Archief van
Categorie: Sardinie

Toe aan vakantie

Toe aan vakantie

Pfff, meestal zijn we niet de reizigers die kost wat kost zon willen hebben, maar na alle regen en vooral kou van de afgelopen maanden zijn we er wel aan toe: zon! warmte! lente- of zelfs zomergevoel! Volgende week gaan we bekijken of we die dingen kunnen vinden op het Italiaanse eiland Sardinie.

De voorbereidingen kostten wat moeite tot zover. Een phisingmail na het boeken van de auto (waar we gelukkig niet instonken), een onverwacht gesloten hotel dat onze reservering niet kon honoreren, waardoor we een nieuw hotel moesten vinden, een verzette vlucht, wat ons de eerste reisdag kost èn betekende dat we een nóg een nieuw hotel moesten vinden (voor de eerste nacht) en niet drie maar twee nachten hebben in Alghero en tenslotte ontbrekende vliegtickets, die pas gisteren boven water kwamen.

Hopelijk bevalt Sardinie zelf beter dan de voorbereiding. Daar hebben we, na alles dat we hebben gelezen, alle vertrouwen in! Van Sardinie wordt wel gezegd dat het een continent op één eiland is en de reisgids belooft dat ook: zon, zee, strand, culturele schatten, prachtige berglanschappen, lekker eten en drinken… Klinkt goed, wat ons betreft. Wij zijn er dus (bijna) klaar voor: na een lekker lang Hemelvaartweekend en nog een paar dagen hard werken, vliegen we er donderdag 24 mei voor 11 dagen tussenuit!

Donderdag 24 mei 2012 – van Leiden naar Collinas

Donderdag 24 mei 2012 – van Leiden naar Collinas

Heel blij waren we niet met de ‘afgepakte’ vakantiedag, maar het heeft wel tot gevolg dat we lekker rustig aan kunnen doen. We slapen een beetje uit, ruimen het huis op, stoppen de laatste spullen in de tas, Martijn gaat zelfs nog even naar de kapper en om kwart voor 12 gaan we op het gemak met bus en trein naar Schiphol.

Daar zijn we een beetje onder de indruk van de drukte. Door op donderdag weg te gaan hoopten we eigenlijk de meute voor te zijn, maar daar denkt de meute heel anders over! Het is overal erg vol en we nemen onze toevlucht tot een apparaat om de tassen in te checken. Domweg de instructies volgen blijkt prima te werken en binnen no time staan we in de rij voor de veiligheidscontrole en daarna voor de broodjes. Als we om kwart voor 2 aan boord gaan van het KLM-toestel zijn we blij dat we de drukte uit zijn.
De vlucht verloopt voorspoedig en zonder noemenswaardigheden. Ook de vlucht van Rome naar Cagliari verloopt prima. Binnen een half uur zien we het eiland liggen: het noorden volop in de zon, maar het zuiden verstopt onder enorme onweerswolken. Na een scherpe draai over de baai van Cagliari raken we keurig de landingsbaan. En dat ziet er best spannend uit: de landingsbaan begint zo’n 50 meter van de kust, dus tot het laatste moment zien we alleen maar water! Gelukkig IS het niet spannend, dus zonder problemen raken de wielen het asfalt en terwijl er een paar spatjes regen op de ramen vallen, rollen we uit naar de aankomsthal.

Een doolhof aan gangen en dan binnen een paar minuten de bagege van de band: dat is het betere werk. Als we de tassen hebben scoren we twee flesjes drinken en een pakje zoute koekjes en daarna de gereserveerde auto. Dat blijkt een donkergrijze fiat punto die zo nieuw is dat het plastic nog om het stuur zit. Tevreden scheuren we de lchthaven af en richting het noorden. SopSop (nog steeds de naam van onze TomTom) doet het prima (op dit moment,de trouwe lezer weet dat dat wel eens anders is geweest) en over de snelweg scheuren we in minder dan een uur naar Collinas, een klein gehucht halverwege tussen Cagliari en Oristano (dat halverwege op het eiland aan de westkust ligt). Onderweg krijgen we nog wat spatjes regen, maar ook veel zon en een regenboog. Het is rustig op de weg en hoewel het mooiste stuk van het eiland nog moet komen zien we al wel hoe bergachtig het is: veel meer dan we bedacht hadden.

Dat merken we ook de laatste kilometers naar Collinas: de haarspeldbochten vliegen om onze oren. Maar Martijn draait er zijn hand niet voor om en na even zoeken in wereldstad (kuch) Collinas, staan we voor de deur van Sa dom’e forru, onze B&B.
Mauricio (begin 30) heet ons in een charmante mix van Engels en Italiaans welkom, met koffie, zelfgebakken koekjes en de opmerking dat het enorm heeft geregend (belachelijk natuurlijk, voor de tijd van het jaar) en dat er in Collinas echt niets te doen is. Gerustgesteld (het is nu droog en we willen niets, zelfs niets meer eten, alleen maar slapen) krijgen we een prima kamer toegewezen. Na nog een korte rondje benen strekken waarin we vaststellen dat er in Collinas echt NIETS te doen is, kruipen we met een extra deken in bed: tijd om vroeg te gaaa…zzzzz

Vrijdag 25 mei 2012 – naar Alghero

Vrijdag 25 mei 2012 – naar Alghero

Oh mensen wat hebben we lekker geslapen en we overwegen heel even te blijven liggen… Tot we zien dat het buiten strakblauw en zonnig is. Sta op, sta op, het zonnetje is al op, dus om 8 uur zitten we aan het naar Italiaanse begrippen ZEER ruime ontbijt. Als dat op is pakken we onze spullen in en na een hartelijk afscheid van Mauricio scheuren we er om kwart voor 9 vandoor.

Onze eerste stop is Nuraghe Su Nuraxi. Een nuraghe is een prehistorische verdedigingstoren uit de de bronstijd, soms met een dorp er om heen. Er zijn er op Sardinie zo’n 7000 maar dit is de belangrijkste en de enige Unesco-site. De eerste bouwlaag, de centrale toren is van 1500 voor Christus. Latere toevoegingen zijn van 1000 v. Chr. (vier torens) en 800 tot 600 v. Chr (het dorp).

De site is het hele jaar erg druk, dus we zijn blij dat we er al om kwart over 9 zijn. We kopen een kaartje en horen dat we om half 10 meemogen met een rondleiding. Tot ons ‘enthousiasme’ komt er vlak na ons een enorme tourbus binnen (Israeliers) en daarna een bus schoolkinderen. Maar: we hebben mazzel. We vertrekken met z’n 2en! Bovendien blijkt onze gidse ondanks waarschuwingen in de LP een heel behoorlijk woordje Engels te spreken, dus we zijn blij. Voor ons zijn slechts 4 mensen op de site dus we hebben het rijk bijna alleen. Als zich 10 minuten na de start nog 4 Fransen bij ons voegen mag dat de pret niet drukken. Zij doen hun best op het Engels en de gidse op het Frans en we lachen allemaal om de spraakverwarringen.
De site is zonder meer indrukwekkend. Het vergt wat klauterwerk, maar de bouwwerken (de torens, het ‘fort’ en de circkelvormige huizen) en hun inrichting (afbeeldingen van gevonden beeldjes, maar ook de aanwezige baden) getuigen van een hoogstaande beschaving en een complexe samenleving. En in het lekkere zonnetje, voor de kuddes uit die zich verzamelen, is het heerlijk!

