Archief van
Categorie: Machtig Montenegro

Voorbereidingen afgerond: we kunnen!

Voorbereidingen afgerond: we kunnen!

Vluchten? Van Amsterdam naar Dubrovnik: check! Tranfer(s)? Van de luchthaven, over de grens, naar het eerste hotel en van het laatste hotel weer terug naar de luchthaven: check! Hotels? Op drie plekken langs de montenegrijnse kust en één keer aan een meer: check! Vervoer? Bussen en treinen uitgezocht: check! Uitstapje met wijn? Langs het meer, voorafgegaan door een boottochtje: check! Reisgids, reiszin en reiskriebels? Drie dubbel check!

Donderdag vertrekken we en we zijn allebei erg nieuwsgierig naar dit minst bekende stukje van voormalig Joegoslavië. Het kan er in de zomer ontzettend warm zijn, dus we zijn voorbereid op siësta, oude steenhopen in de vroege ochtend of late middag, afkoelen in zee of in een meer (of allebei) en vooral op het ontdekken van een heel nieuw land. Lees je mee?

Leiden – Kotor (uiteindelijk)

Leiden – Kotor (uiteindelijk)

We vliegen niet heel vroeg, dus Karin heeft nog even de tijd om langs de fysiotherapeut te gaan. Een blessure die ze een tijdje geleden heeft opgelopen heeft wat extra aandacht nodig. De fysio voert Heldendaden Deel 1 uit (na de vakantie verder) en dan zijn we er klaar voor. Het vervoer wil alleen niet zo meewerken: er is een treinstoring tussen Leiden en Schiphol. Gelukkig is er nog een Held in de buurt: Martijn komt speciaal even uit zijn werk gereden om ons weg te brengen. Super! En ruim op tijd brengen we onze tassen weg. Dan hoeven we niet zo veel meer, dus we doden de tijd met een bakkie, beetje bijkletsen, het halen van een broodje en wat drinken…

Rond kwart over 12 zitten we in het vliegtuig. We kunnen! … Of niet natuurlijk. De captain roept om dat er een technisch probleem is en dat een monteur repareert en controleert. Na een kwartiertje heeft hij slecht nieuws: er moet een apparaat komen om iets verder te controleren en dat duurt drie kwartier tot een uur… We zakken met een zucht achterover, eten ons broodje op en sturen alvast onze contactpersoon (Ivana, van Apartments Old Winhouse waar we vanavond slapen) en onze chauffeur (de man die ons van Dubrovnik naar Kotor zal brengen) een berichtje dat we vertraagd zijn. 

Na een uur klinkt er een zucht en heeft de piloot nog slechter nieuws: met dit vliegtuig kan niet meer gevlogen worden tot het grondig is gerepareerd. We moeten het vliegtuig uit, krijgen een vouche voor wat eten en drinken (voor een indrukwekkende € 4,50) en moeten ons over een uur weer bij de gate melden. Dan komt er meer nieuws. Zucht: dat is wel erg jammer natuurlijk! Voor we chagrijnig kunnen worden klinkt er opnieuw een stem. Waar we dáchten dat we alle info hadden weet de man die nu het woord neemt het verhaal drie keer zo lang en drie keer zo ingewikkeld te maken. Het is zo onhandig getimed en uitgelegd en de man voelt zo slecht aan dat werkelijk IEDEREEN er uit wil en wil dat hij zijn mond houdt, dat Karin enorm de slappelach krijgt. Nagiechelend lopen we het vliegtuig uit, de vliegtuigtrap af, even de zon in en dan weer terug naar waar we vandaan komen. We halen een snackie, strekken de benen en gaan dan weer naar de gate. Daar treffen we een van oorsprong Amerikaanse moeder en dochter waar we mee in gesprek raken. Met name dochter is hilarisch (als er Easy Jet personeel langsloopt: ‘let the lynching begin!’) en we blijven er allemaal vrolijk onder. Voor hen is het vervelender:  daar gaat dag 1 van hun weekend Dubrovnik. Als troost geven we ze de naam en locatie van de wijnbar waar we vorig jaar zo fan van waren: ‘hij is open tot 1 uur vannacht dames’.

Ondanks het gezellige gesprek is het wel redelijk irritant dat info uitblijft. Waar we eerder persé terug moesten zijn bij de gate, komen we er nu bij toeval achter dat er op een scherm staat dat de vlucht is verlaat naar 7 uur… Zeven uur! Grom! We nemen contact op met de briljante Ivana die de chauffeur afzegt (hij was al bij de grens…) en een nieuwe chauffeur regelt voor 9 uur vanavond. Daarna gaan we aan de wandel. We doen allerlei nuttige dingen online (zo boekt Karin bijvoorbeeld nog het laatste hotel voor de volgende vakantie 🙂 , vermaken ons met zo veel mogelijk foto’s van Karin-met-Nijntje maken, rommelen door boekhandels etc. Uiteindelijk eten we een hapje en dan zien we de tijd verspringen naar 18:40 uur. Kijk dat is ineens heel concreet en inderdaad komt er, als we aankomen bij een nieuwe gate, een vliegtuig, dezelfde crew (die hebben ook geen korte werkdag…) en kunnen we EINDELIJK vertrekken. Hoera! Een Amerikaanse studente die naast Eveline zit is inmiddels helemaal in de stress: een wereldreis, de eerste reisdag alleen (daarvoor met een vriendin) en dan dit! We proberen haar met een rustig praatje gerust te stellen (joh, Dubrovnik is niet zo groot, je vindt dat hostel heus wel, ook in het donker) en zakken daarna achterover.

De uiteindelijke vlucht is prima: snel en zonder verdere problemen. We bedanken de vermoeide crew, gaan door de douane, pikken onze tassen op en vertrekken richting de uitgang. Daar zien we meteen een bordje met Eveline’s naam en de naam van het hotel er op en de chauffeur gaat ons voor naar zijn auto. We hebben zeker 20 minuten doorgebracht op de luchthaven van Dubrovnik voor we in het donker onderweg gaan naar de grens. Daar komen we via een weinig gebruikte route. De belangrijkste overgang zorgt voor vertraging legt de chauffeur uit: dit is 10 kilometer omrijden, maar twee uur minder wachttijd! Goeie deal wat ons betreft, zeker als we binnen 5 minuten en zonder dat we de auto uitgeweest zijn, Kroatië uit en Montenegro ingekomen zijn. Hallo nieuw landje! Vlak voorbij de grens zien we aan de rechterkant de baai van Kotor opdoemen. Wat een lichtjes langs het water! We rijden Herceg Novi (onze laatste stop deze vakantie) voorbij en bewegen ons met het drukke verkeer richting Kotor. Onderweg zien we onze eerste ‘bezienswaardigheid’, maar één die we liever hadden vermeden: op de berg boven het oude stadje Perast woedt een flinke brand. Door de bliksem, zegt de chauffeur. De enorme vlammen en grote circkel vuur zijn indrukwekkend: we hopen dat de brandt snel onder controle is.

Uiteindelijk komen we rond half 12 in Kotor aan: ongeveer 6 uur later dan gepland, maar we zijn er nog net ‘vandaag’. Bij de ingang door de muren van de oude stad staat Ivana ons op te wachten, wat blijkt uit een hilarisch telefoonmoment als de chauffeur begint te bellen en we de jonge vrouw die al 5 minuten voor onze auto staat, opneemt. We bedanken de chauffeur met een fooitje en wandelen met Ivana mee. Ze brengt ons meteen naar ons kleine, maar fijne appartmentje. Bovenste verdieping, dat wel, maar de mooie kamer is de trappen wel waard. We zetten meteen de airco aan (het is midden in de nacht maar rond de 28 graden…) en leggen alleen nog de spullen voor morgen klaar. We moeten namelijk vroeg op… Dat zit namelijk zo… Maar voor we de gedachte af kunnen maken vallen we in slaap.

Kotor en Ostrog Monastry

Kotor en Ostrog Monastry

We hebben te kort geslapen als we wakker worden van de wekker, maar toch willen we er wel uit. Wat gisteren tijdens de vertraging namelijk EINDELIJK lukte, maar dan voor vandaag in plaats van morgen, is het organiseren van een tripje naar Ostrog Monastry. Dit voor orthodox christenen enorm belangrijke heiligdom ligt in de bergen op ongeveer anderhalf uur rijden van Kotor. Het Old Town Hostel (en contactpersoon Marko) heeft ons laten weten dat er alsnog twee gegadigden zijn, dus als we willen kunnen we mee. Dan moeten we om half 9 bij het hostel zijn, op een paar honderd meter van ons appartementje.

We trekken ondanks de erg vochtige hitte (het is op dit tijdstip al bijna 30 graden) een lange broek aan (bedekte benen zijn wel zo netjes straks), halen een broodje en nog een extra flesje drinken bij de bakker en melden ons bij het hostel. Rond half 9 kunnen we ons geld afgeven en gaan we met een Pools stel en onder leiding van Marko op weg naar een plekje net buiten de muren, waar we worden opgewacht door een golfje, met chauffeur… Karin had zich ivm alle blessures voorgenomen voorin te gaan zitten, maar de Poolse man is erg lang en past simpelweg niet achterin. De drie dames op de achterbank dan maar en we scheuren er vandoor. De chauffeur krijgt de hele trip geen naam en is om te beginnen bijzonder stil. Hij stopt netjes bij Perast (oms ons foto’s te laten nemen van de eilandjes voor de kust) en als we de bergen in zijn gereden bij een plekje met een mooi uitzicht over een mooi deel van de baai. Daarna rijden we in één keer naar Ostrog. De rit voert door de bergen: kale, indrukwekkende rotsen met veel groen er tussen. Een dramatisch landschap en we kijken onze ogen uit. Dit is de helft van de reden waarom we deze excursie willen doen! 

Als we bijna bij het klooster zijn, blijken de laatste 10 kilometer het meest uitdagend. De weg is enorm smal (maar is pas gerenoveerd en was nóg smaller zegt de chauffeur) en de auto’s persen zich langs elkaar heen. We zijn blij dat we een chauff hebben die dit al vaker heeft gedaan! Hij stopt even bij het lager gelegen klooster: hij kan ons tot 200 meter onder de ingang van het bovenste klooster brengen en zal ons dan straks hier weer ontmoeten. Hoeveel tijd hebben we nodig? Ehm, twee uur? zegt de Poolse vrouw. Goed plan en hij brengt ons tot de slagboom. Dan mogen we zelf verder omhoog klauteren. Dat is nog best pittig en zwetend en puffend komen we boven, waar we onze handen en hoofd afspoelen onder een kraan waar gezegend water uit komt. Allerlei mensen nemen flesjes vol mee naar huis. Wij spoelen ons af en genieten van de afkoeling. Lekker!

Daarna wandelen we naar binnen. Voor bij een aantal kassa’s waar bijna iedereen een aantal kaarsen en heilig water koopt. Voorbij een winkeltje met iconen en bidsnoertjes in allerlei soorten, maten, materialen en kleuren en dan in de rij. In de zon. En het is warm… We vermaken ons met de eerste glimp opvangen van het klooster: een soort kerk uit 1665 die om twee grotten tegen de bergwand aan is gebouwd. Hoe ze het ooit gedaan hebben is ons (en iedereen anders ook, zo blijkt uit de info) een raadsel. Voor ons staan twee dames heel devoot een rij teksten te prevelen. Als er een priester langskomt proberen ze hem aan te raken. De rij mensen die naar buiten komt kust het icoon van maria en het kind.

