Archief van
Categorie: Schotland

Schotland

Schotland

Deelnemers: Harro en Eveline
Duur: 16 dagen
Datum: 4 t/m 19 september 2004
Omschrijving: Twee weekse reis met de auto door de Schotse Highlands: Edinbourgh, Skye, Ben Nevis en Inverness

Bootreis & aankomst in Engeland

Bootreis & aankomst in Engeland

Na een tochtje door de omgeving Rotterdam om toch nog even het laatste
benzine station te vinden kwamen we om een uur of 7 bij de boot aan. Enorm
gevaarte, er kwam al rook uit en binnen 5 minuten stonden we tussen een aantal
andere auto’s ergens op dek 7.


Een tweede zoektocht naar onze hut werd in enkele minuten ook opgelost, dus
de reis kon wat ons betreft beginnen. Na snel de spullen te hebben gedumpt en de
gebruikelijke inspecties werd het tijd om ons voor te bereiden op een avond vol
entertainment, alcohol en andere prachtige zaken aan boord van de “Pride of
Hull”. Goed, ik weet niet of een van jullie wel eens aan boord van zo’n ferry is
geweest, maar volgens mij moet je echt Brits (of Duits volgens Eef) zijn om van
dit soort onzin te genieten. Snel een ticket voor I, Robot gekocht en om 9 uur
lekker filmpje gekeken. Na nog een drankje in een van de aanwezige barren was
het al erg laat (zeker half twaalf!) en tijd voor
schoonheidsslaapjes.


De volgende ochten begon om 7 uur (6 uur in NL) het gejengel van de
boord-omroep-dame dat we echt ons nest uitmoesten en zijn we maar wat gaan
doen. Binnen 10 minuten nadat het schip vastlag waren we ook al weer van de boot
en kon onze tocht richting het noorden beginnen. Ons reisdoel was lekker
ambitieus op een plaatsje met de naam Melrose gezet…


Na een prachtige tocht langs een kronkelig kustweggetje met heerlijk
weer kwamen we langs een prachtige (nogal kapotte) Abby in Whitby (o.i.d.).
Schijnt een nationale hobby te zijn, oude kerken en abdijen te laten wegrotten.
Op zich prima (ik had er zelf op kunnen komen), maar ik heb toch het stinkende
vermoeden dat de enige reden waarom ze dat doen, is dat ze dan wel entree kunnen
vragen 🙂 Wel erg mooi en erg goed opgezet allemaal.


We hadden al op de kaart gezien dat we langs “Hadrian’s Wall” zouden komen.
In het o zo mooie jaar 122 besloot onze vriendelijke keizer Hadrianus dat een
muur dwars door Engeland een goed idee was om die ruige barbaren uit het noorden
een beetje rustig te houden. Is gelukt en er zijn nog steeds wat delen her en
der zichtbaar, onder andere in het plaatsje Hexham. Om 2 uur kwamen we in die
omgeving aan en kwamen er al snel achter dat er best een mooie camping in de
buurt was (volgens het grote boze boek). ruim 100 mijl onder het beoogde doel,
maar dat mocht de pret niet drukken. Na wat rondcrossen en een korte lunch naast
een oud stukje muur gingen we op zoek naar de bewuste camping… die ondertussen
vooral niets meer van doen wilde hebben van trekkers met tentjes. Bah, is ook
klotevolk, dus wij maar verder. Uiteindelijk vonden we in de buurt een wat
verslapen camping waar al zeker twee andere tenten stonden. Termen als het einde
van de wereld of the middle of nowhere zijn wel van toepassing. Na een kort
tocht op zoek naar eten op zondagmiddag (en gelukt!) terug naar de camping.
Koken, flesje wijn, boekje, je kent het wel. Einde oefening rond een uur of
10 (maar toen was het echt al heeeeel lang donker !).