Na een dik uur bedanken we de gidse voor een prima rondleiding en na nog wat dwalen over en tussen de steenhopen drinken we een flesje water leeg en vertrekken richting Bosa, onze lunchstop. Onderweg kopen we bij een supermarkt voor het ENORME bedrag van 47 cent 1,5 liter water een flesje ictetea. Er moet gedronken worden, met dat warme weer!
Nadat het vanochtend strakblauw was binnen nu, rond 11 uur, de wolken alweer te ontstaan, maar vriendelijk genoeg niet op de plaats waar wij zijn. In hetzelfde stralende zonnetje dat we al vroeg zagen vandaag rijden we richting snelweg en daarna via een b-weg naar Bosa. De route is prachtig en in de berm stikt het van de bloemen. Geel, paars, rood, roze, wit: we proberen er wat van op de foto te krijgen tijdens een fotostop, maar het is vooral genieten onderweg.

Om 1 uur zijn we in Bosa en de omschrijvingen blijken wel te kloppen: van een afstandje is het net een waterverf of pastel: 101 pastelkleuren op de huizen die wel opgestapeld lijken richting het kasteel. We parkeren de auto en gaan op zoek naar een broodje. Na wat dwalen vinden we dat uiteindelijk hoewel broodJE wat misplaatst is. Op de enorme bol zit een halve kaas (Karin) en een kwart kaas en een halve salami (Martijn) gestapeld, dus trek krijgen we voorlopig niet meer! We smikkelen alles op en besluiten dan van verder dwalen door Bosa af te zien. We willen naar Alghero en wel via de kustroute.
Die vinden blijkt een eitje en als SopSop ons vertelt dat we over 40 kilometer weer naar links mogen (maar eerder niet!) weten we dat we goed zitten. Tussen de bergen en de zee rijden we naar het noorden. Het is een mooie route: overal zijn struiken die als bloeienderode, groene of oranje bolletjes tegen de bergen op groeien. Het uitzicht op zee is door de wolken die daar boven hangen wat beperkt, maar nietemin prima.

Alghero komt zoals beloofd in zicht en we slalommen door de stad om de oude stad te vermijden (dat wordt namelijk duur: als niet-inwoner mag je er niet rijden) en toch voor Carrer dels Horts, ons appertementencomplex uit te komen. Sopsop brengt ons er keurig heen, maar de straat is te smal om te parkeren. Dat blijkt aan de boulevard (op 1 minuut lopen) gratis te kunnen, dus de keuze is snel gemaakt: auto parkeren, zooi er uit en op naar het appartementje. Mevrouw Liliana, waar we al mee gemaild hebben, doet open. Het blijkt een kordate dame, die ons zonder poespas dumpt in een geweldig appartementje. Balkonnetje voor en achter, enorme slaapkamer met heerlijk bed, open keuken, woon- annex eetkamer. En dan ook nog op 1 minuut lopen van de boulevard en 3 minuten lopen van de oude stad. Perfect!

We stallen onze tassen en wandelen dan naar de supermarkt waar we wat drinken halen. En daarna een ijsja, dat we aan de haven opeten, met zicht op het helderblauwe water waar we allemaal vissen in zien rondzwemmen. Wij slaan dat zwemmen nog even over: het water is nog behoorlijk koud!
Terug in het appartement doen we even helemaal niets meer behalve een drankje drinken en luieren. Tegen half zeven ‘s avonds zijn we er pas weer klaar voor en wandelen we naar de muren van de oude stad. Die zijn meters dik en de oude stad is er aan de achterkant tegenaan gebouwd. Een perfecte plek voor restaurantjes en barretjes dus en voor eindeloos flaneren (iets waar de Italianen erg goed in zijn).

Wij drinken in de toenemende wind en betrekkende lucht een heerlijke cocktail, maar als het begint te rommelen besluiten we toch ergens binnen te gaan eten. We kiezen voor La botteghina, een klein restaurantje dat uitstekende gerechten verzorgt met lokale producten. Ze hebben zalige hammen en mozarella blijkt al snel en ook de pizza is perfect. Tevreden komen we bijna twee uur later weer buiten… waar het windstil en srakblauw is. Na een avondwandeling over de muren (morgen toch misschien maar blijven zitten om hier te eten?) lopen we naar het appartement. Erg laat wordt het niet: tevreden vallen we in de doodstille kamer in slaap!

Zaterdag 26 mei 2012 – Alghero

Zaterdag 26 mei 2012 – Alghero

We zijn vergeten de luiken dicht te doen gisteravond, dus op het onzalige tijdstip van 6 uur worden we allebei wakker van een steeds lichter wordende kamer. Als het euvel verholpen is draaien we ons heerlijk nog eens om. Tot een uur of half 9. Dan duikt Martijn onder de douche en drinkt Karin een kopje thee op bed. Luxe!

Als ook Karin is gedouchet en haren heeft gewassen is het inmiddels al behoorlijk laat (we zijn wat traag vandaag: een echt vakantietempo zullen we het maar noemen). En we willen nog wel iets doen vandaag. We kiezen voor een kopje koffie en een broodje aan de haven en daarna kopen we een kaartje voor de ferry naar de Grotte di Nettuno, de belangrijkste natuurlijke trekpleister in de omgeving. Het weer is geweldig (heerlijk zonnig met maar een klein beetje wind) dus we smeren ons nog eens in, zetten een petje op en nemen plaats op het bovendek.
Om 10 over 11 scheuren we er vandoor en het is heerlijk op het water. Zonnig en met een zee zo glad als een spiegeltje. Een bijkomende bonus is de uitleg die de kapitein tussendoor af en toe geeft…. in het Italiaans! Als we net als bijna iedereen aan dek verwachtingsvol kijken als hij zijn Italiaanse praatje heeft afgerond, maar er vervolgens geen Engels komt, ontstaat er wat gegniffel en vervolgens genieten we zonder uitleg. Iets met rotsen. En lekker weer. En een mooi natuurgebied.

Na ongeveer 3 kwartier komen we vlak bij de grot en zien we de reden dat we voor deze excursie kiezen in plaats van de goedkopere versie met de auto: 656 traptreden langs de 110 meter hoge rotswand naar beneden! Karin wordt al bleek bij het idee! De boottocht brengt ons bovendien langs mooie rotsformaties en daarna keurig bij de ingang vn de grot.
Daar blijkt het stikdruk, maar met wat geduld krijgen ook wij en kaartje en lopen we achter de meute aan. In de eerste ruimte kijken we nog een tikkie verveeld, maar de enorme ruimte erachter is prachtig: eindeloos veel mooie stalagmieten en stalagtieten en een laagje kristalhelder water waar alles in weerspiegeld. We hopen dat de plaatjes mooi zijn, maar we zijn vooral zelf tevreden met de keuze van ons uitstapje.

Na ongeveer 3 kwartier zijn we weer bij de ingang en gaan we weer aan boord. Met een rotgang varen we terug naar Alghero: tijdens de hele route hangen we tevreden op het achterdek in het zonnetje.
Terug in Alghero eten een broodje, drinken we een drankje (ijscappucino, mjummie) en na nog wat water gekocht te hebben ploffen we in ons appartementje op de bank. Pauze!

Na een paar uur ‘lummelen’ heisen we ons in een vers shirtje en andere schoenen: tijd om te ‘clubben’. Als de Italianen iets kunnen is doen of ze allemaal beeldschoon, beroemd EN hip zijn. Wij zijn daar iets minder goed in, maar na een peptalk zijn we er klaar voor: Alghero, here we come (of het Italiaanse equivalent daarvan).
We aarzelen geen moment maar gaan direct naar Buena Vista, de cocktailbar op de muren van de stad waar we gisteren ook wat dronken. Vandaag is het er fantastisch uit te houden: in de zon, met uitzicht op het water en de ondergaande zon, uit de wind, terwijl heel Alghero voorbij komt. Als we er gaan zitten zijn we (bijna) de eerste (we zijn te vroeg om hip te zijn: kwart over 6 voor een borrel is natuurlijk ook belachelijk vroeg) maar al snel loopt het vol. De mojito (Karin) en long island ice tea (Martijn) verdampen ongeveer, de chippies smaken er heerlijk bij en we amuseren ons met en om de Zweedse serveerster die allerlei talen blijkt te spreken. We vermaken ons prima!

