Archief van
Categorie: Scandinavie

Scandinavie

Scandinavie

Deelnemers: Martijn en Karin
Duur: 21 dagen
Datum: 2 aug 2004 t/m 21 aug 2004
Omschrijving: Drie weken met de auto door het noorden van Europa: kastelen, rendieren en rust!

Maandag 2 augustus – reizen

Maandag 2 augustus – reizen

Om 10 uur zat alles in de auto en kon de vakantie beginnen. Na een heerlijk weekend in Vlissingen [zon, zee, barbeque en gezelligheid] waren we al helemaal in de stemming, dus na een kop koffie gingen we op pad. De route via Amersfoort, Hengelo en daarna Osnabruck en Hamburg bleek een goede keus: tot voorbij Hamburg schoot het heerlijk op. Genoeg benzine, pauzes, koffie en tictacjes hielden de auto en onszelf aan de gang.


Na een pauze net voorbij Hamburg doken we alsnog een file in en dat betekende drie kwartier tot een uur langzaam rijden en zelfs stilstaan. Later bleek dat we niet te klagen hadden: mensen die tegelijk met ons over de Deense grens kwamen hadden er vier uur ingestaan! In beide gevallen was de Deense grens welkom. Pinnen [dat was wennen: ander geld!] en even de benen strekken en daarna was het nog twee uur naar Nyborg.


Het weer werkte behoorlijk mee, wat onderweg hitte betekende, maar toen we op de strandcamping van Nyborg aankwamen, rond 8 uur ‘s avonds, betekende het ook een prachtige zonsondergang en lang licht. Gelukkig maar, want bij het opzetten van de tent brak 1 van de tentstokken! Na even uitfoeteren repareerden we het geheel met tape en een provisorische spalk van drie haringen. Na een snelle hap en een kort telefoontje naar Nederland (voor de reddingstroepen: het gaat om The Cayley, van Agu, met een stokdikte van ongeveer 8 mm) had de dag meer dan lang genoeg geduurd. Met het geluid van de golven (op ongeveer 30 meter) vielen we in slaap.

Dinsdag 3 augustus – Funen

Dinsdag 3 augustus – Funen

Het is altijd even wennen, zo’n eerste nacht in een tent, maar vroeg opstaan heeft ook z’n voordelen. Na een lekker warme douche en een rustig bakkie thee was het echt vakantie-tijd. Met de auto gingen we op weg, via de 163 de zuidkant van het eiland Funen rond. Funen wordt ook wel het ‘tuineiland’ van Denemarken genoemd en als je door het landschap rijdt snap je ook wel waarom. Rollende heuvels, graanvelden, bloemen; erg mooi allemaal. Met een klein uitstapje naar de kust (het werd alweer prachtig weer) reden we in een rustig tempo naar Faaborg.


Faaborg ligt aan de zuid-west kust van Funen en is een klein havenplaatsje. Behalve wat winkelstraatjes wordt de grootste attractie gevormd door een drietal erg oude straatjes, met huizen, nouja huisJES, uit de 16e en 17e eeuw. Kleurige poppenhuisjes, met bloemen voor de deur, die tegen elkaar aanleunen. Het slenteren waard. En een lunch waard: we kwamen uiteindelijk terecht in het Faaborg Hotel. Of liever: voor de deur, op het terras, waar we even konden bijkomen. En genieten van de lekkerste lunch in tijden. Martijn had smorrebrod (denk even streepjes en puntjes op de juiste plaatsen): drie soorten vlees op geweldig donker Deens brood. Karin had een salade met gerookte zalm… ze heeft het er nu nog over, zo lekker!


Na de lunch en even uitbuiken stapten we in de auto en reden naar Egeskov, een kasteel dat midden op hte eiland Funen ligt. Egeskov Slot is gebouwd in 1552 en gerestaureerd rond 1870 en ziet er fantastisch uit. Echt wat je je voorstel bij een kasteel, met een ophaalbrug, een slotgracht, torenkamers en eindeloze tuinen erom heen. Liefst vier labyrinthen (waarvan 1 uit 1790) en verder onder andere een rozentuin, een kruidentuin, een fuchsiatuin en zo ongeveer 15 (!) andere tuinen. We dwaalden door de tuinen en het kasteel en schoten eindeloos plaatjes. Het was bijna jammer dat we “al” na drie uur weer weg moesten.


Maar op de camping wachtten Sander, Jeanet en Emma (broer van Martijn, met vrouw en kind)! Ze hadden een heerlijke vakantie van drie weken in Noorwegen gehad en waren nu op de terugweg. We aten samen en speelden Yathzee tot het donker werd. Om half 11 doken we na een uitgebreid afscheid (goeie reis!) ons mandje in. VAKANTIE!

Woensdag 4 augustus – naar Frederikshaven

Woensdag 4 augustus – naar Frederikshaven

Na een nacht beter slapen (een tent went en we waren alweer blij dat hij was blijven staan) pakten we na een snelle douche alle zooi in. Het was opnieuw schitterend weer, zodat alles snel droog was. Om ongeveer kwart voor 10 konden we rijden en doken we de snelweg op.


