Archief van
Categorie: Noorwegen 2018

Bijna, bijna, ja echt bijna!

Bijna, bijna, ja echt bijna!

Nieuwe layout en een nieuwe reis! Van 1 tot en met waarschijnlijk 22 september reizen Martijn en Karin door Denemarken, Zweden en vooral Noorwegen. Reis je mee? Oh en vergeet niet even te laten weten wat je van de nieuwe layout vindt.

Feestje onderweg naar Bremen

Feestje onderweg naar Bremen

Vrijdag vrij betekent dat we op deze zaterdag 2 september lekker uit kunnen slapen voor we wegrijden. Natuurlijk moeten er nog wat puntjes op de i (vuilniszak weg, plantjes water), maar om kwart over 11 zitten we bijzonder ontspannen in de auto naar … Santpoort-Noord! Onze vakantie begint met een lunch-feestje van Arno en Henriëtte, die 40 jaar samenwonen. We kennen er behalve het vrolijke stel (hij een ex-collega van Karin; beiden net zo reisverslaafd als wij, met jaren meer ervaring) niemand, maar al snel raken we aan de praat. Het is heerlijk weer en we krijgen van de twee uur buiten zitten zowaar een kleurtje.

Rond half 3 nemen we met wat teleurstelling (lekkere hapjes, gezellig gezelschap) afscheid en deze keer rijden we toch echt richting onze Oorsterburen. Bremen is onze eerste stop en we hebben mazzel. Waar er ‘s ochtends nog allerlei files stonden rijden we nu zonder files en een minimum aan wegwerkzaamheden naar Hotel Nordraum. Langs de snelweg, dus de locatie is niet geweldig, maar het hotel zelf is verrassend goed. Een vriendelijke receptioniste checkt ons in en geeft ons meteen een goede tip voor een restaurant. Boothaus ligt zoals de naam al doet vermoeden aan een klein jachthaventje, op vijf minuten rijden van het hotel. We eten er Schnitzel mit Pommes (we zijn in Duitsland tenslotte) en zitten (met jas) in de ondergaande zon. Het voelt nog niet helemaal als vakantie, maar het begint er op te lijken…

Bremen, Hirtshals en op zee

Bremen, Hirtshals en op zee

Het is een wat kort nachtje. Het is warm op de kamer en blijkbaar hebben we de reiskriebels, maar we hebben lekker geslapen in de heerlijke bedden. Bij het enorm uitgebreide ontbijtbuffet worden we echt wakker. Wat een keuze! We maken onder het mom van de onbekende route (straks valt het tegen onderweg!) nóg een rondje langs alle heerlijkheden, maar om kwart over 8 zitten we in de auto. Hoepla, we gaan!

Het is zo vroeg op deze zondag heerlijk rustig en we tuffen een groot deel van de route met 130 km per uur over de Duitse en daarna Deense snelwegen. Rond Hamburg gaat het lang niet zo vlot: er wordt (nog steeds) enorm aan de weg gesleuteld en kilometers wegwerkzaamheden en een gemiddelde snelheid van 60 of 80 km / uur zijn het gevolg. Iets waar tot onze verbazing zelfs de eerder met 180 of 190 km / uur voorbij scheurende Duitsers in de dikke BMW’s en Mercedessen zich keurig aan houden.

Kopje koffie, tanken, plassen… Het  schiet lekker op en het is schitterend weer. Rond half 12 passeren we de Duits-Deense grens en daarna is het nóg rustiger en hoeft Martijn bovendien minder alert te zijn op snelheidsduivels die keihard van achter komen aanzetten. Het landschap rolt langs ons heen. De Deense akkers zijn groener dan in Nederland.

Om ongeveer half 1 stoppen we boven Kolding langs de snelweg bij een hypermarkt. Een enorme supermarkt, waar we behalve wat fris en chips ook een verse baguette, heerlijke gravad lax (ingelegde gerookte zalm) en kalkoenfillet aanschaffen. In het zonnetje een met gravad lax overladen baguette eten… Wat is het leven toch naar!

Zeer tevreden gaan we er rond half 2 weer vandoor om ongeveer 100 kilometer voor Hirtshals nog even te stoppen om te tanken en een kop koffie te drinken. Als Martijn nog even naar het toilet is gelopen komt er wat aarzelend een jongen op Karin afgelopen. Hij heeft onze nummerplaat gespot en het kartonnen bord onze zijn arm verraadt zijn bedoeling. “Zeg, gaan jullie toevallig naar Noorwegen?” Karin legt uit dat de boot náár Noorwegen, in Hirtshals, vandaag het eindstation is. Of hij mee mag naar Hirtshals? Even overleggen zegt Karin, maar ik denk het wel. Waar kom je vandaan. “Leiden”, zegt de jongen. Karin begint te lachen: wij ook! De knul schiet in de lach: nou, dat had ik anderhalve weg geleden wel willen weten, grijnst hij.

De knul vouwt zichzelf op de achterbank, met zijn zooi en rijdt al kwekkend over zijn lift-avonturen mee naar Hirtshals. Als duidelijk wordt dat hij niet zomaar mee kan op onze boot (“Nee, we moesten  per persoon betalen en onze hut met je delen gaat me te ver”, zegt Karin) wil hij de Colorline van 20:45 naar Kristiansand gaan proberen te nemen. We rijden een klein stukje om en zetten hem af. De slungel biedt ons als bedankje een abrikoos aan en verdwijnt daarna, zooi en al, richting de boot. Succes beste Johan, het ga je goed.

Wij zijn ondertussen VEEL te vroeg bij de boot, maar we parkeren onszelf toch maar in de rij, achter een ander Nederlands stel. Ook te vroeg; vanochtend HEEL vroeg uit Nederland vertrokken. Hun kleine witte Toyota Yaris Splash puilt helemaal uit. Als Martijn er vriendelijk een grapje over maakt moeten ze zelf ook lachen, om daarna bloedserieus uit te leggen dat je “natuurlijk” alles meeneemt naar Noorwegen. Het is onbetaalbaar. Ze gaan kamperen dus dan is het extra belangrijk. Op aanraden van een vriend van hen (een echte chef, dus die weet waar hij het over heeft) hebben ze een oventje meegenomen. Nouja, dat hebben ze eigenlijk niet, dus ze hebben hun airfryer meegenomen. Kunnen ze ook nog iets anders klaarmaken dan broodjes. Handig toch? We houden (nog net) onze gezichten in de plooi. “Heel handig. Waar gaan jullie heen?” veranderen we snel de richting van het gesprek, vóór ze al te goed in onze auto kunnen kijken. We komen duidelijk een airfryer tekort…

Met kletsen, iets drinken en een nootje gaat de tijd voorbij en na een zeer inefficiënte incheck bij een soort tolpoortje mogen we onszelf parkeren in rij 10, wachtend op de boot. Er is een toilet en met een tweede drankje en een boek wachten we rustig tot rond 19 uur (een uur te laat) MS Stavangerfjord aanmeert.

En die is zo leeg en verrassend snel weer vol. Als we staan geparkeerd op dek 5 nemen we onze zooi mee naar dek 8 waar we de eerste hut aan stuurboord hebben, vlak bij het trappenhuis. Eén trap naar boven staan we aan dek en één naar beneden staan we bij de restaurants. Handig, vooral als blijkt dat de hut uitstekend is geïsoleerd (we horen dus niets van de mensen om ons heen). Tevreden stappen we naar binnen en daar vallen onze monden tegelijk open. Wauw, wat een geweldig geheel! Een echt tweepersoons bed, heerlijk zacht, voldoende ruimte om te lopen, een badkamertje met wastafel, wc en douche en een patrijspoort van bijna een meter doorsnee met een geweldig uitzicht! Dit hadden we niet verwacht: echt geweldig!

We installeren ons en haasten ons daarna naar beneden. Kom, zegt Martijn, we gaan eten bij de bistro. Ik trakteer. Terwijl het schip met een vertraging van nog maar 20 minuten wegglijdt van de kade proosten we op het begin van de reis. Want met een uitstekende burger, een lekker drankje en daarna een wandeling met een kopje thee over het enórme helicopterdek, onder de sterren, begint het vakantiegevoel eindelijk toe te slaan!

Op zee naar Bergen

Op zee naar Bergen

PLING PLONG! “Kaere gaste… (onverstaanbaar Noord verhaal) … Takk! Dear Guests!…” We zitten recht overeind in ons bed. Het is zes uur op deze maandagmorgen 3 september en we zijn bijna in Stavanger. Wauw, ehm goedemorgen. Wel fijn dat wij nog even niets moeten, maar wakker zijn we wel. We openen de gordijnen. Een oranje streep verraadt waar de zon straks opkomt boven het Noorse land. Het water is rustig. Karin zucht tevreden: wakker worden op zee! We kijken 20 minuutjes naar buiten en dan zijn we zo dichtbij Stavanger dat we de gordijnen voor de zekerheid dichtdoen. Als we vast liggen racen we onder de douche door en als het zonnetje over de heuvels heen piept staan we aan dek en maken we plaatjes. We stoppen maar kort en het laatste beetje vertraging hebben we ingehaald als we binnen no time weer vertrekken.

We gaan ontbijten. Dat hebben we vooraf geregeld (een voucher voor een ontbijtbuffet) en het is zo mogelijk nóg uitgebreider dan in Bremen. We kijken onze ogen uit en met hetzelfde excuus als gisteren (rond half 1 zijn we in Bergen dus dat lunchen kan even duren) genieten we van alle lekkere dingen. We voelen ons helemaal in de watten gelegd deze ‘cruise’. De Noordzee rolt ook met rustig weer, dus het is geen overtocht voor zwakke magen, maar wij hebben nergens last van gehad en genieten.

Dat doen we ook van het laatste stuk van de route. Dat is tussen de 1001 eilandjes door. Soms lijkt het enorme schip maar nauwelijks te passen. Een aantal keer moeten we onder enorm hoge bruggen door. Een wonderlijk gezicht: al die auto’s en vrachtwagens en bussen die meters boven ons hoofd over een smalle weg voortrazen. De zon die zich vanochtend liet zien verstopt zich steeds verder achter de wolken naarmate we dichterbij Bergen komen. Het mag de pret niet drukken: de luchten zijn spectaculair.

Als we koud en moe zijn gaan we nog een uurtje onze hut in en om half 11, stipt op tijd, stoppen we onze zooi in de auto op het car-deck, dat speciaal daarvoor een half uurtje open is. Handig: hoeven we er niet mee te sjouwen. Daarna drinken we nog een kopje thee. Hoewel we de aankomst in Bergen zelf missen (we zitten keurig in onze auto te wachten) zijn we onder de indruk van deze top-reis. Hopla: zaterdagmiddag in Nederland: maandagochtend in Bergen uitgerust en wel, mèt onze eigen auto. Hallo Noorwegen!

Bergen, 3 september 2018

Bergen, 3 september 2018

Het duurt heel even voor we de stad in kunnen rijden: we krijgen een paspoortcontrole (die bestaat uit het aanpakken van het paspoort, ons aankijken, een grijns, ‘Welcome to Norway’ en het teruggeven van het paspoort)  maar moeten vooral even wachten tot een vrachtwagen met een enorm lange drijfas langs ons is gedraaid. De meeste passagiers hebben duidelijk haast, dus de chauffeur van de vrachtwagen zwaait opgelucht als wij m voor laten gaan. Toe maar, wij hebben vakantie.

Als we eenmaal rijden zijn we in welgeteld 5 minuten bij Hotel Park. Martijn parkeert de auto op de zijstraat (van bijna 15 graden) en van het hotel kopen we parkeerkaarten waarmee we de komende dagen kunnen staan. Daarna krijgen we een uitstekende kamer, waar we meteen in kunnen. Opgelucht dumpen we onze spullen en nadat we ons wat hebben opgefrist wandelen we de heuvel af (oh, oh… we moeten straks nog terug) naar het centrum. Het is niet ver en na ongeveer 10 minuten staan we in de vismarkt aan de haven. Het achterste restaurantje spreekt ons het meest aan en Fjellskaal serveert ons zoals gehoopt een late, maar uitstekende lunch. Overheerlijke gerookte zalm en forel, vers brood, water en een frisje en opgeknapt wandelen we daarna de stad weer in.

Deze eerste middag willen we vooral indrukken opdoen en we duiken meteen Bryggen in. Deze oude wijk is wat er over is van het Middeleeuwse deel van Bergen. Vrij vertaald ‘werf’ geven de dicht op elkaar gepakte houden huizen een goed beeld van hoe dit deel van de stad er eeuwen geleden uitgezien moet hebben. Hoewel het een restauratie uit begin 18e eeuw is (een grote brand verwoestte een groot deel van Bergen in 1702) en de houten huizen op de begane grond bol staan van de toeristische winkeltjes (en de toeristen), is het nog steeds een geweldig gezicht. We dwalen tussen de huizen door en als we bijna klaar zijn met de mensen en de drukte vinden we een trap naar boven. He, wat is dit? We wandelen naar boven en daar hangt een klein bordje. Kijk rustig rond, maar wel een beetje zachtjes, want we werken hier gewoon! We knikken naar de mensen die we in de kantoortjes zien werken, maar verder is er niemand! Alles is van hout: van de trappen tot en met de daken en van de wandelen tot en met de de koven om de kabels waarmee vroeger vracht een verdieping omhoog werd getild.

Als we zijn uitgekeken (de man in kantoor 1 lacht deze keer zowaar bij zijn knikje) wandelen we naar beneden waar we een flesje fris kopen en opdrinken op een bankje. Daarna gaan we op zoek naar een bak koffie, terwijl we plannen maken voor de komende dagen. Die plannen komen er, maar de koffie is nog even een uitdaging. Tentje één is dicht, tentje twee bestaat niet meer… Gelukkig komen we hierdoor in de wijk boven oud-Bryggen met schattige witte huisjes en veel kunstzinnige muurschilderingen, waar we uitgebreid doorheen wandelen. En uiteindelijk vinden we tentje 3, mèt koffie.