Om kwart voor 8 is het tijd om er toch iets substansielers in te stoppen en we schuiven vrij letterlijk 6 tafels op naar het terras van het naastgelegen restaurant Agedras. In de ondergaande zon eten we een heerlijke maaltijd: verse vistartaar en rauwe gemarineerde tonijn vooraf; spaghetti met verse kreeft en geroosterd speenvarken als hoofdgerecht en we delen een traditionele tiramisu. We delen ook een halve liter witte wijn en die is, net als al het eten niet alleen lokaal, maar ook verrukkelijk. Om kwart voor 10 rollen we van het terras af en onder een diepblauwe lucht met maan en sterren wandelen we langs de haven naar huis. Een dag die nog wel even zal blijven hangen: heerlijk!

Zondag 27 mei 2012 – naar Olbia

Zondag 27 mei 2012 – naar Olbia

Het bed ligt heerlijk, daar ligt het niet aan, maar opnieuw hebben we allebei wat rommelig geslapen. Gelukkig maken we onze uren wel, dus tevreden stappen we rond half 9 uit bed. Douchen, opruimen, kopje thee, yoghurtje en dan zijn we er om kwart over 9 wel klaar voor. De eigenaresse nog niet helemaal, zo lijkt het: ze trekt haastig een dik vest over haar pyama heen. Maar ze is vriendelijk en als we haar hebben uitgelegd dat onze vakantie wel wat langer duurt dan 2 dagen, maar we over het eiland reizen, snapt ze ook waarom we al na 2 dagen weer weg gaan. Met wat weemoed, dat wel, want het is een heerlijke plek. We betalen, nemen afscheid en zoeken met tassen de auto op: daaaag Alghero.

Vandaag willen we naar Olbia, bij voorkeur via Ozieri. Daar is namelijk een grot die als rond 3500 v. Chr. bewoond was en dat willen we wel eens zien. We scheuren er vandoor… NOT! Voor ons rijdt namelijk een soort plaatselijke variant van wielrenclub het fietsbelletje (‘nu ook voor leden JONGER dan 10 jaar’) en dat betekent dat we de eerste 10 minute niet harder gaan dan stapvoets. We zuchten eens diep (‘we hebben vakantie…’) en na 10 minuten slaan de wielrenhelden linksaf en hebben we de weg alleen nog maar te delen met het gebruikelijke aantal Italianen met kleine …, te herkennen aan het feit dat ze je bij voorkeur inhalen op een kruising, vlak voor een volkomen onoverzichtelijke bocht of onder het bord ‘verboden in te halen’.

Tot zover de verkeersfrustraties. Ozieri wacht en na ongeveer een uur en een kwartier rijden we het dorp binnen. Leuk dorp, daar niet van, maar waar is die grot. We parkeren de auto op het centrale plein, waar precies op dat moment… jawel, een groep wielrenners aan een wedstrijd begint! Deze zijn gelukkig wel heel snel (vooral heel snel weg). We houden een pitstop in de kroeg-op-de-hoek (plassen en daarna een zalige cappucino drinken) en daarna gebruiken we logica, boerenverstand en de auto om na drie pogingen bij de grot terecht te komen. We zijn heel trots op onszelf en breed grijnzend lopen we naar de ticket-office… waar een bordje hangt dat de grot alleen vandaag gesloten is, in verband met Pinksteren…

Als ons ego wat is bijgekomen vertrekken we licht beledigd naar Olbia. Dan maar geen grot. Ze weten niet wat ze missen! Ozieri uit blijkt een stuk makkelijker dan er in en om half 1 parkeren we de auto op de parkeerplaats van hotel Panorama, ons verblijf van de komende twee nachten. Het is een prachtig hotel: we krijgen een balzaal, pardon kamer, op de 5e verdieping, met een geweldig uitzicht over Olbia en een joekel van een badkamer met douche, toilet en een bad waar wel vijf mensen in passen (ok, dat is misschien wat overdreven, maar drie moet lukken). Gratis upgrade: best prettig!
Naast de kamer en enorm vriendelijk personeel heeft het hotel nog een bonus en daar dankt het zijn naam aan: het heeft een dakterras met 360 graden uitzicht over de stad, de haven (met daarin op elk moment van de dag meerdere ferries naar o.a. het vasteland van Italie) en de omringende bergen. We vergapen ons aan de omgeving tot het geluid van onze magen de omgevingsgeluiden begint te overstemmen.

Er lijkt veel dicht op deze Pinksterdag, maar schijn bedriegt ook een beetje: er zijn aan het plein dat op 100 meter van ons hotel ligt meerdere restaurantjes open. We kiezen voor degene waar onze trouwe LP (bijnaam deze vakantie ‘blauw’ door het kristalheldere water dat op de foto aan de voorkant staat) tevreden over is. Dat blijkt een goede keuze: de kleine maar kraakverse pizza is heerlijk! Precies de goeie lunchgrootte bovendien. Darnkje erbij en we zijn weer tevreden.

Na de lunch en als onze zooi keurig op de kamer staat, stappen we de auto weer in. Het is half 3: nog tijd genoeg om iets te gaan doen. We kiezen voor meer ‘oude steenhopen’ en rijden naar Arzachena, een half uurtje slingeren door de bergen verderop. Daar bezoeken we achtereenvolgens de Nuraghe di Albucciu (een variant op de Nuraghe van de eerste dag: een verdedigingswerk uit de bronstijd) en verschillende tombe dei giganti. Dat zijn eigenlijk een soort hunebedden: enorm grote graven, waarin waarschijnlijk alle mensen uit een ‘dorpje’ werden begraven. Ook deze tombes stammen uit de bronstijd en zijn behoorlijk indrukwekkend: grote, rechtopstaande ‘steles’ (een soort platte, bewerkte stenen, van zo’n 3 meter hoog) waarin een symbolisch miniscuul ‘deurtje’ zit (een halfrond gat van nog geen 50 cm hoog) aan de voorkant. Daarnaast in een soort halronde circkel steeds lager wordende rechtopstaande stenen. Op die manier ontstaat er voor het graf een halfronde ruimte waar waarschijnlijk de rituele werden uitgevoerd.
Het graf erachter is een smalle, rechthoekige sleuf in de aarde, afgedekt met grote platte stenen. Langs die weg werden waarschijnlijk de overledenen bijgezet. Het hele graf was overdekt met stenen en aarde, zodat een heuvel ontstond. Het is een indrukwekkend gezicht en we proberen ons voor te stellen hoeveel inspanning het gekost moet hebben om in de vroege bronstijd (zo’n 1800 v. Chr.) zulke graven te maken! Ze zijn waarschijnlijk eeuwen in gebruik geweest: vondsten hebben aangetoond dat er zelfs nog in 900 v. Chr. gebruik van werd gemaakt.

Als we uitgekeken, gefotografeerd en gereden zijn is het half 6 en zijn we warm, dorstig en moe. Tijd voor het hotel. We rijden in dir kwartier terug naar het hotel waar we ons opfrissen en daarna duiken we het nachtleven van Olbia in… dat er verrassend genoeg ineens is! Waar we vanmiddag alles gesloten vonden, is er nu vanalles open, stikt het van de mensen en is het gewoon druk en gezellig. We wandelen tevreden naar Enoteca Vignando, een wijnbar waar we en plekje in de zon vinden en genieten van wijn (eerst een droge maar zeer smaakvolle rose en daarna een stevige rode) en hapjes (eerst van alles wat en daarna overheerlijke kazen). Als toetje halen we een traditioneel gebakken koekje dat we wandelend over straat opsmikkelen.