Via de E45 reden we eerst terug naar Odense en daarna door naar Ã…rhus (geweldig zo’n toetsenbord!). We reden zonder enig probleem de stad binnen en parkeerden de auto bij de haven en vlak bij 1 van de belangrijkste attracties van de stad, de grote domkerk. Na een lunch in een warenhuis (met heerlijke broodjes: lang leve de lonely planet) hebben we die op ons gemak bekeken. Het is de grootste domkerk van Denemarken en volgens mij zo’n beetje van heel Scandinavie. De kerk stamt al uit de 15e eeuw en ondanks wat beschadigingen en restauranties is er nog veel over uit die tijd. Onder de witte pleister zijn prachtige fresco’s gevonden (gerestaureerd) en het doopvont (14e eeuw, brons) en de kansel (15e eeuw, met prachtig houtsnijwerk) zijn het bekijken waard. Verder is de kerk licht en vooral heel, heel groot. Mooi!


Na een snel bezoek aan een Internetcafe, reden we naar Den Gamle By, een openlucht museum waar ongeveer 75 huizen uit de 14e tot en met de 19e eeuw bij elkaar staan. De huizen zijn allemaal met spullen uit de passende periode ingericht en uit heel Denemarken bijeengebracht en opnieuw opgebouwd. We slenterden door de straatjes en bekeken een groot aantal huizen en en passant een stel schattige mini-eendjes. Toen we bijna gaar waren (warm, moe) zochten we de auto weer op en reden nog anderhalf uur door naar Frederikshaven waar we een hotelletje vlak bij de boot vonden. Het Herman Bang hotel is deels hostel, deels hotel en hoewel de kamers klein zijn is alles schoon, netjes, inclusief ontbijt en goed te betalen. Na een beetje tegenvallend diner (niets mis mee, maar voor wat we bij dat restaurant hadden gehoopt…) doken we ons bed in. De luxe!

Donderdag 5 augustus – Naar Oslo

Donderdag 5 augustus – Naar Oslo

Vroeg op en dat viel niet mee! Om 8 uur zaten we aan het ontbijtbuffet en om half negen reden we naar de boot. Na wel (schrik niet) 3 minuten rijden konden we in de rij gaan staan en na drie kwartier wachten reden we de JOEKEL van een boot op. Er kunnen zo’n 2000 mensen op en hoewel hij ook vandaag behoorlijk vol zat hoef je elkaar niet op de lip te zitten. Bar, casino, winkel, filmzalen… Maar wij hadden iets anders: het zonnendek! Het was de hele reis schitterend weer en op een uurtje lunch en uit de zon na, op het heetst van de dag, hebben we daar in de zon gehangen, gelezen, yathzee gespeeld en nog meer in de zon gezeten.


Ondanks dat we van 10 uur tot ongeveer half 7 onderweg waren vloog de tijd voorbij, zeker omdat we de laatste twee uur konden genieten van het uitzicht op de Oslofjord. Oslo kwam aan het eind daarvan in zicht en na aanmeren waren we in ongeveer 5 minuten van boord. Op een klein stukje verkeerd rijden na waren we 10 minuten daarna in het hostel.


Na het dumpen van de spullen stortten we ons in de zomerdrukte. Kermis, straatartiesten, verkopers en meer. Aker Bryggen, het gedeelte van de haven dat tegenwoordig vol staat met kantoren, terrassen en restaurants stroomde over van de mensen, maar in een steak-restaurant was plek en lekker eten.


Na een kort bezoekje aan een Internetcafe is het er weer tijd voor: mandje!

Vrijdag 6 augustus – Oslo stad

Vrijdag 6 augustus – Oslo stad

Het was lekker wakker worden in het hostel, ondanks het feit dat er toch wat geld bij moest in de parkeerautomaat om een bon te voorkomen. Het ontbijt was niet zo’n succes (wie zet er dan ook een schaal (!) mayonaise naast de yoghurt-spullen…), maar uitgebreid badkamer klooien was lekker (haren wassen enzo).


Nadat de auto in de parkeergarage was gedumpt (schaduw!) liepen we de stad in. Oslo was warm en druk. Het centrum is zo compact dat je de meeste bezienswaardigheden lopend kunt bezoeken. Aan de winkelstraat ligt de redelijk modern ingerichte Dom van Oslo. Voor iedereen die nog eens naar Oslo gaat: dit mag je zeker missen… Via de winkelstraat (Karl Johanns Gate) liepen we langs het parlementsgebouw, het theater en de universiteit naar het paleis (de koning was thuis, leve de koning!). Daarna deden we een bakkie op een terrasje van Aker Brygge (maar WEL in de schaduw) en zijn we een uurtje over het fort geslenterd.


Daarna was het tijd voor wat snellere actie: met de auto reden we (foutloos!) naar de Ekeberg Camping, een enorme camping op ongeveer 10 min. rijden van het centrum, met een fantastisch uitzicht op de stad. Daar zetten we de tent op, regelden een extra plek en lazen een uurtje. Om kwart voor vijf stonden we op het (stampvolle!) vliegveld om Harro en Eveline op te halen. Die rolden keurig volgens schema de ontvangsthal binnen en de terugrit besteedden we aan lekker bijkletsen. We hadden elkaar tenslotte al een hele week niet gezien! 😉


‘s Avonds reden we met de bus naar de stad om in een pasta-restaurant in Aker Brygge te eten en we eindigden de avond met twee heerlijke door Har en Eef meegebrachte flessen wijn! Wat kan vakantie toch naar zijn…

Zaterdag 7 augustus – Frederikstad en Halden

Zaterdag 7 augustus – Frederikstad en Halden

De wekker ging natuurlijk te vroeg af, maar we waren tenminste voordat de zon de tent bereikte al onder de douche. Na een bakkie thee begon het ‘dagprogramma’. Om lekker te profiteren van het feit dat we een auto tot onze beschikking hadden, reden we achtereenvolgens naar Frederikstad (op ongeveer een uur en een kwartier rijden) en Halden (op anderhalf uur van Oslo).


