Archief van
Categorie: Rondje Denemarken

Bijna!

Bijna!

Wat begon als een ‘second best’ bestemming, werd al snel een favoriete bestemming toen we ons er in gingen verdiepen. Wat is er veel te doen en te zien in dat kleine landje ten noorden van Duitsland! We vliegen morgen naar Kopenhagen en zijn van plan Odense, Ribe, Silkeborg en Aarhus aan te doen. Terugvliegen doen we na een dikke week vanaf Aalborg, zodat we een dikke week hebben voor al deze traktaties. En vergeet de bezienswaardigheden ‘onderweg’ niet zoals Helsingor en Roskilde!

Wij zijn er (bijna) klaar voor: lees je mee?

Leiden – Kopenhagen

Leiden – Kopenhagen

We vliegen pas om 17 uur en dat is zowel erg lekker als een tikkie frustrerend. We hebben rustig de tijd om uit te slapen of te sporten, een tas te pakken of nog even de stad in te gaan en de laatste dingen in huis te doen of een extra kop koffie te drinken (net waar we het meeste zin in hebben of wat het hardste nodig is). En dat is fijn. Tegelijk lijkt het ook een dag van wachten te worden. Niet alleen zit de komende vlucht in ons achterhoofd (joepie, vakantie!); alles en iedereen schijnt ons vertrek naar Kopenhagen tegen te werken. Extra veiligheidscontroles op Schiphol, werkzaamheden aan het spoor bij Schiphol, dreigende stakingen van grondpersoneel op Schiphol… Martijn doorbreekt het patroon en brengt ons heel luxe met de auto naar Schiphol. Tegen de verwachting in zijn er geen controles. En ook in tegenstelling tot wat we verwachten zijn we sneller dan ooit door alle controles! Letterlijk binnen een kwartiertje lopen we naar een kopje koffie. Het is kwart voor 3, dus we hebben tijd zat…

Uiteindelijk vliegt de tijd. We kletsen, lezen, wandelen een rondje, versturen wat berichtjes (Karin) of plegen ene telefoontje (Eveline) en dan is het zover; we boarden. De vlucht verloopt na een kleine vertraging en een nogal langdurige taxi-actie naar de Polderbaan al net zo soepel als het inchecken op Schiphol. Binnen no time zijn we op de luchthaven van Kopenhagen. We kopen een kaartje voor de trein, vangen onze bagage op en als we het perron opwandelen kunnen we meteen instappen in de trein, die ons 14 minuten later afzet op het Centraal station van Kopenhagen. Wachten?! Welnee!

Het hotel ligt ongeveer 5 minuten lopen verderop en blijkt groter dan we dachten. Er zitten meerdere groepen in de lobby en die wurmen zich alles behalve efficiënt in twee van de drie liften. Maar ook hier zijn we meteen aan de beurt. We krijgen een kamer op de tweede verdieping en die derde lift, die niemand lijkt te gebruiken, die pikken wij dan wel even in. Onze kamer ligt aan de stille achterkant van het pand (3 gangen verderop, maar dat mag de pret niet drukken) en is uitstekend: stil, koel, lekkere bedden, prima badkamer, kluisje. Niks te klagen over Comfort Hotel Vesterbro!

Nu alleen nog wat eten en dat vinden we bij Bistro Paris, ongeveer 25 meter naast het hotel. Dit schattige kleine restaurantje met authentiek Frans personeel (de maître is gepast rommelig, drukdoend en arrogant) blijkt uitestekend eten-met-bijpassende-wijnen te serveren. Heerlijk: het is al best laat en goed eten dichtbij is een prima idee. Geen Deens eten, maar dat komt nog wel, deze vakantie. We zitten nog maar net als er een stevige bui overtrekt, dus het is extra fijn dat we zitten.

We worden allebei al giechelig van het eerste glas wijn en het tweede glas maakt de avond af. Vrolijk wandelen we na het eten terug naar het hotel. Een eerst voorproefje smaakte prima: laat maar komen die week!

Kopenhagen (bezoek Helsingor en Hillerod)

Kopenhagen (bezoek Helsingor en Hillerod)

Tien minuten voor de wekker gaat staat Eveline naast het bed; als je dan zo keurig op tijd wakker wordt, kan je maar beter meteen opstaan. We rommelen ons door het ochtendritueel en vinden een ontbijtzaal waar het nog lekker rustig is. We zien beneden allemaal groepen in een andere ruimte zitten ontbijten. He, vervelend zeg, dat zij (of wij) ergens anders zitten?! We eten een uitstekend ontbijtje; alleen de koffie valt Karin vies tegen. Daar gaan we zo op het station wat aan doen. Als we onze zooi hebben gepakt is het toen voor 9 en wandelen we naar het station.

Daar haalt Gary een latte bij de Starbucks…. Gary?! Karin is dep teleurgesteld. Nota bene in Scandinavië snappen ze haar Scandinavische naam niet. En dan krijgt ze er een jongensnaam voor terug! Gelukkig maakt de koffie zelf veel goed. Enigszins belegdigd voegt ze zich bij Eveline. Inmiddels hebben er ook kaartjes: we blijken een toeristenkaartje uit de automaat te kunnen halen, dat 24 uur recht geeft op reizen over heel Zealand (het eiland waar Kopenhagen op ligt). En dat voor dezelfde prijs als een enkeltje naar onze eerste bestemming, Helsingor.

Dit schattige stadje bereiken we met een treinritje van 30 minuten, door groen en heuvelig landschap en uiteindelijk langs zee. Als we het station uitwandelen hebben we meteen uitzicht op zee, op Zweden (aan de overkant van het water, en heel dichtbij) èn op de belangrijkste trekpleister van het stadje: Slot Kronborg. Met Zweden op minder dan vier kilometer afstand begin dit slot in de 14e eeuw als verdedigingswerk en die functie bleef het eeuwenlang houden. Het huidige slot stamt uit de 16e eeuw en is vooral bekend als plaats van handeling van Shakespear’s Hamlet. 

Het slot dat de kust domineert is op het oog een vreemde combinatie tussen een militair fort en een sierpaleis. Later leren we dat dat onder andere komt door de restauratie na de verwoestigingen van 16-iets, toen het slot deels in een oudere stijl werd herbouwd. Voor nu vergapen we ons aan de verdedigingswerken en wandelen we over de inmiddels vaste brug naar het slot. Geluidseffecten van galloperende paarden en marcherende soldaten zijn zo goed dat we de neiging hebben om aan de kant te gaan voor deze niet-bestaande troepen.

