguez
(schapen worstjes) en Doigts de Fatima (Letterlijk: vingers van Fatima;
een soort opgerolde crepe met groente en vlees) en uiteraard Brick a
l’oeuf. Na het eten blijkt het heerlijk afgekoeld; het is nog maar 25
graden. We duiken bij terugkomst snel ons bed in, want ook de volgende
dag hebben we weer een druk programma.

Donderdag 25 mei 2006 – Douz naar Tozeur

Donderdag 25 mei 2006 – Douz naar Tozeur

Na een lekker ontbijtje gaan de tassen op de auto en lopen we door de
palmoase naar Douz. Het slaperige stadje loopt over van de activiteiten
door de wekelijkse markt. De woestijnbewoners verzamelen zicht op de
veemarkt om beesten te kopen en te verkopen. Van chameaux tot
konijntjes en van muildieren tot geiten. Daarnaast wordt er in en om de
open Souk van alles verkocht: kleding, gereedschap en natuurlijk eten.
We dwalen wat rond en Karin koopt een klein souvenirtje. Een verhaal op
zich dat kopen, want natuurlijk moet er afgedongen worden. We worden er
al bijna goed in: we spreken samen een strategie af en vervolgens gaat
Harro los. Dat scheelt toch gauw zo’n 40-50%.

Na een bakkie
koffie begint de toch naar Tozeur. De wind is er inmiddels enorm
heftig. Zodra we Douz uit zijn stroomt het zand als water langs de
ramen en zelfs in de auto happen we zand. Na een half uurtje duiken de
landcruisers ineens naar rechts en de zandduinen in. Het zicht neemt
verder af tot we eigenlijk alleen zand en de auto voor ons zien. Nu
begint het speelkwartiertje van onze chauffeurs. Als gekken rijden ze
over metershoge zandduinen en scheuren door het mulle zand. Tot onze
grote verbazing blijven ze niet een keer vaststaan en na een
kwartiertje vinden met name de mensen achterin het wel weer goed.
Gelukkig hebben de chaufs hun kick wel weer gehad en na nog een kleine
20 minuten hobbelen komen we weer op de normale weg.

We maken een korte
stop om wat zandrotsen te bekijken: letterlijk rare metershoge keiharde
zandrotsen. Na vijf minuten zijn we compleet gezandstraald en zijn we
blij dat we weer verder gaan. De volgende stop is midden op de Chott:
de enorme zoutvlakte oostelijk van Tozeur. Zo ver we kunnen kijken een
witte vlakte met her en der plassen water die door de mineralen
dieproze kleuren. Er is hier nauwelijks zand in de lucht (hoewel het
wel hard waait) en we komen helemaal bij.

Na een uitgebreide
fotosessie en een uurtje rijden komen we aan bij onze eindbestemming:
Tozeur. We lunchen bij restaurant La Republique (lekker, maar wel veel
vliegen) en worden daarna afgezet bij Hotel Continental. Na even
opfrissen lopen we samen naar de palmoase waar we tussen de palmen en
bananenbomen koffie drinken en de rest van onze reis plannen. Het is er
heerlijk rustig en zandvrij.

Stuiterend van de caffeine (ze
weten hier wel hoe ze een straf bakkie moeten zetten) gaan we anderhalf
uur later op zoek naar de Medina van Tozeur, bekend om zijn
‘filigraan’architectuur. Ze hebben een bepaalde manier van met stenen
werken, waardoor een duidelijk relief ontstaat. Veel gebouwen zijn dan
ook versierd met geometrische figuren. We dwalen door doodstille
straatjes en worden overal vriendelijk begroet. Ook in het cafe waar we
nog een bakkie doen (meer caffeine) zijn de mensen enorm vriendelijk,
maar je moet er als vrouw wel tegen kunnen dat je de enige vrouw bent.

Om
7 uur zien we de rest van de groep weer en eten we opnieuw bij La
Republique. Omdat Marjo jarig is vertrekken we na het eten naar het Dar
Charait complex. Dit is een reproductie van een paleis waar naast een
museum, en een hotel ook een bar is gevestigd. Hier genieten we van een
wijntje en een biertje. Na 1 rondje is het tukjestijd, want we moeten
morgen om zes uur op!

Vrijdag 26 mei 2006 – Tozeur naar Tunis

Vrijdag 26 mei 2006 – Tozeur naar Tunis

Vroeg op: We moeten vandaag haast maken want om half acht hebben we een
vlucht vanaf Djerba naar Tunis. Om nog wat van de dag te maken rijden
we om 7 uur met de auto’s naar de bergen in de richting van de grens
met Algerije. We stoppen een paar keer om te genieten van een
fantastisch uitzicht over de vlaktes en de enorme kale rotsen. Als we
stoppen om een kleine waterval (la grande cascade) te bekijken rennen
er ineens twee 8 weken oude puppies om ons heen. De dames maken plannen
om ze over de grens te smokkelen en zelfs de heren zijn vertederd. We
pikken onderweg de guide op en als we aangemeld zijn bij garde national
start ook onze twee en en half uur durende wandeltocht.

We lopen door
prachtige rotsformaties en de gids laat ons fossielen, versteend hout,
versteende slakkenhuizen en diverse steensoorten zien. Na twee uur
wandelen komen we bij een verlaten dorpje aan wat aan de rand van een
oase ligt. Aan de andere kant van het dorp ligt een enorm ravijn. We
genieten van het prachtige uitzicht en de uitgebreide
fotomogelijkheden. 100 fotoklikken later vertrekken we weer en komen
aan bij een verzameling cafe-tjes en toeristische kraampjes waar we
Karin, Liesbeth, onze chauffeurs en nog meer puppies (deze maar 4 weken
oud) vinden.