In Frederikstad is vooral Gamlebyen erg de moeite waard. Deze oude militaire ‘enclave’ uit 1663 is nog volledig omgeven door de oude muren, die vroeger beschermd werden door 200 kanonnen. Vanuit de moderne stad wordt je met een klein pontje in een paar minuten de rivier overgezet en daarna loop je het verleden binnen. De oude huizen (waarvan veel nog uit de 17e eeuw) zijn bijna allemaal nog bewoond, maar in de hitte (bijna 30 graden) was heerlijk in de schaduwen via de wallen om de stad heen lopen het leukst.


Na een korte lunch reden we door naar Halden. Deze stad ligt op de grens met Zweden, aan het begin van de Iddefjord, en bovenop de heuvel ligt een enorm fort. Oorspronkelijk een garnizoensplaats staat al sinds 1643-1645 op deze plaats een bolwerk. In totaal is op deze plaats drie keer (1658, ’59 en ’60) een aanval van de Zweden afgeslagen, waarna het versterkt werd op basis van de plannen van de Nederlandse architect Willem Coucheron (1701). In 1716 en 1718 werd door de Zweden nog twee keer geprobeerd het fort te veroveren, maar bij de laatste keer lukte het de Noren om de Zweedse Koning Karl XII neer te schieten. Dat zorgde voor het einde van de aanvallen. Ook de aanvallen in de 20ste eeuw mislukten en de Noren zijn er trots op dat het fort nog nooit is veroverd.


Wij deden een korte poging, maar door de hitte en de tijd hielden we het al weet vrij snel voor gezien. Het was wel de moeite waard, maar de de barbeque lokte! Na een ijsje reden we naar een supermarkt om inkopen te doen en rond 7 uur zaten we terug op de camping aan het vlees en aan de garnalen. Ook hier ontbrak de wijn niet en een onverwacht (en kort) vuurwerk maakte de avond compleet!

Zondag 8 augustus – Meer Oslo

Zondag 8 augustus – Meer Oslo

Nog vroeger op, met nog minder zin, maar het heerlijke weer zorgde voor snelle actie. Onveranderd warm was het, ook om 9 uur ‘s ochtends al en de temperatuur zou nog tot boven de 30 graden stijgen.


Na douche en ontbijt en spullen in de auto (Har en Eef moesten helaas ‘s middags al weer weg!) reden we naar het centrum. We konden lekker in het centrum parkeren, want dat is in Oslo op zondag nog gratis! De eerste stop was eigenlijk geen stop, maar een pontje naar Bygdøy, een schiereilandje op 10 minuten varen van de kade in Oslo. Op dat eilandje bezochten we het Vikingsskipshuset, het museum waar drie opgegraven vikingschepen tentoongesteld zijn. Zelfs Harro en Karin, die het vorig jaar al hadden gezien keken hun ogen uit: de schepen en rest van de vondsten zijn door de blauwe klei waarin ze waren weggezakt, perfect bewaard gebleven. De schepen waren begrafenisschepen, waarin hooggeplaatste personen werden ‘bijgezet’, voorzien van allerlei juwelen en gebruiksvoorwerpen. Hoewel de schepen in vroeger tijden al aardig leegeplunderd zijn, is er nog allerlei prachtig houtsnijwerk over.


Na afloop dronken we een kopje koffie in de zon en pakten daarna de pont en vervolgens de metro naar het Vigelandspark, waar ongeveer 120 beelden van Gustav Vigeland opgesteld staan. Deze beeldhouwer (1869 – 1943) verbeeldde vooral mensen, met al hun emoties en in alle leeftijden. De beelden zijn vrij strak, maar ongelooflijk levendig en het park is een absolute aanrader, zeker met warm weer! Na meer drinken, een metroritje en een laatste rondje slenteren over het ford was het helaas al weer tijd om Harro en Eveline naar het vliegveld te brengen.


Afscheid nemen is niet leuk, dus Martijn en Karin reden snel terug naar de camping. Daar moesten namelijk nog twee tenten afgebroken worden. Har en Eef hadden hun tent achtergelaten, samen met allerlei reparatiespullen voor de inmiddels stevig onder druk staande tentstok. Na een stevig half uur prutsen gaven we het op: het kon gewoon niet. OF stok niet in stok OF pieletje niet in stok; na 1543 pogingen gaven we het na een stevige vloek en de slappe lach maar op. Boeh: onze eigen tent is definitief niet meer te gebruiken (tot we een helemaal nieuwe stok vinden), dus langs deze weg nog even een stevige dank-je-wel naar Harro en Eveline voor hun tent!