 

Dag 2 , Melrose en Edinburgh

Dag 2 , Melrose en Edinburgh

Na heerlijk te zijn gewekt door harde wind en regen (en we waren nog niet eens in Schotland!) snel het tentje ingepakt en op naar een gedeelte van de muur van Hadrianus, Chesters fort. Een oude kazerne van de cavalerie met een oud badhuis er bij, gebouwd vlak nadat de muur af was.

Zeer indrukwekkende ruines op een erg mooie lokatie aan de rivier de Tyne. Na een ietswat vochtige en winderige tocht langs al deze ruines was het eerst maar eens tijd voor een bakkie en een plan voor de rest van de tocht. Via een ongepland mooi klein weggetje en een stuk snelweg kwamen we eindelijk in Schotland aan en gingen we richting Edinburgh. Tussendoor kwamen we dan toch door Melrose. Daar staat de beroemde Melrose Abbey, naar men zegt de mooiste van de “border-abbeys”.  De Abbey bestond nog uit een prachtige
ruine met een enorm kerkhof er om heen, prima materiaal voor de gemiddelde horror-film (die ik niet ken, maar da’s weer wat anders). We zijn sindsdien ook de gelukkige bezitters van de Scotland Explorer Pass, dus laat maar komen die kastelen en andere vormen van Scottish Heritage.

Na een korte lunch ging het verder naar Edinburgh. De dag hiervoor hadden we reeds een double (2-persoonskamer) geboekt in een hostel in een zijstraatje van de Royal Mile, hartje centrum dus. (Marcel: Als je dit leest… Dat is dus het straatje tussen het station en de Royal Mile, tegenover de Starbucks 🙂 )

Een ietswat ongeplande toeristische route door het centrum van Edinburgh bracht ons uiteindelijk naar een parkeergarage vlakbij dat centrum. Met een rugzak op ons bult richting het hostel waar we uitendelijk naar een ander pand in dezelfde straat werden gestuurd waar we een ruime kamer hebben, met open haard en luie stoel. Niets mis mee !

Lekker gegeten en even internetten, zometeen tijd voor een biertje (of twee) en op tijd tukken. Morgen is het tijd voor het kasteel, beetje shoppen, sightseeing en andere belangrijke zaken. Overmorgen misschien nog even naar Arthur’s Seat en verder richting het noordwesten, in de richting van de Highlands, whisky en foute kilten 🙂

 

Dag 3, Edinburgh

Dag 3, Edinburgh


Ik (Eveline) moet toegeven, Edinburgh is alles wat me door Harro beloofd is!
Een stad met een flink aantal toeristen-dingen waar je je mee kunt vermaken,
maar daarnaast ook de kroegen, winkelstraten en uitstraling om het heerlijk naar
je zin te hebben.


De 3e dag in Edinburgh begon dus met de laatste Starbucks frappucino-variant
en een bak koffie voor Harro. Daarna naar het kasteel. Dit kasteel ligt heel
mooi op een heuvel middenin de stad. Je bent al gauw een uur of 2 bezig om alles
te zien, en om Harro met een paar kanonnen op de foto te zetten natuurlijk. Na
het kasteelbezoek hebben we de stad flink doorkruisd op zoek naar leuke plekken
om een drankje te doen en te shoppen. Helaas is het nog steeds niet gelukt om
een grotere tent te kopen. Met het mooie weer wat we tot nu toe hebben is dat
gelukkig helemaal niet erg: in het zonnetje zitten voor je tent is veel leuker
dan er in zitten.


‘s Avonds hebben we een Ghost Tour gedaan. Dat wil zeggen dat je betaalt om
je de stuipen op het lijf te laten jagen. Onze gids Steve heeft ons, voorzien
van grote zwarte cape en flakkerende kaars,  de ondergrondse gewelven van
Edinburgh en een kerkhof laten zien, vergezeld van angstaanjagende verhalen over
martelingen, geestverschijningen en begrafenissen van levenden. Genoeg om slecht
van te slapen, maar helaas voor Steve: dat is hem niet gelukt.