Tegen de tijd dat we boven zijn, zijn we bijna gesmolten, maar we zijn toch erg onder de indruk van de grot waar St. Basil ligt (althans, zijn in doeken gewaden resten), de prachtige fresco’s en de oude versieringen. Ook in de tweede grot, waar mensen briefjes vol schrijven met gebeden en wensen, zijn de muren volgeschilderd met iconen. Deze zien er uit alsof ze er gisteren op zijn gezet. Later horen we van de chauf dat het schilderwerk inderdaad is gerestaureerd. Met een miljoen bezoekers per jaar en zoveel zoenen op al die iconen, snappen we dat er af en toe een nieuw verfje nodig is! Ook boven is het prachtig: we vinden vooral het oudere kerkje helemaal bovenaan, met schilderwerk van rond 1667, erg mooi. De iconen hebben heel levendige, individuele gezichten. Als we over een randje kijken zien we op een iets lager gelegen ballustrade allemaal muntjes, bidarmbandjes en -kettinkjes liggen! Er is mensen nogal wat aan gelegen om een gebed / wens achter te laten, da’s duidelijk.

Als we zijn uitgekeken is het hoog tijd om naar beneden te gaan. We moeten deze keer de bijna twee kilometer nog naar beneden. De Polen zijn we uit het gezicht verloren en we zijn iets te laat door de enorme rij waar we eerder in hebben gestaan. We vinden ze terug één bocht voor ons verzamelpunt. Nee hoor, geen haast: ze zitten er ook nog niet zo lang. We lopen nog één bocht verder naar beneden en daar zien we onze chauff die er net aan komt. Hij was vreselijk bang dat HIJ te laat was, dus stelt ons meteen gerust: rustig aan, het is jullie uitje. Hij haalt ons over om zeker ook nog even het kerkje van het lage deel van het klooster te bekijken. Ook dat zit vol met schitterend gekleurde iconen. Het is zo druk beschilderd dat je de neiging hebt om 100 kanten tegelijk op te kijken en uiteindelijk haken we af. Op! 

De chauffeur neemt ons mee naar een restaurant een paar kilometer verderop. We krijgen een ENORME berg eten: dat van Eveline (gevuld varkensfilet) erg lekker, dat van Karin matig (worstjes, maar slechts één van de worstjes is NIET uitgedroogd). We drinken een paar flesjes drinken leeg, gaan eindelijk weer eens naar het toilet (méér drinnken dus, met deze hitte) en dan gaan we terug naar Kotor. Onderweg stoppen we nog bij een enorm kunstmatig meer, om foto’s te maken. Het is weliswaar kunstmatig, maar wel erg fotogeniek. 

Rond half 5 zijn we terug in Kotor. We bedanken onze chauff met een fooi die daar zo van ondersteboven is dat hij ons omhelst en een zoen op de wang geeft. Daar zijn wij dan weer een beetje ondersteboven van. We nemen de Polen mee de oude stad in: ze willen weten waar de wijnbar is waar wij boven slapen. We laten ze tevreden achter en gaan ons eerst boven een beteje opfrissen. daarna willen we niet zo veel meer. Wat drinken. Dat doen we na een allereerste dwaalsessie door de stad. De oude stad is heel klein, met heel veel schattige verdwaalstraatjes. Hier willen we morgen meer van zien. Nu lopen we naar de punt van de oude muren die uitlijkt over het fjord. In het toeristische café wat er bovenop zit (Citadella) drinken we twee drankjes, terwiijl we langzaam uit de knoop komen en uitkijken over de oude muren van Kotor, die tot 150 meter boven zeeniveau de berg op kronkelen. Wat een geweldige eerste dag, maar wel een beetje heftig! 

We willen alleen nog een hapje en een drankje en daarvoor gaan we naar de wijnbar. We drinken er één wijntje en eten een klein snackie en dan is het op. We hebben allebei wat wisselend last van de hitte en zijn op. Slapen! Het is nog geen half 10 als het licht uitgaat, letterlijk en figuurlijk!

Kotor en Perast

Kotor en Perast

Heeee, dat is lekker. We hebben echt EINDELOOS geslapen en het is nog steeds vroeg als we onze ogen open doen. Hallo wereld, je ziet er een heel stuk leuker uit dan gisteravond! We ‘rennen’ (nouja) onder de douche door en rond 8 uur lopen we naar buiten. Pfff daar is het meteen warm. Tijd voor een rústig dagje dus! Dat begint met een rustig ontbijtje. Na enig dwalen vinden we dat bij Luna Rossa, het restaurant van Hotel Montecristo. Dat blijkt een uitstekend ontbijtbuffet te hebben, waar we dankbaar gebruik van maken. Daarna begint Dwaalsessie Deel II. Het is echt een heel leuk stadje: er zitten meerdere kerken en kerkjes in de stad. Het kleinste is een schattig orthodox christelijk kerkje, dat rijk gevuld blijkt met iconen. De grote kerk er tegenover is ook orthodox, maar heeft een heel andere, bijna sobere stijl, met als belangrijkste ‘ornamenten’ een aantal enórme schilderijen aan de muur. De heiligen er op kijken ons serieus, nadenkend of in één geval zelfs wat dreigend aan!

De muren van de stad zijn zoals al gezegd indrukwekkend. Gebouwd tussen de 9e en de 14e eeuw, lopen ze in een grote circkel om de oude stad heen, tegen de berg op. Het gedeelte de berg op laten we zitten, maar het deel op de ‘begane grond’ bekijken we. Het is nogal vervallen, wat wel bijdraagt aan de sfeer. We hebben het gevoel dat we een soort mini-Dubrovnik hebben gevonden vóór het opgepoetst en duur werd. Bij deze muren loop je af en toe tegen een hek, moet je over een kluwe stroomkabels heenstappen of uitkijken dat je niet in een gat dondert!

Heelhuids komen we weer beneden aan, waar we de poort, de klokketoren en de schandpaal (een vervaarlijk uitziende piramide, waarvan we ons afvragen hoe die nu precies is bedoeld) bekijken. Als we door de poort lopen krijgen we bijna een hartverzakking: er ligt een flatgebouw tegen de kade geparkeerd! Oh pardon: het blijkt een ENORM cruiseschip. Het spuugt nog steeds mensen uit. Hordes die achter bordjes aan lopen. Niet dat wij nu zo van de gebaande paden afgaan, maar dat lijkt ons toch niet leuk! Een bescheiden bootje is leuker. Op de poort aan de buitenkant staat de datum dat de stad is bevrijd van de nazi’s en een spreuk van Tito. De Venetiaanse leeuw zit in de muren verwerkt (de stad was ook nog vier eeuwen in handen van de Venetianen, net als de omringende gebieden overigens). Het standje met toeristige informatie helpt ons aan een kaart, een schema met bustijden en de info dat er vanaf 10 uur een dame kaartjes verkoopt voor boottochtjes! Kijk, dat willen we wel weten. We bekijken eerst de markt die vandaag, op zaterdag, extra groot en kleurrijk is. Een lading aan verkopers brengt groente, fruit, bloemen, kaas, vis en vleeswaren aan de man. We kopen een bak heerlijk smakende frambozen om mee te nemen en gaan dan op zoek naar de dame die kaartjes verkoopt.

We hebben een plan: er zijn twee boottochtjes, met twee uur er tussen en elk tochtje kent twee stops. Eén daarvan is in Perast en we weillen graag met de eerste boot heen en met de tweede terug, zodat we in Perast lekker kunnen lunchen en zwemmen. Kan dat? We blijken niet de eerste te zijn die dat bedenken: dat kan zeker! Helemaal tevreden kopen we een kaartje (€ 15,= voor een 2 1/2 uur durende tocht vinden we prima, zeker als we er 2 uur extra tussenin mogen plakken). Daarna gaan we naar het hotel waar we onze bikini’s onder de kleren aantrekken, de juiste spullen in de tassen proppen (waaronder meerdere flesjes bijna bevroren water) en er weer vandoor gaan. Om kwart voor 12 melden we ons bij de kaartjesverkopers en één ervan brengt ons naar de boot.

Het tochtje is heerlijk! Op het water is het minder warm (in de stad is het kwik inmiddels tot stevig boven de 30 graden gestegen) en ondanks dat het wat heiig is, zien we genoeg van de prachtige baai. Er is geen commentaar op de boot, maar we krijgen een prachtig uitzicht op de ‘fjorden’ (bij gebrek aan een beter woord) van de baai van Kotor en op alle kleine dorpjes die er langs liggen. Tientallen kerkjes liggen aan het water, maar ook hoger op de heuvel, soms wel vijf bij elkaar in de buurt en in de de meeste dorpjes zijn de huizen zandkleurig, met rode daken. We proberen de ‘uitwassen’ (zoals een kanariegeel wanstaltig hotel van zes verdiepingen) te negeren. En we snappen tegelijk heel goed waarom hier zo wordt gebouwd. Dit is prachtig!

Na ongeveer 40 minuten varen zijn we vlakbij Perast. Dit Venetiaanse minidorpje kent maar liefst 16 kerken en 17 paleizen… en heeft maar één hoofdstraat! Half vervallen en half opgeknapt is het enorm sfeervol. Maar dat voor straks: eerst varen we naar Gospa od Skrpjela (Onze Lieve Vrouwen van de Rots), één van de twee kleine eilandjes voor de kust. Dit eilandje is kunstmatig aangelegd in de 15e eeuw (!) rondom een rots waarop een beeld van de Madonna werd gevonden. Het bevat een mooi kerkje uit 1630 en hangt vol met schilderijen en zilveren votieven. Het is erg jammer dat het nogal vol is (en steeds voller wordt: de ene bootlading na de andere wordt er los gelaten), maar het is toch wel bijzonder om te zien. Het ligt er ook mooi bij en het uitzicht op Perast is uitstekend.

Na een half uurtje moeten we weer bij de boot terug zijn en steken we over naar Perast. De captain legt geduldig uit dat je OF om 10 voor 2 terug moet zijn OF om 10 voor 4. We stuiteren van boord: tot 10 voor 4! We lopen een paar stappen en lopen dan tegen Restaurante Conte aan, aanbevolen door allerlei ‘aanbevelers’ (zoals de LP en Tripadvisor) en alleen al van de ligging van het terras worden we heel vrolijk. Pal aan het water, met uitzicht op de eilandjes, grote schermen tegen de zon en zo te zien een prima kaart. Lunch!