De chauffeurs hebben er voor gezorgd dat ook
Karin een leuk programma heeft: ze hebben de dames afgezet bij een zeer
goed te bewandelen ravijn, waar een kleine waterval te bewonderen is en
verder heel bijzondere minerale afzettingen in de rots. Het is er
doodstil en we genieten een kwartiertje door helemaal niets te zeggen
en alleen maar te kijken. Bij het koffie drinken hernieuwd Liesbeth
haar vriendschappen met de plaatselijke verkopers (wat leuke souvenirs
oplevert) en daarna rijden we van Tamerza (waar de wandeling begon)
naar de tweede bergoase om te wachten op de lopers.

Na een
bijtank- en plasstop (in een prachtig schoon, luchtig toilet dat
palmoase heet) duiken we de auto’s in voor de lange rit terug naar
Djerba. Onderweg stoppen we om nog wat inkopen te doen voor de
pciknick, maar voor de rest is het doorrijden geblazen. De picknick
zelf is kort maar lekker: we stoppen in een palmoase, waar we genieten
van vers warm brood en een enorme hoeveelheid belegsoorten. Binnen 30
minuten is alles weer opgeruimd en zitten we weer in de auto’s.
Veel
valt er niet over te zeggen, behalve dat het een fors eind is. We komen
rond 4 uur aan bij de haven waar het veer naar Djerba vertrekt. Hier
mogen we aansluiten achter een enorme rij auto’s, met name landcruisers
vol met toeristen die terugkomen van hun dagtripjes op het vasteland.
Geergerd kijken we naar ladingen toeristen die in veel te korte
broeken, rokjes en topjes rondrennen. Ook voor ons was het in het begin
even wennen om met die enorme hitte toch bedekt rond te lopen, maar
zo’n moeite is het nu ook weer niet om wat respect voor een andere
cultuur te tonen. We doden de tijd met een drankje en ‘maken kennis’
met een chameleon die een verkoper op Karin’s hand zet.

Een uur
en 4 veerponten later rijden onze jeeps het veer op en lopen wij er
achter aan. We genieten van de frisse zeelucht tijdens de 15 minuten
durende overtocht en rond half zes zit iedereen weer in de auto’s voor
het laatste stuk naar de luchthaven. We nemen de zeer rustige
alternatieve snelweg (een zandpad) langs het water en een klein half
uur later zien we de toren van de luchtverkeersleiding aan de horizon
opdoemen. Snel eten we langs de kant van de weg nog wat fruit en
drinken we nog een drankje. De geplande tweede picknick lukt uit
tijdgebrek niet meer.

Ruim op tijd op de luchthaven nemen we
afscheid van onze chauffeurs. We checken snel onze bagage in en het
grote ticket avontuur kan beginnen. We zijn nog steeds op zoek naar de
juiste tickets voor onze terugvlucht op 6 juni, maar op de luchthaven
lijkt er schot in te komen. Zeer hulpvaardig wordt er al snel
geconcludeerd dat we inderdaad op de vlucht van 6 juni geboekt zijn. We
krijgen hier ook een schriftelijke bevestiging van, maar de tickets
kunnen alleen in Tunis geprint worden. Er wordt een Telex naar Tunis
gestuurd om aan te kondigen dat we er aan komen en tevreden stappen we
op het vliegtuig.
Aangekomen in Tunis lopen we snel naar de balie om
onze tickets op te pikken… Helaas: de daar aanwezige medewerker werkt
niet mee en verteld ons dat hij geen telex heeft gekregen, we terug
moeten komen als er een fax is uit Amsterdam en als zijn baas er is op
maandag.
We rijden teleurgesteld achter de rest aan naar het prima
hotel in het centrum van de stad. Nadat we onze spullen hebben gedumpt
en de kamer voor twee extra nachten hebben gereserveerd, gaan we met de
groep eten bij pizzeria ‘la Mamma’. Ondanks dat het laat is gaan het
eten en de drank er bij ons prima in en het is erg gezellig. Terug in
het hotel nemen we afscheid van Liesbeth, Ton en Marjo, Caroline en
Justine, Wim, Anja en Evelien. Lieve allemaal; dank jullie wel voor
fantastisch mooie en een heel gezellige reis. We hebben enorm geboft
vinden wij, met het gezelschap en we zullen jullie missen de komende
anderhalve week!

Zaterdag 27 mei 2006 – Tunis

Zaterdag 27 mei 2006 – Tunis

Uitslapen! Terwijl de rest van de groep om 6 uur vanaf het hotel
vertrekt draaien wij ons nog eens rustig om (troost jullie: over
anderhalve week zijn wij ook aan de beurt). Om een uurtje of 10 komen
we ons bed uit en vertrekken we voor fase drie van onze grote ticket
actie.
Na een croissantje en een sapje op een terras pikken we een
taxi naar het vliegveld. Deze medewerker van Tunisair is veel
vriendelijker maar ook hij kan uiteindelijk niets doen zonder zijn baas
die er pas maandag weer is. Wordt vervolgd…

Na ondertussen
al twee keer teveel te hebben betaald voor een taxi naar de stad
(andersom gaat het prima) besluiten we het deze keer anders te doen. We
stappen dit keer op de tweede verdieping in een taxi die net iemand
heeft afgezet bij de vertrekhal. Zonder enig probleem gaat de taximeter
aan en 4 dinar en nog iets later staan we voor het Bardo museum. 2 en
een half uur en zo’n 200 foto’s lang dwalen we door dit museum vol met
de meest mooie mozaieken. Het museum is gevestigd in een oud paleis,
dus ook het gebouw zelf is erg de moeite waard. Rijk versierd en erg
mooi opgezet, met een schitterende collectie kunnen we het museum
iedereen aanraden. Na een kopje koffie zijn we in 1 klap weer wakker
(wat doen ze hier toch met dat spul). We nemen terug de sneltram in
plaats van de taxi. Erg goedkoop en hoewel – gezien de blikken van de
andere passagiers – weinig gebruikt door touristen werkt het
uitstekend. We zijn in no-time in het centrum.
Het eerste
internetcafe laat ons nogal in de steek (de plaats waar het zou moeten
zijn is een grote bouwput), maar uiteindelijk vinden we vlak achter ons
hotel op de 2e verdieping van een bouwval wel een werkend exemplaar.
Daar werken we in een paar uur tijd de site bij.