Dag 4, Arthur’s Seat, kastelen en Loch Lomond

Dag 4, Arthur’s Seat, kastelen en Loch Lomond

Op onze laatste ochtend in Edinburgh hebben we eerst de spullen naar de auto
gebracht en zijn vervolgens een klein stukje naar Arthur’s Seat gereden. Dat is
een oude vulkaan die midden in Edinburgh ligt. Het laatste stuk hebben we te
voet beklommen. Het uitzicht daarvandaan is super: je ziet de stad en wijde
omgeving. Een mooie afsluiter van het bezoek aan deze stad.

Vervolgens was het tijd om het land verder in te rijden. Je kunt hier nog
geen 10 mijl afleggen voordat er weer een toeristische attractie aangekondigd
staat. Je kunt ze allemaal vinden, want wegen en borden zijn hier heel goed te
begrijpen. De eerste afslag die we namen, was naar Linlithgow Palace. Hier
moeten de koninklijke kinderen vroeger een prima tijd hebben gehad, want je kunt
in dit paleis nu nog steeds langer ronddwalen dan in Harry Potter’s Hogwarts.
Allemaal gangen, trappen en uitzichtspunten. De locatie is destijds goed
gekozen: aan een mooi loch (=meer), waar nu nog tientallen zwanen in zwemmen.

 

Daarna zijn we naar het beroemde Stirling Castle gereden. De meningen
verschillen of dit kasteel of dat van Edinburgh het mooist is. Ik zie ze het
liefst allebei. Ook hier weer allerlei gebouwen, uitzichtspunten, kanonnen en
tentoonstellingen op een flinke heuvel gelegen. Je hebt onder andere uitzicht op
het bekende (?) William Wallace Monument. De 2e helft van de dag hebben we voor
het eerst kennisgemaakt met de Schotse Hooglanden. We zijn naar Loch Lomond
gereden, het grootste loch van Schotland. Daar hebben we ons tentje opgezet
tussen het loch en de heuvels eromheen. Aan de rand van het meer hebben we de
zon onder zien gaan. Daarna gauw met een boekje de tent ingedoken: aan het water
zijn erg veel vliegen en muggen!

 

Dag 5, wandelen langs het Loch en rijden door de Hooglanden

Dag 5, wandelen langs het Loch en rijden door de Hooglanden

Na het opstaan en opruimen hebben we een paar uur langs het Loch Lomond
gewandeld. Aan deze kant van het meer kan dat behoorlijk rustig: de meeste
toeristen bevinden zich aan de andere kant. Dat ondervonden we ‘s middags, toe
we rond het meer de weg naar het noorden vervolgden. Tijdens de lunchstop in
Luss kwamen we erg veel bussen, bejaarden en souvenirwinkels tegen. Voordeel is
dat ze de meest creatieve dingen met koffie doen: ik had de Ben Lomond,
cappucino met caramel-smaak, met marshmellows en sneeuw erbovenop!

Toen we het meer achter ons hadden gelaten, zagen we dat hier de hooglanden
pas echt beginnen: eindeloze heuvels, meertjes, riviertjes en kronkelweggetjes.
Erg mooi om doorheen te rijden. Onderweg passeerden we Glen Coe, het beroemdste
dorp uit de omgeving. Erg mooi, maar waarom dit nu bijzonderder is dan de rest
van de dorpen, zien we niet zo. Of het moet de massaslachting zijn die hier in
1692 plaatsvond….

Wij reden door naar Fort William. Dat is een plaatsje aan zee dat zich de
“Outdoor Capital of Scotland” noemt. Met recht: je kunt hier van alles doen en
er zijn meer outdoor winkels in 1 straat dan je met een uur lopen in Edinburgh
kunt vinden.

We hebben een plek geregeld in een hostel in het centrum en ‘s avonds gaan we
op zoek naar een geschikte kroeg en eettent. Die vinden we dan met behulp van de
LP al snel. Prima biertent en heerlijk eten boven in het restaurant.