Daar krijgen we geen spijt van: we eten allebei een heerlijke salade en respectievelijk een mix van visgerechtjes (Eveline) en viscarpaccio (Karin). Drankje erbij, aardige ober en we hebben een prima maaltijd! Helemaal als we tijdens het eten het joekelige cruiseschip voorbij zien varen, op weg naar een nieuwe bestemming. Daaag, we zullen je niet missen! Als we klaar zijn rekenen we af en wandelen over de volle lengte van de hoofdstraat naar het andere eind van het dorpje. Daar ligt een klein strandje en The Piratebar, waar we van een jonge meid elk een ligstoel en samen één parasol huren. Hop, uit de kleren en zo de plomp in! Het water sist bijna als onze verhitte lijven zich in het heerlijke en heldere water laten zakken. Wat is dit lekker! We poedelen gezellig in de rondte en koelen lekker af. Stukje zwemmen, nog een klein rondje en dan gaan we er weer uit. We deppen onszelf wat droog en proberen in de tijd die ons rest verder droog te worden. Dat lukt niet helemaal, maar ach: natte zwemkleren onder je gewone kleding vindt werkelijk niemand in deze regio een probleem!

Keurig op tijd gaan we terug naar de boot en met een flesje drinken in de hand zakken we tevreden onderuit voor de 40 minuten terug naar Kotor. Wat een prima tochtje en we zijn helemaal blij dat we er op deze manier een extra leuke middag van hebben kunnen maken. Tevreden stappen we dan ook om half 5 van boord. Terug in het appartement wassen we de zwemkleding èn onszelf uit. Daarna wandelen we een rondje door de stad, waarbij we een heel nieuw deel van de muren en slotgracht ontdekken. Wat die enorme Pippi Langkous pop (van zo te zien een soort papier marché) op één van de verdedigingstorens doet is ons daarbij wel een beetje een raadsel… net zoals de enorme haai van soortgelijk materiaal in de andere gracht trouwens… 

We proberen een tafel te bemachtigen bij Galion, een chique tent aan het water, maar die blijkt vol. Een ander die wordt aangeraden bevindt zich op meer dan 5 kilometer afstand. en uiteindelijk landen we bij… Luna Rossa, het restaurant waar we vanochtend ook hebben ontbeten. We vragen en krijgen een tafel op hun hoge terras, dat uitkijkt over een pleintje. We drinken een wijntje, eten een hapje en genieten van het uitzicht op de mensen. Het is een prima plek en het eten is uitstekend, dus het blijkt een prima keuze. Wat ons betreft een uitstekende afsluiting van een prima dag!

Kotor en Risan (èn Perast)

Kotor en Risan (èn Perast)

Onze laatste volle dag in Kotor en ook vandaag willen we een uitstapje doen. We willen naar Risan, het oudste stadje van de baai en hebben besloten dat er een bus gaan vinden die ons daar heen brengt. Dat geeft ons meteen de gelegenheid om (de route naar) het busstation te bekijken. Na een prima nacht slaap en een goed ontbijt (jawel, weer bij Luna Rossa) wandelen we daarom naar het busstation. Dat blijkt niet erg ver weg, maar morgen gaan we dit met onze tassen toch met een taxi doen. Voor nu zijn we tevreden met het feit dat er inderdaad bergen bussen naar Risan gaan, waaronder degene die al weg had moeten zijn, maar (voor ons heel handig) iets te laat is vanochtend. Als hij er is moeten we dan ook niet teuten: hop, hop, de bus in! Behalve de chauffeur is er ook een kaartjes-dame, die knikt als we ‘Risan’ zeggen. Komt goed.

De bus voegt zich in het drukke verkeer langs de baai naar Risan. Onderweg wordt er niet veel gestopt, maar de chauffeur lijkt bijzonder behulpzaam. Eerder dan de halte er uit? Later dan de halte er in? Het lijkt allemaal niet zo’n probleem. In de buurt van Risan gaan we iets verder voorin de bus zitten. “Nog niet”, gebaren zowel de kaartjes-mevrouw als een wat oudere dame die in de bus zit. De bus stopt keurig vóór het straatje waar de mozaieken zijn waar we heen willen. geen halte te bekennen, dus erg attent! De wat oudere mevrouw gaat er ook uit en zegt: “Die straat in en dan rechts aan houden”. Althans, dat denken we aan haar gebaren te zien. We bedanken haar met het enige woord Montenegrijns dat we uitstekend beheersen (Hvalla: bedankt!) en wandelen naar de overdekte site.

Ook daar krijgen we een sterk staaltje service en vriendelijkheid over ons heen: we krijgen niet alleen een brochure en een stapeltje gekopieerde A-4’tjes van de site, maar ook een kaartje van het dorpje met alle bezienswaardigheden er op èn mondelinge uitleg. Deze site is niet heel groot en een deel van de mozaieken is weggehaald voor restaurantie. Aanvankelijk werd gedacht dat dit een villa was van een rijke familie, met in de slaapkamer een mozaiek van Hipnos, de god van de slaap. Nu denkt men dat het een hotel/huis van vermaak was (ja, je mag zelf bedenken welk soort vermaak, zegt het informatiebord), maar uit respect voor de ontdekker wordt het nog steeds ‘de villa’ genoemd. Er is een berg interessante info en de mozaieken zijn heel fijn gemaakt, met piepkleine steentjes. We kijken, lezen, fotograferen en vermaken ons uitstekend.

Daarna besluiten we dat we ook nog wat meer willen zien en wandelen we via een schattig christelijk orthodox kerkje (waar een dienst in volle gang is, dus waar we buiten blijven) naar een schattig straatje. Uit de Middeleeuwen, zegt de brochure. En iets verderop aan de rechterkant vinden we de ruïnes van een Venetiaanse villa. Als we daar zijn uitgekeken (en ook de slapende kat hebben bewonderd die met een verrassend goeie schutkleur zich verdekt heeft opgesteld op een steen) wandelen we naar het pleintje. Daar ploffen we tussen de locals aan een tafeltje en bestellen wat drinken. Ondanks dat het zondag is, is er voor ons neus een klein marktje in volle gang en er wordt druk onderhandeld over fruit, kaas, bloemen… We hebben ineens het gevoel in een stukje lokaal leven gestapt te zijn. Per ongeluk, maar oh zo leuk.

Als we zijn opgedroogd (het is toch alweer redelijk warm, ondanks dat er veel wolken zijn) wandelen we naar een opgraving een paar honderd meter verderop, net buiten het dorpje. Het ligt idyllisch genoeg, aan een riviertje waar een man staat te vissen (die vriendelijk terugzwaait als Karin haar hand naar hem opsteekt). Maar de site zelf… ziet er uit alsof er in de laatste 25 jaar niets aan is gedaan. De site is (anders dan de foto in de brochure doet vermoeden) volledig overwoekerd, de wandelpaden zijn ingestort en er groeien bomen waar op de foto nog een groen grasveldje is. Het is een triest gezicht en we wandelen snel verder. Geen idee wat het geweest is bovendien: er is behalve de term ‘archeologische opgraving’ geen informatie over te vinden.  Tijd voor deel twee van het plan voor vandaag.

 

We wandelen naar zee, maar het ziet er niet heel aantrekkelijk uit: vol en weinig schaduw. We zijn het snel eens: we gaan naar Perast. Als we bij de bushalte voor het centrale pleintje staan, hebben we opnieuw mazzel. In plaats van dat we 20 minuten moeten wachten blijkt de ‘vorige’ bus opnieuw te laat en komt hij keurig aanrijden als we er zeker 30 seconden staan. En jawel, hallo chauffeur en kaartjes dame van de bus op de heenweg! Ze zeggen vriendelijk gedag en ook deze keer zijn ze zeer behulpzaam: ze laten ons er bij het strandje van Perast uit wat ons een enorme klauterpartrij scheelt vanaf de officiële bushalte naar beneden! Tevreden we zwaaien we de bus uit, die vriendelijk terug toetert. Daarna wandelen we naar de ligbedden-dame. Ze heeft ‘natuurlijk’ twee ligbedden voor ons en een parasol en we trekken ons om beurten even terug in het ‘kleedhokje’. Dat is meer een ruimte tussen rots en opgehangen ‘gordijn’, maar we ontdekken dat je er met enige handigheid best je bikini in aan kan trekken. En dan ‘hollen’ we (via een trapje deze keer) het water in. Jaaaaa, het is nog net zo lekker als gisteren! Deze keer zit de zon bovendien achter de wolken, wat de kans op verbranden verkleint. Dat gezegd hebbende: er komen in de verte toch wat dreigende wolken aan… Om te voorkomen dat we overvallen worden door het weer gaan we uiteindelijk het water uit en kleden ons opnieuw om. Dat is met natte zooi een nog wat grotere opgave, maar uiteindelijk hebben we droog ondergoed en droge kleren aan en zit de natte zooi in een plastic zak. Dan wandelen we naar ons nieuwe favoriete restaurant. Want zo’n lunch als gisteren, dat willen we nog wel een keer!

Dat lukt en we genieten er van, deze keer wel op het overdekte terras. Als we daar zitten spotten we aan de overkant van de baai ineens een beginnende brand op de berg! Die is binnen een paar minuten helaas al indrukwekkend groot. “De brandweer heeft er uitzicht op en houdt het in de gaten”, zegt de ober op onze vraag of we iemand moeten waarschuwen. En inderdaad rijden er na een tijdje brandweerwagens die kant op. Het is wel vooral wachten op het blusvliegtuig vermoeden we. Hopelijk komt ergens vandaag die regenbui door… We hebben vanaf de boot gezien dat de brand boven Perast die we op onze eerste avond zagen, inmiddels is gedoofd. Voor nu is en blijft het droog en als we uitgegeten zijn constateren we dat het bootje van de boottour over 5 minuten vertrekt… Misschien kunnen we ook alleen mee terug?

Eveline gaat het vragen, terwijl Karin afrekent en inderdaad, We hebben geluk: we mogen samen mee voor de prijs van één kaartje. Heel tevreden zakken we onderuit en 40 minuten later stappen we in Kotor van boord. Het is half 3 en we hebben alweer een heerlijke dag gehad tot zover. We hebben in ieder geval genoeg tijd om te douchen, alles uit te spoelen en lekker een drankje te gaan doen op een terrasje op het grote plein. Mèt wifi, zodat we ook het verslag kunnen bijwerken. Om 10 over 5 pakken we onze zooi op en verdwijnen naar de wijnbar onder ons appartement (een andere eigenaar overigens). In de Mon Ami Winebar hebben we namelijk gisteren een wijnproeverij gereserveerd! We hebben er vreselijk veel zin in. We zijn wat vroeg (kwart over 5 in plaats van half 6), dus of we nog even willen gaan zitten. Natuurlijk. 

20 Minuten later zitten we er nog steeds, zonder iets te drinken. Ja sorry, zegt de ober. Hij wacht op een collega zodat hij al zijn aandacht aan ons kan geven. Nog 20 minuten later zitten we er nog steeds en begint ons geduld wat op te raken. Op dat moment breekt er buiten een ENORME stortbui los. Het hoost echt en alle gasten vluchten van het terras naar binnen. Er stromen binnen een paar minuten rivieren water door de straat. Het is begrijpelijkerwijs even alle hens aan dek, dus we vragen de over alleen even of hij wat drinken heeft in de tussentijd. Als we de fles water opnieuw 20 minuten voor ons neus hebben zijn we het zat. Karin zegt tegen de ober dat ze inmiddels niet meer begrijpt waarom het zo lang moet duren. Hij begint een wat onsamenhangend verhaal wat er op neerkomt dat we toch moeten begrijpen dat het door de regen komt. Eh, nou nee, niet het hele uur nee. Hij kijkt ons aan en loopt weg. Dat is de druppel. we kijken elkaar aan en gaan er vandoor. Als we weglopen vraagt hij hoopvol: “maybe tomorrow?” Eh nee!

