Archief van
Categorie: Canada – Westkust

Dag 9 – Wells Gray National Park

Dag 9 – Wells Gray National Park

Geen rook en een zonnetje toen we opstonden! De wind was duidelijk gedraaid. De stroom was nog niet alles: Karin douchte in het stikdonker! Op tijd opstaan en daarna een echt Amerikaans (oke: Canadees) ontbijt. Toast, eggs, en “hash browns”, zeg maar rosti! We hoefden voor de rest van de datg niet meer te eten, maar het was wel lekker. Het plaatje werd compleet gemaakt door zo’n “echte” serveerster. Zoeentje die je “dear” noemt. 🙂

Daarna samen met Moniek, Paul, Hilde en Sandra naar het park, waar we uiteindelijk – na wat telefooontjes en omdat de ranches waar we van alles wilden gesloten was: geen stroom – over een gravel weggetje naar Clearwater lake reden. De parkwachter had Moniek verteld dat hij al twee weken geen beren had gezien, dus we hadden weinig hoop op “wild”. Nog maar net in het park zagen we ineens aan de kant van de weg een enorm hert, een “mule deer”. Hij bleef keurig staan voor de foto, dus onze dag kon al niet meer stuk. De klapper kwam echter toen we op de gravelweg een bocht omreden en er 15 meter rechts voor onze auto in de berm een zwarte beer zat! Heerlijk bessen te eten. Hij was wat alert, maar verder bleef hij rustig zitten. Super! We reden na een paar minuten rustig langs hem heen en de rest van de dag was iedereen in een feeststemming.

Het meer was erg mooi en rustig. Het gletcherwater is een mooie blauwgroene kleur door “rockflour”, het fijngeschuurde puin van de rotsen. Na het meer liepen we een kleine “trail” naar een kleine, maar erg heftige waterval. Het uitkijkpunt sloegen we over: dat was toch iets verder dan aangekondigd!

Terug in de auto begon het te hozen: prima voor de uitgedroogde bossen, hoewel slecht weer ook voor meer bosbranden zorgt door de bliksen. Ook die avond was het raak hoorden we later op het nieuws, maar gelukkig ver bij ons vandaan. We hebben heerlijk liggen lezen, prima gegeten en daarna was het opnieuw tukkiestijd. Je houdt het niet voor mogelijk hoe moe een mens van vakantie wordt 🙂

Dag 10 – Van Clearwater naar Mount Robson

Dag 10 – Van Clearwater naar Mount Robson

Vroeg uit de veren, want vandaag wachtte ons opnieuw een reisdag, hoewel niet zo’n vreselijk lange. Via highway 5 gingen we verder omhoog, via Valemount, naar de Mount Robson Lodges, net aan highway 16 naar het oosten. De weg was een stuk makkelijker te rijden. In plaats van slingerend met 60 lekker rustig op de cruise-control met 100 op het doel af. Genieten! Het uitzicht werd er bovendien niet minder om, dus dat was een prima deal. 🙂

We waren al om 11 uur op onze bestemming, maar de lodges bleken nog niet schoongemaakt. Of we ze het genoegen wilden doen om een “normale” tijd terug te komen, zoals een uurtje of twee. Nou was er genoeg te doen, dus dat was geen probleem. De lodges lagen met een uitzicht op Mount Robson (ja echt), met 3954 meter de hoogste berg van de Rockies. Hij was bijna helemaal helder, iets waarvan we later hoorden dat dat maar een paar keer per jaar voorkomt. Hij is zo hoog en ligt zo “alleen” dat hij zijn eigen weer maakt en blijkbaar houdt hij van wolken. We boften dus opnieuw en maakten snel een paar foto’s.

Daarna togen we naar het Visitors Centre een kwartier rijden verderop. Daar regelden we een kaartje van de omgeving en daarna vetrokken we naar een waterval. Ja, het stikt ervan, maar ze zijn allemaal anders en we genieten er nog steeds van. Het zijn niet van die kinderachtige stroompjes, maar er stort tenminste een plons water over de rand! Het paadje ernaartoe was ook leuk: heel veel eekhoorntjes!

De tweede stop was “Reargard Falls” waar de zalmen tegenop springen. Ze springen wat snel voor een foto (misschien hebben we nog een roze streepje op de gevoelige plaat) en wat mij (Karin) betreft mogen ze meteen de pan in springen, maar het was wel een heel erg bijzonder gezicht!

Bij terugkomst waren de lodges klaar en bleken we ingedeeld in de enige cabin met een rechtsreeks uitzicht op de berg! Martijn ging boodschappen doen en tanken in de dichtstbijzijnde plaats: dat was dus Valemount, een half uur rijden verderop. Daar moeten we erg aan wennen, maar het heeft ook wel wat. Bovendien is zo’n plaatsje dan ook niet echt een wereldstad hoor: 1000 mensen is veel! Maar een tankstation en een supermarkt zijn er altijd.

‘s Avonds kookten we, na een borrel met Hilde en Paul, als enigen zelf (pasta) en aten we met uitzicht op de voorbijspringende konijntjes en eekhoorntjes. Daarna een handwasje en lezen en om 10 uur ging echt het licht uit: letterlijk en figuurlijk!

Dag 11 – Jasper NP

Dag 11 – Jasper NP

Tja en dan zit je “vlakbij” zo’n park. Dat betekent naar Canadese begrippen echter wel dat je er nog een uurtje rijden vandaan zit. Met Jasper begint ook Alberta, de provincie waar de klok een uur vooruit staat (nu schelen we dus 8 uur met Nederland). Je koopt een “park-pas” voor twee dagen, die bovendien op de derde dag nog tot 16:00 uur geldig is, dus met die pas kunnen we zowel Jasper als Banff bekijken.