Dag 6, Fort William en Ben Nevis

Dag 6, Fort William en Ben Nevis

Letterlijk een van de hoogtpunten van de reis staat op het programma, de Ben Nevis. Althans, voor Harro dan, Eef vermaakt zich in Fort William, outdoor capital van de UK en met een winkelstraat en diverse vreettentjes 🙂 Ook niet gek: in het zonnetje aan zee en op een grasveldje plannen maken voor de komende dagen en een boekje lezen.

Om kwart over negen begint de trip aan de voet van de Ben Nevis, bij het visitor centre van Glen Nevis. Na de nodige waarschuwingen en de weerberichten te hebben gelezen verteld een korte check op de GPS me dat het startpunt zo’n 97 meter boven de zeespiegel ligt, wat betekend dat er een klim van zo’n twaalf en een half honderd meter aan zit te komen. Bepakt met veel water, voer, regenvaste kleding, GPS, kaart, kompas en andere benodigdheden start ik aan het eerste stuk. Zoals gewoonlijk besluit ik in de eerste 10 minuten dat ik de berg op moet rennen, maar daar kom ik snel op terug en ga verder in een wat rustiger tempo. Door het lekkere weer is het vrij druk op de berg en zo kan  ik lekker van groepje naar groepje oplopen. Tempo zit er lekker in en na ongeveer een uur en een kwartier zit ik op de helft. Dat belooft in ieder geval een lekkere tijd te worden. Het eerste stuk blijkt echter nogal vriendelijk ten opzichte van het tweede gedeelte: Alleen nog maar rotsen, veel gravel en erg steile paden. Ook de wind begint aardig op te zetten en de temperatuur schiet naar beneden. Maar goed, ook dit gedeelte is (met het nodige zweten) na een uur en een kwartier bedwongen en ik kom uit op de top van de Ben Nevis. Daar zitten al een man of twintig uit te puffen en te lunchen, dus daar sluit ik me maar bij aan.

Een half uurtje later vindt ik het welletjes, twee t-shirts, een windstopper en een winddicht jack ten spijt begin ik het toch nog koud te krijgen dus tijd om de stokjes weer op te pakken en snel naar beneden te lopen. Ook dit blijkt een forse klus en het duurt dan ook bij elkaar weer twee en een half uur om heel beneden (zonder te joggen 🙂 ) aan te komen. Al met al een erg prettige wandeling, waar je zeker niet zomaar aan moet beginnen! De twaalfhondervijftig meter gaan over zo’n negen kilometer in een stuk omhoog, zonder een vlak stuk en de terugweg ziet er dus precies zo uit.

‘s Avonds duiken we maar weer onze favoriete vreetschuur / kroeg in en rond een uur of acht is het dan voor Harro echt bedtijd. Dit keer in een Bed & Breakfast vlak om de hoek bij het hostel waar we de nacht ervoor zaten.

 

Dag 7: Skye

Dag 7: Skye

Op het programma van vandaag staat de rit van Fort William naar het eiland Skye. Daar regelen we ‘s ochtends vroeg vast een hostel in the middle of nowhere; ergens in het noord oosten van het eiland, waar we wat minder toeristen zien (althans, dat hopen we).


De rit begint met een kort uitstapje naar Loch Shiel, waar het erg mooi is… bij goed weer. Helaas zit het vandaag niet echt mee en hebben we vooral bewolking en regen. Al snel gaan we dus verder op weg naar Skye, maar natuurlijk niet zonder het commando-monument (yuch:-)) te hebben gezien. Vreselijk indrukwekkend…Not!


Dan begaan we ergens de cruciale fout om 2 kilometer terug te rijden om een bakkie te gaan doen. We zitten amper of we horen de eerste sirene langs suizen gevolgd door wat brandweer, ambulances en meer van dat soort pret. Met de hoop dat alles goed gaat stappen we weer in de auto en gaan weer op weg en komen er dan al snel achter dat vlak nadat wij vertrokken bij het monument er een erg zwaar ongeval moet hebben plaatsgevonden. Na anderhalf uur wachten wordt ons door de politie verteld dat we moeten omdraaien en een andere route moeten nemen (en nee, daar kom je zelf niet zo snel op met het gebrek aan wegen in die regio). Snel gaan we op weg en gelukkig zijn we met dik een half uur rijden over allerlei smalle wegen voorbij het ongeluk… om daarna op de radio te horen dat de omleiding wegens te grote drukte is afgesloten…