 

Het is gelukkig weer (even?) droog en we wandelen opnieuw naar Galion, maar ook vanavond zitten ze vol. Dan nog maar een keer naar Monte Cristo. Minder sfeervol deze keer, want het terras is weggeregend, dus we zitten binnen. Het eten en drinken leiden er niet onder: het smaakt uitstekend en tevreden gaan we na het eten naar het terras van eerder vanmiddag. Want: er moet taart gegeten worden… en wel door Karin! Ja, ze is er zelf ook wat verrast over. De ober kennelijk ook, want als hij het uitgezochte stuk taart boven de tafel heeft hangen maakt hij een vreemde beweging en de taart belandt ‘flats!’ op tafel. We kijken elkaar alledrie verschrikt aan en daarna moeten we allemaal onbedaarlijk lachen. Dat was suf! De ober verontschudligt zich, ruimte de zooi op en komt een nieuw stuk brengen. Als we dat opsmikkelen (Eveline moet natuurlijk wel proeven!) begint het opnieuw te stortregenen. Als we klaar zijn rekenen we daarom af en wandelen in een redelijk droog momentje terug naar het hotel. Daar zijn we nog geen minuut binnen als het weer begint. Met het geluid van de ene na de andere stort- en onweersbui vallen we in slaap.

Kotor – Budva – Ulcinj

Kotor – Budva – Ulcinj

Een reisdag vandaag! Na het ontbijt checken we of we alle zooi in de tassen hebben gepropt en sjouwt Eveline ze van de trappen af. Karin, die door haar blessure niet kan tillen, regelt via de immer behulpzame en vriendelijke Ivana een taxi en blijft nog even met haar kletsen. “Wat heerlijk dat jullie samen op vakantie kunnen en jullie mannen er geen bezwaar tegen hebben”, zegt ze. De Balkan-mannen en vooral haar vriendje zijn daar te jaloers voor legt ze uit. Haar vriend zit op de grote vaart, is zes maanden van huis maar stuurt haar elke dag één of meerdere berichtjes met vragen over wat ze doet en met wie ze is. Ze wordt er duidelijk gek van: “ik ben altijd samen met mijn tweelingzus of aan het werk, maar hij blijft maar bezig”. We vragen ons later gezamenlijk af hoe lang die relatie nog goed gaat…

Als we met tassen bij de toegangspoort van de oude stad staan rijdt er van alles af en aan maar geen lege taxi. Uiteindelijk lopen we iets verder de straat op en houden een taxi aan die net iemand er uit heeft gelaten. De man knikt bij ‘Autobuska Stanica’, zet zijn taximeter aan en brengt ons voor 1 euro 70 naar het busstation. Daar rekenen we snel af en gaan een kaartje regelen. Met een beetje mazzel… en jawel, binnen een paar minuten hebben we niet alleen een kaartje, maar zitten we ook in de bus naar Budva. Een klein busje waarbij de bagage in de ruimte naast de achterdeur mag ‘wonen’. Via Tivat (waar een kleine luchthaven ligt) rijden we naar Budva. We zijn er binnen drie kwartier. Dat kan sneller, maar niet met deze drukte! Het busstation heeft een aparte ‘garderobe’ waar we onze tassen voor 4 euro achter kunnen laten. We krijgen keurig bewijsjes mee en ze willen een kopie van een paspoort. Prima, zo durven we ze wel een paar uur achter te laten. Tevreden wandelen we er van door.

Budva is warm en druk. Als we langs de overvolle weg wandelen vermaken we ons door nummerborden te spotten. We zijn verbijsterd: binnen een paar honderd meter hebben we dik 15 verschillende landen gespot! Inclusief een Nederlander, maar verder met ongeveer alles uit de regio èn zelfs ver daarbuiten. we herkennen niet alles: als we het later opzoeken blijken er ook nummerborden uit Wit-Rusland en zelfs Kosovo tussen gezeten te hebben. We slaan af en wandelen naar de waterkant. Daar zien we teveel Russen die in te weinig kleding over de smalle boulevard paraderen. Niet ons soort vakantie, zullen we maar zeggen. We wandelen naar de oude stad: daar kwamen we immers voor! In de schaduw van de muren stoppen we eerst voor een drankje. Hoewel we het warm hebben, constateren we tevreden dat het lang niet meer zo snikheet is als de afgelopen dagen. Nog (net) geen 30 graden denken we: heel wat beter dan 35+! Als we klaar zijn (duurt effe: Karin krijgt een tweede cola’tje erbij, omdat ze de dame er op wijst dat haar glas stuk is, die daar enorm van schrikt) wandelen we de oude stad in.

 

Daar is het stikdruk, maar oh mensen wat een schattig stadje! We snappen echt heel goed waarom het hier zo druk is. Kronkelige ministraatjes, pleintjes met terrasjes, een citadel, twee kerkjes en pal aan zee, met uitzicht over de baai met prachtig blauwe water. De autovrije oude stad wordt door een middeleeuwse stadsmuur omringt, die in de 15e eeuw door de Venetianen werd gebouwd. We gaan lekker op onderzoek uit. Het kleinste kerkje van de twee zit helemaal vol prachtige schilderingen. We maken (net als ALLE andere toeristen, zo lijkt het) plaatjes over dat ene muurtje met uitzicht over de baai. We beklimmen de citadel en bekijken elk hoekje daarvan. De citadel is overigens uit de 19e eeuw en werd door de Oostenrijkers gebouwd. We beginnen ons af te vragen wie er NIET heeft geregeerd over Montenegro. Vanaf de muren kunnen we het eiland Sveti Nikola zien liggen, op de reclameborden ook wel ‘Hawaiï’ genoemd, waarschijnlijk omdat het zo groen is en een aantal steile kliffen heeft. Het uitzicht is prachtig en Budva is leuk! Als we zijn uitgedwaald ploffen we neer bij de Juice Bar. Die blijken niet alleen heerlijke sapjes te hebben, maar ook verrassend lekkere sandwiches. Een uitzondering in dit land waar een uitgebreide warme lunch de hoofdmaaltijd vormt. We genieten er van!

Daarna zijn we eigenlijk wel klaar. Het is inmiddels echt te druk en we besluten nog even te pinnen (ook hier komen gewoon euro’s uit de muur) en dan terug te wandelen. Als we buiten de muren omhoog kijken blijkt dat eigenlijk best een handig plan: er komen echt enorm zwarte wolken aan. We zetten ondanks de hitte de pas er in en halen het uiteindelijk nèt voor de bui losbarst. Als we een kaartje staan te kopen begint het te hozen en volgt er een aantal donderklappen. Goeie timing! Als we een kaartje hebben en het weer even droog is haalt Eveline de tassen. Daarna even plassen en dan rijdt er een bus binnen. Het is een enorm gammel ding (overigens in tegenstelling tot bijna elke andere bus) en daar stapt een chauffeur uit die ongeveer net zo oud is als de bus lijkt. Ons vervoermiddel naar Ulcinj staat voor! De man spreekt geen woord over de grens maar blijkt erg vriendelijk. Hij zorgt dat de tassen in de achterbak kunnen en aangezien we de enige passagiers zijn (tot vlak voor we weg gaan) hebben we de stoelen voor het uitzoeken. we zoeken exemplaren uit die wèl een stevige rugleuning hebben en niet natgeregeld zijn door het luik dat hij nu dicht doet. Als er uiteindelijk nog één jongen en twee Vlaamse meisjes zijn ingestapt kunnen we weg.

De route is prachtig! De kust van Montenegro is helaas hier en daar te vol gebouwd, maar we balen regelmatig dat we niet in een eigen auto zitten (hoewel we nu geen rekening hoeven te houden met de idiotie van sommige mede-weggebruikers). Het grootste deel van de route loopt vlak langs de kust en die is echt adembenemend. We zien vanaf de weg ook Sveti Stephan liggen, het schiereilandje waar we eventueel op de terugweg nog willen stoppen. Het eilandje zelf is niet toegankelijk (want één groot luxe resort), maar het ziet er geweldig uit en de stranden er vlakbij schijnen geweldig te zijn. Gezien de stortbui zijn we blij dat we vandaag voor Budva hebben gekozen. De route duurt uiteindelijk wel lang: iets meer dan twee uur in plaats van de beloofde anderhalf uur. Geen idee of het nu komt door de drukte, de oude (tikkie trage) bus, het feit dat de chauffeur aan de kant wordt gezet door de politie en om onbekende redenen een bon krijgt… Hoe dan ook, ondanks het lage(re) tempo komen we keurig aan in Ulcinj. Deze stad ligt vlakbij de Albanese grens en is een populair vakantieoord voor Albanezen en Kosovaren. Volgens de LP vooral omdat het een stuk leuker is dan de kust van Albanië! We gaan het ontdekken.

We nemen een taxi naar Hotel Dolcino, een tikkie zakelijk, maar keurig hotel halverwege de hoofdstraat. Een uitstekende locatie zo blijkt: lekker dichtbij ‘alles’, maar ver genoeg weg om niet midden in de herrie te zitten. De receptioniste doet haar best: willen we één of twee bedden? En aan welke kant? En met of zonder balkon? Uiteindelijk krijgen we een keurige, stille kamer met twee bedden aan de achterkant. Top! De airco werkt uitstekend dus het is binnen no time koel in de kamer. Al moeten we eerlijk zeggen dat het ook hier niet bloedheet is. We dumpen onze zooi, trekken wat anders aan en wandelen de stad in. Naar het water en alleen al de wandeling daarheen is een belevenis. Er zijn ongeveer drie keer zoveel mensen als je zou willen. Een groot deel heeft ook te weinig kleding aan (nee, we willen geen mannen in zwembroek of vrouwen in bikini zien in een winkelstraat in een dorp). Er zijn ook teveel hotels èn teveel (allemaal bezette) strandbedjes op het propvolle strand. En we snappen ook nog waarom, want de kust is prachtig en ook hier ligt een (ok deze keer piepkleine) oude stad sfeervol op de hoek van de baai. Er knalt muziek uit 101 speakers en tussen alle hotels en restaurantjes staat een aantal moskeeën. Ulcinj is overwegend Islamitisch, al zien we daar verder dus weinig van. Enigszins overdondert ploffen we op een verrassend leeg terrasje aan het strand. Doet u maar wat drinken dan, terwijl we deze gekte even op ons laten inwerken.