[vervolg – toegevoegd 28-05]
Het
duurt even voordat we alles opgeschreven hebben; pas rond 6 uur zijn we
weer op de hotelkamer. Daar frissen we ons op en trekken iets anders
aan want we gaan echt chique uit eten. Een korte wandeling dwars door
de Medina brengt ons bij het restaurant Dar El Jeld. Dar betekent
paleis of omgebouwd landhuis en het heeft dan ook de klasse die je van
een paleis mag verwachten. Hoewel ze in eerste instantie helemaal
volgeboekt zijn, mogen we na een tweede inspectie toch naar binnen.


We
gebruiken een aperatiefje in de lounge en worden dan naar onze tafel
begeleid. Op een balkon op de eerste etage hebben we een prachtig
uitzicht op de andere tafels, zonder dat we het gevoel hebben dat we
echt weggestopt zijn.
De bediening is vlekkeloos, al blijft het eten
tunesisch. Na een enorme partij lekkere voorgerechtjes en halverwege
een fles prima rode wijn valt het hoofdgerecht een beetje tegen. Dat
mag de pret niet drukken; in zo’n entourage is uit eten gaan altijd
leuk. We tafelen onder het genot van een kopje koffie nog wat na en
rond een uur of 11 verlaten we voldaan het restaurant. We willen ‘s
nachts liever niet dwars door de Medina wandelen, dus we pakken een
taxi. De jonge chauffeur zit vol met verhalen, doet een extra rondje
waarmee hij ons gepast afzet en uiteindelijk staan we weer vlakbij het
hotel. Tevreden over ons eerste dagje samen op stap vallen we in slaap.

Zondag 28 mei 2006 – Carthago

Zondag 28 mei 2006 – Carthago

Vandaag staan we weer vroeg op want we willen de opgravingen in
Carthago gaan bekijken. Na een sapje en een croissantje op een van de
vele terrasjes aan de avenue Bourguiba pakken we de TGM (de lokale
trein) in de richting van Carthago-Hannibal. Na een half uur in een
warme en stampvolle trein (tip: reis eerste klas…) komen we aan op
een prachtig bloemenrijk stationnetje. Het is heerlijk om zoveel groen,
zoveel bloemen en al het water te zien. We bekijken eerst de werkelijk
reusachtige baden van Antonius, waar we tegelijk met een leeggelopen
amerikaans cruise schip aankomen. Gelukkig is de site zo groot dat we
de massa’s aardig weten te ontlopen. Hoewel in de hoogte niet veel meer
is te zien, geven de enorme oppervlakte en de kelders van de baden toch
een goed idee over hoe reusachtig dit complex ooit moet zijn geweest.
Het is werkelijk een prachtig gezicht en het is dan ook geen wonder dat
de woning van de president van Tunesie aan dit complex grenst.

Na
de baden is het museum aan de beurt. Het is een een eindje klimmen, aan
de andere kant van het spoor. Onderweg worden we nog even gewezen op de
vriendelijkheid van de Tunesiers. Een taxichauffeur probeert ons over
te halen om van zijn diensten gebruik te maken om de diverse sites te
bezoeken. We wijzen een keer of 5 vriendelijk af en uiteindelijk maakt
hij rechtsomkeert om gelijk toch weer te stoppen en ons ongevraagd te
vertellen welke kant het museum op is.
Na een korte klim staan we
naast een enorme, iets vervallen, kathedraal waar het museum naast
ligt. Helaas wordt het museum verbouwd en is slechts een klein gedeelte
van de collectie in twee zalen te bekijken. Ze hebben wel een paar erg
mooie stukken staan en ook hier maken de mozaieken weer erg veel indruk
op ons. Na een uurtje dwalen zijn we er klaar mee: Het is warm en we
hebben nog wat dingen te regelen voor de komende dagen. Om te beginnen
een Hotel in Sidi Bou Said. Harro belt (ze spreken engels, en dat is
fijn) en krijgt te horen dat er weliswaar kamers zijn maar dat we
moeten emailen of faxen. We besluiten eerst terug te gaan naar Tunis
zelf voor een lunch en internet stop. De rest van de middag zal in het
teken staan van regelen en siesta!

[vervolg – toegevoegd 30-05]
Nadat alles weer op de site staat lopen we naar het treinstation dat om
de hoek ligt. Even diep adem halen, want nu moeten we in het Frans van
alles regelen. Dat blijkt reusachtig mee te vallen: zonder problemen
regelen we twee tickets voor dinsdag naar Sousse: confort classe. Deze
twee uur durende treinreis in een belachelijk luxe klasse kost ons toch
al gauw omgerekend 6 euro…
Daarna slaan de hitte en de vermoeidheid toe en in het hotel vallen we
al snel boven ons boekje in slaap. Uiteindelijk weten we onszelf om
half 7 overeind te krijgen en na wat opfrissen zitten we om half acht
opnieuw bij La Mamma. De ober lijkt ons niet te herkennen, maar dat is
schijn blijkt al snel. Ook de zanger van 2 avonden geleden knikt
vriendelijk onze kant op en mummelt daarna door in zijn beste engels
(ooit het nummer “knocking on heaveners door” gehoord…?). Het eten is
prima, we genieten van een flesje wijn en daarna moeten we nodig meer
slapen!