Dan is het wel zo’n beetje op. Het was een heel kort nachtje en we wandelen terug naar het hotel waar we met een kopje thee en de 24 uur per dag beschikbare verse brownies, een tijdje bijkomen. Uiteindelijk rukken we onszelf rond half 7 los uit ons boek en wandelen we naar Pergola, waar we een lekker wijntje drinken en een plaat met kaasjes, ham en salami en een mini-pizza delen. Morgen meer Bergen, vanavond op tijd naar ons mandje!

Meer Bergen, 4 september 2018

Meer Bergen, 4 september 2018

Zo, dat was een heerlijke nacht heel erg lang slapen. En nog steeds zitten we om half 8 aan het ontbijt, zo vroeg zijn we gisteren gaan slapen! Als we zijn uitgesmikkeld (verse smoothies!) zetten we ons plan in gang. Stap 1: koffie bij Blom, vlakbij ons hotel. Uitstekende koffie, in onze eigen koffiebeker. Minder afval èn lekkere koffie. De eigenaar knippert niet eens met zijn ogen: blijkbaar komt het steeds vaker voor. Mooi!

Stap 2: op naar het Hanseatic Museum! Dit oudste houten gebouw in Bergen is een museum over Hanzenstad Bergen, waar de Duitsers tussen 1350 en 1750 hun graan en luxe goederen verhandelden tegen de stokvis van Noorwegen. Het is open om 9:00 uur en we wandelen naar binnen. Een aardige meid (ook een Karin: leuk toch, een Scandinavische naam) helpt ons aan kaartjes en schrijft ons in voor de Engelstalige rondleiding van 10:30 uur. Aangezien we met de kaartjes twee dagen naar binnen mogen, besluiten we eerst iets anders te doen.

We wandelen naar punt van de stad, waar we in de middeleeuwse vesting Bergenhus de resten vinden van Koninklijk en militair Bergen. Dat wil zeggen Haakon’s Hall (een hal en ontmoetingsplaats van rond 1350), overblijfselen van de eerste kathedraal van Bergen, de ingepakte Rosentrantztoren  uit 1270 en verder houten barakken, een enorme vlag, kanonnen, een standbeeld van koning Haakon en een plaquette die refereert (in het Noors, Engels èn Nederlands ) hoe Bergen per ongeluk, tegen de orders van de koning in, in 1665 de Nederlandse vloot beschermen tegen de Engelsen die de vloot probeerden te kapen. De koning had toestemming gegeven, maar ‘helaas’ bereikten de berichten daarover Bergen te laat, waardoor de stad de Engelsen in de pan hakten. Oeps…

Na een rondje tussen de resten van een bierfestival (het meeste is weg, maar er staan nog veel bouw-restjes van de tijdelijke vloeren en tenten) wandelen we terug naar deel 1 van het museum, Schotstuene. Dit aparte gebouw, dat naast de St. Mary kerk staat, diende vroeger als ‘vergadergebouw’ en in de winter als eetruimte. In het stenen gebouw mocht (in tegenstelling tot de houten gebouwen in de rest van Bryggen) vuur worden gemaakt; onmisbaar in de strenge winter! Het gebouw staat dan ook vol met grote, druk versierde stalen kachels en (ook verboden in het houten deel) olielampen. De keuken is vooral indrukwekkend; donker maar uitgebreid!

Het is een bliksembezoekje, maar het is geen groot gebouw en keurig op tijd staan we klaar in het hoofdgebouw, voor een rondleiding van Maria. Ze belooft ons 40 minuten, maar uiteindelijk is ze meer dan een uur aan het woord. We vervelen ons geen seconde. Ze vertelt boeiend over het leven in dit prachtige, maar destijds donkere (geen lampen!) huis. Een meester, een gezel en meerdere leerlingen (z’n 6 tot 8), allemaal mannen, woonden het hele jaar in Bergen en zorgden niet alleen in het visseizoen (mei en september) voor de handel, maar ook daarna als de vis moet worden gedroogd, gesorteerd en verkocht. We zien de pronkkamer, de slaap- en eetkamer(s), de proefkamer, de opslagruimtes. We leren van alles over stokvis: het stinkt, kent wel 23 verschillende kwaliteiten (!) die een leerling moest leren onderscheiden en kan tot wel 15 jaar na het drogen weer worden ge-re-hydrateert en gegeten. Niet persé door ons trouwens (het stinkt dus!).

Als we klaar zijn is het inmiddels half 12 en mooi weer buiten. We halen koffie en daarna een broodje èn een kaartje voor de Floibanen, het spoorbaantje dat de 300+ meter van de Bergense berg een stuk bedwingbaarder maakt. Het is rustig en we zijn binnen een paar minuten boven. Als we het gebouw uit komen ontvouwt Bergen zich aan onze voeten, stralend in het inmiddels volop schijnen de zonnetje. Wauw, wat geweldig! We gaan er eens rustig voor zitten en genieten van ons broodje, de zon, het uitzicht… en de berg Koreaanse toeristen die allemaal keihard moeten nep-lachen van hun gids tot ze allemaal de slappe lach hebben en hij een foto maakt.

Als we alles op hebben besluiten we nog wat langer van het mooie weer te genieten. We kiezen een zo op het oog zinnige wandeling van een half uurtje naar een uitzichtspunt annex café en jawel, we gaan aan de wandel. Karin haalt herinneringen op aan 15 jaar geleden, toen ze hier ook was. Bergwandelen zat er toen niet in! En om eerlijk te zien, het is nu ook nogal een uitdaging. Maar: het is ook prachtig en we genieten van het bos, het uitzicht, het mos over de stenen, de paddenstoelen… Helaas is het café aan het einde van het pad dicht, maar het flesje fris en het uitzicht op een meertje volstaan. Na ongeveer een uur en een kwartier zijn we terug bij ons startpunt en we maken nog maar eens wat foto’s van het schitterende uitzicht.

Daarna is Karin wel een beetje op. Tegelijk is het echt zonde om naar binnen te gaan, dus we kiezen voor een shuttlebusje van het museum. Er is namelijk een deel 3 inbegrepen bij het museum-kaartje: een bezoekje aan het vismuseum een aantal kilometer noordelijk. De shuttle is prettig en de ligging van het museum aan het water is prachtig. We maken voor de vorm een rondje door het wat wonderlijke museum en gaan daarna lekker in het zonnetje zitten. Een uurtje later laten we ons weer oppikken en dan is het echt klaar.

Terug in de stad eten we bij Pingvinen, een studentikoze tent met een uitstekende hap eten. We verbazen ons weer eens over de prijzen (we hebben besloten dat ‘schrikken’ niet helpt, dus we ‘verbazen’ ons nog slechts over de hoge prijzen), maar naar lokale maatstaven zijn zowel het eten als de drankjes zeer betaalbaar. Onderweg naar het hotel halen we nog een lekkere koffie en de rest van de avond typt Karin aan het verslag en zapt Martijn een rondje op tv. Wat een dag!

Bergen en omgeving, 5 september 2018

Bergen en omgeving, 5 september 2018

Na alweer een prima nachtje slaap besluit Martijn op zoek te gaan naar de bergen van Bergen. Up close & personal. Hij gaat hardlopen. Karin verklaart hem ‘licht in de war’ en gaat haar haren wassen. Als Martijn na dik 6 kilometers terug komt verklaart hij de bergen van Bergen ‘vermoeiend’. Als hij is gedoucht en aangekleed zitten we nog steeds keurig om half 9 aan het ontbijt en na een lekker rondje smikkelen en koffie halen zitten we rond kwart over 9 in de auto. Het is nu nog redelijk bewolkt, maar er is zon voorspeld en daar willen we optimaal van genieten. Op stap dus. Via de E16 naar Knarvik, de 57 richting Morvangen en daarna de 565 naar een parkeerplaats vlakbij de ‘Vardetangen’ halte van een lokale ferry.

Daar zouden we een pad moeten kunnen lopen, maar aanvankelijk zien we niets. Als we omdraai en terugrijden, zien we ineens de verscholen parkeerplaats en het informatiebord. Aha, hier dus! we parkeren de auto, nemen wat lekkers mee en gaan aan de wandel. Het pad naar Vardetangen is glooiend, van grint en loopt dwars door een vlakte met hei, lage bosjes en bomen en water aan alle kanten. Na een kilometer zijn we er al, bij 60 graden 48’36.614″N en 4 graden 56′ 43.182″O, het meest westelijke puntje van het vasteland van Noorwegen. Als je op de kaart kijkt ziet het er niet zo uit, door de vele eilandjes, maar een plaquette wijst de plek aan. Er zit een boek in plastic in een brievenbus, waar we trouw onze namen in zetten. We genieten van het uitzicht, terwijl de zon tussen de wolken doorpiept.

Omdat het zo soepel gaat, willen we nog wel wat en we besluiten nog anderhalve kilometer verder te lopen. Het pad stijgt en daalt wat meer, maar niet te ernstig, het loopt langs het water en de zon laat zich nu volop zien. We genieten van het prachtige uitzicht, de spinnenwebben vol dauw, verschillende soorten paddenstoelen, zangvogeltjes en voorbij varende schepen, op weg van A naar B. Voor we het weten zijn we bij het beloofde strandje, waar we een toilet en een picknick tafel vinden. Zeer tevreden drinken we een flesje leeg en eten we een stroopwafel. Tja, een airfryer is het natuurlijk niet (…) maar we hebben wel een paar dingen meegenomen vanuit Nederland!

Ook terug verloopt de route soepel en terug in de auto rijden we een stukje verder naar ‘Kjelstraumen Vertshus’ een soort herberg aan het water, waar we in Kjelstraumen Brygge (het restaurant) een heerlijke lunch eten. Met uitzicht op het water eten we bijna onze vingers op bij een smorrebrod (streepjes door de o denken!) met rosbief en een enorme salade met garnalen. Als de eigenaresse het eten op tafel zet om kwart voor 1 zegt ze in gebrekkig Engels “Eigenlijk gaan we pas 1 uur open, maar jullie hebben duidelijk honger. Vast veel gelopen: eet smakelijk” Karin glundert: ha, dat is nieuw, horen bij die mensen die afstanden lopen… Ook al is het dan maar 5 kilometer! Na het eten rijden we via de 565 door tot we de 57 en vlak daarna de E 16 weer raken en daarna rijden we terug naar Bergen. We parkeren rond 3 uur naast het hotel: zeer tevreden.

Na een thee-stop in het hotel besluiten we nog een klein beetje te dwalen door de westelijke rand van het centrum. een charmante winkelstraat, waar we wat winkels in- en uitlopen, tot we om 17 uur landen bij de Altona wijnbar. De eigenaar vraagt of we al een idee hebben wat we willen. Zijn ogen gaan glimmen als Karin hem uitdaagt om iets lekkers voor ons te vinden. En dat lukt uitstekend: een zware Spaanse voor Karin en een lichte Italiaanse voor Martijn en met een glas water erbij genieten we een uurtje in dit charmante tentje van de wijn en kletsen.

Als we opstaan merken we dat het ons redelijk naar het hoofd is gestegen. Tijd om wat te eten en dat lukt bij het vis-café aan de haven waar we op de eerste dag al lunchten. Gerookte markeer voor Martijn vooraf en zalm-sashimi voor Karin en daarna eten we allebei de lekkerste fish & chips is tijden. Het is echt zalig en we nemen er de tijd voor. Als we geen pap meer kunnen zeggen wandelen we terug naar het hotel, met een bak koffie in de hand. Wat een heerlijke, actieve dag!

van Bergen naar Dragsvik, 6 september 2018

van Bergen naar Dragsvik, 6 september 2018

Om half 9 zitten we met al onze zooi in de auto. Dag Park Hotel, je bent fijn en we komen graag nog eens terug als we de kans hebben! Nu willen we eerst wat meer zien van Noorwegen en vol verwachting rijden we de stad uit. Het is niet erg mooi weer: bewolkt en er wordt regen voorspeld. Toch hebben we goede hoop op mooie uitzichtjes, want er is meer nodig dan een wolk en een regenbui om de fjorden oninteressant te maken!

Voorlopig valt het met die uitzichtjes nogal tegen. Een mevrouw die we later op de ferry van Vangsnes naar Dragsvik tegenkomen en net als wij ook uit Bergen komt gereden heeft de tunnels geteld: 39! Aanvankelijk zien we niet zo veel dus. We nemen de E16, eerst naar het noorden en vervolgens naar het oosten, tot aan Vossevangen. Daar zijn we toe aan koffie en alle tunnels een beetje zat, dus bij  de ‘Tre Brors’ (een café in een soort villa Kakelbont, voor wie dat wat zegt) drinken we een uitstekende bak koffie en daarna wandelen we een mini-rondje door het dorp.

Verder gaat het weer, en vlak voorbij Vossevangen verlaten we de E16 en slaan we af op de 13 naar het noorden. En vanaf de afslag wordt de weg een stuk interessanter. We komen nauwelijks nog door tunnels, maar genieten van snelstromende rivieren, enorme rotsblokken, rostwandelen die tientallen meters naast de auto omhoog komen, een enorme waterval (de Tvinnefossen) en voorbij Vinje haarspel-bocht de weg ineens omhoog. Bovenaan schiet Tijn een mini-parkeerplekje op en in absolute stilte maken we plaatjes van het indrukwekkende uitzicht over de vallei.

Verder gaan we, over een vlakte van mos en struikjes, met ijskoude meertjes en … ja, sneeuw! Niet alleen hoog boven ons, maar een aantal keer op ooghoogte. We verbazen ons over de hoeveelheid huisjes. Zouden mensen hier nu het hele jaar wonen?! Dat zal wel niet: de weg gaat dicht in de winter!  En aan de andere kant: wauw, uitzicht op het dal (of eigenlijk: de dalen) en in de verte de Sognefjord. We staan maar weer eens stil voor plaatjes, voor we naar Vik rijden.

Daar bekijken er eerst de Hove kerk, een klein stenen kerkje uit ongeveer 1250. Het is dicht, maar ook van buiten leuk om te zien. Al in de Romeinse tijden was het een belangrijke locatie, vertelt Internet ons, en waarschijnlijk in het kerkje gebouwd door een rijke landeigenaar als privé-kapel. Nu is het één van de drie kerken van Vik en een indrukwekkend stukje geschiedenis. Eén van de andere kerken willen we ook nog zien, maar eerst moeten we wat eten. Dat lukt bij Tine, een klein, eenvoudig lunchcafé dat ons allebei een prima broodje serveert. Ze specialiseren zich in kazen en die gaan er prima in!