Dat kost dan weer helemaal niets en als we klaar zijn kunnen we de wereld weer wat beter aan. De oude stad, daar schijnen prima restaurantjes te zijn. We vinden de trap naar boven en wandelen door de poort door de enorm dikke muren naar binnen. Daar blijkt het relatief rustig en laten we de gekte achter ons. En vinden we Taphane, een volgens Tripadvisor uitstekend restaurant met een geweldig uitzicht op het water. We vinden een tafeltje en de recenties op Tripadvisor blijken volledig terecht: het eten (gegrilde inktvis!) is heerlijk, de bediening vriendelijk, het uitzicht geweldig, de drankjes lekker. Het is echt top en we hebben een heerlijke avond. Tevreden wandelen we uiteindelijk terug naar beneden… waar inmiddels NOG meer mensen zich hebben verzameld! Werkelijk iedereen uit heel Ulcinj en verre omgeving loopt op de boulevard en door de straat waar ons hotel aan ligt. We halen diep adem en lopen via de stampvolle supermarkt (waar we een paar flessen water halen) naar ons hotel. Airco aan en helemaal tevreden met onze doodstille kamer vallen we in slaap.

Ulcinj

Ulcinj

We hebben allebei heerlijk geslapen en vrolijk (hoewel nog een tikkie slaperig) zitten we rond kwart over 8 aan het ontbijt. Daarna pakken we onze zooi op en vertrekken we voor een dwaalsessie Ulcinj. Als eerste is de nieuwe stad in de buurt. We willen proberen een kijkje te nemen in een moskee. Dat zou moeten kunnen, dus voor de zekerheid hebben we ons keurig gekleed (volledig bedekt). Op naar de eerste moskee. Helaas, daar zien we niemand en de deur is dicht. En omdat vrouwen niet in elke moskee mogen komen willen we niet zomaar binnen lopen. Helaas. Dan eerst maar de hoofdstraat aflopen. Het is vandaag opnieuw stralend weer en het belooft ook weer warm te worden (graadje of 31) dus we zijn blij dat we er op tijd bij zijn.

De straten zijn al vol, maar wel met lokale mensen. We zien bij een aantal wat oudere vrouwen handgeborduurde hoofddoekjes. Ze groeten vriendelijk terug. Op de kledingmarkt scoort Karin een paar simpele en goedkope schoentjes die bij deze rotsige kust (en alle toekomstige rotskusten) handig zijn bij het zwemmen. We zien het stadhuis (de ‘tawn hall’ zegt het bordje in slecht Engels), een plaquette die is aangeboden door de dankbare Kosovaren (voor de hulp die de stad bood eind jaren negentig van de vorige eeuw) en een standbeeld van moeder Theresa ‘de beroemdste Montenegrijnse’ (en effe niet verder vertellen dat ze in Macedonië is geboren). Er blijkt meer markt waar allerlei fruit, groente, kaas, vis (maar op één plek in de koeling), vlees (in de koeling, in een apart zaakje) en verse honing en honingraat wordt verkocht. Als Kari staat te kijken naar de honingraat wordt ze aangesproken door de verkoper. Hier, ze moet zeker even proeven. Hij snijdt een stukje af en het is inderdaad verrukkelijk. Dat had je niet gedacht he, zegt de man. Nee, inderdaad. Hij grijnst: mooi, geniet ervan.

Als we uitgekeken zijn gaan we ergens wat drinken. Daarna doen we nog een poging bij de moskee. Nu zit ook het hek dicht helaas. Ook de moskee vlak aan zee is dicht en de jonge kerel die er uit komt zetten laat het hek achter zich dichtknallen. Hmm, helaas, tijd voor luchtige kleding en deel twee van het plan. We verkleden ons in het hotel en wandelen deze keer bovenlangs naar de oude stad. Het is een steil pad, maar de moeite waard. Het kerkje dat er staat is leeg (het meisje dat binnen hoort te zijn wandelt luid telefonerend naar het halletje) en is helemaal volgeschilderd met prachtige iconen. We maken even van de gelegenheid gebruik en gaan helemaal los met een fototoestel. Als we daarna doorlopen blijkt dat het uitzicht achter het kerkje helemaal gewedlig is. We vinden er de begraafplaats met een fenomenaal mooi uitzicht: over de rotsen, de zee en de muren van de oude stad die er achter omhoog rijzen. We klikken plaatjes en lopen dan verder omhoog naar en daarna in de oude stad.

De oude stad is in 1979 tijdens een grote aardbeving die de hele regio opschudde, behoorlijk door elkaar geklutst. Er zijn maar een paar gebouwen herbouwd, wat ervoor zorgt dat het nogal een chaos is hier en daar, maar wel een enorm sfeervolle chaos. We dwalen door steile straatjes, tussen de kapotte, half afgebroken gebouwen, langs verzamelde steenhopen, via prachtige terrasjes… Het heeft echt wel wat en we genieten ervan. Na een uitgebreide dwaalsessie zijn we bij dezelfde hoek van de stad als gisteren en ploffen we neer voor een drankje in de schaduw. Daarna willen we wel lunchen en we besluiten te kiezen voor Dulcinea, de andere aanrader van Tripadvisor. En deze keer valt het tegen. Ok, ze hebben de lekkerste patatjes van Montenegro, ze zijn attent met het brengen van het wifi-password en ze zijn niet zuinig met de hoeveelheid zeebeesten in de risotto, maar verder… Laten we het er vriendelijk op houden dat ze iets te toeristisch zijn geworden. We blijven na het eten niet zitten, maar lopen naar Taphane, onze helden van gisteren. Mogen we hier ook alleen wat drinken? Natuurlijk! De man regelt wat drinken en komt verder alleen af en toe even langslopen om te kijken of we nog iets willen. Dik tevreden zakken we onderuit op dit heerlijke schadwuplekje, waar we lezen, luieren en aan het verslag werken…

We blijven uiteindelijk zitten tot het tijd is om te eten. een pizza wordt het en hij smaakt uitstekend! Drankje erbij en de vriendelijke ober blijft even vriendelijk en rustig. We voelen ons er helemaal thuis en pas als we langzaam aan onze stoel lijken vast te plakken trekken we onszelf los en wandelen we naar beneden. Daat begint het ‘feestgedruis’ op gang te komen. We gaan er op een terrasje met een drankje naar zitten kijken tot we wel klaar zijn met de muziek en de mensenmassa. Dan gaan we naar het hotel, waar we op tijd gaan slapen. Wat een heerlijk ontspannen dag!

Ulcinj – Stari Bar – Virpazar

Ulcinj – Stari Bar – Virpazar

Vandaag staat er een wekker, omdat we ons hele dagprogramma een beetje op tijd willen beginnen. Maar: het blijkt niet nodig. Een minuut voodrat ‘ie gaat zijn we allebei wakker en om 8 uur zitten we aan het ontbijt. Daarna gaan we nog even pinnen. We weten niet helemaal zeker wat we allemaal geacht worden in cash te betalen de komende dagen èn of die cash lokaal dan ook voorhanden is. Met de nodige ‘flappen’ op zak vertrekken we vervolgens. We checken uit en het meisje achter de receptie belt een taxi voor ons. Terwijl we wachten begint ze een praatje: ze is duidelijk nieuwsgierig naar waar we vandaan komen en wat we allemaal nog gaan doen in Montenegro. Nederlanders ziet ze eigenlijk nooit zegt ze. Alleen Duitsers. Vaak oude. In de winter. Ze kijkt er mistroostig bij. We sympathiseren met haar en zeggen haar vriendelijk gedag.

Twee euro armer staan we op het busstation en kopen we een kaartje naar Bar. En in deze bus komen blijkt nog een heel avontuur. Het is een soort midi-bus: niet heel groot en hij zit enorm vol. De tassen moeten mee de bus in: het bagagevak zit ook vol zegt de chauffeur. In de bus is er naast een mevrouw die een paar woorden Nederlands spreekt (ja echt) nog één plaats. En naast een andere mevrouw, maar die wuift ons weg: nee, nee, bezet. We wurmen ons met alle tassen weer achteruit. Eveline met de twee grote: ze speelt pakezeltje omdat Karin niet mag tillen en we onderdrukken gegiechel en neigingen om ‘piep, piep’ te roepen als we achteruit manouvreren. Niks ervan zegt de chauffeur, neemt een tas over van Eveline en wuift haar weer naar voren. Daar gaan we weer en de chauffeur is streng: hij kijkt de mevrouw die ons wegwapperde streng aan, zegt iets tegen haar en ze haalt haar tas weg. Oh, er werd dus niet gewacht op iemand anders! Karin kijkt haar aan en zegt in het Nederlands: Oh, dus nu kan het wel?! De dame spreekt ongetwijfeld geen Nederlands, maar de boodschap is zo duidelijk dat ze Karin tot Bar niet meer aankijkt.

De rest van de busrit is een prietsie warm, maar soepel en een klein half uurtje later staan we op het busstation van Bar, nadat de man van de Nederlands sprekende mevrouw even heeft geholpen met de tassen. We kopen een kaartje voor de ‘gardarobe’ waar onze tassen achter slot en grendel gaan in een verder leeg hok. Daarna wandelen we naar buiten en pakken een taxi. Stari Bar is de bestemming: de oude stad van Bar, die op 4 kilometer afstand in de heuvel boven Bar ligt. De aardige chauffeur begint met handgebaren en in het Montenegrijns-Engels over Nederland. Het is geweldig. Bier hebben ze. En een red light district. Amsterdam is geweldig. We moeten lachen. Hij is ook verder erg aardig en legt ons als hij ons afzet bij de ingang ook uit waar we straks een bus of taxi terug kunnen vinden.

Maar eerste Stari Bar. Uit vondsten is gebleken dat de stad in ieder geval rond 800 voor Christus albewoord werd. Het is achtereenvolgens in handen geweest van de Byzantijnen, de Venetianen en de Ottomanen. In 1877 is de stad uiteindelijk in de Ottomaans-Montenegrijnse oorlog kapot geschoten. En kapot is het tot de dag van vandaag. Als je door de meters dikke stadmuren en wachttoren bent, wachten bergen ruïnes, overwoekerde paadjes, gedeeltelijk afbrokkelende stadsmuren en een aantal kerken met of zonder dak je op. Het is enorm sfeervol en als we een kaartje hebben gekocht (2 euro) duiken we er helemaal in. Na een miniscuul ‘museum’ met uitleg over de geschiedenis, geven groene bordjes met pijlen de looprichting aan. De daarop volgende dik twee uur volgen we ze braaf. We klikken ons helemaal suf en Eveline wordt door Karin regelmatig voor, naast of achter een muur, toren of kerk geparkeerd. Nee, iets meer naar links. En dan ziet het er nog steeds een stuk natuurlijker uit dat de lokale en vooral de Russische dames die we door heel Montenegro tegenkomen. Die maken er een sport van om zich met omgekrulde lippen (duck face, noemen we dat oneerbiedig) en ‘bevallig’ gedrapeerde armen, wulps op de foto vast te laten leggen. Het is ons een tikkie té…

Als we bijna zijn gesmolten houden we het voor gezien. Het is inmiddels kwart over 12 en tijd voor meer drinken en een hapje eten. Dat vinden we bij een bijzonder charmante tent, Kaldrma, halverwege de straat naar beneden. Tafeltje in de schaduw en een briesje. Heerlijke lokale hapjes en drankjes en genoeg kleine hapjes om westerse magen met de lunch tevreden te stellen. Aardig personeel. En tot groot vermaak van de kluwe kinderen die over het terras rent, 5 kleine minikatjes die zich over elkaar buitelend over het terras verplaatsen. We komen lekker bij en genieten en als we klaar zijn wandelen we het straatje naar beneden door en pakken op het pleintje een taxi terug naar het busstation. Deze chauffeur is ook erg aardig en vindt Nederland ook geweldig. Vooral de voetballers. Montenegro is prut. Veel te klein voor een fatsoenlijk team. Jammer. Maar Nederland: dat is pas voetbal! Zal hij ons naar Virpazar brengen? Voor 30 euro staan we op de stoep van ons hotel? Nee bedankt, maar goed om te weten dat het geen rib uit ons lijf is als we vast komen te zitten!