We begonnen met een bezoek aan de “Jasper Tramway”, een kabelbaatje in Whistlers (nee, MET s), net ten zuidwesten van Jasper. Je stijgt in 7 minuten ongeveer 1000 meter naar 2500 meter, met een prachtig uitzicht op alle omringende bergen en op een eekhoorntje en een “pika”, een soort marmot. Allebei ook erg fotogeniek! 🙂 We boften de hele dag vreselijk met het weer. Het was echt bergweer: het veranderde elke kwartier en we hebben alles gehad (wind, regen, hagel, zon en wolken), maar bij iedere stop werkte het weer mee.

Na de tramway bezochten we samen Lake Edith (mooi blauw) en de Malign Canyon. De canyon is een “scheur” in de aarde van ongeveer 4 meter breed en op het diepste punt 51 meter diep. Er is een gigantische trail langs, maar wij liepen maar een paar minuten en bezochten twee van de vijf bruggen. Heel indrukwekkend!

Daarna was het tijd voor een boottocht met de hele groep op Maligne Lake, naar Spirit Island. Nou stelt het eilandje niet zoveel voor (hoewel het de op 1 na meest gefotografeerde plek van de Rockies is), maar het uitzicht… De boottocht was ook erg leuk, met veel uitleg over het landschap en alle bezienswaardigheden.

Daarna een uur rijden naar Jasper waar we aten en zometeen beginnen we aan het uur terug naar de lodges. Morgen via de Icefield Parkway naar Banff (nouja: slapen in Canmore)! En op een gletcher lopen!!

Dag 12 – Van Mount Robson naar Canmore

Dag 12 – Van Mount Robson naar Canmore

Maar eerst nog terug vanuit Jasper naar huis gisteravond en dat was een ritje om te onthouden: helemaal super. Ondanks al de beesten die we al hadden gezien stonden er nog 2 hoog op ons lijstje: de “moose” (eland) en de “elk” (gewoon: elk, een soort kruising tussen een hert en een eland). Gisteravond hadden we al goede hoop omdat het onderweg naar de lodges begon te schemeren en dat is de tijd dat die beesten het meest actief zijn.

Bijna meteen was het raak: een enorme moose aan de zijkant van de weg, die keurig stilstond om gefotografeerd te worden. Vlak daarna twee white-tail deer, met enorme geweien. Daarna reden we de snelweg op en konden niet meer stoppen, maar we zagen nog een moose, vijf (!) elken/elks (?) en, jawel, langs de kant van de snelweg een zwarte beer. De score aan beesten begint aardig op te lopen en we zijn nog elke keer even enthousiast. We zien ook nog steeds nieuwe beesten en kunnen ons geluk niet op als ze rustig blijven staan en op de foto “willen”.

Slapen was geen probleem: we telden gewoon beesten! 🙂

Vanochten ging de wekker om half zeven want er lag een lange reisdag voor de boeg: van onze lodges via Jasper over de Icefield Parkway, de “mooiste snelweg ter wereld”. Geen doorgaande weg, je hebt een parkpass nodig en vrachtwagens mogen er niet komen. De snelheid ligt de hele route tussen de 70 en 90 kilometer per uur. En we moeten het toegeven: het is overweldigend!

Al 10 minuten van onze lodge was het raak: een mama-moose met kalfje (baby-moose). Na tanken in Jasper maakte we een korte stop bij twee watervallen (jawel; eindelijk een waterval met zon! Het weer heeft zich de hele dag super gehouden en het zicht was spectaculair) en daarna reden we (met de nodige fotostops) door naar de “Columbia Icefield” het op 1 na grootste “ijsveld” (gletcher: de grootste ligt in Siberie) ten zuiden van de poocirkel, ter werel. En gewoon vanaf de weg te beklimmen. Om voor de hand liggende redenen hebben we het gehouden bij foto’s en een uitgebreide lunchstop. Je kon zelfs met een “snocoach” op de gletcher, maar dat wilden al die andere toeristen ook en om er nu bijna een uur op te wachten…

Na de gletcher reden we door naar de top van Bow Pass (het hoogste punt van de route), waar we na een kleine wandeling (eekhoorntjes en chipmunks en veel vogels!) een geweldig uitzicht hadden op de omringende bergen. Veel gletchers en een helblauw meertje. Mooi!
Daarna (na nog een paar fotostops: het gaat hard!) naar Lake Louise, het meeste gefotografeerde “iets” in de Rockies. En jawel, het was wel aardig, maar misschien waren we murw van al dat moois, maar om nu te zeggen dat het spectaculair was… Misschien hadden we daar de zon voor nodig gehad die precies dat moment koos om te verdwijnen. En de drukte hielp ook hier
niet: het was zo lekker rustig tot zover!

Het was daarna niet zover meer naar Canmore en het zeer luxueuze Chateau Canmore Quality Resort. Zwembad, hot tub, fitness etc. en op de kamer onder andere zelfs twee (!) televisies en een magnetron! Onderweg trok de vallei nog wel een keer vol met rook, van een bosbrandje dat we in de verte zagen woeden. Het waait hard en er wordt weer onweer voorspeld, dus we hopen maar dat de schade meevalt!

Morgen Banff, maar met name lekker rustig aan doen!

Dag 13 – Banff

Dag 13 – Banff

Vrije dag vandaag. Na het eten gisteravond rolden we ons mandje in, helemaal stuk van een lange reisdag. Vanochtend ging de wekker pas om kwart over acht. Wat een luxe: het lijkt wel vakantie! 🙂

Na lekker rustig douchen en aankleden zaten we om negen uur in de auto naar Tim Horton’s, een soort “ontbijt-fastfood”. We snappen inmiddels ook de omvang van sommige Noord-Amerikanen: alles was daar mierzoet. Je kon bijvoorbeeld kiezen uit French Vanilla en Toffee-fudge Cappuchino! Jech!