Op de binnenplaats van het slot lezen we (en aan het podium zien we) dat het jaarlijkse Hamlet-festival aan de gang is. Er zijn meerdere kleine voorstellingen gedurende de dag, waarin scenes uit Hamlet worden nagespeeld. Daar willen we wel iets van mee krijgen maar voor nu proberen we voor de meute uit het slot in te komen. Uiteindelijk lukt dat niet helemaal en laten we twee grorpen Aziaten voor gaan. Die lopen zo snel door alle zalen heen dat ze al snel uit het zicht zijn. Wij dwalen door de spartaans ingerichte maar indrukwekkende zalen. Een slaapkamer, de troonzaal (waar de koning van Denemarken (een acteur) ons welkom heet in keurig Engels), een zitkamer, een torenkamer (waar de koningin ons toeknikt en een praatje begint over het fijne licht in de ruimte, wat het borduren ten goede komt), een gang met schilderijen en daarna de ENORME balzaal. Het uitzicht over de verdedigingswerken, het water en Zweden is uit elke ruimte anders en we snappen heel goed waarom hier een fort werd gebouwd. 

Dan blijkt het bijna tijd voor de eerste scene en tegen de richting in wandelen we haaastig terug. Dat tot ongenoegen van de dame van de beveiliging. Ze is niet echt boos op ons, heus niet, maar als iedereen dat doet wordt het natuurlijk een gevaarlijk zootje! We bieden nederig ons excuses aan en dat helpt; ze wijst ons naar de juiste zaal en na een laatste opmerking (niet meer doen he?!) bestormt ze iemand anders. Wij nemen plaats aan de rand van de zaal en daar komt Polonius kennis met ons maken, de adviseur van de koning. Een charmante acteur die op zoek is naar zijn ‘dochter’ Ophelia, zegt hij. Als het tijd is en er voldoende mensen aanwezig zijn vindt hij haar en voor onze ogen wordt heel verdienstelijk een scene gespeeld, die eindigt als Ophelia tegen haar vader liegt dat ze prins Hamlet natuurlijk met rust zal laten. 

In de balzaal treffen we Hamlet, die zich afvraagt ‘to be or not to be’. Deze acteur moest nog maar even niet ‘be on stage’ wellicht; deze scene is hem nog een maatje te groot, maar hij kijkt wel gepast dramatisch en speelt achteloos met een schedel. 

Op de binnenplaats tenslotte, als we al bijna het fort weer hebben verlaten laten we ons verleiden om nog even mee te gaan één van de onderaardse gangen in. Er schijnt een geest te zijn gezien… Een opname van de dode koning wordt geprojecteert op een doek en in het stikdonker doet dat het erg leuk. We sluiten het uitstekende bezoek tenslotte af met een wandeling over de vestingwerken om het hele fort heen. Er is nog meer te zien (we hebben de barakken en de kelders over geslagen), maar het was zo al erg de moeite waard!

Helsingor blijkt verder ook een enorm charmant stadje. Op zoek naar een lunchplekje dwalen we wat door de schattige straatjes, met halfhouten huizen in vrolijke kleuren. Café André is gevestigd in een wat moderner pand, maar ligt aan een leuk pleintje en (belangrijker) heeft inderdaad de beloofde heerlijke lunch. De stukken taart weten we over te slaan, maar de uitstekende salade met zalm is ook om je vingers bij op te eten. Op het momoment dat onze lunch wordt gebracht begint het te regenen. Wat een timing. We nemen nog een drankje extra en als we weg gaan is het droog. 

Het lukt om de trein van 10 voor 2 te nemen, de enige trein per uur die in 30 minuten (in paats van meer dan een uur!) naar Hillerod gaat. We hebben namelijk nog niet helemaal genoeg kasteel gezien vandaag! Rond 10 voor half 3 wandelen we daarom vanaf het station van Hillerod naar het water en van daar uit naar kasteel Frederiksborg. Dit reusachtige kasteel is begin 17e eew echt gebouwd als woonpaleis (en niet als fort) voor Christian IV (al zijn delen nog ouder) en tussen 1671 en 1840 zijn alle Koningen van Denemarken hier gekroond. Weinig verdedigingswerken en veel pracht en praal dus en dat is meteen duidelijk als we dichterbij komen. Dit beloofd een heel ander kasteel te worden. En inderdaad: als we een kaartje hebben gekocht ontvouwt zich al vanaf de eerste zaal een indrukwekkend geheel aan eet-, werk- en slaapvertrekken (allemaal voorzien van veel schilderijen), met als hoogtepunten een enorme balzaal, een ridderzaal en een kapel (waar net een huwelijk is voltrokken). De vleugels zijn naar een periode gerestaureerd en ingericht en het oudste deel is het enige deel uit de 16e eeuw dat nog bestond na de brand in de 17e eeuw dat een groot deel van het paleis is een rokende puinhoop veranderde.

We kijken onze ogen uit en lopen onszelf volledig versleten. Rond half 5 is het op: het kasteel gaat bijna dicht en Karin’s knieën zijn er volledig klaar mee. We wandelen terug naar het dorpsplein en ploffen op het terrras waar we een enorm glas cola light achterover slaan. Dat is erg fijn, maar we zitten er niet heel lekker. Het zonnetje dat er een groot deel van de middag weer bij was verschuilt zich steeds vaker achter de wolken en we waaien bijna uit ons hemd. Tijd om naar Kopenhagen terug te gaan.

Drie kwartier later wandelen we daar door naar Sushi & Sticks, een vestiging van een sushi-keten vlak bij ons hotel in de buurt. We zijn vroeg en krijgen een plekje en een verukkelijke berg sushi. Heel tevreden wandelen we daarna naar het hotel. Moe, maar zeer voldaan!

Kopenhagen – Roskilde – Odense

Kopenhagen – Roskilde – Odense

We hebben prima geslapen en opnieuw zijn we iets voor de wekker wakker. Het ochtendritueel gaat bijna nog sneller dan gisteren en tevreden checken we uit. Comfort hotel is duur, maar prima! Op het station dumpen we onze grote tassen in een kluis, kopen met behulp van een dame die informatie geeft de juiste treinkaartjes en ‘Karen’ krijgt deze keer koffie op ‘bijna’ haar eigen naam. En daarmee rijden we in 23 minuten naar Roskilde.