Tevreden zoeken we ons hotel op… en gaan in bad! Heeeerlijk en helemaal blij duiken we ons mandje in en als we de strijd met de airco hebben gewonnen (uiteindelijk is er een telefoontje met de receptie voor nodig, maar dan geeft het apparaat zich ook over) vallen we tevreden in slaap.

Maandag 28 mei 2012 – Olbia en Costa Smeralda

Maandag 28 mei 2012 – Olbia en Costa Smeralda

Och dat was een fijne nacht slaap! Uitgerust worden we rond 8 uur wakker en na een rondje opfrissen gaan we naar de ontbijtzaal. Daar hebben we accuut keuzestress! Wat een mogelijkheden. We besluiten tot een yoghurtje met museli en daarna nog een broodje met wat boter en beleg, maar als we zouden willen kunnen we zelfs kiezen voor pistachenootjes! Om maar eens iets te noemen. Het lekkerste is de heerlijke versgemaakte cappucino. Laat dat maar aan Italianen over!

Als we onze zooi bij elkaar hebben gegraaid wandelen we naar de ‘hoofdstraat’. Bedrijvigheid alom: winkels zijn open, de ramen van restaurants en winkels worden gewassen en als we even staan te kijken bij een etalage mogen we meteen proeven van een Mirto, een lokale likeur. Sterk spul! Vriendelijke bedanken we en wandelen door naar het archeolgische museum, waar Karin zich al een paar dagen op verheugd. Om te ontdekken dat dat niet op zaterdag en zondag dicht is, zoals Blauw ons vertelde, maar op maandag en dinsdag… Karin is teleurgesteld en ook Martijn vindt het een behoorlijk suffe actie. Grumbel! Tijd voor een nieuw plan.

Uiteindelijk, na wat frustratie uit ons lijf te hebben gewandeld, besluiten we om de Costa Smeralda te gaan verkennen. Dat was al het plan, alleen nog niet meteen. Maar goed: koffie in Golfo Aranci it is! De weg er naar toe is wat verwarrend (ze doen hier af en toe heel vreemde dingen met combinaties van rotondes, flyovers en zijwegen), maar de route is erg mooi en als we hoger komen hebben we een prachtig uitzicht. Het is meteen duidelijk waarom deze kust de Costa Smeralda (de smaragdkust) heet: het water is een prachtige kleur groen-blauw.
Golfo Aranci heeft eenb prima koffietentje aan een van de vele lokale stranden en ‘natuurlijk’ is ook hier de cappucino zalig. En niet duur: zelfs in dit toeristische oord is de prijs van een cappucino 1 euro. Daarkan je nog eens wat bakkies van drinken!

Na de koffie rijden we na enig overleggen nog even verder naar Alpha Diving Centre. Karin heeft thuis, bij wat uitzoekwerk, op hun website gezien dat ze dolfijnentripjes organiseerden in 2011, dus we gaan even kijen of ze misschien in 2012 die goeie traditie voortzetten…? We worden hartelijk ontvangen en de enthousiaste dame die ons te woord staat vertelt ons dat ze elke avond het water op gaan, als onderdeel van hun onderzoeksprogramma. Voor 25 euro mogen we mee, vanavond om zes uur? Daar hoeven we geen twee keer over na te denken en we spreken af dat we vanavond rond 6 uur terug zijn.
Helemaal vrolijk rijden we weg: at is een bonus waar we niet meer op gehoopt hadden! Het volgende onderdeel van ons masterplan is om een picnic-lunch in te slaan. Hoewel de plaatselijke supermarkt wat te lijden heeft gehad onder Pinksterzondag, lukt het ons om iets te drinken, een lokale zachte kaas en Sardijns ‘flatbread’ (een flinterdun knapperig gebakken broodsoort, denk een fractie van de dikte van een crepe) in te slaan, samen met wat plastic bestek om plastic en kaas de baas te kunnen.

Met onze inkopen rijden we naar Spiaggia Licia Ruia, een prachtig strand net voorbij het uitzicht op Porto Rotondo, waar Berlusconi zijn vakantievilla heeft. De villa IS het dorp en ervoor liggen enorm pasterige motorboten. Costa Smeralda is duidelijk de speeltuin van de rich & famous. Het strand is gelukkig zoals we gehoopt hebben: prachtig wit zand, schitterend groen-blauw water, weinig mensen en een prima rotsige rand om onze lunch op op te knagen. De kaas en het brood zijn heerlijk en we genieten van de rust en het uitzicht.
Na een uurtje is alles op en dreigen we bovendien wat op rood te springen, dus we zoeken de auto op en rijden tevreden in een half uurtje terug naar Olbia waar we tussen half 3 en half 5 lekker lummelen.

Om half 5 graaien we een fleece en overige zooi bij elkaar en rijden we terug naar Golfo Aranci. Daar zijn we om 5 uur en drinken we in de haven, met uitzicht op het water en de vissen, een heerlijk drankje. Er zijn wat meer wolken dan vanmiddag, maar wij zitten nog steeds (of weer) heerlijk in de zon, dus wat ons betreft gaat het prima op deze manier!
Om kwart voor zes open we naar Alpha Diving Centre, waar de crew hun spullen staat te pakken. De enthousiaste dame van vanmiddag en een stille, maar vriendelijk glimlachende schipper gaan mee op ons tripje. En verder niemand! Erg tevreden lopen we naar de enorme rubberen speedboot en binnen een paar minuten zijn we de haven uit. Het is heerlijk rustig en zonnig op het water en onze gidse vertelt honderduit.
Als eerste varen we naar de viskwekerij. De dolfijnen hebben geleerd dat het voer dat door de kooien heen naar buiten stroomt vissen aantrekt en komen daar regelmatig om te jagen. Als we aankomen zien we meteen een dolfijn! Hij zwemt rondjes rond de circkelvormige kooi en duikt regelmatig met een zwiep van zijn staart. We maken plaatjes en kijken onze ogen uit. Wat een geweldig gezicht en nog geen 5 minuten varen buiten de haven.

Als we daar liggen te draaien zien we uit onze ooghoeken iets opspringen uit het water. Het blijkt een enorme tonijn, die zich nog een paar keer goed laat bekijken. We maken grapjes (‘kom dan, ik heb wel zin in tonijn’) maar ondertussen zijn we behoorlijk onder de indruk. Wat ee joekel!
Als de dolfijn weg is varen we naar Isla Tavolara. Daar zien we een zeer zeldzame meeuw van erg dichtbij. De mouflons blijven helaas buiten beeld.

De rest van de tijd krijgen we veel informatie over de omgeving, maar blijven alle beesten verder buiten beeld. Jammer, maar het tripje was wat ons betreft een succes; hetr is echt heerlijk en bruingebrand en uitgewaaid zijn we rond 8 uur weer op de kade. We betalen, bedanken en rijden terug naar Olbia. Een maaltijd met lokale vis en wijn maken de vaond af. Tevreden rollen we in ons bed.

Dinsdag 29 mei 2012- naar Cala Gonone

Dinsdag 29 mei 2012- naar Cala Gonone

Na weer een lekker nachtje slaap poetsen we onszelf schoon en genieten daarna van een prima ontbijtje. Bijna jammer om weg te gaan: ook hotel Panorama en Olbia zijn fijn. Maar: iedereen tegen wie we tot nu toe zeggen dat we naar Cala Gonone gaan zegt jaloers ‘oh, but that is very beautiful’. Dus daar moeten we toch gaan kijken zou je zeggen.

Na het ontbijt checken we uit (we krijgen een hand van de enthousiaste en vriendelijke receptioniste) en met tassen en al vertrekken we richting het zuiden. Het weer is perfect: zonnig en nauwelijks een wolk te bekennen, dus de kleding (respectievelijk korte broek en jurkje) is er op aangepast. Kom maar op met dat strand!