Na de lunch bekijken we de andere grote trekpleister van Vik, de Hopperstad staafkerk. Dit houten gebedshuis is gebouwd rond 1130 (!) en één van de twee oudste nog bestaande staafkerken van het land. Het is een prachtig bewaard gebleven gebouw dat we uitgebreid bekijken. Binnen is nog een aantal schilderingen bewaard gebleven en ook het houtsnijwerk in en op de kerk is geweldig. We kijken onze ogen uit en klikken heel wat plaatjes. Wat een traktatie!

Als we zijn uitgekeken concluderen we dat we met een beetje haasten de boot van 14:05 van Vangsnes naar Dragsvik kunnen halen, dus is het tijd voor een beetje haasten. We sluiten aan in de rij en rijden de boot op. Daar komt een vriendelijke jongen ons een kaartje verkopen. Aha, zo werkt dat dus: we kunnen zelfs met kaart betalen! We kopen een kaartje. In Hella (de eerste stop) moeten we na 20 minuten van de boot af, maar mogen we er met een scherpe draai meteen weer op. En na nog 10 minuten zijn we in Dragsvik. Iedereen scheurt er vandoor en wij… rijden 300 meter naar de parkeerplaats van het Dragsvik Fjordhotel.

Na enig wachten bij de receptie komt er een wat flodderige kerel aangerend. Hij steekt zijn hand uit en stelt zich voor. Dat doen we natuurlijk ook, met een grijns en hij knikt eens en pakt de bovenste sleutel. Kamer 105, begane grond, vinden we dat erg? Eh nee, natuurlijk niet en al helemaal niet als we de kamer zien. Een zitkamer met volledig ingerichte keuken, een aparte slaapkamer en in beide ruimtes een geweldig uitzicht over de fjorden! Wauw! Wat een bonus. Hij moet lachen om onze gezichten, geeft nog wat uitleg over het hotel en verdwijnt.

We vergapen ons aan het uitzicht, maar op het tijdstip van kwart over drie vinden we het nog wat vroeg om niet meer uit onze stoel te komen. Het weer verslechtert, maar we besluiten om er toch nog even op uit te gaan. We reserveren het diner en rijden daarna naar Balestrand, 6 kilometer verderop langs de Sognefjord. Dit fjord is één van de meest bekende van Noorwegen en we nemen ons voor om als we ooit terug komen nog wat meer tijd in deze regio door te brengen. Voor nu rijden we in Balestrand naar de St. Olav’s of English Church. Deze derde en laatste kerk van vandaag is in tegenstelling tot de vorig twee eigenlijk nog best jong. Vergeleken met de twee oudjes in Vik zelfs piepjong! De kerk is in 1897 gebouwd door een Noor die daarmee de laatste wens van zijn drie jaar daarvoor overleden Engelse vrouw respecteerde. Hij is gebouwd als een soort staafkerk en ziet er met zijn hout en vroelijke kleuren erg charmant uit. Zelfs in de regen. Als we langsrijden zien we een deur openstaan. Er staat een man te stofzuigen. Hij glimlacht en knikt vriendelijk als we om een hoekje kijken. Ja hoor, kom binnen. We bekijken het kleine kerkje. Zijn grootste ‘claim to fame’? Hij stond model voor de trouwkapel in de film Frozen!

Na het kerkbezoek (als we weggaan is de stofzuiger inmiddels opgeruimd en staat de man zichzelf in een regenpak te wurmen) tanken we de auto vol (handig, dan hoeven we daar morgen niet over na te denken) en rijden nog een stukje langs het fjord. De regen komt echter inmiddels met bakken uit de lucht dus we keren al snel om en vluchten terug naar het hotel. Daar nestelen we ons met een kopje thee en daarna met een zelf meegebrachte gin & tonic (ho, ho, nog steeds geen airfryer!) en een chippie op de luie stoelen voor het raam. We werken aan het verslag, lezen wat en betrappen onszelf op langdurig naar buiten staren. Ook in de regen is Noorwegen mooi.

Rond 7 uur schuiven we aan tafel voor een herten-burger en zalm-aardappel salade en ook hier geweldig uitzicht. Het personeel is super vriendelijk en we genieten. Om ons heen verzamelt zich een bont, internationaal gezelschap: een Duitse vader en dochter, een Amerikaans drietal (echtpaar en haar zus?), twee Franse stellen en een luidkeels mopperend Nederlands stel. He, fijn; helemaal niet ongemakkelijk ofzo… Er is werkelijk niks goed. We kijken elkaar aan: misschien moeten ze gaan kamperen? … met een airfryer?! We liggen dubbel en met een vrolijk ‘goedenavond!’ naar het Nederlandse stel trekken we ons terug op de kamer.

Daar lezen we nog een beetje tot het donker wordt. Tijd om naar bed te gaan? Bijna, de avond heeft nog één verrassing in petto. Als Karin opkijkt omdat ze zich afvraagt of ze de gordijnen dicht moet doen kijkt ze recht in de ogen van een vos, die op nog geen twee meter achter het raam staat te staren. Ze blijft doodstil zitten en waarschuwt Martijn die zijn ogen niet kan geloven. Als hij na een minuut voorzichtig probeert zijn telefoon te pakken schiet de vos ervandoor. Wauw, wat een afsluiter van deze mooie dag. Heel tevreden trekken we de gordijnen dicht en rollen lekker ons mandje in. Weltruzzzz…

Dragsvik naar Alesund, 7 september 2018

Dragsvik naar Alesund, 7 september 2018

Als Martijn zijn ogen open doet, zijn die van Karin helaas al een tijdje open. Het bed ligt heerlijk zacht, maar als de één zijn grote teen beweegt, wiebelt de ander zijn bed uit. Helaas, niet een heel rustige nacht dus, maar als we de gordijnen opentrekken is het ‘leed’ snel geleden. Het is helder en we zien al wat stukjes blauwe lucht. In de verte kunnen we zelfs een gletcher zien! Na een uitstekend ontbijt zitten we om kwart over 8 met zooi en al in de auto. We moeten een heel eind, hebben geen zin in haasten en willen optimaal genieten van de mooie dingen die er onderweg te zien zouden moeten zijn. Bring it on!

We rijden noordelijk eerst via de 55 langs het fjord en al na 10 minuten staan we voor de eerste keer stil voor een plaatje: het spiegelt zo mooi, die bergen in dat rimpelloze water! Het tekent de rest van de dag: de route is echt fenomenaal. We staan regelmatig stil voor plaatjes, maar ook als dat niet kan (omdat het gevaarlijk is, of omdat we anders na elke bocht stil staan) genieten we vanuit een rijdende auto van het uitzicht. Na de 55 ‘haarspelden’ we de 13 naar boven en het westen, naar ‘Utsikten’, een modern betonnen uitzichtspunt (de naam zegt het al) dat uitsteekt boven het dal. Wauw, wat een gezicht. Boven gekomen rijden we door een soort bruin, grijs, rood maanlandschap om na het hoogste punt snel weer af te dalen door mini-dorpjes en langs Likholefossen, een brede waterval, waar een berg water naar beneden komt. We blijven de 13 volgen, opnieuw naar het noorden en westen. Bij Moskog kiezen we de E39 naar het noorden.

In het Jolstringen kafé halen we goede koffie ‘to go’ en verder gaan we. Langs enorm hoge rostwanden, diepe fjorden, watervallen (soms smal en hoog, soms laag en breed; allemaal met enorme hoeveelheden water) en mooie uitzichtspunten en bij steeds mooier weer. Het rijdt eigenlijk prima: de wegen zijn uitstekend, het slingert enorm naar boven en beneden, maar langs de fjorden en over de hoge delen gaat het redelijk rechtdoor. Het gaat niet snel, maar het is heerlijk rustig en rijdt soepel.

Bij Byrkjelo slaan we af naar de 60 om nadat we een berg zijn over gestoken, langs het water naar Stryn te rijden. het is precies half 1 als we parkeren voor Stryn Vertshus, ons vooraf uitgezochte lunchplekje. Het is inmiddels zonnig, warm en we spinnen bijna van tevredenheid als we met een heerlijke lunch en een kopje koffie op het terras zitten. De serveerster is ook helemaal vrolijk: wat een traktatie hè?! Inderdaad: in een t-shirt aan een fjord in Noorwegen in september hadden we vooraf alleen durven dromen!

Na de lunch gaat het allemaal wat sneller. We hebben het meest spectaculaire deel van de route gehad. Dat wil nou niet bepaald zeggen dat het suf is, integendeel, maar het rijdt wel ietsje sneller door. Vanaf Stryn verandert de 60 in de 15 tot we de E39 en die rechtsaf naar het noorden volgen, helemaal tot aan ferry-halte Festoya. Daar staan we om 5 over 3 een kwartiertje te wachten tot we in het nog steeds heerlijke zonnetje de ferry naar  Solavagen nemen. Dan nog een stukje E 39 en vervolgens de E136 en hoepla, om kwart over 4 staan we bij hotel Brosundet aan de oude haven van Alesund. We kunnen de auto vanaf 16 uur (tot morgen 8 uur) gratis voor de deur parkeren en wandelen dus vrolijk de 10 stappen naar binnen.

Het ziet er meteen geweldig uit: het historische gebouw heeft in de louche een ENORME open haard, een schitterend met hout ingerichte ontbijtruimte èn een heel mooie kamer voor ons. Opnieuw op de begane grond, aan het einde van een kleine gang, prachtig stijlvol en licht ingericht en van alle gemakken voorzien. Wauw, hier willen we wel drie nachtje slapen. Maar eerst willen we nog even de tourist information bezoeken. Misschien is er nog een boottochtje dat we de komende dagen kunnen doen? Helaas; ondanks het mooie weer blijkt maar weer eens dat het seizoen echt voorbij is hier. Ze zijn dicht: alleen door de week open, tussen 10 en 16 uur. We zijn niet de enigen die teleurgesteld voor de deur staan…

Ok, dan moeten we dus zelf plannen maken. Dat lukt meestal ook prima, zeker met een drankje erbij. Vlak bij het hotel vinden we een terras in de zon, waar we een wijntje / biertje drinken, plannen maken en zon opzuigen. Rond 18 uur voeren we deel 1 van het plan uit: eten bij Zuuma, een sushi – grill restaurant. Daar kunnen we dus allebei wat lekkers vinden! Het eten is heerlijk en tevreden dwalen we na het eten nog een rondje over de pier. Met een kopje thee uit het hotel kijken we bootjes en de zonsondergang. En daarna wacht in de hotellobby een warme openhaard (ok, ok, als de zon onder is voelen wij ook wel wat het seizoen voorbij is) en nog een kopje thee. Eens kijken of we morgen ook zulke mazzelkonten zijn met het weer…

Alesund deel 1, 8 september 2018

Alesund deel 1, 8 september 2018

Dat sliep een heel stuk beter vannacht. Hoewel het nog vroeg is, hebben we vannacht allebei uitstekend geslapen en tevreden rollen we onder de douche door en richting het ontbijt. Daar is het erg druk, maar er is nog een fijn plekje in het zonnetje. Want ja, ook vandaag is het geweldig weer. Daar willen we natuurlijk van gaan genieten. Maar, eerst koffie. …

Tja, dat hadden we gedacht. Het is pas 9 uur en mooi niet dat er ergens anders dan in het hotel koffie te krijgen is. We bezoeken drie koffietenten, maar zelfs bij degene die ‘vroeg’ open gaat zouden we moeten wachten tot 10 uur. Jammer dan, straks maar koffie. Via een een tunnel en dan nog één rijden we van Alesund, via het eiland Valderoya, naar het eilandje Giske. De bedoeling  is daar de laatste tunnel te nemen, naar Godoya. Helaas: de tunnel is dicht. Er komt een mannetje aanlopen. Over een half uur gaan we rijden zegt hij. Sorry, we zijn aan het werk. Tja, niets aan te doen natuurlijk. We besluiten een rondje over Giske te rijden. Op dit slaperige eilandje lijken we zo minimaal een eeuw terug te gaan in de tijd. Huizen met gras op het dak . Nu weer hip, maar dit gras was er al voor het hip was vermoeden we. Wit of rood geschilderd staan de huizen deels op hoge ‘poten’ (gestapelde of gemetselde stenen) om het ongedierte buiten de deur te houden. De kerk (gesloten natuurlijk: het is buiten het seizoen immers) stamt uit 1200 en een beetje, er is een schattig haventje en oh ja, we vinden op de Engelse wiki dat de naam waarschijnlijk is afgeleid van het woord voor ‘tafelkleed’, omdat het eiland klein en vlak is!

Daarmee eindigen we onze tour over Giske en komen we precies op tijd om achteraan de inmiddels indrukwekkend lange rij auto’s aan te sluiten die we door de tunnel volgen. Het is een wat apocalyptisch geheel: donker, stoffig, met rode knipperlichten en plotseling uit het niets opdoemende werklui. We zijn blij als we 3,5 kilometer later weer naar buiten rijden. Na nog 200 meter komen we ineens in een file terecht. Na even wachten ontdekken we waarom: het is natuurlijk voetbal-zaterdag en tientallen auto’s leveren kindjes af op het sportveld. We zijn letterlijk de enigen die doorrijden. Volledig in ons eentje rijden we door nog één tunnel voor we in Alnes aankomen. Daar is niemand. Ook niet in het vuurtoren-centrum dat het hele jaar open zou zijn om 10 uur. … Behalve op zaterdag natuurlijk, dan is het open om 12 uur… We worden er een beetje flauw van en maken melige grapjes over dat iedereen in de wijde omtrek kinderen op voetbal heeft er er daarom niet wordt gewerkt tot 12 uur.

We wandelen een ruim rondje om de landpunt waar de vuurtoren van Alnes op staat, over de weg, een strandje, een weiland en meer weg en drinken flesjes meegebrachte limonade leeg. De huidige vuurtoren is gebouwd in 1876 en doet nog steeds dienst. Maar niet overdag. Als we uitgewandeld zijn is het half 12 en besluiten we maar terug te rijden. We hebben geen zin in nog meer wachten. Gelukkig hoeft dat bij de tunnel ook niet: we mogen meteen doorrijden.