Roskilde is voor sommige mensen vooral bekend door het enorme rockfestival dat er jaarlijks wordt gehouden, maar Karin wil er al jaren heen voor het Vikingschip Museum èn de Domkirke. Aangezien de Dom op zondag pas rond half 1 toegankelijk is volgens de LP, vertrekken we (via een wandeling door een flink park) als eerste naar het museum. Dat opent letterlijk 1 minuut nadat we aankomen haar deuren. Kijk, fijn. Voor de ‘massa’s’ (nouja) uit kopen we een kaartje en bekijken we het 15 minuten durende introductiefilmpje over de gerestaureerde en geconserveerde resten van vijf Vikingschepen die in het musem liggen.

De vijf schepen werden rond 1060/1080 na Christus afgezonken in één van de doorgangen van het Roskilde Fjord, in een poging het potentiële aanvallers lastiger te maken om Roskilde te bereiken. Het dorp was destijds een belangrijke handelsplaats en een interessant doelwit voor aanvallen. In de jaren 50 gingen er (nog steeds / alweer) geruchten door de regio dat er een ‘Middeleeuws schip’ in het kanaal lag. Deze geruchten waren zo hardnekkig dat een aantal duikers het ging onderzoeken. Ze geloofden hun ogen niet: in de modder kwamen ze sporen tegen van een enorm houten schip en misschien wel twee. In 1962 werd daarom een dam om het wrak heengebouwd en het gebied werd leeggepompt. Pas toen kwam de èchte verrassing: er bleken wel vijf (aanvankelijk dachten ze zelfs zes) schepen te liggen en niet uit de Middeleeuwen, maar uit de Vikingtijd!

Uiteindelijk koste het meer dan 25 jaar (!) om de stukken hout (die allemaal één voor één boven water werden gebracht) te conserveren èn weer in elkaar te puzzelen tot vijf afzonderlijke schepen. Een zeewaardig handelsschip, een handelsschip voor het kustgebied, een vissersboot en twee oorlogsschepen: één van 17 en één van 30 meter. Van het ene schip is meer over dan van het andere, maar indrukwekkend zijn ze allemaal. We maken plaatjes, filosoferen over hoe het geweest moet zijn en genieten van het bijzondere gezicht. Karin is blij: het was het wachten waard!

Als we uitgekeken zijn wandelen we naar buiten, naar het deel van het museum waar vaklieden bezig zijn met het beoefenen van ambachten die zijn ingezet voor het maken van deze schepen. Toen, maar ook recent, voor het maken en laten varen van de levensgrote replica. Tussen de touwslagers, de schilders en de houthakkers drinken we een kopje koffie in de zon. 

Na een laatste rondje houden we het voor gezien. Eerst lunch en dan de Domkerk. De lunch vinden we bij Piper, een leuke tent in het park (normaal met uitzicht over het gras en de zee, maar nu met uitzicht op een circustent) met uitstekend Smorebrod en een lekker plekje op het terras. Een flinke plons drinken erbij en we kunnen er weer tegen. En dan de Domkerk. Die blijkt niet om half 1, maar om 1 uur open te gaan dus we moeten nog héél even een paar minuten in de rij wachten als we aankomen. Beetje jammer, want het begint te spetteren, maar gelukkig duurt het niet lang. We kopen een kaartje en daarna kijken we in de kerk onze ogen uit.

De basis van de kerk stamt uit 1170, maar is sindsdien herhaaldelijk herbouwd en uitgebreid, onder andere om de stoffelijke resten van onder andere 37 van de Deense koningen en koninginnen te kunnen herbergen. Er zijn 11 grote en kleine kapellen te bewonderen… of verafschuwen; lang niet alles vinden we mooi. De 15e eeuwse fresco’s zijn indrukwekkend. De stokoude klok, met St. Joris die elk heel uur de draak verslaat, die promt een diepe zucht slaakt, is geweldig. De kapel waarin op een zuil streepjes staan die de lengte aangeven van elke Koninklijke bezoeker valt op, van de 1m.64 van Christian VII tot 2m.19 (!) van Christian I. En tenslotte vinden we het bijzonder dat er in één van de kapellen al een model van een doodskist van de huidige vorstin en haar prins-gemaal is te bewonderen. Van glas, ook nog, al vermoeden (en hopen) we dat daarin nog een deel zit dat niet transparant is…

Als we zijn uitgekeken lopen we naar het station en nemen we de trein terug naar Kopenhagen. Dat gaat goed, maar omdat de trein wat vertraging heeft, wordt het steeds spannender of we de handigste trein naar Odense (klemtoon op de eerste lettergreep, leerden we vandaag), namelijk de snelle, met maar drie stops, nog halen. we verdelen de taken: Eveline trekt een sprintje naar de kluis met koffers; Karin regelt iets te drinken. en het gaat nèt goed. Als we hijgend de trein instappen fluit de conductrice en sluiten de deuren zich achter ons. Top! We vinden een balkon met klapstoeltejs waar we neerploffen.

Een uur en 20 minuten later (het zou langer moeten duren, maar we zijn er echt zo) stappen we op Odense weer uit. We wandelen 12 minuten (heerlijk dat we allebei een lichte tas bij ons hebben) en dan zijn we bij Billesgade B&B. De eigenaren zijn niet thuis, hebben ze ons verteld, maar we hebben een code gekregen voor een sleutelkastje. Het voelt een pietsie vreemd, zomaar binnen komen in iemands huis, maar het is wel makkelijk dat we er zo in kunnen! Kamer 5 staat voor ons klaar in deze keurige B&B. 

Als we bezig zijn om ons klaar te maken om de stad weer in te lopen om iets te drinken en eten, komen de eigenaren thuis. We gaan even kennis maken, betalen, vragen ontbijt aan voor twee ochtenden en vragen of ze nog een tip hebben voor een leuk restaurant. er is nogal veel dicht opz ondag… Den Gamle Kro (de oude herberg) moet het worden zegt de eigenaresse. Traditioneel Deens, in een 17e eeuws pand. prima, gaan we doen: die burger of pizza kunnen morgen ook nog!