Na een zoet ontbijtje reden we naar de kabelbaan Banff. Een kleine cabine brengt je naar 2270 meter. Daar zaten we gelukkig boven de rook die ook de dalen rondom Banff en Canmore vult. Het uitzicht was schitterend; het weer werkt erg mee. Niet zo handig ivm de bosbranden, maar wij genieten van een zonnetje en 28 graden! Heel warm voor de Rockies en de maand: soms sneeuwt het alweer in augustus. We zagen bovenin weer stapels eekhoontjes, chipmunks (kleine broertje van de eekhoorn) en zelfs een martertje die in een vuilnisbak was gekropen en daar heel parmantig met zijn koppie uit stak.

Na de natuur-uitstap boekten we een wild-life uitstapje, voor vanavond. Twee-en-een-half uur wild-spotting met een gids erbij. Daarna besloten we dat er de rest van de dag echt gelummeld mocht worden. In Banff winkelden we wat, kochten opnieuw filmrolletjes, lunchten en bekeken we de plaatselijke begraafplaats. Dat kennen we in Nederland niet hoor: “even” een nieuwe begraafplaats aanleggen waar in 50 jaar ongeveer 1/5 van bezet is geraakt en de dichtsbijzijnde steen 2 meter verderop ligt!

Terug naar het hotel (we moesten voor 16:00 het park uit zijn, omdat onze parkpas dan afliep) bleek er vlak bij de snelweg een bosbrand uitgebroken. Het is voor ons NIET gevaarlijk, maar het was toch erg naar en indrukwekkend om te zien: rookkolommen van tientallen meters hoog, vlak bij en over de weg. We hopen dat we er vanavond door kunnen voor ons wild-uitstapje. Nu is het tijd voor een bezoekje aan het zwembad… Ja: we ZEIDEN toch dat we in een luxe hotel zaten?? 😉

Dag 14 – Van Canmore naar Drumheller

Dag 14 – Van Canmore naar Drumheller

Uiteindelijk bleek de wild-life excursie toch door te gaan ondanks de rook. We reden met Brenda mee in “Betsy”, een grote blauwe bus. Het was een leuke excursie, met name omdat Brenda een hoop wist te vertellen, maar we merkten wel dat we verwend raakten. We zagen niet zo heel veel wild en dat was teleurstellend. Terwijl de score van een kudde bighorn schapen, een ENROME Elk en een aantal herten toch echt niet slecht was! ‘s Avonds rolden we moe en met tranende ogen ons bed in: Rook!

De reisdag naar Drumheller begon om half negen. We waren in drie uur, via Calgary en Highways 1, 21 en 9 in Drumheller. Die plaats is vooral bekend om drie dingen: de Badlands, de Hoodoos en het Royal Tyrell Museum. De Badlands zijn in de rotsen uitgesleten patronen, die zorgen dat je alle lagen in de opgestapelde rots goed kunt zien. Hoodoos zijn GEEN inheemse stam – ja, zo klinkt het idd – maar rostformaties in de vorm van een soort paddestoel. Zachte zandsteen met bovenop harde leisteen die de onderliggende steem beschermd tegen erosie. Het museum is vooral bekend om de enorme verzameling dinosaurus-skeletten (1 van de de grootste ter wereld) die in het nabijgelegen Dinosaur-park worden gevonden.

We reden eerst de dinosaur trail, langs een minikerk (er kunnen 6 mensen tegelijk in!), het museum, prachtige uitzichtspunten, een pontje en hordes, echt HORDES spinkhanen! Daarna was de Hoodoo-trail aan de beurt, langs een hangbrug en de Hoodoos, een teleurstellend kleine, maar wel mooie verzameling Hoodoos.

We eindigden de dag met een bezoek aan het werkelijk schitterende museum. Daarna deden we niet zoveel meer: 36 graden in de brandende zon en een kurkdroge omgeving zorgden voor lol in lezen en lekker lang natafelen in de airco!

Dag 15 – Van Drumheller naar Calgary

Dag 15 – Van Drumheller naar Calgary

Over vandaag kunnen we kort zijn: Calgary had wat ons betreft uit het programma gelaten kunnen worden…

Nou vooruit: iets meer informatie dan. Calgary is een echte werkstad, dus in het weekend is het er uitgestorven. Het is een stad die met name in de jaren 60 is gebouwd en nogal wat kleur mist. Het is grauw en eerlijk gezegd gewoon saai. Wat wel bijzonder is zijn de echt EINDELOZE shopppingmalls; omdat het er in de winter tot wel 30 graden onder nul kan worden (en dat is nog zonder windchill-factor) zijn er werkelijk honderden meters die je in de stad overdekt kunt rondlopen. Echt ALLES is er overdekt te vinden, inclusief het “stadspark” (the Devonian Gardens).

‘s Avonds was het wel leuk; we zijn gaan eten bij “Bookers”, een omgebouwd pakhuis, waar ook een geweldige band speelde. Het eten was prima, de sfeer uitstekend, dus het is wel 11 uur geworden! 🙂 Gelukkig konden we uitslapen de volgende dag.