Terug in Alesund nemen we de toeristische route: we rijden naar het uitzichtspunt Fjellstua, op de berg Aksla. Daar kunnen we ook komen door 418 (!) treden omhoog te lopen, maar een grapje daarover van Martijn roept bij Karin zo’n onweerswolk op haar gezicht dat hij haastig aanbiedt naar boven te rijden. Daar parkeren we en Arno en Henriëtte hebben niets teveel gezegd (zie reacties): het uitzicht is inderdaad fenomenaal. Het zonnetje helpt natuurlijk: we kunnen enorm ver kijken en goed zien dat de gemeente uit tientallen grotere en kleinere eilandjes bestaat. We klikken heel wat plaatjes en genieten er van tot een toeristisch ‘treintje’ een enorme lading mensen over ons uitspuugt. We ‘vluchten’ na een laatste blik op een standbeeld van Kristofer Randers (een dichter, vertelt wikipedia ons later) die om onduidelijke redenen met zijn rug naar het uitzicht toe staat en een bunker uit WOII. Wegwezen: tijd voor lunch.

Die vinden we bij Lysepunktet, een tent waar de LP en Tripadvisor terecht over juichen. Heerlijke koffie, een kraan en glazen voor zoveel water als je wilt en heerlijke lunchopties. We kiezen voor homemade pie (Martijn) en Fjord tapas bestaande uit rivierkreeftjes, gefrituurde kabeljauwballetjes en een lokale worst met brood (Karin). Het is heel erg lekker en we komen helemaal bij.

Na de lunch besluiten we dat er nog tijd is voor één bezienswaardigheid en we kiezen voor het Atlanterhavsparken, oftewel het Atlantische aquarium. Het ligt op een landpunt een paar kilometer van ons hotel en blijkt lekker rustig als we aankomen. We verwachten met 2,5 uur nog ruim de tijd te hebben voor ons bezoek (het is vast heel klein), maar uiteindelijk worden we om 16 uur met de laatste bezoekers naar buiten geveegd. Ze doen achter ons letterlijk het licht uit. Het blijkt echt verrassend leuk!

Het aquarium is zoals de naam al zegt helemaal gericht op allerlei beesten die langs de noordwestelijke Atlantische kust voorkomen. Enorme krabbel, een enorm bassin met van alles van kreeften en platvissen tot en met zeekomkommers en haaien, veel verschillende soorten vis en buiten een aantal enorme bassins. Eén met pinguïns (om bij te dragen aan het fokprogramma van deze bedreigde soort), één met zee-otters en één (de grootste die we ooit hebben gezien) met zeehonden. We zijn er precies op tijd voor het voeren van de otters en volgen later ook het voeren van de pinguïns en de zeehonden. De verzorger lijkt zich in zijn Engels vooral op ons te richten en moet lachen om ons enthousiasme. We genieten van alle beesten en van het prachtige uitzicht en de ruimte die alle beesten hebben. Zo hoort het volgens ons áls je beesten opsluit.

Terug bij het hotel kunnen we de auto opnieuw voor de deur parkeren. Vanaf nu tot maandagochtend 8 uur is het gratis, dus dat gaat goed! We drinken op de kamer twee kopjes thee en eten er de heerlijke chococake van het hotel bij. Rond half 6 gaan we een drankje doen bij Milk, een vrij chique cocktail bar, die uitkijkt over de haven. En om 7 uur wandelen we naar binnen bij Anno, de pizzeria om de hoek bij het hotel. We zijn blij dat we hebben gereserveerd: het zit vol! We worden herkend (‘Ah, you have the Norwegian name. Karin, welcome!’) en de pizza’s zijn uitstekend. Zeer tevreden drinken we in het hotel nog een kopje thee, helemaal rozig van alle indrukken, het lekkere eten en de hele dag zon!

Alesund deel 2, 9 september 2018

Alesund deel 2, 9 september 2018

Dat was weer een prima nachtje en na opnieuw een druk, maar uitstekend ontbijt rijden we naar het Atlanterhavsparken. Deze keer niet om waterbeessies te kijken, maar om te gaan wandelen. Het is namelijk alweer heerlijk weer! De koffie hebben we vandaag niet eens geprobeerd: die vinden we ergens bij de lunch wel ofzo… Er staat één andere auto geparkeerd en in volledige rust wandelen we eerst naar het zuiden, om ‘Sukkertoppen’ (de berg) heen en daarna via het aquarium terug en richting het noorden naar ‘Alesund Kystford’. Zoals de naam al zegt het kustford dat bestaat uit een hele lading (restjes van) bunkers.

Onderweg wordt het iets drukker, wat in de praktijk betekent dat we welgeteld drie verschillende mensen met een hond en twee wandelende stellen tegenkomen. Na anderhalf, bijna twee uur kunnen we de drukte niet meer aan en vluchten we naar het centrum terug. Daar is er opnieuw plek voor de deur (mazzel, iedere keer is één van de vier plekjes vrij!) en na een kleine ompak-actie, wandelen we tevreden naar het Jugenstil Senteret.

Als Alesund in februari 1904 in minder dan 24 uur bijna volledig afbrandt (meer dan 850 huizen in as, duizenden mensen zonder huis en maar één dode) wordt het met behulp van veel steun uit andere Europese landen op het hoogtepunt van de Art Nouveau beweging binnen drie jaar weer opgebouwd. Deze keer bijna helemaal van steen (duurder, maar veiliger) en met een centrum dat bol staat van de art nouveau. In een voormalige apotheek is een tentoonstelling ingericht. Naast ingerichte kamers, de ingerichte apotheek zelf, posters, kaarten, boeken, glaswerk en keramiek, is het leukste de ‘tijdmachine’. Je stapt in een ‘lift’ die je mee terug in de tijd neemt, naar de nacht van de brand. Een multimedia-presentatie van 20 minuten vertelt het verhaal van de brand èn de wederopbouw. Erg interessant en het hele bezoek is vandaag ook nog eens gratis. Dat is een fijne bonus (hadden we al gezegd dat Noorwegen echt heel duur is?!) net als… jawel, heerlijke koffie!

Ook al zo’n leuke stop. Het maakt dat we buiten (nog) beter om ons heen kijken en nog meer voorbeelden van de kunststroming zien. We vermaken ons ermee als we op zoek naar naar een lunchtentje dat open zou moeten zijn. Dat is bijna niets op zondag en de online info klopt tot nu toe zelden. We hebben dan ook weinig hoop en inderdaad: dicht. Als we de hoek omslaan zien we dat de info van Lyspunktet óók niet klopt, maar dat is nu in ons voordeel. Ze zijn namelijk open en we genieten er opnieuw van een heerlijke lunch. Mèt een kopje koffie toe natuurlijk.

Daarna aarzelen we wat. Karin heft nogal veel last van haar pootjes, maar eigenlijk willen we nog wel wat. We besluiten naar openluchtmuseum Sunmore te gaan. Vier kilometer verderop zijn er zo’n 40 huizen en ongeveer evenveel boten uit de geschiedenis van de regio te bewonderen. Het kaartje is zowaar goedkoop (maar een paar euro) en het is lekker buiten. We krijgen een kaartje van de huizen die open zijn (want ja, het is … juist, buiten het seizoen ja) en wandelen in een dik uur langs allerlei huizen, opslagschuurtjes, een school, een schoenmakerij, een winkeltje… Veel oudere huizen hebben berkenbast en gras op het dak, als isolatie en zijn binnen donker.

Het is niet heel groot en niet heel bijzonder, maar een prima stop op een dag met lekker weer, zoals vandaag. Maar rond kwart voor 4 is het wel op met vandaag. We rijden terug naar het hotel en jawel alwéér een plekje! Ok, nu niet meer aanraken die auto, tot morgenvroeg! Karin ploft in de lobby neer, met een laptop, thee en chococake; Martijn kleedt zich om en gaat hardlopen.

Als hij een tijdje weg is krijgt Karin een foto… van bovenaf het uitzichtspuntje! Martijn is achterlangs, via de weg,
heel veel doodlopende steegjes en flink wat hoogtemeters omhoog gehold. Karin is gepast onder de indruk… en blij dat ze vandaag even niets meer hoeft. Ze typt vrolijk verder en als Martijn terug is en gedoucht, gaan we aan tafel. In het hotel! Op zondagavond is het restaurant gesloten en serveert het hotel een gratis eenvoudige maaltijd aan haar gasten. Daar profiteren we graag van, vooral als er lasagne, salade, brood, kaas en twee soorten vleeswaren staat. We bestellen er wat te drinken bij en proosten op dit heel erg fijne hotel. En na een paar kopjes thee trekken we ons tevreden terug op de kamer. Fijn om morgen naar een nieuwe plek te gaan, maar erg jammer dat we het hotel ook achter moeten laten!

van Alesund naar Kristiansund, 10 september 2018

van Alesund naar Kristiansund, 10 september 2018

Na een laatste uitstekende ontbijt (deze keer in een rustige ontbijtzaal: op deze maandagochtend zijn veel zakenlieden al aan het werk) checken we met enig pijn in ons hart uit. Dag Brosundet, je bent een fijn hotel! En dag Alesund, we hebben ons goed vermaakt hier! En we nemen een beetje van je mooie weer mee. Het zou regenen, maar tot zover is het hooguit bij vlagen flink bewolkt.
We rijden via de E 39 naar Furneset, waar we een boot naar Molde pakken. Het is een hop van een half uur; tijd genoeg om de vrij forse ferry te verkennen, die niet alleen keurige toiletten aan boord heeft, maar ook een heus restaurant en een ‘uitzichtslounge’ bovenin. Het is druk aan boord. Het is duidelijk dat dit voor veel mensen gewoon onderdeel is van de doorgaande route. Ze houden een pasje tegen een lezer; klaar! Wij betalen, keurig met pinpas, geen probleem. In Molde is er uitstekende koffie bij Fole Godt (zoiets als ‘feel good’). En er liggen ‘kanelsnurr’ naar ons te lonken, een soort gedraaide kaneelbroodjes. We gaan voor de bijl en nemen er drie mee voor onderweg. Oh en nog een kopje koffie, uiteraard in onze eigen beker. Dan rijden we door.

Vlak voorbij Molde slaan we af naar de 64, richting Bud. In Bud is het begin van de Atlanterhavsveien (de Atlantische weg), maar Bud zelf is ook interessant. We vinden er Egan Kystfort, een Duits kustfort gebouwd tussen ’40 en ’45, dat tegenwoordige is hersteld en ingericht als oorlogsmonument en museum. Het zou zelfs open moeten zijn zegt hun eigen website! Verwachtingsvol stuiteren we de auto uit… en vinden op de museumdeur een blij briefje met de tekst ‘tot in 2019’. Grrrr, ze moeten echt wat aan hun informatievoorziening doen, die Noren.

Jammer! Maar: lang blijven we niet grommerig: het is inmiddels redelijk mooi weer en we kunnen nog steeds over het fort heen klauteren. We zien meerdere soorten enorm afweergschut, gevechts- en uitkijkkoepels, luchtschachten… We moeten nog maar eens terug komen als het open is, want het is erg interessant.
We eten onze kanelsnurren. En die zijn heerlijk! Als om dat te onderstrepen breekt het zonnetje door. We kijken uit over Bud. Vooral het oude deel ziet er heel interessant uit en we besluiten nog even naar beneden te rijden, naar het oude haventjes / de oude werf. Rode houten huisjes, in keurige staat, staan rond de natuurlijke haven. In Bud werden vroeger ladingen vis verhandeld. Een deel daarvan ging Bergen. Bovenop een oud pakhuis (nu een restaurant) staan de houten rekken waarop de kabeljauw werd gedroogd. Karin stuitert als een blij ei fotograferend langs en tussen de verlaten huisjes. Terug bij de auto delen we de laatste kanelsnurr en drinken we een flesje leeg. Als we op het punt staan weg te gaan zegt Martijn ineens: kijk, daar! Tussen de huisjes, van de ene naar de andere kant van de haven zwemt een otter! We raken ‘m al snel kwijt, maar kunnen onze ogen niet geloven. Wat gaaf!

Na deze traktatie vervolgen we de weg, nu over de Atlanterhavsveien. Een deel van deze route bestaat al lang en leidt
langs pitoreske dorpjes, schitterende uitzichten en rollende weilanden langs de kust naar het deel van de weg dat pas
bestaat sinds eind jaren ’80 van de vorige eeuw! Dit meest beroemde stukje weg is 8,3 kilometer lang, verbindt de eilandjes en het vasteland via 8 bruggen met elkaar en wordt door sommige mensen het mooiste stukje snelweg ter wereld genoemd. Nou vinden we dàt wat teveel eer voor 8,3 kilometer, maar het is wel geweldig. In het stralende zonnetje rijden we de eerste brug op en staan bij het eerste uitzichtspuntje al weer stil voor een foto. En dan weer. En daarna weer! Het beroemdste stopje (ook als zo’n strak modern gebouw) heeft uitzicht op de meest beroemde brug, de Storseisundet, waar talloze autoreclames zijn gefilmd. We zijn niet verbaasd als de informatie over openings- en sluitingstijden weer eens niet klopt, maar deze keer werkt het in ons voordeel. De stop is open en we drinken er een uitstekende bak koffie voor we de 550 meter 360 graden route om de rots heen lopen. Wauw, wat een uitzicht!

Na deze stop rijden we in één keer door naar Kristiansund, via een ook al enorm imponerende architectonisch hoogstandje. De Atlanterhavstunnelen maakt indruk met bijna 6 kilometer lengte en 250 meter diepte! Als we er weer uit komen rijden we Kristiansund in. Ook hier is het water dichtbij: de stad is in verschillende delen om een natuurlijke haven heen gebouwd. We rijden via een enorm hoge brug naar Innlandet. Dit is het zuidelijke deel van de stad waar nog huizen te zien zijn uit de 18e eeuw. Die bleven gespaard in het bombardement en de brand die tijdens WO II het grootste deel van de rest van de stad in as legden. Op Innlandet vinden we ook Thon hotel Kristiansund. Het oude pakhuis is schitterend verbouwd, heeft een mooie eetzaal en terras aan het water èn een mooie kamer voor ons. Op de 3e verdieping en pal aan het water. We hebben een schitterend uitzicht over het water en met dit mooie weer besluiten we er toch nog even op uit te gaan.