We wandelen een kwartiertje naar ‘Kro’. Het pand is echt geweldig, met allemaal hoekjes en zaaltjes (we eten zelf op de voormalige binnenplaats). ‘Onze ober is een beetje lomp en ongeïnteresseerd, maar gelukkig is er ook een aardige ober en is het eten erg lekker (vooral de kreeftenbisque vooraf, mjammie). Na een ‘theebuffet’ (Eveline kan kiezen uit wel zes soorten en heeft een hele pot heet water) en een kannetje koffie (een kopje was genoeg geweest!) wandelen we terug naar de B&B. Karin typt verslag; Eveline gaat nu vast even douchen in de keurige gemeenschappelijke badkamer. Het wordt vast niet heel laat vanavond…

Odense

Odense

Het was aanvankelijk wat onrustig vannacht; onze buren kwamen bijzonder laat aan. Onze gastheer vraagt, als hij keurig op het afgesproken tijdstip het ontbijt komt brengen, bezorgd of we er niet al te veel last van hebben gehad. Nee hoor, zeggen we afgeleid, terwijl we naar het ontbijt staren. Dat ziet er geweldig uit! En dan ook nog op onze kamer gesreveerd. We smikkelen van de yoghurt met fruit en honing, de heerlijke broodjes, een gekookt eitje, een sapje, thee, koffie… Als we tevreden zijn stapelen we alles op het dienblad en gaan er vandoor. Fijne dag, zegt de gastheer; nemen jullie een regenjas mee?!

Tja, echt heel geweldig ziet het er inderdaad niet uit en de voorspellingen voor de hele dag schieten alle kanten uit. Een dag voor binnen èn buiten, dus ons geplande bezoek aan de dierentuin van Odense lijkt een goede keuze. We willen met de trein, maar de kaartjesautomaten hebben er geen zin in vandaag. De vriendelijke dame achter de balie kan ons gelukkig ook aan kaartjes helpen. Weten we dat we in de trein op een knopje moeten drukken dat we er uit willen? Anders rijdt hij dat station voorbij! En de kaartjes kunnen we ook de hele dag in d ebus gebruiken. Als het begint te gieten en we nog eens bekijken hoe de verbindingen zijn lijkt dat eigenlijk een beter idee. Weliswaar een bus in plaats van een trein (waar we iets meer fan van zijn) maar minder lopen en we kunnen ook meteen weg!

Een kort busrtje later staan we voor de ingang van Odense Zoo. Het is nog (bijna) verlaten en de eerste paar hokken ziet het er wat sneu uit. De aapjes zitten nog slapend tegen elkaar aangeplakt en de zeeleeuwen zien we niet. De zeehonden komen wel meteen gedag zeggen en plons, achter ons schieten ineens de zeeleeuwen door het water. Ze donderjagen achter elkaar aan en we moeten er uiteindelijk hardop om lachen als ze samen een soort tikkertje lijken te spelen. En het wordt steeds leuker!

Het weer knap steeds verder op en de dierentuin blijk ingenieus in elkaar te zitten. Mooie hokken en zo op het oog blije beesten. Van een baby waalaby tot een leeuwenfamilie met drie jongen, van een tijgers tot de giraffen en van pinguins die ons met hun neus tegen het glas gedag komen zeggen tot de chimpansees: we genieten echt met volle teugen. Het enige moment dat we iets krijgen dat we niet verwachten is als er op een grasveld een dode kameel aan stukken wordt gesneden! Er zit een grote groep mensen om heen (kinderen en volwassenen door elkaar) en drie medewerksters van de dierentuin die het beest aan stukken snijden geven om de beurt in het Deens uitleg. We staan even gefascineerd te kijken en kunnen niet helemaal besluiten wat we ervan vinden… We condoleren de kamelenfamilie die we een aantal hokken verderop tegenkomen en wensen ze sterkte met het verlies…

Als we na wat pauzes en nog een rondje (die leeuwenwelpjes zijn ZO schattig) zijn we uitgekeken is het rond 13 uur. Tijd voor het tweede deel van het plan. We willen een bootje naar Den Fynske Landsby, het openluchtmuseum van Funen (het eiland waarop Odense ligt). Dat kan, hebben we uitgeozcht en om 13:20 zitten we in een bootje naar een de stop die daar het dichtst bij komt, op ongeveer 15 minuten lopen. Zowel het boottochtje als het stukje lopen zijn heerlijk: langs en door het groen. En langs een snckbarretje waar we (in de zon) respectievelijk een hotdog en een tostig en een grillworst eten. Tevreden wandelen we daarna naar het museum.

Het waait enorm dus tegen de tijd dat we daar zijn heeft het zonnetje alweer plaatsgemaakt voor voortjagende (regen)wolken. Het introductiefilmpje is dus fijn en gefet bovendien goeie context bij het museum waarin vooral het boerenleven tussen eind 18e en begin 20ste eeuw wordt getoond. Op ware grootte: met ingerichte boerderijden, beesten, tuinen en kleine akkertjes, een schooltje, een pastorie… Leuk om te zien… èn te proeven merken we, als we in één van de gebouwen een stukje verse, nog warme, rabarbertaart krijgen aangeboden! Is dat niet lastig om te weten wanneer het klaar is, vraagt Karin. ja, soms wel, vooral als het wle een half uur langer blijkt te moeten dan je van te voren denkt, zegt de ‘boerin’. We bedanken haar: mjam, lekker!

Als we bijna alles hebben gezien trekt Karin aan de bel. het is op, haar pootjes willen niet meer en we moeten nog teruglopen naar het steiger voor het bootje. Eveline heeft ook wel genoeg gezien, dus na een laatste plaspauze vertrekken we naar de steiger. Het boottochtje is charmant; heel rustig, langs het groen en daarna tussen de enorme luxe villa’s door. Langs de kant zien we groepjes jongeren op de fiets, turend op hun telefoon. Pokemons jagen?

Na een klein half uurtje staan we op de kade. Vanaf daar blijkt het nog een half uur open naar onze B&B en het is al bijan 5 uur, dus ons plan om eerst naar ‘huis’ te gaan laten we varen. We wandelen wel die kant op en ineens herkennen we waar we zijn. He, zit hier niet een café in de buurt…? Jawel, mèt verwarmd terras! Nou hebben we wel een mening over hittelampen (erg milieuonvriendelijk), maar het is OOK wel heel lekker… Café St. Gertrude blijkt wifi, een uitgebreide drankkaart èn een bescheiden maar prima menukaart te hebben. Bovendien eentje waar Tripadvisor over juicht. We gaan voor de bijl en onder het genot van een prima wijntje bestellen we mosselen met friet ene ene hamburger. Kopje koffie toe en Tripadvisor heeft niet voor niets ‘gejochen’ wat ons betreft.