Toen de boel was ingepakt namen we afscheid van Ekeberg camping (ondanks dat de Lonely Planet niet zo enthousiast is, zijn wij prima tevreden!) en reden opnieuw naar Perminalen. Daar kregen we een uistekende kamer (twee lage bedden EN handoekken, voor dezelfde prijs) en na twee hamburgers (Martijn) en een liter (ja echt, zo stond het op de kaart) verse ganalen voor Karin, is het wel klaar met vandaag. Boekje en bedje oh EN even beslissen waar we morgen heen gaan!

Maandag 9 augustus – naar Roros

Maandag 9 augustus – naar Roros

Nee, je schrijft het niet zo, maar met een o met een streepje er door en zegt dan ook Ruros. Maar waar de o met streepje zit….


Na een beetje uitslapen en een beter ontbijtje dan de eerste keer in Perminalen zaten we om kwart over 10 in de auto. De knoop was doorgehakt, we zouden naar Roros gaan, een klein mijnwerkerstadje, ongeveer 300 kilometer ten noorden van Oslo, op de weg naar Trondheim. We wilden toch echt nog iets van Noorwegen zien voor we af zouden buigen naar Zweden.


Dat lukte op die route prima. Na een stuk snelweg, werd de weg al vrij snel een 80 kilometer per uur weg en dat bleef het eigenlijk tot Roros. Het was nog steeds stralend weer en het uitzicht werd steeds mooier. Hoe verder weg we kwamen van Oslo, hoe heuvelachtiger de omgeving. Kaler ook; het deed ons een beetje aan de Veluwe in het kwadraat denken. De bergtoppen zijn, ondanks de geringe hoogte van in die omgeving zo’n 1000 tot 1200 meter, bijna helemaal kaal. Geen bomen, alleen stenen en mos. Wel veel water en prachtige doorkijkjes. Veel leuke rode en gele huizen: echt wat je je voorstelt bij een Noors landschap in de zomer.


We reden er tot ongeveer 4 uur ‘s middags over en toen ‘landden’ we op de HÃ¥gens-camping (spreek uit ‘Hogens’), waar de Lonely Planet juichend over was. Na enig rondkijken konden we ons dat wel voorstellen: tent en caravanplaatsen, cabins voor 2 of 4 personen en zelfs een soort hostelkamers. Wij kozen uiteindelijk voor het laatste, voor ongeveer 25 euro per nacht hadden we een prima kamer met bedden, tafel en zelfs een (werkende) koelkast!


Spullen dumpen en daarna nog even rondkijken in Roros zelf, een schattig klein plaatsje met veel houten huisjes uit de 18e eeuw. We deden wat kleine boodschappen bij de supermarkt, maar besloten bij het dichtstbijzijnde restaurantje wat te eten. ‘Papa’s Pizza’ had prima pizza’s en een heerlijke burrito, dus met een tevreden maag reed Karin terug naar het hostel. Karin? Ja, het was maar vijf minuten en ze wilde het na al die tijd weer eens proberen. Hoewel haar knie wel een beetje protesteerde, was het niet zo heel erg. Het voelde in ieder geval weer prima om eens te rijden!


Na lekker lui lezen en wat spelletjes Yathzee was het tukjestijd.

Dinsdag 10 augustus – Roros

Dinsdag 10 augustus – Roros

Een beetje uitslapen kon en dat was heerlijk, hoewel de bedden niet echt fantastisch waren en we ook niet helemaal kunnen wennen aan het feit dat het al ZO vroeg licht is. Gelukkig wachtte er een lekkere douche en een yoghurtontbijtje en daarna klommen we (rond kwart over 10) in de auto.


We bezochten de Olavmijn, eigenlijk een bolwerk van twee elkaar overlappende mijnen, waarvan er 1 de op 1 na oudste is (de Nybergmijn) en 1 de jongste (de Olavmijn), die in 1977 werd gesloten. Zoals gezegd is Roros een echt mijnwerkersstadje. De stad ontstond in 1644 na de vondst van koper door een boer. Hij schoot een hert, dat in zijn doodsstrijd een stuk kopererts ontblootte. De boer kende het materiaal niet, maar de steen glom erg mooi en hij nam hem mee naar huis. Een duitse ingenieur, die onderzoek deed naar de mijnmogelijkheden in de omgeving, kwam hem op het spoor en de eerste mijn in Roros ontstond nog geen half jaar daarna.


De mijn is koud (5 graden) en het is allemaal even klauteren, maar een geduldige gids wilde zelfs op Karin wachten en het was de moeite waard. We hoorden een hoop over de mijn en de mijnbouw en de kleuren in de steen waren prachtig: knalblauw voor oxiderend koper en rood voor het roestende ijzer. De rondleiding duurde anderhalf uur en daarna waren we bijna weer blij om in 30 graden terecht te komen: we hadden tintelende handen van de kou!


We waren ook nog net op tijd voor de Engelstalige rondleiding door Roros, die eens per dag wordt gehouden. De drukte was niet te overzien… we waren de enigen en kregen dus een priverondleiding van Kristine! Ze nam ons mee op een rondtocht door Roros, langs de oude huisjes, een aantal achtertuinen (waar vroeger de boerderij van de families was), de slakkenhopen (waar de restanten van de mijnbouwactiviteiten liggen) en de kerk van Roros. De kerk is nog een verhaal apart; met ongeveer 1600 zitplaatsen hoort hij tot de grootsten in Noorwegen! En dat voor een gehucht van 3500 inwoners!