We pakken een ferry… nouja een ferry’TJE van Sundbatene. Volgens het informatiebord het oudste OV-systeem ter wereld dat sinds de oprichting (in 1876) non stop in bedrijf is geweest. De kleine groen-gele bootjes vervoeren passagiers en fietsen en soms wat vracht in een loopje tussen de vier ‘eilanden’ van de stad. We betalen de vriendelijke kapitein die als de ferry even stilligt op het zondek wat informatie komt geven zodra ze doorheeft dat we het leuk vinden. Die Hurtigrutenboot? Komt hier elke dag en stopt een uur. Die blauwe catemaran? Vaart in 3,5 uur naar Trondheim! Die kerk, die is van na WO II.
Op stopje drie gaan we van boord en fotograferen we de standbeelden van de ‘flipfisk’ vrouw en ‘haring’ jongen, die de elkaar opvolgende belangrijkste (export)producten symbolyseren van Kristiansund. De vis dus, niet de mensen! Daarna drinken we een drankje in een tent aan de haven en als het iets bewolkter begint te worden (en het uitzicht minder leuk) vertrekken we naar Boteco. Een Braziliaans-Noors restaurant. Ja, het klinkt wonderlijk, amar de combi werkt uitstekend! We eten heerlijke visgerechten en tevreden over deze topdag wandelen we de 30 minuten (over de brug) naar ons hotel. Vroeg slaaaaaa….

Kristiansund en omgeving, 11 september 2018

Kristiansund en omgeving, 11 september 2018

Aaaargh! Als we de gordijnen opzij schuiven (we hoeven er nog niet uit, maar wat voor weer zou het zijn) staart een enorm oog ons aan! Wat is dit?! Het blijkt de Aida Vida, een enorm cruiseschip dat op dat moment enorm hard toetert… en dan nog een paar keer. Goedemorgen Kristiansund. Oh, is het nog wat vroeg? Sorry, u is nu wakker. Pffff, gelukt! Dat verder slapen zit er even niet meer in, maar genoeg hebben we al een hoop uren gehad. We lezen nog ene beetje en duiken dan onder de douche door. Vroeg ontbijten dan maar. En daar worden we heel vrolijk van, merken we al snel! Niet alleen schijnt de zon (het zou regenen, dus we zijn erg tevreden); er staat ook een ENORM ontbijt klaar. We weten niet of we ooit eerder zo veel keuzes hebben gezien en gehad.

We eten zo gezond en beperkt mogelijk, nemen er nog een bakkie koffie bij en stappen dan in de auto. Nu is het weer goed en er zijn wat stops in de omgeving die onze aandacht verdienen. Vanmiddag belooft het minder te worden en kunnen we kijken of er in Kristiansund nog wat te doen is. Nu eerst via de 70 en de 268 naar Kvalvik kystfort. Ook dit fort stamt uit WOII en werd deels gebouwd door Russische krijgsgevangenen die zo te lezen beroerd werden behandeld. Het is schitterend weer als we de auto parkeren en er is niemand! We stuiteren het pad op en vinden al snel een bordje over een mijnenveld en het pad (van boomstammetjes) dat er doorheen ligt. Het pad lonkt; gaan we dat doen? Natuurlijk wel en we wandelen door het zompige moerassige land en daarna klauteren we over de rotsen naar het hoogste punt. Hmm, beetje veel bomen, maar niet slecht. Een klein paadje laat in de modder hertensporen zien en halverwege denken we dat we iets horen snuiven. Dat zal de verbeelding van deze schitterende plek wel zijn en we klauteren verder tot we aan de andere kant op een uitzichtspunt stuiten. We kunnen er in! We kiezen voor één verdieping diep, maar zo te zien kunnen we flink wat lagen dieper. Dat gaat ons (en Karin’s knieën) wat te ver, maar het ziet er in het licht van de zaklampen op onze telefoons kaal maar goed onderhouden en schoon uit.

We klauteren er uit en als we naar het uitzichtspunt lopen aan de andere kant schieten er 20 meter lager op twee plekken beesten weg. De linker kunnen we goed zien: een hertje schiet met sierlijke sprongen 20 meter verder en staat dan stil naar ons te kijken. Als wij niets doen, begint ze te grazen. Het andere beest kunnen we niet zien: we zien flink wat planten bewegen en horen weer wat gesnuif. Een zwijntje misschien? We komen er helaas niet achter en genieten van het hertje.
Als ze is verdwenen lopen we zelf naar beneden en bekijken de rest van het fort. Afweergeschut, een munitieopslagplaats, enorme kanonnen, zeemijnen en zelfs een kleine onderzeeër. Het is overal prachtig groen en tussen het oorlogstuig vinden we wel 10 verschillende soorten paddenstoelen (die we fotograferen, maar verder eerbiedig met rust laten). Wat een mooie plek en een interessante stop! De borden geven in drie talen uitleg en als we zijn uitgekeken wandelen we (deze keer over het reguliere pad) naar de auto terug.

We rijden via de 70 naar het zuiden; lange tunnel, hoge brug en dan rechtsaf langs het fjord over de 279 naar de
Atlanterhavsveien. Via een interessant stopje, is het verhaal. Er zouden namelijk grafheuvels te zien zijn uit de Brons- en IJzertijd. We weten de plek te vinden, maar daar blijkt de weg afgezet! Helaas, geen stopje en dus in één keer door naar de nog steeds prachtige weg.
We rijden hem deze keer met maar één stopje, bij de koffie-tent. Ja, weer open-terijl-het-dicht-zou-moeten-zijn. We moeten er om lachen en profiteren er van. We eten er ook een lunch-wafel. Een lokale variant, in de vorm van een soort klavertje vijf, met crème fraiche en jam of suiker. Erg lekker en we nemen ons voor dat nog eens een keer te doen de komende dagen. Voor nu wandelen we de calorieën er weer af (nouja) met een wandeling om het uitzichtspunt heen en daarna rijden we in één keer naar de Kvernes stavkirke.

Uit ongeveer 1300 is dit één van de jongste staafkerken en hij staat pal naast een kerk uit de 19e eeuw. Toen die ‘nieuwe’ kerk klaar was wilden ze de oude afbreken, maar net voor dat dat gebeurde wisten ze een koper te vinden. Die verkocht de kerk uiteindelijk aan de staat en zo bleef dit juweeltje bewaard. En ‘juwelig’ is het. De kerk is niet alleen bijzonder door zijn leeftijd en door de bouwstijl waarbij de kerk ondersteund wordt door pilaren aan de buitenkant (daarvan zijn er nog maar twee of drie). De binnenkant van de kerk is volkomen versierd, door een bewaard gebleven restauratie uit de 17e eeuw. De muren zijn beschilderd, een houten kansel en altaar zijn bewaard gebleven en in een kleine zijkamer staan houten grafdeksels uit 1665 en 1677!
De kerk is overigens eigenlijk gesloten, ondanks dat de website zegt dat íe tot eind september open is (…), maar een
aardige dame die staat te tuinieren draait de deur voor ons open. We hebben het rijk voor ons alleen tot er 20 minuten later een groep binnenstroomt. Een enorm grote buslading Duitse bejaarden. We vluchten naar buiten waar we ons nog een tijdje vermaken met het identificeren (op een kaart) van allerlei grafheuvels. We vinden uiteindelijk alleen een steencirckel terug, aan de overkant van de weg. Het mag de pret niet drukken: al met al erg de moeite waard en met het prachtige uitzicht erbij de hele dag hebben we ons uitstekend vermaakt.

Inmiddels begint het flink bewolkt te worden en we rijden via de lange Atlanterhavstunnelen terug naar Kristiansund, waar we eerst maar eens anderhalf uur bijkomen met thee en een boek. Daarna kijken we elkaar aan. Willen we nog één ding? Zo ja, dan heeft Karin nog wel het perfecte stopje in gedachten. We pakken de auto naar Mellemvaerftet, een historische scheepswerf die tot de dag van vandaag in bedrijf is. Het is een soort openlucht museum waar ook wordt gewerkt aan prachtige houten zeilschepen. Als we aankomen houden de werklui er net mee op. Ze groeten vriendelijk en we bekijken in alle rust en een beginnende regenbui de werf. Helaas is veel informatie alleen in het Noors dus veel begrijpen we er niet van, maar het is het een leuk gezicht.
Als we èct nat dreigen te worden rijden we terug naar het hotel, waar we de auto wegzetten en drie minuten lopen naar Dodeladen, een restaurant/café dat is een pand uit halverwege de 18e eeuw is gevestigd. Het serveert eenvoudig maar lekker eten: vissoepeten we, gevolgd door een schnitzel. We gaan op tijd terug naar het hotel, waar we nog een koffie nemen en naar de regen staren die in de haven valt. Vroeg slapen!

Kristiansund naar Furuhaugli, 12 september 2018

Kristiansund naar Furuhaugli, 12 september 2018

Voorzichtig schuiven we het gordijn aan de kant… Géén enorm cruiseschip en ook (nog) geen regen. So far, so good! Na een opnieuw uitstekend ontbijt (we houden ons echt in: wat een keuze) checken we uit en starten onze route naar het zuidoosten. Het eerste stuk is bekend en we zijn blij dat we het gisteren al hebben gezien. De zon en blauwe lucht
verdwijnen en het begint eerst zachtjes en dan steeds harder te regenen. We rijden in één ruk door via de 70 tot de grens van Molde en pakken daar een tunnel naar het zuiden tot we een ferry tegenkomen. Die gaat elke 15 minuten dus binnen no time staan we aan boord voor een hopje van ongeveer 10 minuten. Onderweg stopt het met regenen. En tegen de tijd dat we in Aldasnes zijn zien we een regenboog. Kijk, dat is al beter!

We tanken, zoeken een kaartje (voor wat last minute route informatie) en een toilet op bij de tourist information en gaan daarna op zoek naar Sodahlhuset, een koffie- annex lunchtentje. Dat vinden we èn is open: altijd even spannend hebben we inmiddels gemerkt. Ze hebben koffie en bij een bakkie besluiten we wat de vervolgstappen zijn. We ontdekken dat de ‘Trollstigen’ of trol-ladder, een beroemde route de beg op/af met 11 haarspeldbochten, op maar 30 minuten rijden ligt. Dat is zo dichtbij dat we besluiten een uitstapje te maken. Het is weliswaar nog steeds geen briljant weer (het regent weer), dus we hebben geen idee of we wat gaan zien, maar we besluiten het er op te wagen.
En de gok pakt waanzinnig uit. Vanaf de 136 slaan we naar 3 kilometer af naar de 63, richting Geiranger en de beroemde Trollstigen. We we stoppen onderaan de berg waar de Stigfossen, één van de hoogste watervallen van Noorwegen ongeveer 240 meter naar beneden stuitert. De weg gaat er over heen en slingert dat helemaal naar boven. Het is heerlijk rustig en we rijden op ons gemakje naar boven. Er is tijd en ruimte zat om onderweg ook even te parkeren voor wat foto’s bij de waterval voor we verdergaan en hoewel het grijs is, miezert het alleen nog en lijkt de bewolking dunner te worden. Bovenaan parkeren we de auto. Eerst maar meer uitzicht en dan lunchen?

Jas aan, handschoenen aan, sjaal om (het is vijf graden!) lopen we over een hypermoderne looproute naar een al even hypermodern uitzichtspunt, of nouja, drie uitzichtspunten. Als we aan komen lopen breekt de zon door en trekt een enorme regenboog over de vallei die we in al haar schoonheid zien liggen… Alsof ze wisten dat we kwamen; wat een mazzel en wat een schitterend gezicht! We klikken ons helemaal gek en bekijken alle drie de uitzichtspuntjes op ons gemak. Ook op deze plek (‘één van de highlights van toeristisch Noorwegen, aldus verschillende gidsen) zijn nauwelijks mensen en iedereen straalt. Nouja, behalve die man zonder jas en die andere man in een korte broek. Die rillen vooral…
Terug bij het café gaat de deur niet open. We worden door de mensen die binnen zitten naar een zijdeur verwezen. Gesloten! zegt de man geïrriteerd als we binnen komen; dit is een privé groep. ‘Natuurlijk’, zegt Karin: ‘de website zei immers dat het open was!’ De man wil een gesprek beginnen, maar we draaien ons om en lopen weg: ja, ja, buiten het seizoen, maar pas dan je website aan! We hebben het heel even gehad met de informatie die nergens lijkt te kloppen! Martijn trekt een pakje sultana’s uit de kofferbak. Hier, even zorgen dat we weer vrolijk worden.

We besluiten terug te rijden naar Andalsnes, waar we bij Sodahlhuset een kleine lunch eten… en nog een bakkie koffie doen. Daarna rijden we opnieuw de drie kilometer over de 136, maar die blijven we nu volgen. En wauw, wat een route, Een enorme granieten rostmuur (één van dé uitdagingen ter wereld vor rotsklimmers), stijle rotswanden, waar door de regen overal water langs naar beneden loopt, meerdere watervallen, met nog meer water en een heel langzaam verbredend landschap, waar we langs brede snelstromende rivieren met smeltwater rijden tot we bij Dombas zijn.
Daar slaan we af naar de E6 en het lanschap verandert. Geen hoge stijle bergwanden meer, maar een steeds hoger landschap aan beide zijden, net prachtige herfstkleuren in groen, bruin, geel, oranje en rood. Bosjes en heide en hoger op de bergwanden alleen nog hele lage struiken en mos. Er liggen meerdere Nationale Parken in dit gebied, maar we komen voor hetpark dat ten noorden van de weg ligt, het Dovrefjell-Sunndalsfjella, in een gebied waar sinds 1974 een NP is. We rijden een kilometer of 15 door, tot we bij Furuhaugli komen, een slaapplaats met een campsite, hutjes èn sinds dit jaar vijf motelkamers. Daarvan hebben we er één gehuurd en dat blijkt een uitstekende keuze: heerlijke bedden, een comfortabele badkamer èn een klein keukentje en kleine woonkamer! En minstens zo belangrijk: excursies om een poging te doen de muskusossen van dichtbij te gaan bekijken!
We geven ons op voor de excursie van morgen en maken een kopje thee. We rommelen en lezen wat en trekken daarna een borrel open. ‘s Avonds eten we in het café één van de vier hoofdgerechten. Wild-gehakt voor Karin; rendierstoof voor Martijn. Een flinke maaktijd en na het eten maken we zelf koffie. Vroeg slapen: morgen op muskusos ‘jacht’!