Zonder problemen rijden we het stadje uit (de rare bochten en eh… overenthousiaste rijstijl van de Italianen begint al te wennen) en een half uurtje later zijn we in San Teodoro, een badplaatsje waar we even de benen strekken, wat plaatjes schieten en ons opnieuw verbazen over hoe mooi de omgeving is. Daarna scheuren we verder naar het zuiden door een steeds bergachtiger / rotsiger landschap. Het is prachtig en we kijken onze ogen uit: het leven moet hier niet makkelijk zijn, op een boerderij bijvoorbeeld, maar wat een spectaculair uitzicht!

Rond half 1 zijn we in Dorgali en daar begint het meest spectaculaire stukje van de route: de bergweg naar Cala Gonone. Met maximaal 40 kilometer per uur slingeren we de berg af en na ongeveer 10 minuten krijgen we onze eerste glimp van een spectaculair mooie baai. Martijn betoont zich de meester van de bochten en weet zelfs op een veilige manier te stoppen voor een foto. We kijken onze ogen uit en binnen no time zijn we in Cala Gonone, waar we een prima gratis parkeerplaats weten te vinden. Eerst maar het hotel vinden, dan halen we auto en bagage wel. We stappen uit, lopen 50 meter richting water en struikelen bijna over het hotel!

Hotel Miramare geeft ons ook al een gratis upgrade (lang leven het laagseizoen): een kamer met een balkon met een glimps zee en vooral ruimte . Simpel maar helemaal goed en op een fantastische locatie. Haven is op 3 minuten lopen, strand op 2 en barretjes en restaurants op 1 tot 5 minuten lopen. Wij zijn verkocht!

Als we de spullen hebben gedumpt (de auto laten we staan) eten we een broodje in een broodjestent en daarna wandelen we een uurtje rond. Het is een schattig en vooral relaxed dorpje! We hebben nog wel wat plannen voor morgen, maar voor nu willen we eigenlijk vooral heel even het stand op. Dus trekken we zwemspullen aan, wandelen 2 minuten en ploffen op een schitterend strandje. Martijn betoont zich een held en gaat zwemmen! ‘Frisjes’ is het antwoord op de vraag hoe het water is: Karin houdt het bij pootje baden. Ook al leuk: met minivisjes die binnen een minuut langs haar benen en voeten zwemmen.

Na het zwemmen lezen we een uurtje en daarna trekken we ons terug in het hotel om even te douchen en ons te verkleden. Keurig aangedaan vertrekken we voor een borrel (gratis wifi bij de cocktail: ideaal) en daarna gaan we een hapje eten bij een restaurant met tafeltjes aan het water. De serveersters hebben lol in onze pogingen Italiaans en praten rustig en duidelijk Italiaans en verbeteren onze pogingen. We kunnen niet elk woord volgen, maar zijn trots ophet feit dat ze geen een keer terugvallen in een andere taal. Het eten is bovendien zonder meer verrukkelijk: tonijn en gemengde antipasto vooraf en als hoofdgerecht gnocchi met cottage chees en een soort dikke macaroni met crabsaus. Toe hebben we semifreddo en chocolademouse met een glaasje dessertwijn. Heel vervelend allemaal.

Als het te koud wordt wandelen we terug naar het hotel waar we ook Internet blijken te hebben. Onder genot van een kopje thee werken we de site bij en maken we plannen voor morgen.

Woensdag 30 mei 2012 – Cala Gonone

Woensdag 30 mei 2012 – Cala Gonone

Zolang we onze oordopjes in hebben genieten we in zalige rust van ons bed, de kamer, zonnestraaltjes die door het rolluik piepen… Zodra we de oordopjes uitdoen zijn we in 1 klap wakker: een schonmaakwagentjes staat met enorme herrie de rioolgaten schoon te maken, er ruist water, er klinkt een ondefinieerbaar gebonk (nee, echt indefinieerbaar) en er tetteren zo’n 100 vogels tegelijk. Goedemorgen Cala Gonone…

Als we zijn gedouched en aangekleed ontbijten we op het terras. Uitzicht op zee, in de schaduw… en als de herrie is verdwenen (schoonmaakkarretje weg, geen kamer-herrie en de vogels zijn gewoon leuk als je wakker bent) is het een prima plek. Het ontbijt is eenvoudig maar prima en we nemen er rustig de tijd voor. Daarna wandelen we naar de haven. Er zou rond 11 uur een boot moeten zijn naar de grot (‘Bue Marino’) en die willen we wel halen. Dat geeft ons genoeg tijd om nog even langs de supermarkt te gaan enzo.

Bij de haven helpt een vriendelijke dame ons in het Engels. We kunnen een kaartje kopen voor boot en grot tegelijk, we zijn ongeveer 2 uur weg en we kunnen NU mee: de boot vertrekt om 10 uur! We kijken elkaar aan: dat supermarktbezoekje kan straks ook wel! We kopen een kaartje en gaan aan boord van Margharite, een klein bootje dat na een paar minuten, als het is volgeladen, op volle snelheid er van door stuift.

Het is heerlijk op het water! De lucht is strakblauw, het water is echt schitterend blauw en volkomen doorzichtig en de rotsen zijn indrukwekkend grijs en geel met veel groene bosjes. Ze worden steeds indrukwekkender als naarmate we verder van Cala Gonone afvaren. We zien verschillende strandjes, eigenlijk alleen per boot bereikbaar. we zien rotsklimmers, kanoers, duikers en snorkelaars. En we varen met een grote grijns op ons gezicht in 20 minuten naar de Bue Marino grot.

Het is bijzonder om een grot binnen te varen, zeker als daarin zulk mooi blauw water glinstert als in deze grot. De Bue Marino grot is genoemd naar de zeehonden die hier tot 1982 voorkwamen; bue marino betekent ‘zee os’ de naam die de vissers aan de zeehond gaven, door het geluid dat ze maakten. De grot is 2 miljoen jaar geleden gevormd door een ondergrondse rivier, die er nog steeds in terecht komt en in de winter er soms voor zorgt dat de hele grot onder water komt te staan! Het hele stelsel is ongeveer 16 kilometer lang: wij kunnen ongeveer 900 meter bekijken. We lopen op stalen roosters, ongeveer 1 a 2 meter boven het water. Voorbij de ingang mogen we niet meer fotograferen en dat is erg jammer. Het is echt een heel mooi gezicht: geel-wirt en rood zijn de overheersende kleuren en alle mogelijke vormen buitelen over elkaar heen. Het geheel is mooi verlicht en onze Engelssprekende gidse vertelt van alles. De stalagmieten en stalagtieten weerspiegelen in het zeewater, waar we af en toe een verdwaalde vis in ontdekken. De ondergrondse rivier zien we alleen in de laatste kamer, waar zout en zoet water elkaar ontmoeten.

We brengen alles bij elkaar ongeveer een uur door in de grot en de tijd vliegt. Voor we het weten staan we weer bij de ingang. Daar zijn nog in de rosten gekraste afbeeldingen te zien die daar in de oudheid zijn achtergelaten. Meerdere poppetjes die om een zon (?) heen bewegen. Een ceremonie? We vragen ons stiekem af of er in de oudheid niet ook af en toe mensen waren die grafiti achterlieten om een minder verheven reden…

We worden weer opgehaald door een bootje, waar eerst zeker 50 schoolkinderen uitstappen. De gidse onderdrukt een zucht. We hebben met haar te doen, maar wat een werelds schoolreisje! De terugtocht bevalt al net zo goed als de heenreis (we fotograferen het dorpje en ons hotel vanaf het water) en helemaal tevreden komen we weer in Cala Gonone aan. Missie geslaagd!