Zeer tevreden vertrekken we naar onze B&B. Daar blijken we maar één set buren te hebben en die zijn bovendien al op de kamer. We weten keurig om en om de badkamer te gebruiken en uiteindelijk vallen we bekaf maar tevreden in slaap.

Odense – Ribe

Odense – Ribe

We zijn wat vroeg wakker; onze buren blijken vroeg vertrokken dus er is wat gestommel. Echt stil kan je de B&B niet noemen, vooral omdat de vloeren en deuren nogal lawaaiig zijn, maar het is verder een prima slaapplek. Tevreden zitten we dan ook om 8 uur opnieuw aan het heerlijke ontbijtje. Daarna pakken we onze zooi bij elkaar en wandelen we naar het station. 

De kaartautomaten van de DSB (Deense spoorwegen) vinden ook vandaag onze passen niet lekker. Uiteindelijke moet er een creditkaart aan te pas komen, maar dan krijgen we ook een kaartje naar Ribe. Daarvoor moeten we vandaag drie treinen hebben. Gelukkig zijn de treinen comfortabel en kan Karin zelfs in de trein (met dank aan de gratis wifi) het verslag bijwerken. Op naar Ribe!

De reis verloopt vlekkeloos en tevreden stappen we uit op het kleine stationnetje (alle treinen komen en gaan van spoor 1, maar ze hebben heel optimistisch een spoor 2). De wandeling naar het hostel waar we vannacht slapen is kort. Gelukkig maar, want het begint te spetteren onderweg. Het is behoorlijk fris vandaag, het waait hard en we verwachten afwisselend buien en zon. 

In het hostel mogen we onze tassen dumpen in een hok en kunnen we even naar het toilet. Inchecken kan pas vanaf 16 uur, dus als we klaar zijn wandelen we het stadje in. Ribe is het oudste stadje van Denemarken. Het bestaat al ongeveer 1300 jaar (gesticht in 710 als handelsstad door de Friezen en de Vikingen) en was met name in de Middeleeuwen een belangrijke handelsplaats aan zee. Karin is er 12 jaar geleden met Martijn geweest en was toen erg gefrustreerd dat ze te weinig tijd had om rond te kijken. Niet dat Ribe heel groot is (integendeel), maar een avond was destijds echt te weinig. Dat wil ze nu goedmaken en dat gaat lukken. 

We beginnen met een kopje koffie bij Quedens, een tent die helemaal vol staat met 101 verschillende soorten snoepgoed, een volkomen willekeurige verzameling meubels en lampen en allerlei souvenirs. Daarnaast hebben ze er van alles te eten en te drinken. Voor nu houden we ons bij een kop koffie / thee, maar Karin loert alvast even naar de chocoladetaart met koffiecrème… Vanmiddag misschien toch ook maar even een pauze inbouwen! Maar eerst een beetje dwalen! En Ribe is geweldig. Het werd al rond 850 Christelijk en heeft dan ook één van de oudste kathedralen van het land. De huidige versie stamt uit de 14e eeuw, maar al rond 900 stond er een kerkje op het hoogste punt. Daar om heen zijn de huizen en straatjes ‘gegroeid’ en veel van de halfhouten vakwerkhuisjes stammen uit de 14e, 15e of 16e eeuw. Met hun vrolijke kleurtjes ziet het er zelfs in de toenemende storm leuk uit. We dwalen een rondje en besluiten dan eerst te gaan lunchen. Daarna gaan we een plattegrond-met-rondwandeling halen bij de Tourist Information en nog een rondje.

We eten bij Saelhunden (jawel; de zeehond). Het pand is oud en schattig (met allemaal kleine eetkamertjes), het smorrebrod (gelieve even streepjes door de o te denken) is heerlijk (respectievelijke ingelegde haring en roggevleugel) maar het betalen verloopt wat vreend. We houden het er op dat de dame in kwestie beledigd is dat we even iets hebben opgezocht op onze mobiele telefoon. Jammer hoor; we gaan al. Eerst langs de ‘stormvloedzuil’ die bijna voor de deur van het restaurant aan het water staat. Het laat de vele overstromingen in het gebied zien. Tot de dijken werden verhoogd was het elk jaar bal. Op de zuil staan de hoogste waterstanden, met als hoogste de waterstand van 1634, toen een stormvloed van 6 meter boven normaal bijna het dorp volledig verwoestte.

Na dit stopje gaan we een plattegrond-met-wandeling halen en dan volgen we de voorgestelde route. Op het kerkplein vinden we een splinterniew pand (geopend februari 2016) met glazen muren, dat om de resten van een oud klooster is gebouwd. Dat werd gevonden nadat er in 2000 een pand afbrandde en archeologen op die plek mochten graven. Het klooster stamt uit de 13e eeuw; veel meer dan bakstenen muren zijn er niet van over. De kerk, pardon kathedraal zelf is niet alleen aan de buitenkant, maar ook aan de binnenkant een mix van stijlen. Plafondschilderinge uit de 15e eeuw, naast barokke krullen van eind 18e eeuw. Binnen staat een zuil waarin ook een streepje is getekend voor de waterstand. Aangezien de kerk op het hoogste punt ligt, kwam het water hier ‘slechts’ Eef-hoog.

We volgen de route langs halfhouten gebouwtjes waar geen muur of balk nog een hoek van 90 graden kent, langs een soort stadskasteel, van bakstenen, waar een rijke stinkerd woonde, via het huis van de man wiens vrouw als heks werd verbrand op het galgenveld naast het dorp, langs het oude stadhuis, langs de oude watertoren en via het St. Catharinaklooster met daar vlak naast het kleinste huisje van Ribe. 26,5 vierkante meter en momenteel in privébezit van iemand. We vermoeden dat je er binnenin nauwelijks rechtop kunt staan!