Maandag 29 mei 2006 – Sidi Bou Said

Maandag 29 mei 2006 – Sidi Bou Said

We hebben vandaag gebombardeerd tot onze luxedag, maar dat kan
natuurlijk niet voor we eerst een bezoekje hebben gebracht aan onze
grote vrienden van Tunisair. Vandaag is de chef op kantoor en vol
vertrouwen stappen we zijn kantoor binnen: nu zal het toch wel goed
komen? In eerste instantie gaat alles goed: aan de balie kunnen we onze
tickets ophalen… of niet natuurlijk. Om een lang verhaal niet nog
langer te maken: binnenkort deel 5 van dit spannende avontuur! We gaan
er overigens van uit dat we gewoon op de 6e terugvliegen: iedereen is
het er over eens dat we geboekt staan op die dag, maar die tickets
willen niet zo vlotten…

Afijn, daarna kan het leuke deel van
de dag beginnen. We hebben al snel weer een goedkope taxi naar ons
hotel. Daar hebben we alvast gereserveerd voor de laatste twee nachten
en de manager is zo vriendelijk om ons toestemming te geven wat bagage
(slaapzakken en vuile was) achter te laten de komende week. Met
aanzienlijk lichter rugzakken lopen we naar de TGM. Eerste klas deze
keer, reizen we naar Sidi Bou Said. Na een klein toeristische
omleiding, georganiseerd door onze eigen postduif, hebben we
uiteindelijk de goeie route naar het hotel te pakken. Bergop, graadje
op 30, rugzakken… Toch wat verhit komen we aan in ‘hotel de charme’
Dar Said. Voor de liefhebber: www.darsaid.com.tn.
Daar worden we meteen op het terras aan het zwembad in de schaduw
gezet, met een drankje van het huis. Paspoorten kunnen we afgeven en na
20 minuten ontspannen bijkomen worden we opgehaald om de kamer te gaan
bekijken.

Hotel Dar Said is een prachtige omgebouwde villa,
waarbij de kamers rondom schitterend betegelde binnenplaatsjes liggen.
Het heeft werklijk alles: een klein zwembad met uitzicht over de baai,
een eigen bloementerras en overal zitjes in de stile gangen en op de
met bougainville overgoten binnenplaatsjes. Bovendien hebbn we nog
nooit zulk correct maar ook hartelijk personeel meegemaakt. Onze tassen
staan natuurlijk al op de kamer en er liggen bovendien wat hapjes te
wachten. De kamer is groot, met een hoog plafond en een prachtige
badkamer. Alles straalt luxe uit zonder schreeuwerig te zijn en we
dwalen met open mond door de kamer en de rest van het hotel.
Na even
opfrissen gaan we eerst het dorpje bekijken. Alle foto’s die je kent
van blauw-wit Tunesische dorpjes zijn volgens ons in dit pittoreske
dorp gemaakt. Overal zien we prachtige bewerkte blauwe deuren en alles
lijkt zo uit een ansichtkaart weggelopen. In een hotel met uitzicht
over de baai en de jachthaven genieten we van een drankje. Inmiddels is
het 4 uur en dringend tijd voor een bezoek aan het zwembad! Het is niet
groot, maar heerlijk koel en erg rustig. Ontspannen brengen we
anderhalf uur daar door: boekje lezen, zwemmen, drankje erbij…

‘s
Avonds eten we heerlijk bij een kleine restaurantje om de hoek van het
hotel, met een – hoe kan het ook anders – geweldig uitzicht. Het eten
is heerlijk. Terug in het hotel genieten we nog even van de stilte en
vallen vervolgens als een blok in slaap!

Dinsdag 30 mei 2006 – Naar Sousse

Dinsdag 30 mei 2006 – Naar Sousse

Wat is dat heerlijk wakker worden; het is stil en we hebben een
ongetwijfeld heerlijk ontbijt in het vooruitzicht. Dat blijkt wel te
kloppen. Het ontbijt wordt geserveerd op het terras aan het zwembad en
is het beste ontbijt dat we tot nu toe gehad hebben hier in Tunesie. Na
het afrekenen gooien we onze rugzakken weer op ons rug en pakken de TGM
terug naar Tunis.
Na een kopje koffie gaan we naar het station waar
we om 5 over 12 in onze confort classe stoelen richting Sousse zoeven.
Nou ja, zoeven, heel erg snel gaat het niet maar het is een prima reis
en twee uur later staan we er dan ook. Vlakbij het station ligt hotel
Monia, waar we de komende twee nachten een kamer hebben. De eigenaar
vraagt onmiddelijk of wij degegen waren die gisteren belden en weet er
een paar woorden verrassend goed Nederlands uit te persen. Hij is zo
vriendelijk dat we hem dit graag vergeven ;-).

Nadat we
geinstalleerd zijn op onze kamer starten we met een korte
ontdekkingreis door de Medina van Sousse. Omgeven door enorme muren (op
sommige plekken zo’n 4 meter dik) is het weer een heerlijk kleurig en
druk gebeuren. We merken meteen dat de verkopers hier een stuk
‘aggresiever’ verkopen: ze pakken je hand vast, blijven voor je staan
en zijn over het algemeen net iets irritanter. Onverstoorbaar lopen we
er door heen en brengen een bezoek aan de Ribat, een fortje uit de 8e
eeuw aan de rand van de Medina. Hoewel het een redelijk eenvoudig fort
is en er voor de rest weinig mee is gedaan, maakt het toch indruk.
Vanuit de toren van de Ribat genieten we van een prachtig uitzicht over
de souks en de rest van de stad en we hebben een perfect uitzicht op de
nabijgelegen moskee. Bijzonder genoeg heeft deze moskee geen toren;
vroeger werden de gelovigen vanaf de toren waar we nu staan opgeroepen
tot het gebed.