Dag 16 – Van Calgary naar Fernie

Dag 16 – Van Calgary naar Fernie

Na een beetje uitslapen (pas half tien vertrek! Luxe!) reden we eigenlijk in 1 keer (nouja: met de nodige koffiestops e.d.) naar Fernie, waar we om half drie waren. De knie deed vervelend, dus we besloten een rustdag in te lassen. Gelukkig maar want in Fernie was echt nog veel minder te beleven dan in Calgary. Het was echt bedoeld als een overnachtingsmogelijkheid. We lazen wat, schreven de laatste kaarten en voerden heerlijk geen klap uit! We zijn bovendien binnen gebleven: buiten was het erg warm en bovendien behoorlijk rokerig.

‘s Avonds kwam pas om 7 uur de tweede auto binnen, van de beide Jannen en Rob. Ze waren nog naar wat attracties onderweg geweest, maar het was niet spectaculair geweest. Terwijl we zaten te eten in de pub met z’n vijven kwamen Moniek, Hilde en Paul binnen. Maar waar waren Arjan, Jasja en Sandra…? Uiteindelijk kwamen ze ‘s avonds om half elf, een uur na de afgesproken tijd binnen, in een ANDERE auto. Ze waren een bocht om komen rijden en waren vol tegen een op de weg staand hert aangereden! Hert dood (Maar niet meteen, waar ze begrijpelijkerwijs ook erg van onder de indruk waren), auto in puin, maar zij gelukkig in orde. Alleen heel erg geschrokken! Er worden hier veel beesten doogereden helaas en hoewel het leuk is om de beesten zo vlak langs de weg te zien, geven scores van 7 beren, 28 herten, 15 elk en twee bighorn schapen in 1 jaar tijd, over een afstand van 30 kilometer (!), aan dat de steeds vaker voorkomende hekken een goed idee zijn!

Wat onrustig ging iedereen slapen, maar het bed was gelukkig prima!

Dag 1: vliegen

Dag 1: vliegen

Het duurde eindeloos, maar ook weer niet zo lang als waar we bang voor waren. Na een ietwat vertraagde reis naar Londen was het daar nog even opschieten om het vliegtuig van Air Canada te halen. Lopen, bus (leuk, langs de enorme toestellen naar Brunei en India e.d.) en weer lopen en wel 3 security-checks later zaten we dan in het vliegtuig. Inmiddels hadden we ook kennis gemaakt met het reisgezelschap: Moniek (reisleidster), Jan, Jan, Rob, Sandra, Hilde & Paul en Arjan & Jasja (die elkaar vorig jaar tijdens een Djoserreis hebben ontmoet). Klein groepje en tot zover gaat alles in goede harmonie.

Het vliegen leek wel in een tijdbubbel plaats te vinden. Tien uur vliegen en negen uur tijdsverschil zorgde ervoor dat de zon ongeveer aan dezelfde plek aan de hemel bleef. Boven Groenland en De Rockies hadden we een spectaculair uitzicht op respectievelijk de ijsschotsen en het besneeuwde landschap EN de bosbranden, die volgens de locals de ergste in 50 jaar zijn. Dat gaat onze reis nog beinvloeden.

Aankomst was wat rommelig en onwerkelijk en na een bus naar het centrum, naar het erg luxe HI – Vancouver Central Hostel, en een hapje eten lukte het niet langer om de ogen open te houden. Niet zo gek als je bedenkt dat het in Canada weliswaar 8 uur ‘s avonds was, maar in Nederland 9 uur later!

Dag 17 – Van Fernie naar Nelson

Dag 17 – Van Fernie naar Nelson

Na een prima nachtje slapen ging om zeven uur de wekker: we wilden nog wat van onze dag overhouden naast al het reizen! Na een echte cappuchino opgepikt te hebben (ipv lauw water met een bruin kleurtje) reden we via HW 3 (Crowshighway) naar Creston. 10 Kilometer buiten Creston ligt het Creston Wildlife Management Centre, waar meer dan 250 (!) vogelsoorten broeden en verder schilpadden, muskusratten etc. voorkomen.

We kochten een kaartje om een korte en naar bleek ERG warme wandeling te kunnen maken. Hoewel het geen broedseizoen is en het daarom een beetje stil was, was het wel mooi. We zagen eindeloos veel libellen (rood, blauw en groen), sprinkhanen, vlinders, een aantal vogelsoorten (waaronder op afstand een visarend) en een schildpad (een “painted turtle”, echt waar!). Terug in de auto hebben we eerst maar eens bij zitten komen en bijna een liter water weggedronken. Warm!

Daarna door naar Nelson, een erg leuk en aan het Kootenay Lake gelegen plaatsje. We logeren in het Alpine Motel. Bij binnenkomst begonnen we aan de riedel “Hi, we would like to check in as part of a group: the Baobab / Johnview group?” “Oh: Baobab? Nou dan kunnen jullie wel Nederlands praten hoor!” Zucht: net als je er goed in begin te worden! 🙂

We zitten nu in The Lunchbox, een ook al door een Nederlandse gerund lunch- en internetcafe. Straks gaan we even aan het strand kijken (jawel, echt waar, een echt strand! Hoewel zwemmen wat te koud is) en verder lekker rustig aan doen. Morgen zijn we hier nog een dag, dus ik verwacht dan het laatste nieuws weer te kunnen posten!

Het is erg warm en hoewel we in Nelson zelf geen last hebben van de branden woedt er ook hier 1, ten oosten van de rivier. We verwachten bij onze 1 na laatste stop (Revelstoke, waar we overmorgen heengaan) en onze laatste lange reisdag (van Revelstoke naar Hope, waarbij we langs Kamloops moeten) het ergst last te krijgen van de branden. Het weer is weliswaar voor ons fijn (niemand wil een vakantie in de regen zittten), maar we hopen echt op veel regen voor de mensen hier!