We paken in plaats daarvan de trein. Dat station is 2 minuten lopen verderop en voor 1 auro p.p. (!) kopen we een kaartje van Bar naar Virpazar. We hijsen onszelf (en de tassen) in de trein en vinden een vier persoons zitje. Een paar minuten later vertrekken we en na een kort ritje langs de kust, een lange rit door de tunnel door de bergen en de laatste paar minuten door het zonlicht, zijn we een paar stops en 25 minuten later in Virpazar. Er staat geen taxi, er is geen bus, maar het is een kleine kilometer, dus geen probleem zegt Eveline, we lopen wel. Dat gaat goed tot we een (te) grote weg tegenkomen. Dit is niet verstandig en we blijven bij een bushokje staan tot we een taxi kunnen laten stoppen. Die brengt ons voor 2 euro (wat extra voor de moeite) in het bruisende centrum van het piepkleine dorpje.

We worden meteen belaagd, maar nee, we hebben al een kamer en nee we hebben al een boottochtje morgen, dus bedankt, we hoeven even niets. We wandelen de anderhalve minuut naar ons appartmentje. Daar is wat verwarring: heten we Eva of Johan. Ehm… Eveline? Goed genoeg en we krijgen een kamer. Niet de schoonste of beste die we ooit hebben gehad, maar goed genoeg voor de komende twee nachten. We gooien de zooi neer en vertrekken voor een drankje … op een piratenschip! Dit vreemde exemplaar ligt voor eeuwig aangemeerd aan de kade van Virpazar en blijkt een prima plekje in de bries en uit de zon… Die trouwens hard zijn best doet zich te verstoppen. Komt er regen aan? We blijven twee drankjes zitten en besluiten dan dat we vandaag ergens anders eten. Twee deuren verderop wel te verstaan in Konoba Badanj. Daar raden ze ons aan om onder de vaste overkapping te gaan zitten terwijl zij alle kussens weghalen. 

We eten er prima (paling voor Eef; gevulde kip voor Karin met ham en kaas vooraf en een borrel erbij), maar er zitten wat erg veel vliegen en (overigens erg schattige) zwerfhonden. En het blijft droog dus als we klaar zijn wandelen we naar ons appartementje, waar we met een wijntje en een laptopje de dag herbeleven. Morgen vroeg op: we worden om half 8 opgehaald voor een boottochtje!

Virpazar

Virpazar

Het is nog donker als we wakker worden. Wat gebeurde er nu? Het blijft even stil en dan wordt er weer op de deur geklopt. Het is half 5 en de buurman staat op de stoep. Hij heeft een probleem: ze moeten over een half uur op de luchthaven zijn en de taxichauffeur is niet op komen dagen. Hebben we een auto en willen we ze misschien brengen? Sorry: we zijn hier met de bus. Het blijft even stil. Oh. Bedankt. En hij klopt bij de volgende kamer aan. 

Als de adrenaline is gezakt (en de buren alsnog opgehaald; Eveline heeft een auto gehoord) vallen we weer in slaap, maar helemaal scherp zijn we toch niet als de wekker om 7 uur gaat. Maar: het is gelukkig stralend weer en met een stuk ontbijtkoek achter de kiezen vertrekken we iets voor half 8 naar beneden. We lopen het meisje dat op het terras zit voorbij, maar haar moeten we hebben! Ze stelt zich voor als Xenia, de dochter van Jelena, de vrouw met wie Karin contact heeft gehad over een boottochtje. Boot Milica is een begrip in Virpazar hebben we inmiddels ontdekt en we zijn blij dat we met hen mee mogen. We hebben de boot voor ons zelf: Xenia (degene die Enegls spreekt en een jaartje of 13 / 14 is) en een captain (die dat niet doet en ouder is) varen ons rond.

We stappen op een klein houten bootje, mèt zonnendak en vertrekken. Onder de brug door, een zijarm van het meer af en dan ineens als we om de hoek komen strekt Skadar Meer zich voor ons uit. Het meer is voor 2/3 in handen van Montenegro en 1/2 is van Albanië. Het montenegrijnse deel is een beschermd natuurpark en er komen veel vogels, vissoorten, otters, schildpadden, slangen, kikkers en andere beesten voor. De beroemdste bewoners zijn 40 stelletjes pelikanen. Maar het allerbeste aan het meer is het uitzicht. De ondiepe delen liggen vol met waterlelies, waartussen vaarwegen zich oepenen. Het meer wordt omringd door bergen en schitterend in het ochtendlicht. Het is nog erg rustig: we zijn naast de vissers één van de eerste bootjes op het water en we genieten van het uitzicht, het weer, de uitleg van Xenia…

We varen ongeveer een uur en dan meren we aan bij een kleine kademuur. Een aantal katten begint enthousiast te miauwen en als we uit de boot klimmen wacht een ezeltje ons op. Xenia vertelt zijn naam (Suljo) en begint hem enthousiast te knufffelen. Daarna wandelt ze pratend voor ons uit de trappen op. Bovenaan komen we bij een kleine poort en daarachter ligt een heel klein kloostertje. Er woont één monnik (‘die slaapt waarschijnlijk’) en verder zijn er bijenkorven (de eerste korf heeft de vorm van een kerkje), albinokonijnen, katten, kippen en een haan (èn een kuikentje)… En het uitzicht over het meer is prachtig. Zien we die heuvels in de verte? Die worden de Borsten van Sophia Loren genoemd. Ah… we zeggen later tegen elkaar dat ze dan wel even die nare bobbel operatief moet laten verwijderen, maar ze zijn verder mooi symetrisch, dat wel.

Als Xenia de sleutel heeft gehaald mogen we het mini-kerkje in. En dat is echt geweldig! Het kerkje is uit de 15e eeuw en is het enige kerkje in de wijde omgeving dat nooit is verwoest. De vrouw en dochter van een beroemde koning liggen er begraven: hun grafstenen zijn herkenbaar in de vloer. Maar de show wordt gestolen door de geschilderde iconen op de muren en het plafond. Ze stammen uit de 16e eeuw en de kleuren zien er nog steeds fris uit. De gezichten zijn heel levendig en we herkennen een aantal scènes. Helaas mogen we geen foto’s maken, maar we kijken onze ogen uit. Als komen er natuurlijk vaker mensen; het voelt als een echte ontdekking. Tevreden klimmen we achter Xenia aan terug naar de boot. We waren nog een uur. Xenia vangt voor ons allebei een waterlelie; Karin stopt die van haar in haar haar. We krijgen herhaaldelijk wat drinken aangeboden. Lekker koel uit de koelbox; het begint al weer aardig heet te worden.

Enigszins tegen de zin van de captain varen we naar een klein strandje. Xenia is streng: de dames willen zwemmen, dus hop, hop. Gelukkig vindt de captain gezelschap bij een aantal vissers. Die vluchten voor hun vrouw. Ach zegt Karin; ze vinden het vast niet erg als er vrouwen zijn als we ons uitkleden. En jawel: willen we niet blijven, vertaalt een lachende Xenia? We negeren de mannen en wandelen (met beleid: steentjes!) het water in. Wat heerlijk! We zwemmen een rondje of twee en gaan daarna nog even in het hederen, ondiepe water zitten. Een school kleine visjes komt er een spa ervaring van maken: ze beginnen spontaan aan ons te knabbelen. Het kietelt! De captain is daarna streng: hop, eruit, het is tijd! Braaf, maar teleurgesteld klimmen we het water uit en laten ons aan boord zo ver mogelijk opdrogen. Om 10 voor 11 staan we weer op de kade. Zee tevreden rekenen we af en we laten een dikke fooi achter. Een bijdrage aan een nieuwe lens voor Xenia; ze wil naar een fotografie-opleiding in Nederland of Frankrijk. We zien het deze meid wel doen; hopelijk is er geld voor!

In ons appartementje kleden we ons om en wassen we de zooi uit. Daarna gaan we wat drinken en uiteindelijk lunchen op het piratenschip (ja het ding heeft een naam, maar geen idee). Ondertussen houden we onze ogen open en jawel: we zien waterslangetjes, een krab en uiteindelijk twee schildpadden! De pauzetijd vliegt voorbij en uiteindelijk zijn we om half 5 (omgekleed en met de juiste zooi bij ons) op het pleintje. We hebben immers vandaag nog een tour en wel een wijntour!

Na een paar minuten komt er een kerel aanlopen. Hij stelt zich voor als Voek (zo spreek je het in ieder geval uit) en verontschuldigt zich: hij is net klaar met een kayaktour die al veel eerder afgelopen had moeten zijn en hij moet nog een half uurtje dingen regelen, Mag hij ons op een terras zetten, ons wat te drinken aanbieden op zijn kosten en ons dan straks ophalen. Eén blik op zijn licht gestresste gezicht is voldoende: natuurlijk. We grappen wel een beetje over pech met wijntourtjes, maar bij deze jongen hebben we er meer vertrouwen in dan bij de man in Kotor. En terecht zo blijkt: na een half uurtje rent hij het terras op, grist de rekening die we net wilden gaan betalen onder onze neuzen weg en nodigt ons uit in zijn stokoude eh pardon vintage auto (een golfje uit begin jaren ’90). We kunnen! We rijden het dorp uit terwijl we kennis maken met Voek. Later blijkt hij tot onze verrassing vroeger ecenomie te hebben gestudeerd en belegger te zijn geweest. Drie jaar geleden is hij heel ziek geweest en heeft hij het roer omgegooid. Hij is nu kayak-/outdoor begeleider en probeert in zes maanden zijn geld voor twaalf maanden te verdienen. Denk hoog opgeleide, breed ontwikkelde slightly overjarige outdoor dude. En een heel aardige vent, met wie we uitgebreide gesprekken voeren over Montenegro.

Als we tenminste niet aan de wijn zijn. De eerste winery waar hij ons brengt is Buk (‘boek’… dus misschien schrijf je zijn naam ook wel Vuk?) en eigenaar Milos leidt ons trots rond door dit familiebedrijf. In deze regio maken heel veel mensen wijn. Al generaties. De familie van Milos al zeker 300 jaar. Maar pas de laatste paar generaties worden de kleine wineries uitgebreid en wordt er niet alleen voor familie en vrienden wijn gemaakt, maar ook voor de markt. Die wordt in Montenegro overschaduwd door één grote industriële wijnbrouwerij en door buurland Kroatië, maar kleine producenten slaan de handen ineen. Milos vertelt over zijn vak, laat ons de kelders zien en laats ons daarna proeven. Niet alleen van zijn uitstekende wijnen (een verrassend lekkere Chardonnay, een Marsalan en een Vranac), maar ook van lokaal gemaakte ham (prsut), meerdere kaassoorten, olijven, honing, jam, balsamico azijn en ontzettend lekker water, dan hij letterlijk zo uit de bron heeft gehaald. We genieten, zowel van het drinken en eten, als van de ambitie van Milos. Het gaat deze rustige, maar wilskrachtige man zeker lukken om zijn familiebedrijf uit te breiden. We wensen hem veel geluk en hij zwaait ons uit als we weggaan.