We drinken nog wat, lopen nog door een souvenir winkel en lopen dan
richting de boulevard. In een grote supermarkt kopen we een zakje chips
dat we heerlijk aan het strand oppeuzelen. Achteraf blijkt dit meteen
het culinaire hoogtepunt van de dag. Harro’s obsessie met engelse
kroegen loopt uit op een redelijk fiasco, om van het daaropvolgende
diner nog maar te zwijgen. De kroeg is te ver weg, we doen ook nog even
kort een toeristische route, het is er leeg en doet niet echt brits
aan. Het door beide reisgidsen aangeraden restaurant is ronduit slecht
en met een ontevreden gevoel gaan we terug naar het hotel. Morgen wordt
het vast beter!

Woensdag 31 mei 2006 – El Jem en Sousse

Woensdag 31 mei 2006 – El Jem en Sousse

Vandaag is het weer vroeg op, want om 7 over 8 vertrekt onze trein
richting El Jem. Treinverbindingen hier zijn op zich prima, er rijden
er alleen niet zo heel veel… Weinig keuze dus en vandaar dat we op
dit vreselijk vroege tijdstip op het perron staan. De treinrit verloopt
zonder verdere avonturen en als de trein het station binnenloopt zien
we het enorme amphitheater al liggen. Waarschijnlijk gebouwd in
opdracht van een gouverneur uit Rome en in zijn geheel betaald door de
olijventeelt is dit theater bijna net zo groot als het Colosseum in
Rome. Nog bijzonderder is dat het geheel nog beter intact is gebleven
dan zijn grote broertje. Het theater is dan ook gebruikt als decor voor
onder andere ‘the Gladiator’ en ‘Life of Brian’.

We gaan snel naar
binnen en dwalen anderhalf uur lang door het hele complex. Van de
vierde verdieping tot onder de grond: je kunt alles bekijken. Hoewel de
dag wat koud begint breekt al snel de zon weer door en als we binnen
klaar zijn lopen we er ook nog een keer helemaal om heen. Als klap op
de vuurpijl nog een bakkie met uitzicht op het theater en dan hebben we
het idee dat we het echt helemaal hebben bekeken.

De volgende
stop is het minder bekende archeologische museum. Dat blijkt een enorme
aanrader: zalen vol prachtige mozaieken en achter het museum in de tuin
de resten van een aantal romeinse villa’s. Hier hebben ze ook een
gedeelte van een villa nagebouwd en we worden door één van de mensen
die hieraan mee hebben meegewerkt rondgeleid. Hij werkt er al 37 jaar
en vertelt honderduit. De mozaiekvloeren en alle muren tot ongeveer 1
meter hoogte zijn origineel (wel verplaatst), de rest is er op gebouwd.
Het geheel geeft een heel goed beeld hoe zo’n villa er uit kan hebben
gezien. Onze vriendelijke gids weet er veel van, is duidelijk trots op
zijn werk en kan goed vertellen.
Na een goed uur vertrekken we in
de richting van een restaurantje voor onze lunch. In tegenstelling tot
de vorige dag hebben we het nu goed getroffen: het eten is goedkoop en
smaakt prima en aan het eind van de maaltijd krijgen we onverwacht thee
en meloen aangeboden. Tevreden wachten we op de trein terug.

Rond
een uur of drie zijn we weer terug in Sousse en begint het tweede
gedeelte van onze verkenningstocht van de Medina. Op weg naar de Kasbah
worden we aangesproken door een wat oudere man die uitstekend engels
spreekt en ons tot onze grote verbazing een moskee in loodst. Hier
kunnen we rustig rondkijken en foto’s maken. Na het bezoek leidt hij
ons verder richting de Souks, waar hij afscheid neemt. Wij lopen verder
richting de kasbah (het tweede fort van de Medina), waar een museum in
is gevestigd. Ook hier weer prachtige mozaieken en ook iemand die bezig
is met het maken van reproducties hiervan. Gefacineerd kijken we hoe
hij steentje voor steentje met een tang op maat knipt en in het geheel
plakt.
We lopen verder richting een tweede station waar we de
treintijden bekijken voor onze tocht van morgen richting Madhia. En
daarna is het weer tijd voor het bijwerken van de site en zometeen is
het tijd voor het zoeken naar een beter restaurant dan dat van
gisteren. Kan nooit echt moeilijk zijn…

Donderdag 1 juni 2006 – Naar Mahdia

Donderdag 1 juni 2006 – Naar Mahdia


Gisteren zijn we geeindigd in een leuk restaurant recht tegenover het hotel. Het restaurant

heet Marmite en in tegenstelling tot wat je denkt (die oneetbare engelse prut) is het in het

arabisch een grote kookpot in de vorm van een urn.
We waren vroeg. De eerste week leek het alsof hier erg vroeg wordt gegeten, maar sinds we in

het noorden zijn, zijn we om half negen vaak de eersten. Het restaurant was aanvankelijk erg

leeg, maar het eten was erg goed en we hebben erg gelachen om de kok die met een levende

kreeft liep te paraderen. Lekker wijntje er bij, dus het slapen lukt prima.