Dag 2 – Vancouver

Dag 2 – Vancouver

Na een uitgebreider rondje kennis maken en informatie van Moniek was het tijd voor het eerste uitstapje. Bijna de hele groep vertrok naar Chinatown, waar de belangrijkste attractie werd gevormd door een prachtige Chinese tuin. Hoewel het modderige water in de vijvers en de grote bezoekers aantallen het effect wat bedorven was het toch wel aardig.

Daarna door naar Gastown, het oudste gedeelte van de stad en uiteraard de uitgaansbuurt. Gesticht door Gassy Jack die ongeveer rond 1880 aankwam met een vat whiskey, dat hij aan de railroadworkers beloofde als ze hem hielpen een kroeg te bouwen. 24 Uur later stond de kroeg en dat was het begin van de wijk en eigenlijk van de stad. Gerenoveerd rond 1980 is het een erg breed opgezette wijk geworden, met weinig originele delen, maar de sfeer is prettig en het is erg groen. De belangrijkste attractie hier is de stoomklok uit 1977, die elk kwartier toetert alsof hij in zijn vorige leven een locomotief was.

Na koffie togen we naar het uitkijkpunt bovenop het harbour center, waar een glazen lift je naar 167 meter brengt voor een spectaculair uitzicht over de stad. Niet voor mensen met hoogtevrees, maar erg mooi.

Na de lunch sloten we de dag af met een bezoek aan Stanley Park en met name aan het Vancouver Aquarium (waar we een Beluga-show en een dolfijnenshow zagen) en de totempalen (nieuw maar wel door de First Nations People gemaakt).

‘s Avonds aten we samen (zonder de groep) in een klein Spaans restaurantje. Leuke sfeer, lekker eten. We konden onze ogen inmiddels tot half 10 open houden, maar toen was het echt klaar. SLAPEN!

Dag 18 – Nelson

Dag 18 – Nelson

Het was een beetje een suf dagje vandaag. We begonnen erg rustig met een uitgebreide cappuchino in het internetcafe. Alweer goeie koffie! Mjummie! daarna zijn we over Highway 3a naar het Noorden langs Kootenay Lake gereden, naar Kaslo. In Kaslo ligt een geweldige oude radarboot, die van 1890 tot 1957 op het meer heeft gevaren en na die tijd is gerestaureerd tot museum. Erg leuk om te zien en voor vijf dollar mag je zelfs aan de stoomfluit hangen! Nee natuurlijk hebben we dat niet gedaan… vlak voor ons was al een mevrouw die dat deed, dus we konden meengenieten. 🙂

Daarna dachten we nog “even” de zuidelijke toegangsweg van Kootenay Glacier Park op te rijden. Het bleek een afschuwelijk slechte weg en toen de motor steeds warmer werd zijn we er maar mee opgehouden. Bovendien was het een echte berenweg (overal bear-berries, het voer dat ze het lekerst vinden en sterk overgroeide weggedeelten), dus echt rustig zaten we ook niet.

De rest van de middag hebben we gewassen, gelezen en gelummeld met Paul en Hilde en ‘s avonds hebben we heerlijk Grieks gegeten. Gezellige avond en weer op tijd slapen ivm de reisdag morgen.

Dag 3 – Victoria en Orca’s!

Dag 3 – Victoria en Orca’s!

Om zeven uur stond, na een nacht iets minder goed slapen (o.a. door een dronken idioot die bij ons probeerde naar binnen te komen omdat hij dacht dat het zijn kamer was) de bus klaar. Veel te vroeg zoals bleek: de tocht naar de ferries duurde maar 30 minuten in plaats van twee uur, dus we namen maar een ferry eerder. Een zonnige, koude en erg mooie overtocht van twee uur later (zeehonden naast het schip, tot drie keer toe!) werden we opgepikt door een bus naar Victoria.

Daar waren de kamers van de Comfort Inn en Suites nog niet klaar, dus na wat onhandig ompakken lieten we de tassen achter en pakten een bus “downtown”. Victoria is erg Brits (rode bussen, hoewel ze rechts rijden, hanging flower baskets, high tea etc.) en een schattig plaatsje. Tijn, ik, Rob en beide Jannen gingen als eerste naar het Royal BC Museum, waar we o.a. een echt schitterende tentoonstelling over de First Natiosn People zagen en het effect dat blanken hebben gehad en hebben op hun leefomgeving. Ook een dinosaurussen-tentoonstelling was erg mooi, hoewel we twijfelden aan de echtheid van sommige skeletten.

Na een kop koffie om bij te komen en een tijdje winkelen en terrasjes hangen was het om 17 uur zover: verzamelen voor de whale-watching trip. Hoewel het bijna 30 graden was (en al drie dagen is) werden we in een belachelijk oranje pak gehesen: dik en warm. Zoals later op het water bleek was het geen overbodige luxe, maar op dat moment dachten we daar anders over.

We werden in een knalgele zodiac gehesen, olv Richard, de “stuurman”. Erg aardige vent, getrouwd met een Nederlandse (hoewel hij maar 3 woorden NL sprak: je mag raden welk soort) en verknocht aan zijn vak. Buitengaats gaf hij gas… We vlogen echt over het water: helemaal te gek, echt een enorme kick! Na een half uurtje legde hij de boot stil: “Seen any whales yet? No? Look to your left dummies!!” En daar waren ze: een enorme groep van zo’n 20 orca’s, die eerst op grote afstand, maar daarna steeds dichterbij door het water doken, omhoog sprongen (breaching) en af en toe hun kop boven water staken (spyhopping). Het was echt een geweldige ervaring, die we ons allebei nog erg lang zullen heugen. In totaal maakten we drie loops om ze heen, om ze voor te komen en te zorgen dat ze nog eens dichterbij kwamen. En toen alle boten al weg waren en ook wij eigenlijk weg moesten doken ze vlak voor ons op, om de boot, in de ondergaande zon… Echt om stil van te worden…!