En dan is het op. Tijd voor taart! Enthousiast wandelen we terug naar de koffietent van vanochtend. Daar vinden we koffie, thee èn een heerlijk stuk van de taart die Karin vanochtend al beloerde. Hij is nog lekkerder dan hij er uit ziet en we genieten er van. We doen rustig aan en als het 4 uur is wandelen we naar het hostel. Daar checken we in bij een allervriendelijkste meneer. Hij geeft ons het gehuurde beddengoed mee waar we de bedden in onze kamer bekleden. Niet heel bijzonder, dit hok, maar schoon, met eigen badkamer en toilet, rustig èn een geweldige uitzicht op Ribe! Tevreden rommelen we even op de kamer.

Daarna moet er dringend gezo…. eh wat gedronken worden. We vinden wijnbar Porsborg onder de Torist Information, in de kelder. Het is er uitgestorven, maar een vriendelijke mevrouw helpt ons aan de wijnkaart en uiteindelijk twee heerlijke wijntjes in deze fijne, lichte wijnbar. We kletsen, drinken een drankje en besluiten uiteindelijk te blijven eten. De schaal met Deense hapjes past precies bij onze zin; haring, zalm, paté, twee kazen, brood… en nog een wijntje natuurlijk! Als we die op hebben is het bijna 8 uur en tijd voor de laatste activiteit van vandaag. We gaan mee met de Nachtwacht. 

Sinds de 14e eeuw tot 1902 maakte de Nachtwacht elke avond een wandeling door Ribe. Voorzien van een kaars en bewapend met een morgenster (een stalen bol met pinnen aan het eind van een staf) bewaarde hij de orde in de straten van Ribe. Nadat de gewoonte was opgeheven, werd deze in 1935 opnieuw geïntroduceerd voor de toeristen. De tours zijn gratis en in juli en augustus gaan ze twee keer, om 8 en om 10 uur s avonds. We hadden ons voorgenomen om om 10 uur te gaan, maar het is nu al zo koud dat 8 uur ons verstandiger lijkt.

En het is erg leuk. De man (gepensioneerd, denken we), loopt met kaars in een stormlantaarn (die halverwege uitwaait, zo hard stormt het) èn morgenster een rondje door het dorp. Hij zingt het 8-uur-lied en vertelt over de geschiedenis van het dorp en van zijn beroep als Nachtwacht. Het dorp blijkt ‘s avonds, als het een stuk stiller is, nog charmanter (ondanks de kou) en een mooie regenboog maakt het af. Na drie kwartier (nouja 50 minuten) zijn we terug bij ons beginpunt en verkeumd maar tevreden. 

Een kop koffie om op te warmen vinden we bij de wijnbar en daarna gaan we naar onze kamer waar we lekker in ons warme bedje kruipen om op te warmen. Weltrusten Ribe, je bent inderdaad een herhalingsbezoek waard!

Ribe – Silkeborg

Ribe – Silkeborg

Het Internet (nouja, al die mensen die er iets over zeiden) heeft niets teveel beloofd als het gaat om het ontbijt. In de ruime ontbijtzaal vinden we meer dan genoeg ontbijtitems om een weeshuis (of een hostel) te voeren en we wandelen meerdere keren langs de tafels met lekkers om te fourageren. Tevreden halen we daarna in onze kamer de bedden af en vervolgens wandelen we naar het station. Op naar Silkeborg.

Dat is best een eindje en vooral het eerste stuk rijden er niet heel veel treinen, dus we hopen dat alles goed gaat. En het gaat nèt goed. De eerste trein blijkt vertraagd en een beetje stuk. Gelukkig hebben we zoveel overstaptijd in Bramming (klemtoon laatste lettergreep) dat we de vervolgtrein halen. En daar kunnen we lekker even in blijven zitten. Bijna twee uur hebben we de tijd. Tevreden zakken we achterover in de uitstekende stoelen, terwijl Karin het verslag bijwerkt. Helaas loopt de trein onderweg zoveel vertraging op, dat we de aansluitende trein in Skandeborg vervolgs missen. 

We maken van de nood een deugd door een lunch op te pikken bij de 7-11. Als die achter de kiezen is, is het tijd voor de volgende trein en uiteindelijk staan we een half uur later dan gepland op het station van Silkeborg. Het is een minuut of 20 lopen naar het hotel en Google Maps stuurt ons via een wandelpad achteraf. Vlakbij het hotel zien we de afvaart plek van de boten waar we straks mee willen varen al liggen. Eerst gooien we de tassen af in het Radisson Blue, gevestigd in de oude ‘Papirfabrikken’. Inderdaad, de oude papierfabriek. Leuk, om industrieel erfgoed te hergebruiken en we zijn benieuwd naar de kamers. Voor nu gooien we de tassen acher een scherm in de hoek, gaan even naar het toilet en lopen terug naar de brug en de afvaart-plek.

We hebben nog net tijd voor iets te drinken. De koffie die Karin krijgt lijkt nog het meest op zoet slootwater, maar Eveline is zeer content met haar zoete ijskoffie. Dan komt de Hjejlen aan, de oudste radar-stoomboot ter wereld die nog in bedrijf is. Gebouwd in 1861 vaart deze statige dame nog steeds mee in de rij rondvaartboten die over de rivier en de meren om Silkeborg dagelijks tochtjes verzorgen. Eveline heeft kaartjes gerserveerd zodat we zeker weten dat we op deze boot mee kunnen en we worden als eerste aan boord geroepen.

We kiezen een plekje in de kajuit op het voordek. Het weer wordt steeds beter (de zon komt inmiddels door), maar het is gemeen koud en we verwachten dat de wind het straks te fris maakt om aan dek te blijven, zelfds mèt dikke deken. We kunnen!

De tocht is erg leuk. In anderhalf uur varen we van Silkeborg naar Himmelbjergen, waar we een uurtje van boord gaan om iets te drinken en het toilet te bezoeken. Het uitzicht vanuit het prachtige oude hotel waar we dat doen is geweldige; zon en wolken spelen over de rivier en de groene heuvels er achter. Aan bood zijn we positief verrast over hoe weinig herrie het schip maakt als ze vaart. Door keline raampjes spieken we naar de jonge machinist die (zwart beroet) kolen schept in de ketels en zorgt dat we met zo’n 5 tot 8 knopen over het water gaan. 

Het is druk aan boord en tegen de tijd dat we eind van de middag terug komen bij ons beginpunt zijn we met name een enorme Spaanstalige familie met 5 drukke kinderen wel een beetje zat, maar een middagje op ht water is altijd lekker en helemaal als dat mag op zo’n oude dame van de zeevaart!