Furuhaugli en muskusossen, 13 september 2018

Furuhaugli en muskusossen, 13 september 2018

Na een uitstekende nacht slaap en ditto ontbijt staan we om 9 uur klaar voor onze ‘expeditie’. We hebben flink getwijfeld over wat we aan zouden doen, maar uiteindelijk voor een extra laagje gekozen. Thermo-ondergoed, dikke fleece en dikke jas-met-fleece aan; muts en handschoenen mee… We zullen zien of het overdreven is. We hebben in ieder geval een kleine tour: de zwijgzame vader Knut en zijn onverstaanbare en nog zwijgzamere dochter zijn onze enige tourgenoten. Behalve Gids natuurlijk. Gids is jong (halverwege de 20) en zeer ervaren. Vorige jaar heeft hij weken lang de BBC rondgeleid en volgende week komt National Geographic vier weken langs. Hij verheugt zich erop. Gids is een waterval; als je hem een vraag stelt vertelt hij honderduit. Maar zijn naam…? Gids blijft Gids.

Hij geeft ons 20 minuten uitleg over de muskusos. Geherintroduceerd in de jaren ’20… en nog een keer na WO II (…) leven er nu ongeveer 320 beesten. Met lange haren en in de winter een laag wol die bijna net zo goed is als Alpaca-wol en aangroeit naarmate het kouder is.  Naast Canada, Alaska en Rusland de enige plek waar ze in het wild leven. En anders dan op die plekken hebben ze hier geen natuurlijke vijanden, waardoor je dichtbij kan komen. Niet té dichtbij: als de mannetjes het idee hebben dat je iets wilt afpakken (een vrouw, hun eten, een zoutsteen) dan vallen ze (uiteindelijk) aan. Maar dichtbij komen kan je. Vooral in deze tijd van het jaar, als ze door de paartijd vooral met elkaar bezig zijn. Wat je dan moet doen? Je moet het vooral vóór zijn zegt hij met een grijns.  And I will deal with it somehow. Tuurlijk. Geruststellend ook. We gaan.

We rijden een minuut of 20. Knut en Dochter kiezen voor hun eigen auto; wij rijden met Gids mee. Lekker rustig voor Martijn; dan hoeft hij even niet. Halverwege stops Gids en tuurt door een verrekijker naar de hoogste en inmiddels besneeuwde berg in de omgeving: Snohetta. Daarna rijden we naar een parkeerplaats, waar Karin nog een keer extra een struik opzoekt. Die zijn er wat weinig, in het park… Daarna gaan we op stap. Het is koud, een graad of 3, maar droog en er is weinig wind. Heel af en toe piept er een zonnetje door de grijze wolken heen.

De route begint pittig: we lopen een dik half uur omhoog, tegen de berg op. Over kleine stroompjes, tussen gele, groene en soms rode bomen, dan bosjes, dan struikjes, hei en mos in allerlei kleuren. Als we boven komen kunnen we enorme einden kijken en is Gids opgetogen. Kijk, zegt hij en geeft Karin als eerste de verrekijker. Daar, op links, in de verte, die hele kleine grijs/bruine puntjes. Soort harige rotsen? Dat zijn ze. En hij ziet vanaf hier nog wel drie andere groepen. Dit is een topdag! Als iedereen is bijgekomen wandelen we verder. Over smalle paadjes tussen de hei en het mos door, in een kaal landschap met bergen in de verte.

Als we nog een half uur hebben gelopen komen we over een heuvelrandje en hoepla, daar staan ze, op een paar honderd meter afstand! Nouja, er staat er één, de rest ligt. We hebben de wind in ons gezicht (gunstig) en Gids geeft ons wat instructies om te proberen dichterbij te komen. Bij elkaar blijven, langzaam lopen en doen wat hij zegt. We lopen dwars over de heidestruiken rustig dichterbij, naar de 8 liggende beesten. Als we op ongeveer 100 meter zijn stopt hij. We kijken onze ogen uit. De beesten zijn enorm! Ze hebben ons vrij snel in de gaten en de één na de ander staat rustig op en begint te grazen. We zien alleen maar vrouwtjes, tot de verbazing van Gids. Het komt voor, maar niet zo vaak.  We klikken plaatjes (ook Gids, die een imponerende telelens tevoorschijn tovert), kijken door verrekijkers en genieten. Na ene minuut of 20 beginnen de muskusossen langzaam verder weg te trekken en wij beginnen aardig te bevriezen. We staan flink op de wind en willen liever niet weten hoe het zou zijn met véél wind!

Gids neemt ons in een boog mee naar een andere groep. Hij laat ons flink werken, door dwars over de heide en flink door te lopen, waardoor we snel weer warm(er) worden. Voor we echt dichtbij kunnen komen wandelen de beesten er vandoor. Ze lijken echter in een soort vallei te verdwijnen en Gids vraagt ons even te wachten. Hij loopt iets verder, kijkt over de rand, wenkt ons en gaat op de grond zitten. We zoeken allebei een steen en ploffen naast hem neer. Lunch erbij, uitzicht op een stuk of 8 muskusossen, deze keer mèt man, besneeuwde bergen op de achtergrond en uit de wind. We genieten!

Als de lunch achter de kiezen is sneaken we samen met gids even heel dichtbij naar een moeder met jong die er rustig bij liggen. Geweldig, wat een gezicht! Kom zegt hij, als iedereen plaatjes heeft gemaakt, we laten ze met rust. We beginnen aan de terugweg. Maar Gids heeft duidelijk nog een plan, hij loopt al zoekend een stuk verder naar links dan we aankwamen. Als we over de rand van heuvel komen, snappen we waarom. Daar is groep nummer drie! Ze zijn heel dichtbij en Gids gidst ons handig om de volgende heuvel heen, zodat we keurig in positie zijn als de groep rustig voorbij komt wandelen, op een meter of 50 / 60 afstand. Geweldig, wat een bonus!

Dan is het op. We wandelen in een dik uur terug naar de auto. Onderweg zien we nog een sneeuwhoentje voorbij vliegen en staat er een groep muskusossen op een afstand naar ons te staren. Karin heeft het op het laatste stukwat zwaar: bergaf lopen is al geen feest met haar knieën en op de heenweg heeft ze zich verstapt, waardoor haar linkerkuit inmiddels zeer pijnlijk is. De laatste 15 minuten strompelt ze behoorlijk. Maar ze is heel tevreden: dit had ze vroeger helemaal niet gekund en het was bovendien de pijn wel waard!

Terug in ons ‘huisje’ maken we thee, gaat Karin met een been omhoog en praten we na over de mooie dag. Na een uurtje of twee bijkomen drinken we een borrel in het café en eten er daarna een prima hap eten. Tijdens het eten vliegt er buiten een uil voorbij en trekken regen en zon afwisselend over het groen, geel, bruin, rode landschap. Wat een prachtig land!

De luiken vallen snel dicht. We dromen van muskusossen. Eén muskusos. Twee muskusos. Drie muskuzzzzz….

Furuhaugli naar Trondheim, 14 september 2018

Furuhaugli naar Trondheim, 14 september 2018

Na een lange nacht slaap voelt Karin’s pootje al een heel stuk beter aan. Het is niet over, maar lopen is gelukkig weer een optie. We checken uit na het ontbijt en zeggen dat we hopen nog eens terug te kunnen komen. En dat menen we oprecht. Misschien voor een eland-safari in de zomer? Dag mooie plek.

Als we wegrijden praten we nog even na over de dag van gisteren. Na 20 minuten rijden we langs de plek waar we gisteren parkeerden. Nou, grapt Karin, nog een laatste blik vanaf hier dan? Als we de flauwe bocht volgen begint Martijn te lachen, nou, kijk daar, op links! We kunnen onze ogen niet geloven. Wel vijf muskusossen en alsof het zo bedoeld is, is er op rechts ene klein parkeerhaventje. Martijn parkeert de auto en we staan buiten een tijdje met dfe verrekijker te kijken naar de indrukwekkende beesten. Lang niet zo dichtbij als gisteren, maar zonder er meer dan vijf stappen voor te hoeven lopen.

Zeer tevreden vervolgen we onze weg via de prachtige route. De E 6 loopt langs de rivier en daalt af van de hoge vlakte die de kruising vormt van drie Nationale Parken. Ondanks waarschuwingsbordjes voor overstekende elanden zien we verder geen beesten (misschien maar goed ook: je wilt ze niet voor je auto!), maar de watervallen, snelstromende rivier en langzaam groener wordende bomen (we dalen af) zijn prachtig.

In Oppdal houden we een geplande pauze. Hier zit namelijk Bakeriet Spro, die pas bestaat sinds 2015, maar in 2016 meteen tot beste bakker van Noorwegen werd uitgeroepen. Als we binnenkomen ploffen we in een comfortabele stoel, bestelen aan de bar overheerlijke koffie en voor allebei een ‘kanelsnurr’ (jaaa, ze hebben ze op veel plekken)… en zijn voor altijd verpest! Zo lekker wordt een kanelsnurr vast nergens meer! De constante aanloop van klanten zegt ook genoeg. We kijken een tijdje mensen en als alles op is weerstaan we de neiging om nog 15 kanelsnurr mee te nemen en vervolgen onze route.

De weg is niet zo boeiend meer, maar het schiet op. Om kwart over 1 parkeren we de auto (na een rondje postduiven door afgezette, ‘verstopte’ en éénrichtingswegen) in een parkeergarage nèt buiten de singel. Of nouja, zo zal het niet heten, maar Trondheim heeft wel iets van Leiden. Een studentenstad met veel koffie- en eettentjes, veel water en veel oude gebouwen. Al zien die er hier wel wat anders uit natuurlijk.

Met onze zooi op de rug wandelen we naar het hotel en onze kamer is klaar voor ons. Vijfde etage, lekker rustig, vanavond staat er een eenvoudige (brood)maaltijd tussen 6 en 9 klaar; morgen is er vanaf half 8 ontbijt. Koffie en thee en water in de lobby en als er iets is dat ze voor ons kunnen doen, horen ze het graag. De kamer is stil en erg fijn en tevreden gooien we onze zooi neer. Nu eerst wat dwalen en eten.

Het weer zou vandaag niet best zijn, maar we hebben weer eens mazzel. Een klein zonnetje laat de stad van zijn beste kant zien. Aan het water vinden we Ravenkloa, de vismarkt annex een vis-café, waar we een heerlijke lunch vinden. Vissoep voor Martijn en een berg verse garnalen voor Karin. We eten onze vingers er bij op! Zeer tevreden wandelen we daarna naar buiten om de stad te verkennen. De ruïnes van de St. Olav’s kerk (in de kelder van de bieb). De gekleurde houten huisjes van Bakklandet (het oude deel van de stad). De houten brug uit 18-en-een-beetje (de oorspronkelijk was uit 16-iets). De buitenkant van de Nidaros domkerk (Nidaros is de oude naam van Trondheim), met waterspuwers in alle soorten en maten en beelden op de voorgevel van heiligen en apostelen. Alles op een rustig tempo (die kuit is nog niet genezen) en tussendoor drinken we koffie, in de zon. Als we een beetje klaar zijn vinden we op de terugweg naar het hotel nog de Var Frue Kirke (de Onze lieve Vrouwe kerk) waar binnen een koor aan het oefenen is. Ze moeten vanavond optreden, tijdens de cultuurnacht. Hmm, interessant. Straks misschien een rondje? Alleen als de  pootjes het aankunnen dan maar.

Nu eerst bijkomen in het hotel. Als we een beetje zijn bijgekomen is het kwart over 6 en doen we een poging om binnen te komen bij Bror (broer), een restaurant waar ze taco’s en burgers serveren. Punt. In allerlei varianten, dat wel en met allerlei bijgerechten. Helaas zijn we niet de enigen die het een leuk concept vinden. Het is stampvol binnen. Helaas, dat gaat over. We zoeken even op Internet en Karin vindt Rot Vin of brod (rode wijn en brood) een wijnbar op een paar minuten lopen.

Dat blijkt een schot in de roos. We hebben echte een heerlijke avond met hapjes en drankjes. Karin trakteert: voor al het rijden dat Martijn doet deze vakantie. We proosten op een tot zover geweldige vakantie. Na het eten wandelen we nog een klein rondje over het centrum van de cultuurnacht. Overal zijn winkels open, spelen bandjes op straat en in die winkels, zijn eet-stalletjes (inclusief een rijdende pizza-oven) en wandelen mensen. Hoewel de sfeer wel leuk is, is het vooral op binnenlocaties druk. Het is koud en winderig. We houden het zelf al snel voor gezien. De pootjes zijn op en wij eigenlijk ook een beetje. Tevreden ploffen we in bed. Tukkiestijd!

Trondheim, deel 1, 15 september 2018

Trondheim, deel 1, 15 september 2018

Karin wordt wakker omdat Martijn aan haar schudt. Ehm sorry, ik ga even hardlopen. Karin maakt een geluid dat het midden houdt tussen een knor en een grom, maakt een handbeweging die opgevat zou kunnen worden als een zwaai en draait zich om. Martijn kiest eieren voor zijn geld en verdwijnt. Ongeveer een uur later zijn we allebei gedoucht en wandelen we naar beneden naar het ontbijt. Martijn heeft 8 kilometer gelopen: de geplande route, plus een doodlopende straat heen en terug. Maar het was lekker lopen en tevreden lopen we de eetzaal binnen en staan verbijsterd stil. Wauw, we dachten dat Kristiansund het meest uitgebreide ontbijtbuffet ooit had, maar dit hotel (zelfde keten) gaat daar nog overheen!