Daarna moeten we een stukje rijden, terug naar Virpazar, er doorheen en dan nog een stuk verder, naar Limljani, naar Klisic Winery. Daar worden we welkom geheten door Ilios. Hij neemt ons mee naar binnen, waar Voek gejuich over zich heenkrijgt. Er blijkt een grote groep Britten te zitten, die Voek eerder heeft begeleid gedurende een aantal dagen in het noorden van Montenegro. Ze zijn allemaal lichtelijk aangeschoten en hoewel gezellig, wel een beetje lawaaiig. We kiezen er voor om buiten te gaan zitten. Nadat we kennis hebben gemaakt met Emma overigens, één van de twee eigenaren van het bedrijf via wie we beide tours hebben geregeld. Het uitzicht is geweldig: de zon is net achter de bergen verdwenen, de maan en sterren komen te voorschijn en we kijken uit over de langzaam donker wordende vallei. Ilios zet ons neer met zijn eerste wijn, een onbekende witte (niet heel lekker), een verrassend goeie rosé (dat hadden we hier eigenlijk niet verwacht) en vervolgens drie rode, waarvan de laatste (een wat oudere Vranac) veruit het lekkerst is. Daarbij serveert ook hij lokale ham, kaas, olijven en tomaten.

Nadat Ilios aanvankelijk wat stil is, komt hij door onze vragen op zijn praatstoel. Voek vertaalt en leert zo te zien meer van wijnproeven dan wij. Maar we laten het ons graag uitleggen en als het wijnniveau in de glazen zakt, neemt de vrolijkheid toe. Ilios geniet wel van het vrouwlijk gezelschap en begint (overigens zeer onschuldig) te flirten. Uiteindelijk neemt hij ons mee naar zijn wijnkelder, laat ons eigengemaakte Raki proeven en staat er op dat hij met ons op de foto gaat. We hebben een geweldige avond en uiteindelijk laten we ons (lekker aangeschoten en helemaal vrolijk) door Voek terugbrengen naar ons hotel. Het is half 11 als we stoppen voor ons hotel; dik 2 1/2 uur later dan gepland. Gaan we nog even wat mee drinken vraagt Voek; hij heeft op ons verzoek niets gedronken na de eerste wijn en wil nog wel een biertje drinken. Ach waarom niet en op het dorpspleintje drinkt hij een enorme pul bier en wij allebei een frisje. We hebben opnieuw een heel leuk gesprek en uiteindelijk nemen we om half 12 afscheid. In ons appartementje lukt het ons nog net om een wekker te zetten voor morgen. Eens kijken of het er van komt om vroeg op te staan voor de bus, zoals we van plan waren…

Virpazar – Cetinje – Tivat – Herceg Novi

Virpazar – Cetinje – Tivat – Herceg Novi

Nou, dat valt niet tegen. We worden wakker van de wekker, hebben allebei geen hoofdpijn en hoewel we een beetje suffig zijn er te kort hebben geslapen, hebben we verder geen enkele last van onze erg leuke, gezellig en vooral ook alcoholische avond. Nog nagrijnzend vertrekken we naar de bus, nadat we aan de eigenaar het geld voor de afgelopen twee nachten overhandigen. Hmmm, het zou een heel leuk appartementje kunnen zijn, maar we vinden het toch wel een stevig minpunt dat het niet schoon genoeg is. Volgende keer toch liever een ander hotel.

We gaan op de door de tourist information aangewezen plek staan wachten op de bus en uiteindelijk komen er meerdere bussen voorbij. Maar er stopt er geen één en uiteindelijk is het ruim tijd geweest. Kaerin gaat vragen of we op de goede plek staan en dat blijkt helaas niet het geval: we moeten echt op dat hele dunne stoepje aan de andere kant gaan staan… Tja, en natuurlijk komt er dan geen bus meer. Twintig minuten na tijd geven we het op en gaan we op zoek naar een taxi. Eerst vinden we wel de auto, maar geen chauffeur. We gaan even navraag doen bij de tourist information. Die hebben wel namen, maar gene nummers. als we terugkomen is d taxi (natuurlijk) weg. Zucht. We vragen een man van een terrasje. nee, hij kent ze inderdaad wel, maar heeft ze nog niet gezien. Zullen we dan teruggaan naar de bus? Als we dat aan het doen zijn komt er een taxi aan. Ok, he, he… We willen naar het busstation van de hoofdstad, Podorica. Dat kan en kost ongeveer 20, 25 euro, maar hij zal de meter aanzetten. Doe maar; daar nemen we dan verder wel een bus. We zakken onderuit, terwijl Karin een handen, voeten, Montenegrijns-Engels gesprek voert met de aardige chauffeur.

Het valt iets duurder uit, boven de 30 euro, maar nee hoor, laat maar zitten. Hij heeft 25 gezegd, dus dat is genoeg. Hij schudt ons de hand als we weggaan, met twee handen. We kijken elkaar aan; wat zijn mensen onder hun soms stugge uiterlijk toch ongelooflijk vriendelijk en behulpzaam hier! We lopen het busstation binnen, waar het krioelt van de mensen. Karin gaat in de rij staan terwijl pakezeltje Eveline de tassen bewaakt. Twee kaartjes naar Cetinje rijker en vijf euro armer (ja, in totaal) komt ze tevreden terug: er gaat over 8 minuten een bus. We pinnen haastig nog even, regelen daarna dat de tassen in de bus komen (voor een euro per tas extra) en zakken tevreden onderuit: een bus die meewerkt; wat fijn! De rit is geweldig: vanaf het laag gelegen, industriële en niet heel mooie Podogira rijden we de bergen in en al snel wordt het Karstgebergte steeds mooier. En een uurtje later staan we op het piepkleine en volledig dichtzittende busstationnetje van Cetinje. Eh nee, hier is geen ‘gardarobe’…

Eveline zet letterlijk en figuurlijk haar schouders er onder en we wandelen naar het Nationaal Museum. Daar kunnen we gelukkig de tassen prima een middag laten, geen enkel probleem. Met een zucht van opluchting schudt Eveline ze van haar schouders. Ze verdwijnen achter een piano in een lege zaal en we kopen een kaartje voor het historisch museum. Eén van de dames loopt met ons mee de eerste zaal in en geeft ons in vijf minuten uitleg van wat we gaan zien. Ze zijn bezig met een renovatie en alleen de eerste twee van de vijf zalen hebben bordjes waar ook Engels op staat. Ze blijft verder in de buurt voor als we vragen hebben. We bekijken de zalen, ondertussen een nies onderdrukkend. Het is best een mooi opgezet museum, maar het ruikt alsof er al 150 jaar geen raam open is gegaan. Pertinent onjuist, zien we aan de openstaande ramen, maar toch. Het is niet heel groot en de zesde zaal is dicht. Maar het geeft in vogelvlucht ene heel aardig beeld van de verschillende perioden in de Montenegrijnse geschiedenis. Romeinen, Venetianen, Ottomanen, onderdeel van Joegoslavië en uiteindelijk (weer) een zelfstandig land. 

Als we klaar zijn krijgen we de tip naar het museum van Koning Nikola te gaan. Dit omgebouwde paleis geeft een mooi tijdsbeeld van hoe de langst regerende koninklijke familie van het land er bij zat eind 19e eeuw. We waren het zelf ook al van plan maar na deze aanbeveling weten we het zeker. Er zijn meer dan zes goeie musea in Cetinje, maar we willen hier maar een paar uur doorbrengen. Nadat we een rustig drankje hebben gedaan gaan we daarom naar het paleis. Ook dat is niet heel groot, maar de kamers zijn mooi op stijl en kleur ingericht en het is erg leuk om ook op deze manier wat van de geschiedenis mee te krijgen. Als we zijn uitgekeken wandelen we nog even door het dorpje en naar het park. Cetinje, de voormalige hoodstad van Montenegro, is mooi; we  zien veel (voormalige) ambassades, nog twee paleizen en overal zitten mensen op terrasjes te genieten. Het weer zou vandaag wat minder zijn, maar tot zover is het zonnig en warm. 

Eveline hijst geduldig de tassen op haar schouders en we wandelen opnieuw naar het busstation. Daar zijn we ruim op tijd voor de bus, maar als die komt mogen we met onze grote tassen niet mee! Vol… Zucht, dat gooit onze plannen in de war. We rekenen even en waar we eerder in Tivat wilden lunchen, besluiten we nu een broodje te halen en dat in de bus op te eten. Karin regelt een plasstop, twee broodjes en wat drinken en in de volgende bus mogen we gewoon mee. Daarme krijgen we een onverewacht geweldige lunch (het broodje met lokale ham en kaas is erg lekker) met een nog beter uitzicht! Eerst de bergen en dan is daar ineens de kust. We dalen af naar Budva en rijden dan langs de kust de eerste weer herkenbare route (hier reden we eerder) naar Tivat. daar laten we ons afzetten op het busttation. Dat is splinternieuw, dus hier hebben ze vast een ‘gardarobe’. Eh, nee dus… Het is ZO nieuw dat die nog niet open is! Maar, daar hebben we een paar stations geleden als iets op bedacht. We weten inmiddels dat er een nieuw regent Hotel is bij de haven, waar we heen willen. Daar nemen we een taxi heen. En daarna gaat Karin naar binnen, vraagt naar de manager en zegt dat het regent Hotel altijd garant staat voor kwaliteit dus dat hij vast kan helpen. Kunnen we onze bagage hier een paar uur kwijt? De managergrijnst en binnen no time staan onze tassen keurig in de opslag en hebben wij een kaartje om ze straks op te halen.

Tevreden wandelen we naar buiten, het super-de-luxe havencomplex op. Dat is nieuw, luxe en we vergapen ons aan de enorme motor- en zeilschepen, de luxe winkels, de luxe restaurants… Even kijken hoe ‘the other half lives’. Terwijl we wandelen zien we over de bergen een bijna zwarte lucht aankomen. Oei, dat ziet er gewoon serieus uit! Als hij bijna boven ons hoofds hangt lopen we een Italiaanse tent in waar we eerst een sapje en dan een koffie drinken. De lucht blijft indrukwekkend, het begint te waaien, dan te regenen… En 15 spetten later is het weer droog en waait de bui over! Ok, dat vielt mee. Als we klaar zijn wandelen we terug naar het hotel, waar we een man vragen onze tassen te voorschijn te brengen en een txi te bellen. Dat regelt hij meteen en binnen een paar minuten zitten we in een taxi. De chauffeur kan maar niet raden waar we vandaan komen. Oh, Nederland, dat is GEWELDIG! daar hebben ze voetbal en het is bovendien gewoon een geweldig land. Kan hij ons niet met de taxi naar Herceg Novi brengen. Nee bedankt, we proberen nog één keer de bus.