We ploffen op een terras waar we flink wat water en een bakkie achterover slaan. Daarna haalt Martijn bij de supermarkt alsnog de gewenste anderhalve liter sap en vervolgens wandelen we naar Road House Cafe waar we, met uitzicht op het water heerlijk lunchen. We delen verse gebakken garnalen (waar Karin het meeste van eet) en een soort vers gebakken pizzadeeg dat na het bakken is belegd met rauwe ham, parmezaanse kaas en verse tomaatjes (waar Martijn het meest van eet). Drankje erbij, uitzicht op het strand en het water en na het eten zijn we niet meer te houden. Strand! Water! Zwemmen! En wel nu!

We wandelen 50 meter en op een verlaten stukje strand spreiden we ons handdoekje uit en om kwart over 2 liggen we heerlijk in de plomp. Er door gaan is frisjes, maar daarna is het heerlijk (voor mensen met voldoende lichaamsvet: we kennen wat mensen die bevroren zouden zijn) en we moeten erg lachen om de minivisjes die aan onze benen en voeten knabbelen. Fish spa!
Tot half 4 wisselen zon (met of zonder boek) en water elkaar af en daarna moeten we echt dringend uit de zon. We grabbelen onze spullen bij elkaar en wandelen naar het hotel. Daar spoelen we het zout van ons af en gebruiken de tijd om even te ‘tutten’ (haren wassen, tas opnieuw inpakken etc.). Om kwart voor 5 wandelen we naar de pinautomaat en nadat we voor voldoende cash hebben gezorgd landen we op hetzelfde terras als gisteren. Cocktail, biertje, gratis lekkere hapjes, gratis Internet… en die spat regen die ineens uit het niets kwam opzetten is alweer verleden tijd. Nog maar 1 moeilijke vraag te beantwoorden vandaag… waar gaan we vandaag eten?!

Donderdag 31 mei 2012 – naar Oristano

Donderdag 31 mei 2012 – naar Oristano

We hebben geleerd van afgelopen nacht dus vandaag doen we de oordopjes pas uit als we echt wakker worden en dat ook willen worden. We hebben prima geslapen en het is bovendien vandaag lekker rustig. We douchen, pakken onze zooi in en ontbijten daarna op het terras. Vandaag is het grijzig, dus als we afrekenen om weg te gaan kijken we weliswaar met veel plezier terug, maar hebben we niet meteen de neiging om een week bij te boeken. Vandaag gaan we naar Oristano!

We krijgen van SopSop dezelfde route voorgeschoteld als op de heenweg en Martijn stuurt als een volleerd haarspelbochtrijder over de smalle wegen. Na ongeveer een half uur zijn we op de snelweg en hoewel die niet fantatisch is (rdelijk bochtig en de kwaliteit van het wegdek is nogal wisselend) schiet het lekker op. Als we een uurtje onderweg zijn stoppen we voor koffie en onze theorie dat ze hier echt overal lekker koffie hebben wordt bekrachtigd: de tent langs de snelweg ziet er niet uit, maar de koffie is heerlijk en we krijgen zelfs met chocolade ‘ingetekende’ figuurtjes in het schuim. een hartje en een muzieksleutel. Grijnzend drinken we de koffie op: hoe zou de barman kijken als we de koffie omruilen?

Door gaan we weer en tot onze verrassing wordt het steeds beter weer. Als we na ongeveer een uur en drie kwartier in de buurt van Oristano komen is het bijna helemaal blauw en zonnig. Heerlijk!
Voor nu rijden we Oristano voorbij en helemaal naar het puntje van het schiereiland. Daar ligt Tharros, de ruines van een oude stad die rond de 7e eeuw voor Christus een belangrijke havenplaats was voor de Feniciers en in de eeuwen daarna voor de Romeinen. Uiteindelijk werd de stad gesloopt door de Vandalen en andere piraten: veel van de stenen zijn gebruikt om Oristano op te bouwen! Toch is het nog een indrukwekkend gezicht, de resten van een voor die tijd grote belangrijke havenstad. Martijn dwaalt naar de restjes van een oude vuurtoren en kijkt uit over de prachtige baai; Karin koopt een kaartje en bekijkt de ruines. Vooral het feit dat je nog kunt lopen over de wegen van toen is indrukwekkend! Van de gebouwen is inderdaad niet veel meer over, maar de restanten van twee tempels, de baden en het aquaduct zijn nog goed te herkennen.

Het is rustig op de site en Karin dwaalt heerlijk rond. Als ze er klaar mee is en van de site af loopt ziet ze dat ze er precies op het goede moment is geweest: de ladingen bejaarden EN de ladingen schoolkinderen zijn in aantocht! Haastig zoekt ze Martijn weer op: we kunnen!

Het is inmiddels kwart voor 1 en we hebben wel zin in een hapje. We kijken elkaar aan: gaan we ervoor? ‘blauw’ (de LP) heeft een tip voor een blijkbaar geweldig restaurant, maar dat heeft dan wel een ENORM ‘set-menu’. Met een grijns besluiten we dat het moet kunnen: kom maar op met dat diner-op-lunchtijd. We rijden naar Pesciera Pontis: een restaurant dat zo op het oog in de middle of nowhere ligt, tegenover een viskwekerij en er aan de buitenkant niet uitziet. Toch staan er behoorlijk wat auto’s en als we naar binnen gaan zit de enorme ruimte behoorlijk vol! De ober helpt ons in vriendelijk Italiaans aan een tafel en stuurt zijn collega op ons af, die Engels spreekt. We kunnen kiezen uit twee menu’s: het gewone of het iets uitgebreidere. En tja, als we er nu toch voor gaan.

De uren er na krijgen we echt de beste vislunch/-maaltijd voorgezet in tijden. We beginnen met zeven (!) voorgerechtjes, die volgens goed Italiaans gebruik tegelijk op tafel komen. Er is octopus, gestoomd met citroen en selderij. Er zijn sardines. Er zijn gebakken visballetjes (een soort biterballen van vis). Er is rog in tomatensaus. Er is een soort vis-‘spread’ (denk aan de substantie van humus). Er is een soort gelei-achtige substantie die blijkt te bestaan uit vis-eitjes. En er is brood.
Daarna krijgen we twee soorten pasta: met ‘mullet’ en met schelp- en schaaldieren. En daarna krijgen we drie soorten gebakken vis: sea bream, bass en mullet (sorry: de Nederlandse namen houden jullie tegoed). En als we dan echt geen pap meer kunnen zeggen krijgen we een heel klein minitoetje: een soort slush-puppie van citroen.

En ‘natuurlijk’ krijgen we wijn, water, koffie en een likeurtje (waarbij Martijn van de dranksoorten alles bij elkaar maximaal een half glas drinkt). Het eten is echt verrukkelijk: alles is spettervers en de ober heeft er rol in dat we van alles willen weten (wat is het, hoe is het klaargemaakt etc.). Hoewel het alles bij elkaar een grote maaltijd is, wordt het is gulle, maar niet te grote porties uitgeserveerd. Met wat beheersing van onszelf erbij, hebben we ruim voldoende maar niet teveel gegeten. En het is OOK nog eens erg betaalbaar.

Meer dan tevreden gaan we om half 4 (!) er weer vandoor. Dat was zondermeer een zeer geslaagd plan! Nu is het tijd voor wat beweging en een beetje uitwaaien, dus rijden we naar Is Arrus, het volgens verhalen mooiste stransd van de westkust van Sardinie.
Als we er aankomen blijkt het enorm druk op de spierwitte streep zand, maar gelukkig zijn er ook enorm veel rotsen waar het water overheen rolt, zodat we ons kunnen vermaken met wandelen, zonnen en beestjes bekijken in het natuurlijke aquarium dat zo ontstaat (krabben, visjes, garnalen: er zit genoeg). Het weer is nog steeds heerlijk (al zal dat niet overal in Sardinie zo zijn: de onweerswolken stapelen zich aan de horizon op) en we geieten van wind, water en zon. Om kwart over 5 zijn we wel klaar en stappen we in de auto. Binnen een half uur zijn we in Oristano.