We sloten af met een drankje en boodschappen doen. De rest van de dag was rustig en huishoudelijk: wassen, koken, lezen en slapen. Oh en een HEERLIJK flesje wijn!

Dinsdag 11 augustus – Mora in Zweden

Dinsdag 11 augustus – Mora in Zweden

Niets uitslapen, die luxe was er vandaag niet vonden we. Om 9 uur zaten we, met alles weer ingepakt en schoon na het wassen, in de auto. We namen de touristische route naar Mora in Zweden! Na het uitgeven van de laatste Noorse kronen in het tankstation aan bezine en koffie (je begrijpt: een eerste levensbehoefte op vakantie!) doken we de weg op.


De route was prachtig. Het aantal meertjes en prachtige doorkijkjes nam alleen maar toen en de weg slingerde zich langs en over de heuvels en bergen. We begonnen ons te verheugen op wild langs de weg: dat zou toch moeten lukken…. Bij de eerste koffiestop hadden we nog niets gezien, dus we begonnen de hoop al op te geven: het werd te laat in de ochtend. Ongeveer op het moment dat we dat hadden bedacht zagen we iets op de weg… Een rendier! Een wilde met een kleintje. Ze liepen rustig over de weg en lieten zich niet opjagen door de auto’s, ondanks het ongeduld van de Zweden. Ze keken maar vreemd op van ons enthousiasme (voor hun is het waarschijnlijk alsof er een koe over de weg loopt), maar daar trokken WIJ ons weer niets van aan. Het bleek een hele (wilde) kudde en we schoten heerlijk plaatjes!


Uitgelaten reden we verder en rond 1 uur ‘s middags passeerden we de Zweedse grens. We stopten regelmatig voor een plaatje of een kopje koffie, maar uiteindelijk waren we toch al om half 3 in Mora. Daar boekten we een hostel voor een nachtje en na een broodje klommen we toch weer de auto in. Er is namelijk een Björnpark (berenpark) net buiten Orsa, op ongeveer 28 kilometer van Mora. Dat leek ons leuk: meer beesten.


Het berenpark blijkt enorm: 9000 hectare afgezet en als mens zit je achter de hekken en hoopt maar dat er een beest dichtbij wil komen. Aan de teleurgestelde gezichten te zien was dat nog niet zo meegevallen voor veel mensen, maar wij vonden dat we mazzel gingen hebben. En dat hadden we: meteen bij binnenkomst al drie beren (waaronder 1 reusachtig mannetje) en later nog 2 anderen, een moeder met drie jongen en in een apart gedeelte zagen we een veelvraat en een joekel van een das. We begrepen dat dat echt mazzel hebben was: vooral de das laat zich niet makkelijk zien!


Helemaal blij kropen we weer in de auto en op de terugweg doken we wat zijweggetjes in voor wat gratis extra’s. Ze hebben hier tenslotte Elk! De zijweggetjes liepen op niets uit en er was geen Elk te bekennen, maar toen we bijna terug waren in de bewoonde wereld zagen we een ENORME vrouwtjes eland. Op Karins verzoek reden we er drie keer langs. De laatste keer schrok ze ergens van en zette het op een hollen, maar WAT een prachtige gezicht.


Nu zitten we te internetten in het kantoortje van de receptioniste van het hotel dat bij het hostel (Kristineberg) hoort en gaan zo eten. Morgen rijden we waarschijnlijk door naar Stockholm. Stay tuned! 😉

Donderdag 12 augustus – naar Stockholm

Donderdag 12 augustus – naar Stockholm

De wekker ging echt VEEL te vroeg; we lagen allebei nog behoorlijk in dromenland in ons stapelbedje. De gedachte aan een ontbijtje (koffie / thee!) zorgde voor wat activiteit en uiteindelijk zaten we maar een kwartiertje over de geplande tijd (9:15 in plaats van 9:00 uur) in de auto.


Voordat we definitief de 70 opdoken richting Stockholm, hielden we een korte stop in Nusnäs, waar een handwerkshop staat van de gebroeders Olson. Deze broers begonnen rond 1912 als jonge jongens de workshop, waar ze kleine houten, handbeschilderde paardjes maakten om de familie te ondersteunen. Deze Dala-paardjes (genoemd naar de streek: Dalarna) worden bij voorkeur in knalrood of -blauw beschilderd en zijn naar onze smaak behoorlijk kitsch, maar zijn ontzettend populair. Op brievenbussen, op windvanen, in de vensterbank; je kunt het zo gek niet bedenken. Een beetje zoals onze trappetjes en ganzen in de vensterbank. We keken onze ogen uit in de winkel en bij het beschilderen (een nationale gekte is altijd geweldig om te zien) en Karin kocht uit pure baldadigheid een t-shirt.


Daarna reden we met een heleboel kleine stops naar Stockholm. De route werd al snel iets minder mooi. Het landschap werd vlakker en er kwamen meer akkers. Zoals Martijn verkondigde ‘het wordt een beetje saai om urenlang naar ongebakken brood te kijken’! Gelukkig schoot het wel op en rond drie uur waren we in de buurt van Stockholm.