Drie uur later stonden we bekaf en bruingebrand op de kade. Na een lekkere hap (zalm voor Karin naturlijk) en een bus terug rolden we om half twaalf ons bed in… wat een dag!

Dag 19 – Van Nelson naar Revelstoke

Dag 19 – Van Nelson naar Revelstoke

Beetje uitslapen en daarna naar het noorden, over de 3 en daarna de 6, naar Revelstoke. Onderweg rijdt je bijna voortdurend langs het meer en hoewel het wat rokerig was onderweg, was het toch een fantastische route. 50 Kilometer voor Revelstoke ga je met een ferry 9 kilometer over het water. Een heerlijk rustig tripje en iets minder warm, want het is nog steeds ruim 30 graden.

Revelstoke is uitgestorven. Het park is uit voorzorg afgesloten en het Glacier NP is weliswaar open, maar dat bewaren we voor morgen. We hebben net even wat gedronken en wat informatie opgepikt over Glacier NP en de mail gecheckt. Vanavond gaan we nog, met eigen auto, op een berenexpeditie, naar de vuilnishoop! Dat schijnt de beste plaats te zijn, dus we zien wel. Morgen gaan we naar het park en eind van de middag lekker een beetje lummelen: mail beantwoorden en vertellen of we beren hebben gezien!

Dag 4 – naar Tofino

Dag 4 – naar Tofino

Vandaag was een reisdag, met de bus van Victoria naar Tofino. In een klein busje reisden we via Duncan (waar we de totem-route liepen, met wel 40 totempalen) en een klein stadje met allerlei muurschilderingen (modern uiteraard: er is niet veel ouder dan 100 jaar hier) EN een bezoekje aan Cathedral Grove (een oud stuk bos, met bomen tot wel 800 jaar oud!!) langs een schitterende route naar Tofino. We logeren in een hostel aan het water, met uitzicht over de baai en opstijgende watervliegtuigen. En morgen gaan we WEER walvissen kijken: hopelijk zien we grey whales, humpbacks en orca’s…

Dag 20 – Revelstoke en Glacier National Park

Dag 20 – Revelstoke en Glacier National Park

Gisteravond werd de berenexpiditie niets meer: het bleek dat er schrikdraad langs de vuilnishoop gezet om de beren weg te houden! Helaas, maar we snappen het wel 🙁 We zagen wel voor de eerste keer echt branden in het donker op de berg. Het was een indrukwekkend gezicht. We raakten bovendien aan de praat met een vrouwelijke firefighter die in ons motel logeerde. Ze vertelde dat dat “kleine plekje” dat we zagen 20 hectare vuur was! We kregen erg veel bewondering voor die mensen die de berg op klauteren om alles in goede banen te leiden!

Het eten was in ieder geval erg lekker en na een afzakkertje met Hilde en Paul doken we ons bed in.

Vandaag hadden we wat moeite met opstaan, dus uiteindelijk vertrokken we pas rond half tien naar Glacier Park. Het was vandaag veel rokeriger en alles lijkt flink erger geworden, inclusief het vuur dat we gisteravond op de berg zagen. Het was dan ook een “mistig” tripje naar het Visitors Centre, waar we een parkpass haalden.

Daarna hebben we twee kleine trails gelopen. Een boardwalk van 500 meter door een ERG oud stuk bos en een stukje over een stenenpad langs met mos overgroeide keien die daar al sinds de laatste ijstijd liggen. Erg mooi en goed te doen!

Daarna hielden we het voor gezien: het was te rokerig en met Karin’s verkoudheid erbij zorgde dat voor ademhalingsproblemen bij haar en voor geirriteerde luchtwegen bij Martijn. De rest van de dag brachten we door met lezen langs het water en een beetje lummelen. Dat mag ook wel op onze laatste “echte” vakantiedag: morgen een erg lange reisdag en zaterdag vliegen we weer naar huis!

Dag 5 – Tofino en meer walvissen!

Dag 5 – Tofino en meer walvissen!

Vannacht prima en erg lang geslapen. We delen deze nachten in Tofino een kamer met Jasja en Arjan, het Leidse stel. Dat is gelukkig erg gezellig en tot nu toe heeft er niemand gesnurkt, of gepraat in de slaap! 🙂

Om acht uur zaten we aan de koffie en versgebakken muffin/scone achtige dingen in het plaatselijke ontmoetingstentje. Heerlijk wakker worden, al kan je hier beter cappuchino of espresso drinken dan een bakkie normale pleur… jech!

Daarna verzamelden we om kwart voor negen voor een tweede Whale-Watch-trip. Het was wederom fantastisch weer en de oceaan leek meer op een meertje. We vertrokken in een kleine boot (geen pakken deze keer) en trokken langs alle kleine kust-eilandjes naar open water. Rondom Tofino ligt het National Pacific Rim natuurpark met een van de laatste stukken natuurlijk regenwoud. Ook vanaf het water is dat een fantastisch gezicht.

De eerste stop was bij een kleine rots waar we tot op ongeveer 30 meter van een stel zeeleeuwen konden komen die lekker lagen te zonnen. Je kon ze horen en hetwas echt een heel gaaf gezicht. Zo dichtbij zulke prachtige dieren! Ook de tweede “stop” was de moeite waard: een grote troep kleine grijze zeehonden. Alweer erg dichtbij: iedereen werd er stil van.

Bij derde stop kwamen de grijze walvissen in beeld: 3 stuks, een moeder met een kalf en een andere. Wat een majestueuze beesten. Veel trager dan de orca’s, prachtig lichtgrijs en ze kwamen erg dicht bij de boot, zonder zich te storen aan de motor of onze enthousiaste kreten.

