Archief van
Categorie: New England

New England in de (vroege) herfst…

New England in de (vroege) herfst…


… lijkt ons al een feest, maar we beginnen in New York! Na een paar dagen Big Apple halen we de huurauto op, op de luchthaven (JFK) om nog 10 dagen New England te verkennen. We zijn te vroeg voor echt spectaculair verkleurende bladeren, maar hopelijk prima op tijd voor ruimte, mooie routes, leuke stadjes en steden en walvistripjes. We hebben er zin in!




4 sept. – onderweg

4 sept. – onderweg

Ondanks dat we pas eind van de dag vertrekken, zit uitslapen er vandaag niet in. We klimmen op tijd ons mandje uit om de laatste spullen in de tas te pakken, het allerlaatste hotel te boeken, het huis op te ruimen en nog een laatste afspraak na te komen. Tussendoor wandelen we nog even de stad in voor een boodschap en een broodje.

Uiteindelijk is het zover; om half 3 pakken we een bus naar het station en zonder problemen zijn we om 10 over 3 op Schiphol. Omdat we al ingecheckt zijn, hoeven we alleen de tassen af te geven. Daarna wandelen we door de douane en na een kopje koffie en een flinke tijd wachten mogen we om 5 uur door de controle bij de gate. We zijn bijna teleurgesteld: na alle dramatische verhalen verwachten we een hoop ellende, maar nadat onze tassen door de scanner zijn gegaan wandelen we zo het vliegtuig in.

Over de vlucht zelf kunnen we kort zijn: hij duurt behoorlijk lang, met dank aan tv-schermen die te dichtbij of te veraf hangen en iets te weinig beenruimte. Het eten is wel erg goed (hoewel erg pittig!) en we hebben ook niets te klagen over de hoeveelheid drankjes en snacks.
Keurig op tijd, kwart over 8 plaatselijke tijd, landen we op JFK. Ook nu gaat alles vlot. Heel even wachten, een aantal vinger-afdruk-scans, en foto en een vraag later, mogen we doorlopen. Welkom in de VS! Onze tassen rollen na een paar minuten van de band en in de ontvangsthal regelen we een shuttlebusje naar het hotel. Al snel zien we de skyline van de Big Apple en uiteindelijk rijden we tussen de enorme gebouwen en omringd door de kenmerkende gele taxi’s, door Manhatten.

We zijn het tweede stel dat wordt afgezet. De Red Roof Inn ligt aan Korea Way (6 West 32nd street), de kleine Koreaanse gemeenschap. Aan beide zijden zijn kleine, Koreaanse winkeltjes en restaurantjes en als we omhoog kijken zien we de Empire State Building (ESB) boven de andere gebouwen uitkomen.
Het hotel blijkt keurig: we krijgen een kamer op de 5e etage, met uitzicht op het ESB en een keurige badkamer met douche en bad, een kluisje en wireless internet… en een heerlijk, hoog en ENORM groot bed! En dat ziet er goed uit! Inmiddels is ons tijdklokje ervan overtuigd dat het tegen 5 uur ‘s nachts is, dus na een snelle douche duiken we het mandje in. Dat het buiten wat lawaaiig is, valt ons niet meer op: binnen een paar minuten zijn we vertrokken.

5 sept. – NYC

5 sept. – NYC

We zijn zo moe dat we het zowaar in een keer redden tot half 8 ‘s ochtends. Maar dan is het op: we douchen en eten een ontbijtje in de wat rommelige ontbijtzaal en dan is het tijd voor het ontdekken van de Grote Appel!
Ons hotel ligt op 32nd St. maar als we de straat uitlopen komen we op Broadway! Deze straat loopt heel Manhattan door, 13,5 mijl van noord naar zuid. We besluiten dat we vandaag ‘downtown’ willen dwalen en dat Broadway daar een geweldige route voor is. Het is prachtig zonnig en beloofd ruim 25 graden te worden. We volgen de straat naar het zuiden.

Al snel zijn we in de film die New York City heet terecht gekomen. NYPD auto’s, een markt, mensen die met koppen koffie over straat dwalen en overal gele taxi’s. De wolkenkrabber zijn natuurlijk enorm, maar daartussen staan regelmatig gebouwen van maar een aantal verdiepingen. Overal wordt gebouwd en aan de gebouwen zien we de karakteristieke brandtrappen.
Na een aantal kilometer wandelen zijn we in Chinatown! We volgen een route van de Lonely Planet door Chinatown en Little Italy. Als we eerder al dachten dat we al in een film zaten, neemt het gevoel nu helemaal enorme vormen aan. We dwalen tussen de vage kruidenwinkeltjes, langs versierde straten en uiteindelijk belanden we in een boedistische tempel. Er staat een enorm gouden Boedahbeeld waarvoor mensen zitten te bidden.

Als we uitgedwaald zijn, zijn we in aan het begin van de Manhattan Bridge gekomen. We besluiten de brug op te gaan en al snel blijkt dat een perfect plan. We hebben een geweldig uitzicht op de Hudson, de Brooklyn Bridge en zuidelijk Manhattan. Het is warm op de brug, maar we genieten met volle teugen en maken stapels foto’s.
Als we aan de overkant zijn wandelen we een stukje zuidelijker en wandelen dan de hele Brooklyn Bridge weer terug. Deze geweldige brug werd eind 19e eeuw gemaakt en staat er na een opknapbeurt in de jaren ’80 van de vorige eeuw nog steeds prachtig bij.