Na een uitgebreid ontbijt wandelen we naar Jacobsen og Svart, wat de beste koffietent van Trondheim zou moeten zijn. Nou en afgaand op het bakkie dat we er oppikken zou dat wel eens waar kunnen zijn! Mjammie. De spetters en kou zijn meteen minder vervelend. Via Bakklandet, de oude wijk, wandelen we naar Nidaros Cathedral, waar we een combi-kaartje kopen voor drie bezienswaardigheden.

We beginnen met de kathedraal zelf. Gebouwd over de begraafplaats van Koning Olav (later: de heilige Olav) in de 11e eeuw, is er bijna 1000 jaar af en aan aan de kerk gebouwd. Hij werd twee keer deels en één keer grotendeels verwoest door brand, uitgebouwd, omgebouwd, herbouwd, gerestaureerd… De kerk werd uiteindelijk voor het laatst in 2001 (!) opgeleverd, volledig gerestaureerd. Maar nog steeds werken tientallen mensen aan het continue onderhoud van het enorme gebouw. Het oudste deel van de kerk dat tegenwoordig nog bestaat èn zichtbaar is, stamt uit de 12e eeuw. Het is al eeuwen een bedevaartsoord; na de route naar Santiago de Compostella is de route naar Nidaros één van de beroemdste pelgrimstochten in Europa.

De kerk is van binnen erg donker en tot Karin’s teleurstelling mag je er binnen niet fotograferen. Maar hij is prachtig: grote grijze steenbrokken verraden het oudste deel, de glas in lood ramen geven kleur aan de donkere muren en het altaar straalt in wit marmer en lijkt licht te geven. We wandelen een vlot rondje, bekijken een informatiefilmpje en sluiten dan aan bij de start van een Engelstalige tour. Gegeven door Magne, de man die ons ook met een nogal zalvende stem welkom heette, dus we zijn aanvankelijk een beetje kriebelig van hem.

Maar hij blijkt fenomenaal te kunnen vertellen en vertelt ons in 45 minuten die voorbij vliegen over de markeringen van de steenwerkers uit de 12e eeuw (zodat de opzichter de stenen kon tellen en aan de hand daarvan kon uitbetalen). Over de kruisjes in de vloer die de begraafplaatsen markeren van aartsbisschoppen en per ongeluk één koning (hij lag ineens binnen de muren toen de kerk werd vergroot). Over de blauwgekleurde glas-in-loodramen in de ene muur en de warm-geel gekleurde ramen in de andere muur. De voorstelling van de hel was in Noorwegen een stijfbevroren land, in plaats van een brandend inferno: de blauwige kleuren verwijzen dus naar de verhalen waarin het kwaad een rol speelt! En over het feit dat de kerk niet recht is… en niemand weer waarom!

Magne krijgt een welverdiend applaus als hij klaar is. Dat was interessant! We lopen zelf nog een rondje en vinden in een hoekje de toegang tot de grafkelder. Alle doden zijn in de 17e eeuw uit de kerk gehaald. Er lagen er zoveel dat de stank niet te harden was en tijdens een mis de toen nog houten vloer het begaf en de gelovigen tussen hun voorouders belandden! Genoeg, riep de koning en op St. Olav na (die ze overigens kwijt zijn sinds de 16e eeuw) en twee andere rijke stinkerds, werd iedereen buiten de kerk herbegraven. In de grafkelder liggen nu allerlei restjes van deksels van grafkisten. De oudste bevatten nog runen en stammen uit de 11e eeuw. Een deel ziet er bijna kinderlijk uit en de teksten zijn soms hartverscheurend en soms hilarisch. ‘Deze kist is geschonken door X, bekend van A, B en C en duidelijk een goed man, in de hoop dat onze lieve heer dit gebaar in gedachten houdt als X zelf omvalt. Oh en nu ligt Y er.’

Als we weer bovengronds komen in het half 12! Eerst maar eens een kop koffie in het café buiten de kathedraal. En daarna de kroonjuwelen. Die liggen in een deel van het oude aartsbisschoppelijk paleis. Het meisje waarschut ons. Ehm, de juwelen zelf liggen achter een gesloten deur. Je kan niet zo dichtbij meer komen, tegenwoordig. Ah, zegt Karin, nadat die van Zweden zijn verdwenen (zie nieuws van juli 2018, toen de Zweedse kroonjuwelen werden gestolen) besloten jullie dat jullie de kroonjuwelen liever zelf wilden houden. Het meisje lacht: ja, inderdaad. Snappen we; we kijken wel door een hekje. Eigenlijk zijn de kroonjuwelen niet zo heel erg boeiend. Interessanter is de tentoonstelling over de rol van de koningin in de Middeleeuwen. Met voorwerpen en via de verhalen van vier vrouwen wordt het verhaal verteld. Vooral cultureel en sociaal hadden ze veel invloed en één koningin werd zelfs voor regentes voor het leven benoemd toen na het overlijden van haar man en (volwassen) zoon uitstekend in staat bleek het land te regeren. Erg boeiend.

En na deze tentoonstelling duiken we onder in (de rest van het) aartsbisschoppelijk paleis. Hier staan allerlei originele beelden van de kathedraal (die te beschadigd of kwetsbaar waren om te blijven staan), er zijn allerlei voorwerpen die zijn gevonden tentoongesteld en er is een interessante film over de restauratie van de kathedraal. Het meest bijzondere onderdeel is de vondst van een originele werkplaats waar munten werden geslagen. Er liggen drie lagen ‘vloer’ op elkaar, die meerdere honderden jaren terug gaan, tot ongeveer 1300! De rest van de tentoonstelling is er omheen gebouwd en het geheel wordt constant nat gehouden, omdat ze denken dat het de beste manier is om het hout en de tegels te bewaren. Maar zeker weten doen ze het niet!

Na dit geheel zijn we een beetje op. Ons hoofd zit vol met informatie en we hebben trek! Het is inmiddels 2 uur en dringend tijd voor een late lunch. We wandelen naar Bror. Rustig: Karin’s pootje gedraagt zich al wat beter dan gisteren, maar het gaat nog wel even duren voor het echt over is zo te voelen. Bror heeft inderdaad voor lunch wel plek, of nouja, iets meer plek. We vinden één klein tafeltje en genieten van een burger, nacho’s met guacemole en frietjes met truffelmayo. Inderdaad: niet echt een evenwichtig menu, maar we hebben allebei in in ‘vette bek’ en we genieten er van!

De rest van de middag gaat voorbij met een beetje winkelen (Martijn vindt een leuke trui, Karin vergaapt zich van een afstandje aan allerlei design-spul), het bijwerken van de website, een bakkie drinken, wat lezen… Uiteindelijk schuiven we in het restaurant aan bij het ‘complimentary dinner’. Elke avond tussen 6 en 9 staat er een warme hap, brood, kazen, vleeswaren, wafels… De tomatensoep en broodmaaltijd smaakt prima en we houden het na de enorme lunch zeer bescheiden. En na nog een paar rondjes thee vallen we om.

Trondheim en omgeving deel 2, 16 september 2018

Trondheim en omgeving deel 2, 16 september 2018

Het is zondagochtend, kwart over 10 en Karin maakt een foto van een huisje met daarop de tekst ‘Hell – Gods-Expedition’. We hopen niet dat we er iemand mee beledigen, maar wij vinden het absoluut hilarisch. Dit Noorse stationnetje (om het af te maken ook nog het einde van de lijn; we liggen dubbel) is ongetwijfeld het meest gefotografeerde station(netje) van Noorwegen. In het Noorwegen betekent Hell zoiets als ‘succesvol’, ‘met goed gevolg’ en het andere deel van de tekst slaat op de goederen-expeditie. Maar ja, die tekst op één bordje terwijl we al de hele vakantie veel Engels spreken vinden we een giller. We maken er via de chat allerlei flauwe grappen over.

We zijn vanochtend vertrokken uit Trondheim om te profiteren van het onverwacht geweldige weer. Het is stralend zonnig en we zijn op ongeveer 30 kilometer van de stad in piepklein Hell. De luchthaven van Trondheim ligt aan de overkant van het water, maar Hell Airport ging ze duidelijk net te ver: die heet Vaernes, Trondheim Aiport. Jammer! Na de stop bij het stationnetje rijden we een paar kilometer verder naar een plek waar rotstekeningen te vinden zouden moeten zijn. De route is leuk en de wandeling van 10 minuten het bos in ook, maar behalve een soort ‘eend’ waarvan we vermoeden dat die heel nieuw is, vinden we niets. Hmm, bummer: er waren ons rendieren beloofd. We zijn blijkbaar niet op de goede plek.

Nieuwe poging dan. We rijden nog dik 15 kilometer door landinwaarts en daar vinden we de Leirdall Rock Carving Site. Een heel klein bordje verwijst er naar en via een nog kleiner paadje rijden we naar een informatiehokje. Kijk nou er worden zelfs tours gegeven! … In het siezoen ja, uiteraard. Maar we kunnen er ook zonder tour gratis een kijkje nemen dus dat doen we. En het is echt indrukwekkend. Tegen de helling liggen vier rots’plakkaten’ waar allerlei verschillende carvings te zien zijn. Het meeste zien we ‘voetstapjes’: twee voetjes naast elkaar, met halverwege elke zool een riem waarvan bekend is dat die vroeger de schoen aan de voet hield. Maar naast de voetstapjes zien we geometrische figuren, mensen, paarden (sommige met ruiter) en boten. Een deel van de uitgehakte vormen heeft een kleurtje gekregen om ze beter te kunnen zien. We zijn onder de indruk van dit bewijs van bewoning zo’n 6.000 (!) jaar geleden. Eigen;ijk best gek dat het volkomen onbekend is en maar zo bescheiden wordt toegelicht.

We klikken ons suf, maken gebruik van het (keurige) toilet, drinken een flesje meegebracht drinken leeg en stappen weer in de auto. Dat was een prima uitstapje! Terug in Trondheim rijden we naar ‘Ladekaia’, een tip van Ingvild. Karin heeft haar leren kennen toen ze een paar weken geleden vrijwilliger was bij We are Leiden, een initiatief om nieuwkomers welkom te heten in de stad. Ze werd gekoppeld aan de Noorse Ingvild die eind van de middag graag wat tips gaf over ‘haar’ (studenten)stad Trondheim. Ladekaia is een café-met-lunchopties en ligt pal aan zee, naast een oud laad-haventje (vandaar de naam). We zijn er meteen verrukt van en drinken een heerlijke bak koffie met een pistachesnur (weer eens wat anders dan de kanelsnur; die zijn toch van Bakkeriet Spro het lekkerst). Daarna wandelen we een stukje in de omgeving, maar we worden een beetje geïrriteerd van de drukte. Heel Trondheim lijkt zich hier verzameld te hebben en daar hebben we even geen zin in. Dus na een half uurtje wandelen houden we het voor gezien.

Terug in de stad en na een plaspauze vinden we om 14 uur een heel rustige plek: de havenrondvaart! Ondanks dat de Tourist Information ons verzekerde dat er geen boottochtjes meer zouden zijn (het is namelijk buiten… juist), blijken ze er tot half september in de weekenden gewoon te zijn. Wij vinden dat, samen met één Amerikaans koppel, een briljant plan en krijgen dus een bijna-privé rondvaart! We zitten achterin de boot, anderhalf uur heerlijk in de zon en vermaken ons met het bekijken van de stad, de haven(s) èn Munkholmen (het eilandje voor de kust) vanaf het water. Het commentaar is live, interessant en gezien het publiek volledig in het Engels.

Als we om kwart voor 4 van boord rollen verrassen we de gids met de fooi. Die had hij duidelijk niet meer verwacht en nee het is helemaal niet erg dat die in euro’s in plaats van Noorse kronen is (die hebben we op wat muntjes na niet meer). Hij straalt. Wij ook. Oh en we zijn nu toch wat blauw aangelopen; het laatste kwartiertje zaten we precies op de wind. Opwarmen is dus wel een plan. maar ja, waar doe je dat op zondag in Trondheim. De receptioniste weet uitkomst: ze verwijst ons naar een leuke èn open wijnbar. Daar drinken we een heerlijk wijntje, luisteren we naar de cd van een leuke Noorse band (Martijn vraagt en krijgt de naam van de serveerster, die er meteen een praatje aan vast knoopt: het is haar favoriete band) en warmen we op.

Als we warm zijn gaan we eten bij Amber, een Aziatisch restaurant. Peking Duck handrolls en Gyoza zijn heerlijk maar de sushi en Thaise wok zijn … ok. Nee, de sushi in Alesund was een stuk beter. Geen drama, alleen jammer. Ondanks dat was het weer een heerlijke dag. Morgen beginnen we officieel aan de route richting Nederland (al hebben we nog een hele week te gaan!) en moeten we vooral ver rijden, maar Tot zover is Noorwegen alleen maar geweldig!

Trondheim naar Hamar, 17 september 2018

Trondheim naar Hamar, 17 september 2018

Met een kop koffie van Jacobsen og Svart rijden we om 8 uur Trondheim uit. Dag leuke stad! Het eerste deel van de route is hetzelfde als op de heenweg. We rijden in anderhalf, twee uur  tijd terug naar Oppdal. Onderweg wordt de route weer steeds mooier. En in Oppdal wacht Bakeriet Spro! We maken dankbaar gebruik van het feit dat we er weer langs komen. We drinken er koffie, maken gebruik van het toilet en nemen lunch mee. Natuurlijk: kanelsnurren! Tevreden stappen we weer in de auto.

We rijden terug naar iets voorbij de parkeerplaats van waaruit we gingen wandelen met Gids en muskusossen zagen. Deze keer staan ze er niet, maar het landschap is nog steeds fenomenaal. Bruin, groen, geel, oranje, rood: bosjes, hei en mos in alle kleurschakeringen stralen ons tegemoet. Niet alleen een kanelsnur, maar ook nog dit uitzicht. Het is maar een half uurtje langer rijden naar Hamar op deze manier en we vinden het nu al de moeite waard!