Tevreden gaan we van boord. We checken in en krijgen een uitstekende stille kamer opd e 2e verdieping. Nuja, stil: de kamer is op zich stil, tot je begint te lopen. We vermoeden dat de oude houten vloeren nog onder de vloerbedekking liggen en het kraakt geweldig zodra je een stap zet. Verder is de kamer keurig van allerlei gemakken voorzien, dus heel erg is het niet, hooguit wat onhandig. 

Diner bij Evans, 50 meter verderop, verloopt goed, hoewel we het eten wel wat erg vet vinden. Na het eten wandelen we nog een rondje in het mooie avondlicht door Silkeborg. Een leuk stadje waar we morgen een lijk gaan bekijken…

Weltrusten!

Silkeborg – Aarhus

Silkeborg – Aarhus

Helemaal rustig is het begin van de nacht niet verlopen; het eten lijkt niet helemaal geweldig gevallen. Gelukkoig voelen we ons na een nacht slaap weer helemaal prima en kunnen we genieten van het uitgebreide ontbijt. Ze hebben echt van alles, dus we nemen er even de tijd voor.

Die tijd hebben we ook; het museum van Silkeborg gaat pas om 10 uur open. Tegen die tijd staan we trappelend voor de deur. Uitgecheckt, tas achter hetzelfde scherm als gistermiddag, ontbijt achter de kiezen: kom maar op met dat lijk! Om 10 uur gaan we, tegelijk met één ander stel, naar binnen. We lopen in één keer door naar het achterste en modernste deel van het museum, om in alle rust de Tollund Man te bezoeken. Nouja, rust: de suppoost is een alleraardigste, maar wat overijverige man die overbubbelt van informatie. Maar, als hij is uitgebubbelt, zegt hij dat hij ons in stilte zal laten kijken.

Tollund Man is een veenlijk. De familie die hem in 1950 bij het turfsteken vond dacht dat het om een veel jonger lichaam ging en haalde geschrokken de politie erbij. Die schakelde op haar beurt een archeoloog in en via Carbon Dating werd vastgesteld dat het uitzonderlijk goed bewaarde lichaam ongeveer 350 v. Chr. om het leven is gekomen. Om zijn nek zit een leren koord; hij is gewurgd. Geofferd waarschijnlijk en zo te zien heeft hij zich al lang geleden verzoend met zijn lot. Hij ligt er vreemdzaam bij: met gesloten ogen en hij lijkt een glimlach om zijn lippen te hebben. Zijn baardstoppels zijn zichbaar en rossig. We zijn onder de indruk en nemen rustig de tijd om hem te bekijken en informatie over hem en zijn tijd te lezen en bekijken.

De rest van het museum is, op een moderne hoek na, over de vondsten die zijn opgedoken toen de nieuwe ringweg werd aangelegd, klein en een beetje kneuterig dus daar besteden we niet bijzonder veel tijd aan. Zeer tevreden gaan we na het bezoek koffie drinken in het zonnetje. Dat zit zo lekker dat we nog een bakkie nemen voor we onze tassen ophalen en naar het station wandelen voor een (rechtstreekse) trein naar Aarhus.

Ons hotel zit in Aarhus op 5 minuten wandelen van het station en als we aankomen om kwart voor 2 krijgen we meteen een kamer. Ondanks dat het spoor voor het hotel langs loopt is het er erg stil, zeker aan de achterkant waar we een kamer krijgen. We dumpen onze spullen, gooien een raam open en wandelen naar de stad. Of nouja, eigenlijk eerst naar Annette’s, een broodjestent vlakbij waar ze heerlijke en ENORME broodjes hebben. We zijn er wel aan toe: het is als 5 over 2 dus kom maar op. De broodjes zijn snel verdwenen, net als een plons drinken. Zo, nu kunnen we de wereld weer aan. 

Wandelen door Aarhus brengt ons naar Den Gamle By, een openluchtmuseum van oud-Aarhus. We kopen een kaartje in de verwachting dat we er wel ‘even’ doorheen lopen, maar uiteindelijk moeten we ons rond 5 uur (sluitingstijd) naar de uitgang haasten. Het museum bestaat uit drie delen: een zone 17e en 18e eeuw, een zone 19e eeuw en een zone 1974. Het museum is ‘in full swing’. Overal lopen mensen in kleding van ‘toen’, de bakker is open, de stadsomroeper komt onder tromgeroffel Deens nieuws brengen, de koetsjes rijden af en aan en er is van alles te zien en te doen. Niet zo gek dat we tijd tekort komen en we amuseren ons prima.

 Daarna dreigt Karin een beetje op uit te gaan, dus we wandelen naar een straatje met ongeveer 15 (nouja) koffietenten en kiezen de eerste uit die leuk lijkt. Frisje er in, koffie er in… Langzaam komen wij (en Karin’s pootjes) weer bij. Het tentje blijkt om 6 uur dicht te gaan. We twijfelen even, maar Denen eten vroeg en even verderop zit één van de best beoordeelde sushi-restaurants van Aarhus… Tja, dan is het wel gedaan met het getwijfel en achteraf zijn we wel blij dat we zo vroeg gaan. Het zit binnen al behoorlijk vol en een kwartier nadat we zijn gaan zitten worden er mensen weggestuurd omdat er geen plek meer is. De sushi is, op een vreemde chili-pittig rolletje na, heerlijk en tevreden wandelen we na het eten nog een rondje door de stad. 

Aarhus is volgend jaar Cultuurhoofdstad van Europa en de sfeer bevalt ons prima. Studentikoos, met veel barretjes, koffietentjes en restaurants, veel cultureel en industrieel erfgoed èn meerdere prachtige musea. Vandaag hebben we de buiten-varaint gekozen (en dat pakte uitstekend uit met het weer); morgen (met minder weer in het vooruitzicht) hebben we één of twee binnen-varianten op het programma staan. Voor nu dwalen we naar het hotel, waar we in de lobby, onderuitgezakt in een comfortabele stoel, lekker een kopje thee drinken. Daarna rollen we ons mandje in. 

Aarhus

Aarhus

Ook dit hotel heeft een prima ontbijt en eentje waar we de tijd voor nemen. We hebben heerlijk geslapen en zijn helemaal opgeladen voor een museum-dag. Kom maar op. We wandelen een stukje naar de halte en enemn dan een bus die ons in een half uurtje naar Moesgaarden Museum brengt. Dit Etnografisch / Volkenkundig museum ligt buiten de stad, half verscholen in het landschap en wordt alom geprezen over zijn fantastische tentoonstelling. De toegangsprijs mag er zijn, dus we hebben hooggespannen verwachtingen.