Twee uur later dan gepland rijden we verder naar Skye, via allerlei prachtige landschappen, kasteeltjes en uitzichten. Na een vriendelijk bedrag van 6 pond te hebben afgetikt om over de brug te mogen zijn we dan op het beroemde eiland. Het weer is nog steeds typisch Schots en we rijden met enig tempo (voor zover mogelijk) door naar het uiterste einde van het eiland.


Na enig zoekwerk belanden we dan uiteindelijk bij ons prachtige hostel. Super gelegen, prachtige uitzichten, geen mens in de omgeving te bekennen, met uitzondering van een hotel 80 meter bij het hostel vandaan. Gelukkig zijn ze ook nog zo vriendelijk een eenvoudige kroeg in dit dure hotel te bouwen, waar je een simpele maar erg goede maaltijd kan bestellen. Veel beter dan dit kan het niet.


‘s Avonds flesje wijn in het hostel waar Harro terloops nog even de computer repareert (uiteraard om daarna eerst zelf gratis te gaan zitten internetten 🙂 )

Dag 8: Skye en Torridon

Dag 8: Skye en Torridon

Na een prima nacht in het hostel zijn we weer vroeg op weg. Het plan is om
een tocht over Skye te maken om zoveel mogelijk te zien. Het weer is jammer
genoeg weer typisch Schots, afwisselend regen en zonnenschijn.


De eerste stop is al na 10 minuten rijden. Op een prachtig uitzichtspunt ligt
een ruine van een kasteel waar je heen kan wandelen. Snel een paar foto’s in een
stormachtige wind en dan weer verder in de lekker warme auto. (Zomervakantie
noemen ze dat…)


Over diverse kleine wegen waar je regelmatig op de rem moet voor schapen en
tegenliggers (ongeveer alle wegen zijn te smal voor twee passerende auto’s)
rijden we naar een van de meest bergachtige gebieden van Skye. Prachtige beekjes
en enorme rotsen overal om ons heen. Zonde dat het weer niet wat beter is om
lekker een stuk te wandelen.


Gezien de toch wat lange tocht die op het programma staat scheuren we dan
snel weer verder naar het vasteland om daar het Eilean Dohan kasteel van binnen
te bekijken (Voor de liefhebbers: bekend uit o.a. de films Highlander en
Entrapment (met Catharina Zeta Yummie)). Van buiten ziet het kasteel er echt
prachtig uit, maar de entree blijkt weggegooid geld. Familiekiekjes van de
laatste bewoners, de MacRae’s, en allerlei wanstaltige schilderijen van
verschillende voorouders plus het feit dat ze je dan vertellen dat het kasteel
in 1931 compleet opnieuw is opgebouwd doen geen wonderen…


Het weer is ondertussen steeds slechter aan het worden zodat onze plannen om
te kamperen in Torridon letterlijk in het water vallen. Na een 3 uur durende
tocht dwars door de hooglanden komen we aan bij het YHA (Jeugdherberg) van
Torridon, waar we gezellig in de dorm (=slaapzaal) mogen liggen. YHA, dus
gescheiden dorms… Altijd gezellig. Maar goed, droog is het wel en een fles
wijn doet ook wonderen voor de sfeer (hoewel die natuurlijk volgens alle YHA
regeltjes niet in de huiskamer mag worden genuttigd, gelukkig wel in de
eetzaal).

Dag 9 : Van Torridon naar Inverness

Dag 9 : Van Torridon naar Inverness

Na een paar dagen in de woestenij te hebben gezeten wordt het nu weer
tijd voor een stukje civilisatie. Inverness is de hoofdstad van de Schotse
hooglanden, een kleine stad met zo’n 50.000 inwoners. De rit naar Inverness
leidt ons weer dwars door de bergen met als hoogtepunt het Beinn Eighe gebergte.
Door al deze bergen duren de ritten wel ‘wat’ langer, maar het is zeker de
moeite waard.