Op de kruising slaan we af naar links, naar de 29 en daarna (verderop) naar de 27. Het is één van de 18 Nationale Toeristische Routes van Noorwegen, waarvan we er al twee hebben gereden. En deze derde is ook weer enorm de moeite waard. Met uitzicht op een bergketen, met een deel dat nog ruiger en kaler is dan de weg tussen Dombas en Oppdal, met bossen, slingerwegen, veldjes… èn een eland! Het was onze stiekeme wens om nog een eland te zien en we hadden de moed eigenlijk al opgegeven. Maar Martijn (die al op eerdere reizen heeft bewezen waanzinnig beesten te kunnen spotten) kijkt tijdens het rijden opzij, remt, keert om en zegt: ik denk een eland, wat denk jij? Een verrekijker biedt uitkomst: ja, dat denkt Karin ook. Wauw, wat gaaf! Ze heeft ons duidelijk in de gaten, maar als we verder niets doen (we kijken vanuit de auto en een open raampje, om haar niet te laten schrikken) negeert ze ons na een minuut of twee en kunnen we een minuut of 10 van haar genieten. Dan besluiten we toch maar verder te rijden. Met het raam dicht klinkt er tweestemmig ‘YES’ en een highfive door de auto. Wat gaaf! Deze ‘omrij-route’ is zojuist definitief de moeite waard geworden!

Lunchen doen we op het hoogste punt van de route. Het is er maar een paar graden boven 0 en het is grotendeels bewolkt, maar met het schitterende uitzicht op de omringende heuvels en bergen, hei en meertjes, een flesje drinken èn een kanelsnur is één van de mooiste lunchplekjes van de vakantie. Als we verder rijden galmt de stilte nog na in onze oren.

In Hamar krijgen we een uitstekende kamer in het Clarion hotel. We gooien snel onze spullen in de kamer en daarna gaan we nog een rondje lopen. Het is maandagmiddag en (allemaal tegelijk) ‘out of season’ dus het is er wat verlaten, maar met een zonnetje erbij is het uitzicht op het meer prima. De winkelstraat heeft een mooie design-winkel en er ligt een houten Viking-bootje in de haven. Kortom: niet heel bijzonder, maar prima voor een stop-over. Helemaal als Martijn er een uitstekend rondje kan hollen, Karin het verslag bijwerkt en we daarna een uitstekende maaltijd van het hotel krijgen. We hebben eerder in de hotels gegeten waar we verbleven, maar Clarion tilt het naar een nieuw niveau. Soep, een warme maaltijd (vis, aardappel en groente), drie heerlijke salades (maïs en bonen, Griekse en bulgur met garnalen) en brood met beleg. We eten met veel genoegen in de eetzaal en nemen nog een paar kopjes thee toe, terwijl we bijkletsen over de reis. Morgen nog een lange dag rijden en dan krijgen we een heel nieuw deel van onze vakantie!

Hamar naar Domsten (Zweden), 18 september 2018

Hamar naar Domsten (Zweden), 18 september 2018

Als we rond 8 uur wegrijden uit Hamar hebben we niet de illusie dat we er nog terugkomen voor een langer bezoek, maar als tussenstop zijn het stadje en meer in het bijzonder het hotel uitstekend! Dus wie weet: dag Hamar, tot de volgende tussenstop?

De route is minder boeiend dan alle eerdere routes in de vakantie. Het is zwaar bewolkt en regent af en toe een beetje. Het is koud, een graad of 8. De bergen worden lager en het land wordt vlakker. Het wordt onderweg steeds drukker en als we z’n 100 km boven Oslo zijn rijden we ineens op een echte snelweg en mogen we 110 rijden! We houden regelmatig een kleine stop, maar ook het weer moedigt ons niet echt aan om te genieten van de route. We maken onze laatste Noorse Kronen op bij koffie bij een Mc Café om warm te worden. We hebben het gevoel dat ons geluk een beetje op is tot…

we de grens over rijden! Wauw, binnen een paar kilometer zijn alle wolken weg en rijden we in stralend weer door Zweden! Het landschap is eerder vriendelijk dan majestueus: we rijden door rollende heuvels en we zien binnen een paar uur wel vijf hertjes in de weilanden en op de akkers langs de weg. Het wordt binnen een uur rijden ook 21 graden! Als we stoppen in de loop van de middag halen we een ijsje dat we in ons t-shirt opeten. We worden er weer helemaal vrolijk van.

Het blijft wel een lange dag rijden en we zijn blij als we langs Helsingborg rijden en via een kleine weg Domsten binnenrijden. Dit kleine dorpje kent zo’n 600 inwoners en vier ervan kennen we persoonlijk. Vlak aan zee  stoppen we bij een ruim huis met een schitterend uitzicht. Hier is het, zegt Karin en als de auto is geparkeerd lopen we via de tuin naar het terras. Halloooo roept Karin door de open keukendeur en ‘hallooooo’ roept Naomi! Naomi en Karin kennen elkaar al sinds de Middelbare school. Jongste dochter Maya komt uit de badkamer stuiteren en een uurtje later komt oudste dochter Fenna terug van een zwembadbezoek, vlak nadat Koen thuis is gekomen.

We drinken samen thee in de tuin, eten gezamenlijk en de avond gaat voorbij met kletsen, lang nadat de meiden naar bed zijn. Het is heerlijk om ze te zien en we voelen ons meteen thuis zo vlak aan zee, in dit kleine dropje. Zee tevreden rollen we eind van de avond ons bedje in.

Domsten en Viken, 20 september 2018

Domsten en Viken, 20 september 2018

Na een uitstekende nacht slaap zijn Fenna en Maya inmiddels naar school en Koen is naar zijn werk. We ontbijten met Naomi en daarna besluiten we met z’n drieën te profiteren van het mooie weer. Het is net als gisteren stralend en we wandelen (in een t-shirt!) langs de kust van Domsten naar Viken.

Het wandelpad loopt vlak langs zee en op een kwartiertje lopen van Domsten vinden we een plekje langs de kust waar regelmatig zeehonden liggen te zonnen op een rij stenen die net boven zee uitsteken. Met Denemarken op de achtergrond op maar een paar kilometer afstand is het een mooie plek, zeker zo in het zonnetje. Dat vinden de zeehonden ook. We tellen er, door de verrekijker die er staat opgesteld 83! Een nieuw record.

Viken ligt op ongeveer 4 kilometer van Domsten en als we bij Viken zijn, hebben we het warm en hebben we dorst. We wandelen naar de ‘konditori’ waar we koffie, thee, water en een heerlijke kanel… tja het is geen snur, maar laten we het wel zo noemen, bestellen. We drinken en eten het op in de tuin. Vooral de kanel’snur’ zijn heerlijk. We vertellen elkaar dat we dat echt hebben verdiend.

Na de koffie is het tijd om Viken te verkennen. Het is een heel klein dorpje met een beperkt aantal ‘claims to fame’. Een visserijmuseum (gesloten, want… juist). Een houten model (naar Nederlands model). Een begraafplaatsje. Een verwijzing naar wetenschapper Linnaeus (al wordt niet helemaal duidelijk wat hij hier deed en hoe lang). En we vinden een museumhuis, dat Naomi ook nog niet kent. Het huis is pas met de Kerstmarkt weer open (Naomi schrijft het op), maar de tuin mogen we nu ook in. We dwalen er door heen en snoepen stiekem van de frambozen die we er vinden. Naast de bezienswaardigheden is Viken gewoon een heel schattig plaatsje, met (volgens Naomi heel dure) schattige huisjes die grotendeels van steen, maar deels ook van hout zijn gebouwd. Het is kleurrijk en ziet er geweldig uit in het zonnetje. We kunnen ons wel voorstellen dat het in de donkere wintermaanden extra belangrijk is, die kleur.

Als we zijn uitgekeken wandelen we terug naar huis. Daar lunchen we met het brood dat we van de ‘konditori’ hebben meegenomen. Het is heerlijk en we lusten wel wat na die stevige wandeling. Als we zijn uitgekeken lummelen we een uurtje en daarna gaat Martijn hardlopen en blijven Naomi en Karin kletsen. Als Martijn terugkomt blijkt hij betrokken te zijn geweest bij een massaslachting… Op zijn lijf plakken tientallen vliegjes die hij heeft ‘opgelopen’ (pun inteded) door dwars door een wolk vliegjes te rennen! Al sputterend verdwijnt hij naar de badkamer: het was een lekkere loop, maar grlpfff, die vliegjes!

Als Fenna en Maya thuis zijn, het huiswerk af is, Koen thuis is en iedereen zover is, eten we een heerlijke stoofschotel die Naomi heeft gemaakt. We kletsen, we lachen een hoop en het is heerlijk om heel even mee te draaien in de fijne gezin. Tevreden gaan we op tijd naar bed.

Domsten en Helsingborg, 21 september 2018

Domsten en Helsingborg, 21 september 2018

Onze laatste dag Zweden en vandaag lijkt het weer ons een beetje in de steek te laten. Het is bewolkt en er dreigt wat regen, maar de temperatuur is prima. Na het ontbijt vertrekken we met Naomi naar Helsingborg. Martijn parkeert aan het begin van de boulevard en vertrekt voor een wandeling in de heuvels. Naomi en Karin wandelen over de boulevard en vinden bij de haven een uitstekende koffietent. Daar kwekken ze een dikke anderhalf uur; een belangrijke reden voor Martijn om de rust van de heuvels op te zoeken. 😉

Na een laatste stukje lopen naar het station staat daar Martijn, stipt volgens plan en met z’n drieën rijden we naar de grootste supermarkt die we ooit hebben gezien. Naomi doet weekboodschappen en Martijn neust tevreden door allerlei schappen om te kijken wat er zoal te krijgen is. Karin duwt het winkelwagentje en volgt. De supermarkt is zoals gezegd gigantisch. Om een indruk te geven: 50 vierkante meter crackers in stellingen, 26 soorten vetvrije melk, 14 soorten haloumi (!)…  We kijken onze ogen uit.

Terug in Domsten gaat de rest van de dag voorbij met lunch, kletsen, wat lezen… Rond 17 uur zijn de dames thuis en komt ook Koen uit zijn werk. Naomi vertrekt. Ze heeft een maandelijks etentje met andere Nederlandse dames die in de buurt wonen. Fenna en Maya nestelen zich op ‘donderdag-tosti-avond’ met tosti’s voor de buis; Koen maakt een heerlijke butter-chicken met rijst maaltijd en als de meiden naar bed zijn vermaken we ons met een avond kletsen en tips over Istanbul geven, waar Koen binnenkort naar toe gaat.

Laat wordt het niet; morgen gaan we naar huis en we gaan vroeg!

naar Leiden, 22 september 2018

naar Leiden, 22 september 2018

Om 6 uur rijdt Koen met onze eigen Cloudy McD (de bijnaam van Martijn’s auto) de straat uit; Tijn in de bijrijdersstoel, Karin op de achterbank. Het begint licht te worden en het eerste stuk is het erg rustig. Na een half uurtje begint het drukker te worden. Als we na een uur op de brug van Malmö naar Kopenhagen rijden (met vette korting, dankzij het abonnement van Koen en Naomi), komt de zon op. Er is voor vandaag dramatisch weer voorspeld, maar daar is hier, op dit moment, nog niets van te merken!

Keurig volgens plan zetten we om 7:15 uur Koen af op de luchthaven. ‘Wie er het eerst in Nederland is’ grapt hij bij het weglopen. Flauw hoor, dat gaat hij natuurlijk makkelijk winnen! Toch hebben we goede hoop dat wij vandaag ook thuis kunnen komen. Het hoeft niet persé, maar als we voor de lunch Hamburg voorbij zijn, is het haalbaar.

Het eerste stuk gaat super-soepel. De weg is rustig, het is mooi weer en het schiet lekker op. Zo erg dat we in Rodby een boot eerder hebben dan gepland. We kunnen er bijna meteen oprijden en stipt om 9:15 uur vertrekt de ferry naar Puttgarden. Met een kop koffie waaien we uit. Het begint al harder te waaien en de zon begint zich af en toe te verstoppen.

Aan de overkant rijden we de Duitse snelweg op en richting Lübeck. Het begint fors drukker te worden en de 1 maakt zijn naam waar als een snelweg waar (al jaren) op heel veel plekken aan wordt gewerkt. Er zijn eerst wat kleinere files en dan wat grotere. Het is inmiddels bewolkt en begint nog harder te waaien. We houden pauze en rijden weer verder. Het is door de sterke windvlagen en de drukte vermoeiend rijden voor Martijn. Bij Hamburg is het erg vol, maar het lukt om vóór de lunch Hamburg voorbij te komen. Vlak voor Bremen lunchen we. Inmiddels hebben we de eerste stevige bui al op ons dak gehad.

We checken de route en er blijkt voorbij Bremen een vrachtwagen omgevallen. Dat geeft ons het laatste duwtje om te besluiten om vlak na Bremen via de 28 naar het noorden af te buigen en via die kant (Oldenburg, Winschoten, Groningen) Nederland binnen te rijden. Het lijkt ver om, maar dat valt enorm mee en het grote voordeel is dat we dan het grootste deel van de spits in de Randstad van Nederland mislopen.

Helaas is het nog steeds een heel eind rijden en met de windvlagen, drukte en regenbuien valt het niet mee. Toch genieten we ook van de prachtige wolkenluchten en de zon die daar bij vlagen tussendoor piept. Met de nodige kortere en langere stops zijn we uiteindelijk om 6 uur in Lelystad. Daar draaien we van de weg af. We hebben honger, de Randstad staat nog dicht en er komt een joekel van een bui aan. We parkeren de auto en vluchten bij de eerste druppels de McDonalds in.

Na een uur is de situatie volledig verandert. We hebben gegeten, koffie gedronken, de bui is over getrokken en de route is vrij. En zomaar, ineens, is het kwart over 8 en zijn we thuis…. Met een heel diepe, tevreden, vermoeide en een beetje sippe zucht duiken we ons eigen bedje in. Dag Noorwegen en Zweden, jullie waren echt geweldig. Dag Koen, Naomi, Fenna en Maya, tot snel! En hall huis, daar zijn we weer.