Tja en daar was dan ook alles mee gezegd: rijden in Stockholm is geen genoegen! Alles buiten de hoofdwegen om staat onhandig aangegeven en het is druk. We kregen het voor elkaar om elkaar (net) niet af te maken, maar besloten wel dat we SNEL een betere kaart nodig hadden. Na een mislukte poging om een hostel op LÃ¥ngholmen terecht te komen (gevestigd in een gevangenis uit 1720!) reden we (gelukkig MET betere kaart) naar het Centraal Station. Het Hotellcentralen, een soort tourist information in het Centraal Station, hielp ons in no time aan een prima hotel. En dat was knap want ongeveer ALLES zit vol: de campings, de hostels, de hotels…


Hotels in Stockholm zijn in de zomer vaak goedkoper omdat er weinig zakenmensen zijn. Hotels geven vaak kortingen en daardoor konden we uiteindelijk voor een prima prijs (!) in het Best Western Hotel Wallingen, in het centrum van Stockholm. Niet in het oude deel, maar net daarboven zodat alles op loopafstand is. Luxe kamer (echt van ALLE gemakken voorzien, incl televisie met veel internationale ondertitelde zenders, minibar, föhn en zelfs een strijkplank!) EN gratis Internet. Hoewel ze het wel helemaal dichtgetimmerd hebben: msn of zelfs een handige toetsencombinatie: ho maar!


Na een half uurtje bijkomen was het dringend tijd voor voer. We vonden uiteindelijk een prima en goed te betalen Italiaans restaurantje, waar ze uitstekend eten serveerden. Met de buikjes rond reserveerden we kaartjes voor de film ‘I, Robot’ en daar gaan we zometeen naar toe. En morgen gaan we lekker de hele dag de toerist uithangen!

Vrijdag 13 augustus – Meer Stockholm

Vrijdag 13 augustus – Meer Stockholm

Prima actiefilm was dat! En het is heerlijk om in een land te zijn waar je gewoon naar de bios kan. Het in je hoofd ‘uitzetten’ van de ondertitels kost even tijd, maar met een duidelijke (tikkie simpele, maar goed uitgewerkte, goed geacteerde en lekker snelle) film als ‘I, Robot’ kom je daarna wel aan je trekken.


We sliepen na nog een uurtje lezen aan de late kant en er was ook iets niet helemaal goed gegaan met het zetten van de wekker, dus we zaten wat later aan het ontbijt. Maar WAT een ontbijt: ze hebben echt ALLES! Van knäckerbrÃ¥d (Ã¥ = oh) tot pannekoeken en van drie soorten kaas tot vier soorten worst, vier soorten fruit, drie soorten ei etc. etc. Ik ken wat mensen die hier goed jaloers van geworden zouden zijn… en we mogen NOG twee ochtenden! 😉


Na die uitgebreide bijtanksessie en het kopen van een dagkaart voor de auto (het goede nieuws is: het is het hele weekend gratis parkeren) liepen we de stad in, naar Gamle Stan (oude stad). Daar dwaalden we over de drie eilandjes die samen dit stadsdeel vormen, tussen de huizen uit de 17e en 18e eeuw, langs het koninklijk paleis, in de cathedraal (met een overdadig beeld van Joris en de Draak uit de 14e eeuw, gemaakt van hout en de geweien van Elken) en verder gewoon zomaar, over de pleintjes en in de straatjes.


Na een flinke tijd wandelen, met de nodige koffie- en ruststops pakten we de ferry naar het Vasamuseum, waar het enorme 17e eeuwse houten schip ligt dat in 1628 in de haven van Stockholm zonk (na ongeveer 1200 meter gevaren te hebben) en in 1961 boven water werd geghaald.  Het was fantastisch! Het is een prachtige museum: we zagen een informatiefilm, kregen een rondleiding (in het Engels) en bekeken het werkelijk schitterend bewaard gebleven en fantastisch gerestaureerde schip van alle kanten. Na twee uur bleek de tijd gevlogen en namen we eerst nog maar eens een kop koffie om bij te komen!


Na een ferry terug gingen we nog even met de Katharinalift omhoog voor een prachtig uitzicht over de stad (na regen vannacht en wolken vanochtend klaarde het vanmiddag helemaal op). Na de nodige foto’s gingen we terug naar het hotel voor een rustpauze. Inmiddels hebben we gegeten en gaan we straks weer naar de film! ‘King Arthur’ roept!

Zaterdag 14 augustus – Skansen en rustig aan

Zaterdag 14 augustus – Skansen en rustig aan

Het ging niet helemaal zoals we gepland hadden vandaag, maar uiteindelijk werd het een prima dagje. Het ontbijt was uiteraard weer uitstekend en daarna liepen we al vrij snel de stad in: we wilden een boot de stad uit, naar Drottningholmen (het oude koninklijke paleis) en / of naar Birka (de Unesco World Hertiage Site van het oudste en meest intact terug gevonden Vikingdorp in Scandinavie). Helaas bleken de boottijden nogal veranderd en was het OOK niet mogelijk om in een soort driehoekje te reizen, waardoor we een probleem hadden: of een boot naar Drottningholmen (waar we eigenlijk zonder Birka geen zin in haden), of een boot naar Birka, maar aangezien we de eerste net gemist hadden, zouden we dan moeten wachten tot 13:15 uur… En  dat is best een tijdje wachten vanaf 10:00 uur ‘s ochtends.