Na het opstaan laten we de tassen nog even achter in het hotel en gaan voor een bakkie

koffie en een croissantje naar een om de hoek gelegen cafe. Daarna wandelen we naar het

station voor een treinrit naar Mahdia. Hele 7 Dinar armer (voor twee personen) en bijna twee

uur hobbelen later stappen we uit in dit heerlijk rustige dorpje. In tegenstelling tot veel

andere kustplaatsen is het Mahdia gelukt om de zone touristique ver buiten het oude dorp te

houden. Hierdoor houdt het dorp een heel oorspronkelijke sfeer. We nemen een kamer in het

piepkleine hotel Al Jazira. Dit hotelletje, wat meer weg heeft van een hostel dan een hotel,

ligt in het centrum van het dorp aan zee. Het lukt ons een kamer met prachtig uitzicht te

krijgen; het hotel wordt alleen door een weg gescheiden van zee.


Beetje jammer dat we eigenlijk strandplannen hadden in Mahdia: Het is namelijk nog geen 19

graden, het is bewolkt en het waait zeker windkracht 6. Je zou bijna denken dat we in

Nederland zijn :-). Eigenlijk vinden we het wel lekker, deze kans op uitwaaien. We pakken

dan ook snel onze spullen en gaan op verkenningstocht. Na een bakkie koffie lopen we langs

een fort en voor we het weten staan we midden op een grote begraafplaats die zich links en

rechts tot aan zee uitstrekt. Op het strand zien we overal resten van eeuwenoude

beschermingsmuren die vroeger het hele schiereilandje omringden. Het is overal erg rustig en

dat is best lekker na de drukte van Sousse. Als we goed zijn uitgewaaid is het ondertussen

half vijf en tijd voor een iets verlate lunch. We eten een heerlijk warm broodje met vlees

cq vis en vertrekken daarna richting hotel om een uurtje uit te rusten. Met een zakkie chips

nemen we lekker de tijd en vanuit ons raam blijken we uitstekend de prachtige zonsondergang

te kunnen zien. Zoals je kan raden is het ondertussen wat opgeklaard en heel wat plaatjes

later, als de zon echt onder is, weten we ons pas los te rukken van het uitzicht.

We eten bij een leuk restaurantje verrassend lekker: veel voorafjes en een heerlijk malse

lamsspies.

Vrijdag 2 juni 2006 – Naar Monastir

Vrijdag 2 juni 2006 – Naar Monastir


Vreemde gewaarwording: we worden wakker van de golven die ongeveer tegen de ramen aan lijken

te slaan. Ondanks de herrie is het weer vreselijk opgeknapt: het is strakblauw en de

temperatuur is heerlijk.
In een van de grote boze boekjes hebben we gelezen dat het op vrijdag markt is in Mahdia,

dus hier besluiten we eerst even op rond te struinen. Dat zullen we weten: de markt blijkt

enorm en het schattige dorpje lijkt echt twee keer zo groot. Eindeloze rijen stalletjes waar

van alles wordt verkocht. Van bedden tot sieraden, van etenswaren tot stoffen. We ‘eksteren’

lekker langs alle stalletjes, maar uiteindelijk wordt de drukte ons toch wat teveel. We

blazen uit met een kop koffie en dan is het ook al tijd om onze trein te pakken: dit keer

een stukje terug naar het noorden, naar Monastir. Daar willen we twee nachten blijven

voordat we helemaal terug gaan naar Tunis.

De reis van een uur verloopt zonder verdere bijzonderheden en we gaan op zoek naar ons

hotel voor de komende dagen. We hebben een specifiek hotel in gedachten (de reisgidsen

spreken van vergane glorie, maar vlak aan zee) en hebben ons voorgenomen eens flink af te

gaan dingen op de verwachte prijs. In het hotel staan we al snel met ons bek vol tanden, het

kost minder dan de helft van wat we verwachtten en we krijgen een joekel van een kamer met

uitzicht op zee en een balkon. Het is inderdaad vergane glorie: het zwembad ziet er wat

groenig en weinig aanlokkelijk uit, her en der bladdert wat verf van de muren, maar het is

schoon en wat ons betreft helemaal in orde.


Als we geinstalleerd zijn gaan we eerst lunchen. Harro loopt al een uur te zeuren over

pizza’s dus we zoeken de eerste beste pizza tent op. De pizza’s zijn zowaar redelijk te eten

en binnen een half uur zijn we weer op weg. Na een korte wandeling langs de supermarkt (waar

we falen in onze poging om een fles wijn te krijgen: het is vrijdag) en door de Medina komen

we bij de ribat. Net zoals zoveel andere sites in Tunesie is ook de ribat een geliefd film

decor. Als we er over en door heen struinen begrijpen we goed waarom. Overal zijn er

kamertjes, trappen, gangetjes en torens. Het is er heerlijk rustig en behalve een wat

opgejaagde franse reisleidster komen we in het complex niemand tegen. Het uitzicht vanaf de

uitkijktoren is prachtig. We kijken aan de ene kant uit over de Marina en de boulevard en

aan de andere kant zien we het Mausoleum van Bourguiba, hij waarnaar alle grote boulevards

zijn genoemd, en de medina liggen.

We hebben het van al het geklauter toch ondertussen redelijk warm gekregen en vertrekken

richting de Marina voor een heerlijk kopje koffie. We genieten van de heerlijke rust en

merken dat we weer dringend toe zijn aan een schoonheidsslaapje. Na de siesta werken we de

site bij en vanavond eten we aan de haven.

Zaterdag 3 juni 2006 – Monastir

Zaterdag 3 juni 2006 – Monastir


Gisteravond hebben we aan de haven gegeten bij een uitstekend
restaurant. Het valt ons iedere keer weer op hoe wisselend we deze
vakantie eten. Tunesie is niet het land van de vele keuzemogelijkheden
of de bijzondere kaart, maar gelukkig zijn er ook een heel aantal goeie
(hoewel naar plaatselijke maatstaven dus duurdere) restaurants.
Vanavond gaat het in ieder geval prima: goed eten, prima sfeer en
rustig restaurant met zowel mannen als vrouwen. Na het eten wandelen we
over een stille boulevard terug naar het hotel en daarna vallen we
gelijk in slaap.