En die worden meer dan waargemaakt. Achteraf zijn we het er over eens dat dit één van de mooiste, zo niet hèt mooiste museum is dat we ooit hebben gezien. We blijven er in totaal meer dan 6 uur en bekijken (met een lunchpauze in het midden en een kop koffie in de middag) alle delen van het museum. De prachtige wassen beelden die onze voorvaderen voorstellen, miljoenen jaren oud en gebaseerd op uitgebreid wetenschappelijk onderzoek. De uitgebreide tentoonstellingen over de Vikingen, de ijzertijd, offers in het veen (met Grauballen Man, bijna net zo indrukwekkend als Tollund man en voorzien van een informatieve film) en de bronstijd. Een multimediale veldslag in het veen, met honderden vondsten die na de slag werden geofferd in het veen. De resten van mensen die gevonden zijn in grafheuvels en waarvan de gezichten werden gereconstrueerd aan de hand van wetenschappelijk onderzoek. De indrukwekkende tentoonstelling over de dood en hoe de verschillende delen van de wereld daar mee omgaan (Karin danst met een digitaal skelet). En een prachtige tentoonstelling over Gladiatoren, met originele stukken uit het Colloseum in Rome.

Volkomen versleten, maar dik en dik tevreden verlaten we rond 4 uur het museum. Wauw, dat zagen we niet aankomen dat we zo lang in dit museum zouden blijven en ons zo goed zouden vermaken!

We sluiten de avond af met een heerlijke kreeftmaaltijd bij Mephisto en wandelen dan nog een laatste rondje door Aarhus. Hier willen we nog wel eens een weekendje terug komen! 

Aarhus – Aalborg – Leiden

Aarhus – Aalborg – Leiden

Op deze laatste ochtend staan we een beetje op tijd op. We genieten nog een keer van het uitgebreide ontbijt en wandelen nadat we hebben uitgecheckt met al onze zooi naar het station. Daar kopen we een kaartje, Karin regelt een enorme bak koffie voor in de trein en Eveline een sapje. En daarmee reizen we (onderweg het verslag bijwerkend) in anderhalf uur naar Aalborg.

Dat gaat soepel, maaar het tijdelijk-tassen-kwijtraken gaat wat minder soepel. De eerste kluis vreet de helft van het geld op, maar werkt niet mee. Ook niet als een behulpzame Deen ons probeert te helpen (en tot dezelfde conclusie komt). De tweede kluis (kleiner, dus dat vergt wat overtuigingskracht) werkt uiteindelijk mee. Opgelucht wandelen we de stad in.

Aalborg is momenteel vooral wat grijs en vochtig. Maar, na wat zoeken vinden we een charmant centrum. Halfhouten vakwerkhuisjes, veel streetart, charmante straatjes, restaurantjes en kroegjes. We dwalen wat en komen dan uit bij één van onze belangrijkste doelen van vandaag: een ondergronds museum! Via een lift zijn de ruïnes van ene Franciskaner klooster te bereiken. Daar is alleen 40 Kronen voor nodig en dát hebben we niet meer! Althans, niet in muntjes. Als we net hebben besloten dat we dan straks gaan terugkomen, komt de lift boven en stappen er een moeder en zoon uit… Als ze weglopen pakken we nog nèt de deuren beet en weten daarmee de lift gratis te gebruiken om naar beneden te komen. 

Het museum is niet groot, maar erg leuk. En vol lijken. Het lijkt een beetje het thema van de vakantie te worden. De botten en skeletresten die we hier tegenkomen zijn wel wat minder indrukwekkend dan de veenlijken van eerder deze week. De scheenbotten die uit de muur steken zijn zelfs een beetje lachwekkend… Het zit wel ingenieus in elkaar: met lampjes (die aangaan als je op een knopje drukt bij de betreffende uitleg) worden de periodes en verschillende resten uitgelicht. We zijn bijna het hele bezoek alleen en dat maakt het extra bijzonder.

Als we bovenkomen wandelen we verder door het stadje. Vlakbij het water vinden we de oudste gebouwen; op het water vinden we de … Prinses Juliana! Een Nederlandse motorsailer, die nu dienst doet als restaurant-boot. Wat ons op de gedachte brengt om nu eerst maar even te gaan lunchen. Dat gaan we doen bij Penny Lane, een pietsie-vreemd-maar-wel-lekker café. Het interieur is geweldig, de mensen zijn vriendelijk, het eten is lekker… alleen niet echt herkenbaar aan de hand van de beschrijving. Humus?! Eerder smurrie met smaak! Crabcakes?! Ehm smaakvolle gebakken ietsjes! 

Tevreden bezoeken we daarna nog twee dingen in de stad: een ander deel van de stad, met onder andere een gebouw ontworpen door dezelfde man die het Sydney Opera House ontworp (en er is een reden dat dit gebouw nergens beroemd is…), het oude stadskasteel en tenslotte, aan de andere kant van het station, muzikale bomen!

Sinds een jaar of 20 / 25 wordt aan muzikale beroemdeheden die de stad bezoeken, gevraagd een boom te planten. Daarvooor komt dan een soort zuiltje, met een naam, een datum en – als je op de knop drukt – een medley van de beroemdste nummers. Prince, Springsteen, Backstreet Boys, Cliff Richard, Toots Tielemans: we zien nogal wat beroemdheden en het is erg grappig gedaan. De bomen zijn trouwens een pietsie verstopt achter een grote groep hollers en wandelaars, die hollen / wandelen voor het geode doel.

Daarna is de stad wel zo’n beetje op en Karin’s knieën zijn er klaar mee. We ploffen neer bij Café Luna voor een drankje en daarna pikken we de tassen op. Bus 112c brengt ons daarna soepel naar de luchthaven en na een prima vlucht landen we, mèt vertraging, op de luchthaven van Schiphol. We zijn samen met drie andere mensen de enigen die onze tassen van de bagageband willen hebben (bijna iedereen lijkt over te stappen) en we moeten er nogal op wachten. Gelukkig is Martijn, die ons komt ophalen, geduldig en als we onze spullen hebben rijden we al kwekkend terug naar Leiden. Wat een heerlijke vakantie!