Uiteindelijk besloten we het allebei niet te doen en hebben we het grootste deel van de dag doorgebracht in Skansen. Dit enorme open-lucht museum stamt al uit 1891 en is sindsdien alleen maar gegroeid. In tegenstelling tot wat we verwachtten (we hadden al een open lucht museum in Denemarken gezien en dat was erg goed: zou dit niet tegenvallen) was het er ERG leuk. Er staan ongeveer 150 gebouwen en in veel daarvan kan je uitleg krijgen over het leven in de tijd van het gebouw. Er zijn huizen, boerderijen, kerken en scholen vanuit heel Zweden en vooral uit de 17e en 18e eeuw. Er is ook een dierentuin met alleen maar beesten uit Scandinavie en je kunt er verschillende oude ambachten bekijken, zoals glasblazen (gaaf), pottenbakken, zilver bewerken etc.


De tijd vloog en eind van de middag vertrokken we afgepeigerd naar het hotel. Inmiddels zijn we een beetje bijgekomen en straks gaan we een hapje eten. De film slaan we over vanavond: het wordt morgen weer een lange reisdag. ‘King Arthur’ was overigens niet helemaal wat we er van verwacht hadden. ‘Best leuk’, laten we het daar op houden.

Zondag 15 augustus – Kalmar en Öland

Zondag 15 augustus – Kalmar en Öland

Vandaag van Stockholm naar Kalmar. Kalmar ligt in het zuidoosten van de ‘onderkant’ van Zweden, net voor de brug naar Öland. Öland is samen met Gotland echt HET vakantie-eiland van Zweden. Zeg maar het Terschelling van hier, maar dan met veel meer te zien. Dat leek ons dus wel wat, want het bleek dat Visby bezoeken, op Gotland, toch wel erg ingewikkeld werd. Een boot boeken was lastig en het kostte veel tijd, dus dat leek een minder goed idee. Kalmar, met een uitstapje naar Öland, klonk dus beter.


We reden het stuk in ongeveer 5 1/2 uur en toen we aankwamen was het weer lekker weer. In Stockholm was het vooral zaterdag eind van de dag en ook zondagochtend behoorlijk rotweer, dus we waren blij de zon weer te zien. Niet dat we te klagen hebben: het is behoorlijk superweer al onze hele vakantie! Kalmar is vrij groot, maar heeft een aardig centrumpje op een soort schiereilandje. De belangrijkste attractie is het enorme kasteel, waar in de 17e eeuw de Vrede van Kalmar werd getekend. Daarmee werd heel Scandinavie HEEL eventjes 1 land. Het kasteel is goed bewaard gebleven en we kregen er bij het binnenrijden van het plaatsje al onze eerste blik op.


We boekten een kamer (met wc, maar met douche op de gang) in het plaatselijke hostel. Wijn zijn helemaal blij met de hostels hier en dat is fijn, i.v.m. met de kleine tent. Maar ook i.v.m. het weer: we wilden hier eigenlijk weer kamperen, maar door veel wind en een grote regenkans boekten we toch maar een kamer. Dat bleek verstandig!


Nadat we onze spullen hadden gedumpt reden we naar het centrum. Daar gingen we op aanraden van de Rough Guide iets drinken en eten (de lekkerste brownie die ik ooit gegeten heb!) in een soort cafe, dat nog het complete interieur heeft uit de 18e eeuw. We hebben wat foto’s gemaakt en een kaart meegenomen: echt geweldig. Daarna reden we naar het kasteel terug en dwaalden een half uurtje over de muren en de binnepleinen. Vanaf een landtong een stukje verder (achter een – beetje gek woord – schattig begraafplaatsje uit de 18e eeuw) hadden we een prima uitzicht voor nog wat plaatjes en daarna stelde Tijn voor om vast een eerste snuif Öland op te doen.


Daarvoor moet je eerst over een 6 kilometer lange brug en daarna is het erg simpel rijden: er is 1 grote weg en van daar uit allemaal kleintjes naar de zijkanten. Het eiland is ongeveer 10 a 15 kilometer breed en 130 lang, dus prima voor een beetje verkennen. In het licht van de ondergaande zon (mooi!) bezochten we een runesteen uit de 10e eeuw, een indrukwekkende grafheuvel en nog wat kleine historische vondsten. Al met al reden we bijna 2 1/2 uur rond en daarna waren we dringend aan wat voer toe! Terug in Kalmar aten we bij de plaatselijke pizzeria (lekkker!) en storten daarna om in bed. MOE!

Maandag 16 augustus – meer Öland

Maandag 16 augustus – meer Öland


Na wat uitslapen pakten we opnieuw de auto. Zondag hadden we het zuidelijke deel van het eiland verkend en dus was vandaag het noordelijke deel aan de beurt. Hoewel er in de gids werd aangekondigd dat dit het “ruige” deel van het eiland was, viel dat nogal mee (of tegen). Veel boerderijen, rollende heuvels, akkers afgebakend met stenen muurtjes en opnieuw heel veel windmolentjes. Er staan er meer dan 100 over het hele eiland heen, waardoor het landschap er mee bezaaid is. De grootste is 8 verdiepingen hoog, naar Nederlands ontwerp en stamt uit 1850. Iedereen fotografeert dat ding als een bezetene, maar voor ons was na twee foto’s de lol er wel af. Molens hebben we tenslotte in Nederland ook!