Dat valt aanvankelijk tegen. er komt ene hele lading bussen, maar geen van die bussen is voor ons. Als het weer leeg is en inmiddels twintig minuten na tijd komt er een klein oranje busje aanrijden. Nee, hij is ook niet onze bus, sorry. Teleurgesteld druipen we af. Hij aarzelt even en komt dan de bus uit. Hij wenkt ons mee naar binnen. Daar begint hij een rap verhaal tegen de baliemevrouw, pakt hij de kaartjes af, zorgt dat we gld terugkrijgen, regelt nieuwe kaartjes (goedkoper) en wenkt ons zijn bus in. Hopla, nu mogen we mee. Wauw, dat is pas service: hij gaat dezelfde snelle route als de bus die we hadden moeten hebben en niet is komen opdagen. We zakken onderuit en hij brengt ons via de kust, via een korte ferryovertocht en via nog meer kustroute naar Herceg Novi. De ferry die heen en weer vaart tussen twee delen van de baai doet er zeker 7 minuten over! We rijden met bus en al op één van de boten en passen er nog net bij. De chauffeur zet de deuren open en natuurlijk hoppen we even naar buiten. De zon is inmiddels achter de bergen gezakt en zet in de verte de berg boven Perast in mooi avondlicht. We hebben het buiten gewoon lekker in plaats van warm of heet en dat is ook wel weer eens fijn! 

Aan de overkant is het niet zo ver meer rijden. De chauffeur schiet in Herceg Novi voor ons de bus uit en helpt ons de tassen er uit te halen. We zijn helemaal blij en hij grijnst verlegen onder onze dankbetuigingen. Ne problema. Aan de overkant vinden we een chauffeur. Appartement Skver? Ja hoor, stap maar in. Met de meter aan? Tuurlijk, geen punt. Het is hemelsbreeed geen grote afstand, maar Herceg Novi is tegen een steile helling gebouwd en kent enorme zigzag-wegen en vooral veel, héél veel traptreden. We zijn dus blij met onze chauff: hij zet ons bijna helemaal beneden af. Lager kan hij niet komen. De laatste (bescheiden) trap doen we zelf en om de hoek blijkt ons appartementje te liggen. Het inchecken is binnen ongeveer 30 seconden gebeurd: man zegt hallo, man helpt tas naar boven sjouwen (twee trappen op), man geeft sleutels af en man neemt paspoorten mee. Morgen terug. Oh ja en man geeft het paswoord voor de wifi natuurlijk. Man vertrekt. 

De kamer is mooi, erg schoon (fijn, na Virpazar) en heeft een klein balkonnetje dat uitkijkt over de smalle boulevard, het oude stationsgebouwtje (nu met een barretje er in), het kleine haventje en een stukje strand. We gooien onze tassen in de hoek, trekken een schoon shirt aan en gaan naar buiten. We willen een hap eten! En dat blijkt wel heel erg makkelijk: Konoba Feral (wat zoiets betekent als familierestaurant scheepsbel) ligt drie gebouwen verder en is één van de beter gewaardeerde visrestaurants van het stadje. Dat is natuurlijk geen straf! De goede waardering blijkt terecht: de vissoep (allebei), de pasta met garnalen (Karin) en een ENORME berg zeebeesten (Eveline) smaken uitstekend. De wijn (Eveline) en raki (Karin) smaken er prima bij en met een kopje koffie (Karin) en stuk taart (Eveline) toe zijn we helemaal tevreden. We zijn ook moe, dus na nog een klein rondje wandelen over de boulevard (wel druk, maar oh wat een verademing na de gekte in Ulcinj eerder deze week) trekken we ons terug. Airco aan en al snel zijn we vertrokken in het enorme, zachte bed.

Herceg Novi

Herceg Novi

Karin is al vroeg wakker. Haar blessure speelt haar parten. Eveline is nog diep in slaap, dus Karin leest wat, kwekt met Nederland en vragat zich af of de ENORME regenbui die ze buiten hoort, nog gaat stoppen. In antwoord op haar onuitgesproken vraag begint het te onweren en nog harder te regenen. Het is nogal hevig en de piek komt met een flits en donderklap die de kamer volledig verlichten en haar rechtop in bed laten zitten. Ze vraagt zich serieus een momentje af of de bliksem in ons gebouw is ingeslagen. En Eveline? Die slaapt rustig verder!

Uiteindelijk is het rond 9 uur welletjes geweest. We staan op en rommelen ons door ons ochtendritueel heen. Met paraplu en jas vertrekken we naar buiten, maar als we beneden aankomen is het op een paar druppels na droog. Er liggen nog wel enorme plassen, maar daar kunnen we omheen. We wandelen naar een koffiebarretje op een paar honderd meter afstand. Daar blijken ze geweldige koffie, een bak thee en yoghurt met een soort muesli, noten en jam te hebben. Een lekker ontbijt en we nemen nog een bakje als we klaar zijn. Vandaag hebben we geen haast. 

Als we uiteindelijk klaar zijn gaan we het dorp verkennen. Dat doen we door eerst een heel eind naar boven te klimmen. Dan wandelen we door de charmante ‘hoofdstraat’ naar de klokketoren. De smalle straatjes zijn rondom die toren via trappetjes met elkaar verbonden. We vinden er een leuk pleintje, een schattig klein kerkje en als we nog iets verder naar boven klimmen een fort! Nouja, het was officieel een Turkse gevangenis, maar ziet er wel heel erg uit als een fort. Hijgend koen we boven, betalen de entree (een hele euro p.p.) en klauteren dan door het fort. Er worden af en toe voorstellingen gehouden zo te zien: er staan stoelen en er is een podium. Het fortje is leuk om te zien, maar het allerleukste is het uitzicht over de oude stad en de baai van Kotor er achter. We kunnen de zee zien en aan de andere kant (de smalle doorgang naar) Perast. We klikken heel wat plaatjes en als we klaar zijn blijven we gewoon nog even staan kijken, omdat het kan.

Daarna wandelen we naar beneden, voorbij het kleine kerkje. Daar is weliswaar een terrasje, maar er is geen uitzicht op zee. Dus wandelen we nog even verder. Tot een klooster, nog een kerkje en nóg een fortje. Dit is wel een echt fortje. Zullen we dat eerst dan nog even bekijken? De toegang is hier twee euro p.p. Binnen worden ‘s avonds filmvoorstellingen gehouden, maar eerlijk gezegd is de rest van het fort veel minder de moeite waard. We zijn zo uitgekeken en daarna klimmen we snel verder naar beneden tot we een terrasje tegenkomen. Jawel, met uitzicht op zee en prima sapjes. We koelen af: het is inmiddels weer warm geworden en we overleggen even. Wat zullen we doen? In ieder geval even naar het hotel om wat overbodige zooi weg te brengen. En… zullen we misschien even…? We hebben aan een half woord genoeg en binnen no time wandelen we in bikini, met enorme handdoek om ons heen geknoopt naar het strandje tegenover het hotel! Er zijn (kiezel)stenen en er is geen schaduw, maar we lopen meteen het water in en het water is héérlijk! Hier vlak bij zee is het nog helderder dan verderop in de baai en we kunnen ook zonder duikbril tot ver in het water de zeebodem zien. We zwemmen een paar rondjes, poedelen een beetje in het water en daarna laten we onszelf zeker 10 minuten opdrogen voor we teruglopen naar het hotel.

Snelle douche, spullen uithangen op het balkon en daar gaan we weer. We zijn nog niet klaar met zeebeesten dus we wandelen over de boulevard een flink stuk tot we bij Splendido zijn, een visrastaurant dat nóg beter staat aangeschreven dan het restaurant van gisteravond. Daar krijgen we een prima plekje: onder een stevig dak (we vertrouwen het weer toch niet helemaal; aan de horizon blijven enorme wolken aan de bergen plakken), in een heerlijk briesje en met uitzicht op (en echt pal aan) zee. We krijgen echt een verrukkelijke maaltijd: heerlijke broodsoorten en bruschetta vooraf, gegrilde inktvisjes als hoofdgerecht en daarna nog een lekker kopje koffie. Echt genieten! Tevreden wandelen we daarna terug naar het terras van het oude stationnetje voor ons hotel. Daar drinken we een paar drankjes, werken aan het verslag, lezen nieuws, kletsen wat met Nederland… en kijken mensen. Dat blijft natuurlijk een leuke sport en alle schaarsgeklede (vooral Russische en vrouwlijke) exemplaren zijn nogal opvallend. 

Eind van de middag zitten we nog een uurtje op ons balkonnetje, met een chippie, voor we uiteindelijk weer bij Konoba feral gaan eten. Weer zeebeesten. Naar toch…

Herceg Novi – Dubrovnik – Leiden

Herceg Novi – Dubrovnik – Leiden

Ook vandaag regent het, maar maar een klein beetje. Karin is weliswaar vroeg, maar niet zó vroeg wakker en we hebben allebei lekker geslapen. Vandaag hebben we ècht geen haast dus er is alle tijd voor douchen, aankleden, tas inpakken, ontbijten, stukje wandelen, nog een drankje, uitchecken… We mogen de kamer nog even houden, tot onze transfer ons op komt halen. De man van weinig woorden rekent af en moet tussendoor drie keer dingen aan zijn vrouw vragen. We vermoeden dat zij meestal van de B&B is, maar ze hebben een ukkie van zo te zien een paar maanden waar zij een beetje druk mee is. 

We drinken nog een drankje: het is broeierig en we hebben geen zin om te gaan wandelen. Kwart over 12 verzamelen we onze zooi en wandelen naar de trap waar we twee dagen geleden aankwamen. Binnen een paar minuten verschijnt daar een Mercedes met chauffeur. Hallo, ik ben jullie chauffeur naar Dubrovnik. We stappen in en hij scheurt er vandoor. Als we Herceg Novi uit zijn kiest ook hij de route naar de grensovergang waar we op de heenweg over heen kwamen. We genieten nog even van het uitzicht op de baai. Dag Montenegro: je bent een verrassend leuk vakantieland! 

Aan de grens zijn we bijna de enige. De chauffeur wisselt luidruchtig grappen uit met de grenswachten. Het blijkt vandaag al zijn vierde bezoekje aan de luchthaven. De grenswacht aan de Kroatische kant kijkt niet eens naar onze paspoorten of die van hem. We kunnen ze niet verstaan maar het gesprek is ongeveer als volgt: “Ben je daar nu alweer?!” “Ja en ik moet straks NOG een keer!” “Nou ga maar gauw dan…”. Hij zet ons na een laatste stukje scheuren af bij de vertrekhal die ons ineens weer heel bekend voorkomt. Oh ja, da’s waar, dat weten we nog wel van vorige jaar…

We kunnen al vrij snel onze tassen inleveren en eten daarna een voorverpakte sandwich. Achter de douane is niet zo veel meer en we kunnen al snel pre-boarden en daarna via een busrit van zeker 150 meter, het vliegtuig in. En deze keer vertrekken we zonder problemen. Op naar huis, na een heerlijke vakantie!