De stop daarna was de uitsmijter: een bultrug, ongeveer 5 mijl uit de kust, die tot halverwege het water uitsprong en zich daarna nog een keer helemaal het water uitgooide. Foto’s zullen misschien niet allemaal gelukt zijn, maar dit vergeten we nooit meer!

Tijn kreeg op de terugweg zijn toetje: een nest met een bald eagle en moeder en jong die zich rustig van alle kanten rustig lieten bekijken en fotograferen.

Bijna 3 uur na het vertrek stonden we glunderend op de pier: onze dag kon niet meer stuk! De rest van de dag hebben we besteed aan lunchen, zonnen, kaarten schrijven, en een tripje voor morgen plannen. We beginnen morgen met een korte regenwoud-wandeling en eind van de middag gaan we op beren-tocht! De kans dat we die tegenkomen is veel kleiner, maar we blijven hopen! Een aantal mensen is nu al gaan kijken, dus we horen straks of zij geluk hadden!

Vanavond uit eten en op tijd tukken. Prima hostel dit “whalers on the point” en het uitzicht is niet te versmaden!

Dag 21 – Van Revelstoke naar Hope

Dag 21 – Van Revelstoke naar Hope

Vandaag een lange reisdag, maar we konden maar moelijk op gang en uit de veren komen. Uiteindelijk vertrokken we om half negen uit Revelstoke richting Hope, via de 1 West en de 5 South.

Het was een fijne route om te rijden. We konden opschieten en het uitzicht was prima. We hadden tot onze verbazing ook helemaal geen last van de branden. Bij Chase zagen we nog wel de resten (smeulende bossen..) en we hebben Kewlona vermeden, maar rond Kamloops werd de lucht voor het eerst sinds dagen ECHT helder. Geen rook! We genoten van het verre kijken.

Hope is zoals het klinkt: je hoopt de hele tijd dat het beter wordt. 😉 Het is een erg klein plaatsje, maar we gaan zometeen even aan het water kijken. Morgen naar Vancouver Airport en naar huis, dus vanavond een uitgebreid diner… We hebben alleen nog niet ontdekt WAAR dat dan kan, maar dat komt vast goed 🙂

Dag 6 – Regenwoud en Beren!

Dag 6 – Regenwoud en Beren!

Vanochtend na opnieuw 10 uur (!) prima slaap en een ontbijtje bij de Common Loaf and Bakery Shop (dat koffietentje) stonden we (Martijn, Paul en ik) om negen uur bij Sea Trek, de organisatie waarmee we een tripje naar een korte regenwoud-wandeling zouden gaan maken. Ondanks dat het opnieuw prachtig weer was, werden we in zwemvest gehesen en vertrokken we met een Glass Bottom Boat (waarin je met hoog water niet veel bijzonders ziet) naar Mears Island.

We werden afgezet, na een kwartiertje varen, op het begin van de boardwalk, waar we een korte wandeling konden maken, over de vlonders. Het was schitterend: we waren de eersten en behalve nog een Belg was er niemand mee, dus het was ontzettend stil. Je loopt tussen gigantische eeuwenoude ceders en hoewel natuurlijk niet tropisch is het onmiskenbaar een regenwoud! Heerlijk. De oudste boom wordt de “hanging garden” genoemd en is 1200 jaar oud! Stel je voor… Hij is ook reusachtig: 21 meter in omtrek. Erg mooi.

Na een uurtje werden we weer opgepikt door de boot en hebben we tot drie uur de tijd doorgebracht met lunchen, lezen en luieren. En van het uitzicht genieten vanuit het hostel, waar vandaan we onder andere een kingfisher (ijsvogel)paartje kunnen zien.

Om 3 uur begon de bear-watch-trip. Opnieuw in (nu echt overbodig) pak 3 uur lang tussen de eilandjes door. De eerste stop was meteen raak: een moeder met twee jongen! Ze verdween al na een paar minuten, maar we konden behoorlijk dichtbij komen. Heel erg lief! Daarna een korte ontmoeting met een jong mannetje, van redelijk ver af. Toen we het voor de rest al bijna hadden opgegeven kregen we de uitsmijter: op 10 meter van de boot een volwassen mannetje,waar we wel 10 minuten van mochten genieten. Hij liet zich niet storen tijdens het eten! Super!

Drie uur later waren we terug. Opnieuw een superdag! Straks gaan we bbq-en en morgen hebben we een lange reisdag. Eerst terug naar Vancouver waar we de huurauto’s ophalen en daarna rijden we door naar Whistler. En dan richting natuurparken. We zijn benieuwd hoe het nu met de bosbranden gaat…

Dag 22 en 23 – Vliegen en naar huis

Dag 22 en 23 – Vliegen en naar huis

Gisteravond was de laatste avond een afknapper die niets met de groep en alles met het restaurant van doen had. We hebben eigenlijk de hele vakantie lekker gegeten, maar uitgerekend de laatste avond was het eten niet lekker, verkeerd (niet besteld) en/of veel te laat. Karin kreeg haar eten pas toen iedereen al bijna klaar was en Martijn kreeg een “krokante kipburger” zonder krokant! Teleurgesteld vertrok iedereen daarna vroeg naar bed. Wel hebben we adressen verzameld en het plan is (van Martijn en mij) om in ieder geval met de mensen die dat willen een reunie te organiseren om foto’s te bekijken.