Op de weg naar Inverness komen we langs een van de hoogtepunten van
toeristisch Schotland, Loch Ness. Loch Ness is het grootste zoetwater meer van
Groot Brittanie en is omringd door hoge bergen. Het meer is onderdeel van wat ze
de Great Glen noemen, een breuk dwars door Schotland waar twee landmassa’s in
een ver verleden tegen elkaar geduwd zijn. Met een diepte tot wel 250 meter is
Loch Ness ook het diepste meer van Groot Brittannie.


FF rekenen: Diepste meer * Grootste meer= Heel veel water. Dan vraag je je af
hoe dat klotebeest iedere keer voor die camera springt als je een mooie foto van
het meer wil maken. Gek wordt je er van… B.t.w. Als ware toeristen hebben we
natuurlijk onverschrokken 5 en een halve pond de man gedokt om het compleet
overbodige Loch Ness 2000 Experience mee te maken, en nu zijn we nog steeds geen
steek wijzer.


Aan het meer ligt wel nog een fantastisch mooi kasteel (althans, de resten er
van), Castle Urquhart.  Het Schotse Tourist Board heeft er ook werkelijk
iets fantastisch moois van gemaakt door in de rotsen die uitkijken op het
kasteel een visitor center te bouwen en een heel duidelijke uitleg te geven over
de geschiedenis en vooral ook de dagelijkse gang van zaken in het kasteel.
Absoluut een aanrader.


Na het bezoek is het tijd om echt de beschaafde wereld weer op te zoeken en
rijden we verder naar Inverness. We hebben in het centrum twee bedden in een
bunk room (dit keer gemixt) van het Ho Ho Hostel gereserveerd en binnen korte
tijd zijn we gesetteld en is het tijd om even de stad te verkennen. Met een
Starbucks, een MacDonalds en een Burger King blijkt dat we echt weer terug zijn
in geciviliseerde gebieden. Om hiervan maar volop te genieten gaan we ‘s avonds
na een maaltijd bij de McD naar de mega bioscoop vlak buiten het centrum.
Lekker, dat outdooren in Schotland, afzien ook 🙂

Dag 10: Inverness naar Braemar

Dag 10: Inverness naar Braemar

Volgens alle voorspellingen wordt het vandaag goed weer! Gelukkig snappen de
plaatselijke meteorologen er net zo weinig van als thuis, dus helaas…
Bewolking, regenbuien en heel af en toe een zonnetje. De plannen waren om te
gaan kamperen in een klein plaatsje met de naam Braemar, ten zuiden van
Inverness, maar we zitten nu te internurten in een YHA in hetzelfde
plaatsje…


We beginnen de dag met een kop thee in het hostel en daarna op vrij nuchtere
maag een veldslagje. Op een paar kilometer afstand van Inverness heeft de
laatste slag in Groot Brittannie plaatsgevonden, tussen wat opstandige Schotten
onder de bezielende leiding van de alom bekende Bonny Prince Charlie, en een
ietswat pissige Engelse koning wiens naam me even is ontschoten. Mag de pret
niet drukken, 5000 Highlanders tegen 9000 Engelse soldaten incluus wat kannonnen
was goed voor zo’n 1500 weduwes aan schotse kant. Einde opstand.


Snel door naar een Fort dat ter ere van dit festijn werd gebouwd, Fort
George. Een prachtig en groot fort, wat nog steeds in gebruik is door het Britse
leger maar wel open staat voor publiek. Zeer indrukwekkend en een prima plek om
dolfijnen te zien zwemmen in de baai. Jammer alleen dat wij ze niet zagen en het
moesten doen met grote hoeveelheden kannonnen 🙂


Via de Whisky stokerij van GlenLivet (de op een na grootste producent van
Single Malt Whisky’s ter wereld, hebben we ons laten vertellen) en een zeer
interessante rondleiding aldaar landen we uiteindelijk in Braemar.