Vanochtend slapen we uit. Heerlijk lui slaan we het ontbijt over en het
duurt flink wat tijd voor we in beweging komen. We hebben ons
voorgenomen om vandaag 1 cultureel “ding” te doen en daarna “mogen” we
luieren. We kiezen voor het mausoleum van de inmiddels ook bij jullie
bekende ex-president Bourguiba (juist, hij van die avenu’s). De man is
97 jaar geworden en heeft er daarvan zo’n 30 geregeerd over
Tunesie. We zullen alle politieke meningen even achterwege laten; feit
is in ieder geval dat hij een laatste rustplaats heeft gekregen in een
werkelijk overdonderend mausoleum. Brede laan (avenu?) er naar toe,
moskee-achtig gebouw en enorme marmeren graftombe. Bijna tegen onze zin
zijn we wel onder de indruk van het gebouw. We dwalen er een half
uurtje doorheen en daarna moet er dringend gegeten worden. We zijn alle
warme happen en vage broodjes even zat en halen bij de supermarkt een
stokbrood en lekkere kaasjes en lunchen langdurig en uitgebreid op de
balkon van onze hotelkamer.


Daarna wilden we eigenlijk naar het strand, maar ja, dat hadden we
natuurlijk niet hardop moeten zeggen. Het is op zich prima weer, maar
het waait enorm en is eigenlijk te koud en winderig voor badderen en
strandhangen. We stellen ons tevreden met een lange strandwandeling.

Daarna ploffen we opnieuw op het balkon, maar deze keer met een fles
wijn en een hapje. We zitten een paar uur te kletsen en mensen te
kijken, tot het tijd is om te genieten van het laatste avondlicht, de
zonsondergang en daarna een hapje eten. We dwalen een uurtje langs het
mausoleum en de ribat en klikken plaatjes in het geweldige licht.


Bij de haven genieten we van de zonsondergang en daarna kiezen we een
pizzeria uit. Het eten is ook hier prima (lekker: een echt goeie
pizza!) en we hebben (erg onaardig) lol om de rest van de mensen in het
restaurant. Van een ERG dronken duitse dame die aan haar tafelgenoot
net iets te hard uitlegt dat hij niet echt goed presteert in bed, tot
een zeer verdrietige Tunesische man (ook dronken), waarvan we gokken
dat zijn date hem zojuist heeft laten zitten. In een opperbest humeur
na deze luie dag en dit leedvermaak vetrekken we naar het hotel. Slapie
doen!

Zondag 4 juni 2006 – naar Tunis

Zondag 4 juni 2006 – naar Tunis


Vandaag is de terugreis definitief begonnen. Na een heel erg slecht
ontbijt in ons hotel (we stoppen om toch iets in onze maag te hebben
een mini-croissantje naar binnen, maar dat was het dan echt) pakken we
de trein naar Sousse. Daar hebben we 2 1/2 uur voor de volgende trein
gaat, dus tijd genoeg om in het cafe waar we eerder zijn geweest te
genieten van een goed broodje en een prima crèpe èn uitgebreid kopjes
koffie en sapjes te drinken. We kijken mensen en zij bekijken ons: we
blijven erg interessant met onze Nederlandse – of in hun ogen helaas
Duitse – koppen en onze enorme rugzakken.

Intermezzo – kunnen jullie je – beste groepsleden – nog herinneren
dat Harro zijn “sjesh” (hoofddoek) liet liggen in het puthotel? En dat
er toen verhalen waren over het aantal zonnebrillen dat Harro verslijt?
In Sousse is het hem eindelijk gelukt om ook deze vakantie ongemerkt zijn zonnebril
te laten liggen… Het gaat wel steeds beter: deze keer duurde het toch
bijna 16 dagen…


Na 2 uur vetrekken we naar het station waar we een kaartje kopen naar
Tunis. Zonder verdere problemen komen we daar om kwart over 3 aan. In
het hotel worden we door de vriendelijke man met snor onmiddellijk
herkend. Hij geeft ons een prima (ruime) kamer op de 4e verdieping: weg
van de herrie en stank en uitkijkend over de stad. We krijgen keurig de
bagage terug die ze voor ons bewaard hebben en als we in de kamer
neerploffen voelen we ons oprecht welkom.

We gooien alle zooi neer en lopen naar de beroemde avenu (en nu
allemaal tegelijk: “Avenu  Bourguiba”) waar we neerstrijken bij het
terras van hotel El Hana. Ze schenken prima drankjes (waaronder
alcoholische) en ook de sandwich die we er eten is heerlijk (kip mét
mayo). Bovendien is het erg betaalbaar en kan je er prima mensen
kijken, zonder er opgeprikt tussen te zitten.
 

Na een hapje en een drankje wandelen we door een uitgestorven Medina
naar de andere kant ervan, waar we een week geleden gegeten hebben bij
het chique restaurant. We bekijken de overheidsgebouwen (zeg maar
rustig paleizen) die rondom een enorm plein staan en zien hoe er met
veel tamtam een vlag wordt gestreken (leuk detail: die ze vervolgens op
de grond opvouwen). Het avondlicht is weer geweldig (toch leuk als je
zo vaak mooi weer hebt) en genietend lopen we terug naar het terras van
Hotel El Hana waar we opnieuw een drankje nemen.