De hoogtepunten waren een schitterend grillige rotskust, gevormd door de golven en de wind, de vuurtoren op het noordelijkste puntje van het eiland (meer het idee), verse vis voor de lunch in een restaurantje aan het water en een enorme grafheuvel van rotsen.


Het landschap was ook behoorlijk de moeite waard, maar het weer verknalde het wel een beetje. We hebben een paar heel stevige buien op ons kop gehad en eind van de middag waren we het behoorlijk zat. ‘s Avonds mislukte ook nog onze poging om nu EINDELIJK rendier te gaan eten en we rolden dan ook een beetje gaar ons bed in. Morgen richting Denemarken!

Dinsdag 17 augustus – Trelleborg en Ribe

Dinsdag 17 augustus – Trelleborg en Ribe

Op tijd uit de veren, want we hadden een stevig stuk te rijden! We wilden minimaal tot het eiland Zealand in Denemarken komen, dus we bereidden ons voor op een stevig aantal uren in de auto. Tot onze verrassing schoot het allemaal ontzettend op en om half twee waren we al bij de voorlopige eindbestemming: viking”ford” Trelleborg. Daarvoor waren we o.a. de enorme 15 kilomter lange tolbrug tussen Zweden en Denemarken over gestoken. Duur grapje, maar een schitterend gezicht!


In totaal zijn er in Denemarken vier Vikingnederzettingen of “forten” teruggevonden, waarvan Trelleborg de best bewaarde is. Het bestaat uit een in vier delen ommuurde cirkel (met op alle vier de windrichtingen een doorgang van ongeveer twee meter breed), waarbij de “muren” of aarden wallen ongeveer 8 meter hoog zijn. Daaromheen ligt een gracht en binnen de wallen stonden, in de cirkel met een doorsnede van ongeveer 80 meter, de grote houten woonhuizen, waarin niet alleen “krijgers” maar ook vrouwen en kinderen leefden. Op de begraafplaats zijn ongeveer 150 skeletten teruggevonden en er werd geschat dat er alles bij elkaar zo’n 750 mensen woonden. Zowel in de cirkel, als in de tweede ring er om heen.


De opgravingen van Trelleborg hebben allemaal begin vorige eeuw plaatsgevonden en er werd niet heel veel terug gevonden. Dat komt waarschijnlijk omdat het fort niet zo heel lang in gebruik is geweest. De plaatsen waar palen in de aarden stonden zijn met beton aangegeven en in een klein museum zijn de resten van voorwerpen uit het dagelijks leven tentoon gesteld. Er is niet zo veel te zien, maar de wetenschap dat het landschap daar in 1000 bijna niet is veranderd, plus de rust op de wallen zelf (versterkt door een kusse schapen die er los loopt) maken het een indrukwekkende site!


Een beetje stil gingen we de auto weer in en besloten dat we eigenlijk nog wal verder wilden rijden. Uiteindelijk kwamen we na nog een aantal uur rijden in Ribe. Ribe was ons door verschillende mensen aangeraden en ze hadden helemaal gelijk! Het is echt een fantastisch dorp, dat helemaal vol staat met historische gebouwen. Na een bloeitijd die begon rond 1590 storte rond 1750 de economie volledig in en dat was vanuit historische ookpunt het beste dat het plaatsje kon overkomen. Te weinig geld voor vernieuwing, maar genoeg voor onderhoud en tegenwoordig dus uniek! Omdat het hostel vol zat en we hotel Dagmar (het oudste hotel van Denemarken, uit 1581) wel erg prijzig vonden, kwamen we terecht in de Weise Stue, een soort herberg uit 1600, waar na een moderniseringsbeurt in 1704 niets meer aan is veranderd.


Het was geweldig: alles schots en scheef en klein en een eetzaal met meubilair dat bijna uit elkaar valt. We sliepen in de “Nye Kammer” (nieuwe kamer) die minimaal uit 1750 moet stammen en hadden de tijd van ons leven. Lekker eten, een schitterende slaapplek en na het eten nog even een blokje om door een museumdorp. Super! Slapen kostte dan ook geen moeite!

Woensdag 18 augustus – naar huis

Woensdag 18 augustus – naar huis

Bij het opstaan werd het al snel duidelijk: het was behoorlijk rotweer. We hadden het er al eerder over gehad om eventueel wat eerder naar huis te gaan (een paar dagen lekker rustig aan doen thuis is tenslotte ook een luxe die zelden voorkomt) en het weer maakte het plan definitief.


Na een lekker en uitgebreid ontbijt in Hotel Dagmar (chiq, met erg stijve, “opgeprikte” mensen: we waren blij dat we in de Weise Stue haden geslapen) zaten we om 9 uur in de auto. Onderweg hebben we alle soorten weer gehad: van ongelooflijke stortbuien bij 18 graden, tot stralend strakblauw bij 30 graden.


Op een stevige file na, in de buurt van Osnabruck, konden we lekker opschieten en rond 6 uue ‘s avonds parkeerden we de auto aan de Leidse gracht. Na een korte douche zijn we lekker uit eten gegaan, ter afsluiting van een heerlijke vakantie!


We hebben allebei genoten van deze landen en willen graag nog meer zien. De poolcirkel, noordelijke Zweden en (vooral voor Martijn) de fjordenkust van Noorwegen lokken bijvoorbeeld nog stevig. Een prima (hernieuwde) kennismaking dus en vast niet het laatste bezoek!