De laatste ochtend begonnen we met een stevige cappuchino en daarna reden we in een paar uur tijd naar het (slecht aangegeven!) vliegveld. Daar kochten we de laatste souvenis, aten uitgebreid en vertrokken daarna voor een eindeloze vliegreis. Het was erg vreemd om een nacht van maar 2 uur mee te maken (je vliegt er als het ware doorheen). Verder hadden we een schitterend uitzicht boven de Rockies. Helaas ook op de nog steeds enorme bosbranden; vanuit de lucht zie je pas echt hoe reusachtig en destructief het is! De zonsopkomst boven Groenland was gewoon erg mooi.

Alles verliep soepel en een half uur voor op schema waren we in Amsterdam, waar we werden afgehaald door de ouders van Martijn en door Karst. Na weinig tot niet slapen in het vliegtuig raakten ons hoofd om negen uur het kussen. Tukken! En dromen van een FANTASTISCHE vakantie!!! Dank je wel Arjan, Hilde, Jan, Jan, Jasja, Moniek, Paul, Rob en Sandra, voor alle gezelligheid!

Dag 7 – Reizen naar Whistler

Dag 7 – Reizen naar Whistler

Om 8:15 stond de bus al klaar om ons op te pikken van het hostel, dus het ontbijt bestond uit enigszins droge boterhammen en een yoghurtje. De busreis verliep wat hobbelig, maar zonder bijzonderheden en na een paar stops waren we om 12:00 uur in Nanaimo: ruim op tijd voor de ferry van half 1.

Die was zelf wat verlaat, dus het was even wachten, maar ook deze reis verliep soepel. Het weer werd onderweg wel steeds slechter en uiteindelijk hadden we in Vancouver regen. In “horseshoe bay” stond een bus om ons op te pikken en wat voor bus. Er konden meer dan 60 mensen in! We voelden ons dus wel wat verdwaald: met 11 man zit je dan toch erg ruim!

Het duurde lang voor we in Vancouver centrum waren: het was duidelijk de vrijdagmiddagspits. Uiteindelijk bereikten we om vier uur Avis, waar we de auto ophaalden. Tijn en ik waren snel klaar: we zijn nu voor twee weken de trotse eigenaars van een zilvergrijze Pontiac Grand Am, 3,4 liter, 6v! … Niet dat je er erg veel aan hebt als de maximumsnelheid zo ongeveer overal
maximaal 90 km/u is, maar goed. Het rijdt lekker.

Tijn moest even wennen aan de automaat, maar reed toen soepel door de Vancouverspits naar Highway 99, de bijzonder mooie “sea to sky” highway. Het uitzicht is inderdaad spectaculair. Dat het echter een gevaarlijke weg kan zijn bewees een auto die zo’n 25 kilometer voor Whistler op 30 meter voor onze auto dwars over de weg schoot en rechts van ons in de berm over de kop sloeg. We zijn ons kapotgeschrokken: het had geen 3 seconden later moeten gebeuren, want dan hadden we hem vol in de zijkant gehad. Wonder boven wonder kroop uiteindelijk iedereen op het oog ongedeerd uit de auto, zelfs het ukkie van anderhalf.

Nog wat natrillend reden we vlak daarna Whistler binnen en daar zitten we nu in het erg luxueuze Whistler Coast Hotel. 2 Kingsize bedden en een bad. We zijn hier maar 1 nachtje, maar dat slapen komt goed! Morgen naar Clearwater!

Dag 8 – Van Whistler naar Clearwater

Dag 8 – Van Whistler naar Clearwater

Na een nacht lekker slapen waren we er weer helemaal klaar voor en lag het ongeluk achter ons. De weg was ook te mooi om lang te blijven piekeren. Hoewel het rijden niet opschiet (op veel plaatsen mag je max. 80 of 60) leverde het wel veel mogelijkheden op om te genieten van het uitzicht.

De weg trok eerst door de bergen, daarna door rollende heuvels en weilanden (allemaal erg droog, maar daardoor wel zo’n mooie kleur geel als je uit de films kent) en daarna kwamen we steeds dichter bij de Rockies, hoewel die pas na Clearwater echt beginnen. Voor de kaartlezers: we volgden eerst de 99 uit, daarna de 24 naar het oosten en aan het eind daarvan kwamen we in Littele Ford. Ongeveer een half uur daarvoor draaiden we een heuvel over en was het dal voor ons ineens gevuld met rook. In Littele Ford stond een hele ploeg mensen om iedereen te informeren. De nr. 5 naar het zuiden was afgesloten: de branden rondom Kamloops woedden 10 mijl naar het zuiden, achter de bergen. Het was spookachtig om door de rook te rijden. Alles was grijs en stil en ver kijken was niet echt mogelijjk. Brandende ogen en een kriebelkeel lieten je ook merken dat het wel degelijk heftig was!

Gelukkig was de 5 naar het noorden wel open en een uurtje later waren we in Clearwater. Ook daar was het rokerig en omdat de stad nog maar 2 dagen weer voor halve kracht stroom had, kon de airco niet aan. Ook werden we van ons origionele hotel omgeboekt naar het Ace motel omdat in ons hotel firefighters gestationeerd waren! Gelukkig waren de kamers prima, al was het erg warm: geen airco en deur open zetten was ook geen optie!

Het Wells Gray National Park was wel open en aangezien het ongeveer 40 km. ten noorden van Clearwater ligt, leek het geen slecht idee om er meteen heen te rijden. Verder weg van de rook! We bezochten drie spectaculaire watervallen, die echter door de grijze lucht een beetje somber leken. Bovendien had Martijn wel genoeg gereden voor die dag, dus om 19:00 uur zaten we lekker aan tafel voor diner. In een Clearwater waar de rook, door een kleine draaiing van de wind, behoorlijk was opgetrokken.

Op tijd tukken, na een stevige steak 🙂