Bij het zoeken naar een restaurant ontdekken we dat er wel ERG veel
dicht is op zondagavond. We komen uiteindelijk in een klein
restaurantje terecht vlak bij ons hotel, wat door de boekjes wordt
aangeprezen. Wij worden niet zo blij van het eten. Toegegeven: het is
erg goedkooop, maar daarbij eten we echt niet lekker. De sfeer in de
stad is ook niet echt prettig: op zondagavond zijn vooral de singel
mannen aan de wandel lijkt het wel en er zweven veel te veel manlijke
hormonen rond. We gaan vroeg naar bed en lezen nog een beetje.

Maandag 5 juni 2006 – Tunis

Maandag 5 juni 2006 – Tunis


Eindelijk is het zover: we mogen weer eens naar het vliegveld! Dat
hebben we al zeker een week niet gedaan, dus we verheugen ons enorm op
de hernieuwde kennismaking met onze vrienden van een zekere
Noordafrikaanse vliegmaatschappij…

Op het vliegveld blijken we deze keer een vriendin te hebben, maar dat
bevalt eigenlijk wel. Ze print na flink zoeken een fax uit, waaruit we
kunnen opmaken dat Tunisair Amsterdam akkoord is. “Surely now it wil be
allright tomorrow” zegt ze hoopvol. We hoeven elkaar niet eens aan te
kijken: “surely” is niet goed genoeg en ja natuurlijk maken we dan
graag even van de gelegenheid gebruik om haar chef te spreken. Ze helpt
ons verder door zelf even de chef aan zijn jasje te trekken en dan komt
er schot in de zaak: roze wijzigingsstickertjes en en stempel en zomaar
ineens is het geregeld! Ze moet lachen om ons vreugdedansje: we kunnen
echt naar huis!


Helemaal blij pakken we een (natuurlijk goedkope) taxi naar de Medina.
Karin wil graag het Dar Lasram gebouw bekijken. In dit voormalige
paleis is nu het genootschap gevestigd dat gebouwen in de Medina – als
cultureel erfgoed – beschermt, onderhoudt en renoveert. Het gebouw is
enorm en erg mooi. Het is gratis te bekijken en hoewel het een beetje
vreemd voelt om een kantoor binnen te wandelen is iedereen erg
vriendelijk en willen ze graag helpen en over de Medina en het gebouw
vertellen. Na deze stop dwalen we nog anderhalf uur door verschillende
niet-toeristische souks. We komen geen enkele andere toerist tegen en
hoewel de drukte na een tijd op onze zenuwen gaat werken is het wel
erg leuk om te zien.


We eten een laten lunch bij onze nieuwe favoriet Hotel El Hana en
daarna houden we siesta. Aan het eind van de middag vertrekken we
opnieuw naar het hotel, maar deze keer naar de 10e verdieping, waar de
Jamaica-bar zit. De bar is niet zo bijzonder, maar het uitzicht over de
stad is wel geweldig. Om half 9 vertrekken we naar restaurant
Andalouse. In dezelfde straat als La Mamma is dit restaurant met een
beetje een Marrokaans sfeertje een prima keuze. We eten lekker en
heerlijk op ons gemakje. Bij een flesje wijn tafelen we na en praten
uitgebreid over deze heerlijke vakantie. Morgen alweer naar huis en dat
is altijd een dubbel gevoel: thuiskomen is heerlijk, maar dat de
vakantie is afgelopen minder fijn.

We gaan vroeg slapen, want de wekker staat al om 5 uur!

Dinsdag 6 juni 2006 – Naar Huis

Dinsdag 6 juni 2006 – Naar Huis


We zitten recht op in ons bed van de telefoon die geprogrammeerd is om
ons wakker te bellen. Gelukt: we zijn in één klap klaar wakker. Meteen
maar er uit en niet teveel nadenken over het tijdstip. De tassen zijn
al gepakt dus we staan snel beneden waar de bestelde taxi al op ons
wacht. Natuurlijk veel te duur komen we op de luchthaven. De
incheckbalie is nog niet eens open, maar we zijn de eerste die in de
rij staan: we zúllen met die vlucht mee!


Dat lukt ook: we zitten op de 3e rij en terwijl Harro de hele vlucht
natuurlijk ligt te maffen schiet Karin plaatjes van een zonovergoten
Sardinie en prachtige besneeuwde Alpen. Nederland ligt in de wolken,
maar we zijn toch blij om ons kikkerlandje weer te zien liggen. We
verbazen ons in de lucht al over alle rechte lijnen. We zijn op Schiphol in een
recordtijd overal doorheen: 11:17 uur het vliegtuig uit, 11:24 uur bij
de bagageband, 11:32 onze bagage en 11:46 een trein naar Leiden. En dan
zijn we thuis en begint het ritueel van wassen, opruimen, afkicken,
foto’s kijken en lekker nog genieten van anderhalve dag vrij om te
rommelen.


Afsluiting
Om met reisleidster Liesbeth te spreken: het was toch zo’n leuk reisje!
Maar zonder gekheid: dat was het echt. De eerste week was heerlijk
ongecompliceerd genieten met een erg leuke groep mensen van heel
bijzonder landschap en – inderdaad – heel aardig mensen. De tweede
anderhalve week hebben we genoten van de vrijheid, het avontuur, alle
prachtige sites die we gezien hebben en het strand en de zon. Het
noorden is drukker en toeristischer, maar heeft ook absoluut zijn eigen
charme. Tunesie is een
land dat eigenlijk drie culturen heeft (de afrikaanse, de arabische en
de westerse) en bovendien arm is – armer dan je misschien verwacht.
Er is vreselijk veel te zien en te doen en het is echt een enorme aanrader om er eens heen te gaan en dan
bovendien meer te gaan zien dan alleen een hotel en het strand!