Dat blijkt een behoorlijke stad en we zijn blij met SopSop, die ons naar het centrum loodst en Blauw, die ons vertelt dat binnen de blauwe lijnen parkeren betalen betekent. Het is vol, dus we kopen een kaartje (60 cent per uur: dat is te overzien) tot morgenochtend en wandelen daarna naar een terrasje. Twee frisjes later kunnen we er weer tegenaan en lopen we naar het B&B. Dat blijkt enorm mooi: een geweldig van oorsprong middeleeuws pand (ontbijtruimte uit de 13e eeuw) waarvan de modernste delen uit de 19e eeuw zijn. We krijgen een schitterende kamer en spreken af dat we morgen om half 9 ontbijt krijgen.

Als we zijn opgefrist en een beetje siesta hebben gehouden lopen we de stad in. Eten hoeven we niet echt, maar een drankje en een daarbij als vanzelf geserveerde hapjes zouden wel smaken… we vinden Lola Mundo en het laatste tafeltje op het terras is voor ons. Een drankje, inderdaad een klein hapje, mensen kijken: we vermaken ons prima. Halverwege komt er noge een processie voorbij, met lantaarns, een mariabeeld, gezang en gebeden.

Als Karin wordt opgegeten door de muggen stoppen we ermee en wandelen we naar onze B&B. We werken de site bij en daarna is het tijd om lekker te gaan slapen!

Vrijdag 1 juni 2012 – naar Cagliari

Vrijdag 1 juni 2012 – naar Cagliari

Ook dat was weer een prima, hoewel wat warm nachtje. Wat is het heerlijk stil! We douchen, pakken onze zooi in en na het prima ontbijtje (erg grappig: we zitten aan tafel met 4 Italianen, die het na een blik op ons volledig met ons opgeven en vrolijk met elkaar beginnen te babbelen) checken we uit. Oristano is vriendelijk, maar niet bijster interressant, dus wij gaan naar Cagliari!

Het is stralend weer en als we de auto volgestopt hebben en met behulp van SopSop het doolhof van straatjes uitgereden zijn, rijden we de snelweg op en naar de hoofdstad van het eiland. Onderweg wordt het steeds drukker: we gaan naar een echte Stad, dat is duidelijk. Het is ongeveer anderhalf uur rijden en met wat pauze en het zoeken naar een parkeerplekje op Via Roma (wat Martijn vindt op 1 hele minuut lopen: gratis!) zijn we keurig volgens afspraak om 11 uur bij B&B Marina di Castello. Sabrina, waarmee Karin heeft gemaild, blijkt een enorm aardig mens, dat ons sleutels in handen drukt, aangeeft dat de kamer vanaf 12 uur klaar is en zegt dat het ontbijt morgen om 9 uur op het dakterras is. Na een snelle plas zijn we klaar voor Cagliari!

De sad blijkt nog best een uitdaging: hij is tegen een heuvel opgebouwd, dus er is ongeveer geen vlakke straat te vinden. Het is bovendien warm, dus hijgend en puffend wandelen we naar boven, richting de stadsmuren (nouja, Karin hijgt en puft; Martijn neemt de tas over en is zo vriendelijk niets te zeggen). We vinden een van de twee liften dus ons heeel veel traptreden schelen en staan dan bovenop Bastion St. Remy, een prachtige plek bovenop de stadsmuren, met uitzicht over de hele stad en een heerlijk verkoelend windje. Om verder af te koelen vinden we een terrasje in de schaduw, in het windje en na een drankje kunnen we er weer even tegenaan. We bekijken de steegjes in het ‘castello’, kijken uit over de muren en dwalen via steegjes en de andere muur verder naar beneden. Naast het belangrijkste plein van de stad vinden we een prima cafe (Tiffany) waar we een zalig broodje eten. Hehe, effe bijkomen…

We besluiten om eerst de tassen even uit de auto te halen en in de kamer achter te laten en als we dat hebben gedaan en in de schaduw bovendien een uurtje gelezen hebben, is het tijd voor een klein beetje actie. We wandelen weer helemaal naar boven, naar het archeologisch museum. Dit museum is gelukkig open en bevat de mooiste schatten van het eiland. Het is niet heel groot, maar we zijn onder de indruk, vooral van de kleine bronzen beeldjes uit de Nuraghe. We zien ook de kleine beeldjes uit de nuraghe die we op de eerste dag hebben gezien en die onze gidse toen op een plaatje liet zien!

Na ongeveer anderhalf a twee uur zijn we er wel klaar mee. Vooral Karin heeft nogal last van het spaghettibenen-syndroom: beetje wiebelig en slap van de hitte, het klimmen etc. We drinken onderweg naar beneden een drankje en nadat we ons op de kamer verkleed hebben en nog wat hebben gedronken gaat het beter. We besluiten dat het tijd is voor een beetje shoppen. Op Sardinie zijn de meeste winkels open tot een uur of half 1 en dan pas weer vanaf 4 uur of half 5! Maar dan wel tot 8 uur, dus nu kunnen we mooi nog even shoppen. We vinden een juwelier die sieraden maakt van zilver en kurk. Karin koopt een hanger voor zichzelf: erg mooi. We vergapen ons verder aan de winkels met Sardijnse etenswaren en aan allerlei winkeltjes met 1001 knopen en steentjes, waar verrassend veel Indiers werken. Cagliari is sowieso erg internationaal: niet alleen met (vooral Duitse en Engelse) toeristen, maar we zien alle kleuren van de regenboog!

Als shoppend landen we op hetzelfde terras als waar we eerder lunchten. Nu drinken we er een prima wijntjes / biertje en ook hier krijgen we daar heerlijke hapjes van het huis bij: chipjes, miniscule sandwiches en geroosterde amandelen. Lekker! Na een tweede drankje is het tijd om te gaan eten. En vandaag moet het pizza worden. Volgens ‘blauw’ is er dan maar een plaats waar je moet zijn en dat is Il Fantasma.

Als we daar om 8 uur aankomen gaan ze net open en is het nog uitgestorven, maar de LP heeft niets teveel gezegd: het is er binnen een half uur schreeuwend druk. We zijn blij dat we een plaatsje hebben bemachtigd en het moet gezegd: de pizza is echt heerlijk. We genieten en met een wijntje erbij is het helemaal af. Na het eten wandelen we tevreden naar ons B&B. Weltrusten!

Zaterdag 2 juni 2012 – Cagliari… en omgeving!

Zaterdag 2 juni 2012 – Cagliari… en omgeving!

Pfff, beetje warm was het wel vannacht, dus vanavond doen we het raam meteen open. Maar goed: het bed ligt prima en als we gedouched en aangekleed zijn zijn we iets voor 9 uur op het dakterras. Dat is prachtig: met een aantal hoge tafeltjes in de schaduw, uitzicht over de haven en de bergen erachter. We krijgen van Sabrina een heerlijk ontbijt. Dat ze deze keer zelf doet legt ze uit. Normaal heeft ze hulp, maar het is een nationale feestdag, dus vandaag doet ze het zelf. Normaal stuurt ze mensen op zon- en feestdagen naar Roma, de ontbijt-/kofffiebar iets verderop, maar dat doet ze morgen al! En twee keer bij Roma, dat wil ze ons niet aandoen. Dus: vandaag een heerlijk ontbijtje; morgen een echt Italiaans ontbijtje! We genieten van de toast, sap, koffie, yoghurt en Martijn van een soort appel-met-suiker uit de oven. Erg lekker zegt hij. Karin heeft associaties met warme appelmoes en slaat even over.

Na het ontbijt verzamelen we wat zooi en wandelen naar de Orto Botanico. Deze belangrijkste botanische tuin van Italie willen we wel eens zien! Tja, maar het was dus een feestdag… En anders dan wij en Sabrina dachten zijn de tuinen wel degelijk dicht. Net als het romeinse amfitheater. En als alles eigenlijk… Hmmm…. dat vergt een plan B! Over een bakkie (waarbij we meteen even afkoelen: het is vandaag weer enorm warm) bedenken we plan B. De stad uit! We grijpen in de kamer een haddoek en wat extra zonnebrand en hopla, weg zijn we. Het is gelukkig rustig, dus zonder problemen rijden we de stad uit. Aan de rand van de stad, waar Poetto Beach begint (het langste strand van Sardinie: 6 kilometer) is het wel druk. Er staat een file! Meer mensen met een plan B. Of plan A waarschijnlijk. Zo te zien is de volle 6 kilometer bezet. Maar daar komen wij niet voor.

Halverwege de 6 kilometer slaan we linksaf. Daar zijn zoutpannen en daarin hebben duizenden vogels een huis gevonden, waaronder een enorme kolonie… flamingo’s! We parkeren de auto en de anderhalf uur daarna besteden we aan ‘voogies kijkuh’. Ondanks dat we ongelukkig genoeg het heetst van de dag hebben uitgekozen zien we (veel) flamingo’s, een witte reiger, een puperreiger, wel drie meeuwensoorten, steltkluten en nog wat piepers en fluiters die te klein en snel zijn om makkelijk te identificeren. Een leuk gezicht, maar als we echt bijna gesmolten zijn dan stoppen we ermee en drinken eerst een waterfles leeg en gaan daarna nog even ergens wat drinken.

En dan gaan we rijden. Naast het oosten, richting Villasimius. En dat is een prachtige route. Ook wat bochtig zo hier en daar, dus misschien niet voor iedereen een genoegen, maar het wordt steeds rustiger en we komen steeds mooiere baaitjes tegen. De kleuren blauw zijn bijna onwerkelijk. We kennen het wel van de reclame natuurlijk, maar opnieuw laat Sardinie zien dat het dichter bij dan wij dachten, ook echt te vinden is!

Rond half 3 zijn we in (het haventje van) Villasimius, waar we bij de lokale broodjesboer een broodje halen en (nog maar eens) een flesje drinken. Als we wat zijn bijgekomen rijden we nog een heel klein stukje verder, naar de kaap, waar de weg ophoudt en we over een hobbelpaadje het laatste stukje naar het ministrandje rijden. Daar staan we met open mond te kijken. Het water is het blauwste blauw dat we deze reis hebben gezien. Helemaal tevreden lopen we het kleine, bijna verlaten strandje op waar we meer dan tevreden een uurtje doorbrengen. Beetje pootjebaden, beetje lezen en ons vooral vergapen aan de rust en de prachtige kleuren.

Als we gekookt dreigen te worden stappen we op en rijden in een keer terug naar Cagliari. Daar frissen we onszelf op, trekken iets anders aan en gaan de stad in. Borreltijd! We landen op een terrasje boven op de muren, waar we met een tevreden zucht een mojito bestellen, een chippie eten en nakletsen over de belevenissen van vandaag en de hele afgelopen week. Als het etenstijd begint te worden wandelen we naar restaurant Manamana, waar we een prima plaatsje op het terras krijgen en genieten van een heerlijke maaltijd lokale specialiteiten. Nog een keer, voor het gezonde eten weer roept… Het is heerlijk en we genieten ervan. Dik tevreden lopen we terug naar onze B&B. Prima laatste avond op dit schitterende eiland!

Zondag 3 juni – naar huis…

Zondag 3 juni – naar huis…

Tja en aan alles komt een eind, dus ook aan deze heerlijke vakantie. Als we wakker worden (deze keer in een stille EN koele kamer) rekken we ons nog eens uit. Haast hebben we gelukkig niet. Na het douchen en aankleden pakken we alles in en gaan even pinnen. Ook in deze B&B moeten we met cash betalen: handig om even in gedachten te houden! Als we terugkomen, komt eigenaresse Sabrina ons tegemoet in een nachtpon. Het geld moeten we maar op het kussen achterlaten, de sleutel in de deur en we komen elkaar vast in de toekomst weer tegen. daag, goeie reis. En weg is ze. Een lief mens en we moeten een beetje lachen: volgens ons heeft ze gisteren ook een feestje gevierd, aan de licht geforceerde glimlach te zien!

We laden de tassen in de achterbak van de auto en strijken bij Roma neer, de beloofde koffietent. Die gaat elke morgen om 4 uur open (!) en op dit tijdstip (kwart over 9) is het er heerlijk druk en chaotisch. We laten de drukte over ons heenwaaien en vinden het eigenlijk wel leuk, deze Italiaanse gekte. Een koffie en twee croissantjes later wandelen we naar boven, naar het terras van gisteren, boven op de muren. Daar installeren we ons met koffie, rustige muziek op de achtergrond, een boek (Martijn) en tablet (Karin) om de tijd door te brengen tot we wegmoeten.

De tijd vliegt en als we echt iets moeten gaan doen hebben we daar eigenlijk helemaal geen zin in. Ruim boven de 20 graden, heerlijk zonnetje, ontspannen sfeer… In Nederland wachten verplichtingen en vooral regen en kou! 10 graden, hebben we gehoord! Maar goed: gelukkig wachten er ook leuke mensen en we hebben zomaar het gevoel dat we hier nog wel eens terug komen.

We rijden op het gemak naar de luchthaven waar we de auto achterlaten en na een broodje een prima vlucht naar Milaan hebben. Onderweg kunnen we Sardinie prachtig zien liggen (we zien Olbia en het eilandje waar we met de boot omheen gevaren zijn, net als de prachtig blauwe wateren en de strandjes en baaien!), maar ook het kleinere en nog bergachtigere Corsica. Boven Milaan houdt het uitzicht wel zo’n beetje op. Wolken en niet te zuinig ook.

Als we de gate uitlopen blijkt het dezelfde gate te zijn als waar we straks weer moeten inchecken. hetzelfde vliegtuig dus, hoogst waarschijnlijk. We (window)shoppen een beetje. halen en drinken een drankje en na een uur en een kwartier mogen we weer aan boord. Dan kijken we nog eens goed op onze instapkaarten en blijken we niet naast elkaar te zitten. Sterker: als Martijn bij zijn plaats komt, zit daar iemand. De steward grijpt in als de mevrouw die daar zit pinnig in antwoord op Martijn’s voorzichtige vraag zegt dat het wel degelijk haar plek is. Ze heeft wat fysieke problemen en wat meer ruimte nodig. Maar: het toestel zit niet vol, dus als Martijn even wil wachten, vinden ze vast een plek voor hem èn voor Karin, die nu nog naast twee Zweedse jongens zit.

Na een paar minuten is Karin Martijn kwijt, tot hij haar na ongeveer 15 minuten, als het boarden is afgelpoen, komt halen. We twee stoelen op een lege achterste rij en met een brede grijns krijgen we daar … twee biertjes en wat zakken zoutjes bij! Have fun guys! Opstijgen met een biertje in de ene en een zoutje in de andere hand is toch wel ons idee van luxe, dus met een grote grijns kiezen we het luchtruim. Na de verder rustige vlucht landen we na een uur en 20 minuten op een druilerig en koud Schiphol. Gelukkig hebben we snel onze tasen en meteen een trein. Nagenietend van onze indrukken van Sardinie vallen we ‘s avonds, onder een extra deken en met de verwarming aan, in slaap…