Aan de overkant wandelen we langs City Hall terug naar Broadway. Het is laat (half 2) en DRINGEND tijd voor lunch. We vinden een plaatsje bij Les Halles, een geweldige brasserie. We eten een heerlijke lunch: vers brood, verse sapjes, ommelet, een sandwich, frietjes… we hebben eindeloos gelopen dus we kunnen wel wat gebruiken. Ook het water gaat met enrome glazen tegelijk naar binnen. Hoewel we ook onderweg water en koffie hebben gedronken is het zo warm dat we goed moeten oppassen dat we niet uitdrogen. Na een uurtje zijn we weer bijgekomen en klaar voor de rest van onze dwaal-dag.

Na de lunch gaan we terug naar Broadway. We zien iets verderop het Woolworth Building liggen, maar onze bestemming is St. Pauls’ Chapel. Deze kapel ligt aan de rand van ‘ground zero’, waar tot 11 september 2001 de Twin Towers van het WTC stonden. De kapel vormde in de maanden na de aanslag het middelpunt van het vrijwilligerswerk waarbij duizenden vrijwilligers lichamen borgden en puin ruimden.Er is nog steeds een tentoonstelling met foto’s, kleine ‘souvenirs’ en verhalen van en over de vrijwilligers. We dwalen langs alle herinneringen in de kleine kerk en daarna lopen we aan de achterkant de oude begraafplaats op, waar sinds een aantal jaar ook de Bell of Hope staat, die wordt geluid na elke grote terroristisch aanslag, in binnen- of buitenland, als teken van verzet en hoop.
Achter de begraafplaats ligt Ground Zero. Er is niet veel van te zien: op de hekken staan foto’s van de gebouwen die er nu opgetrokken worden. Het is een vreemd gezicht, dat grote gat tussen die enorme gebouwen. De kranen en vrachtwagens zijn hard aan de slag.

We maken wat foto’s en lopen dan terug naar Broadway, waar we een kijkje nemen in Trinity Church en vervolgens, van dat kleine kerkje tussen de enorme wolkenkrabbers, Wall St. oplopen! Het is zaterdag dus geen mannen en vrouwen strak in pak, maar wel veel toeristen die net als wij met een grijns als een kind in de snoepwinkel rondwandelen en plaatjes schieten; van de Trump Building, de Federal Hall en de New York Stock Exchange.
Uiteindelijk wandelen we door en komen we op Bowloing Green, het parkje waar ooit Nederlander Peter Minuit Manhattan voor 24 dollar kocht van de Native Americans. En daar staan… kleine houten imitaties van oud-Hollandsche huisjes van waaruit stroopwafels, kaas, kroketten, poffertjes en fietstochtjes worden verkocht! Er zijn zelfs replicas van een molen en een bloemenkas en er staat een jongedame met een onvervalst Hollands accent achter een microfoon uitleg te geven over Nederlandse klederdracht.

Het blijkt het begin van de viering van het 400-jarig bestaan van Nieuw Amsterdam, dat komende week ook bijgewoond wordt door onze kroonprins en zijn Maxima. We kunnen niet helemaal kiezen tussen lachen en huilen: daar reist een mens dan de oceaan voor over, voor ‘stroepwaffles’ uit Nederland… Uiteindelijk vertrekken we grijnzend naar Battery Park, het meest zuidelijke puntje van Manhattan. Na een drankje en een ijsje op een bankje in het park wandelen we naar de Staten Island Ferry, de gratis manier om de Statue of Liberty te zien.
We hebben geluk en hebben na 5 minuten een ferry. Die hangt klassiek over naar rechts… we zijn zeker niet de enige toeristen aan boord! We kiezen een plaatjes op het achterdek en dat blijkt een schot in de roos. We zien Manhattan in het mooie licht van de namiddag kleiner worden en na ongeveer 10 minuten verschijnt onze vrijzinnige dame met vlam in beeld. We klikken plaatjes en genieten… Aan de overkant rennen we van boord (verplicht) en met een boogje meteen weer aan boord. Binnen een uur na vertrek zijn we weer terug.

En het is wel zo’n beetje genoeg voor vandaag: we pakken na enig uitzoekwerk een subway terug naar het hotel waar we douchen en de eerstkomende twee uur niets doen. We zijn moe en echt honger hebben we niet: het voelt laat! Uiteindelijk wandelen we om half 9 het hotel uit en via Harald Square (met Macy’s) dwalen we nog een tijdje verder… en bijna ongemerkt dichterbij naar de lichtjeszee verderop… Times Square. En hoewel we onszelf vooraf vertelden dat lichtreclames niet echt spannend meer zijn, is dit spektakel echt zwaar over the top.Met open mond laten we ons met de mensen meevoeren. We maken foto’s maar blijven ons vooral afvragen waar dit over gaat. Er zijn vooral HEEL VEEL lichtjes; zoveel, dat de camera alle plaatjes makkelijk aankan, terwijl het eigenlijk al donker is.
Uiteindelijk wandelen we weer terug en halen om de hoek bij het hotel toch nog maar een burger. Daarna is het echt meer dan op. We storten in bed en zijn in no time vertrokken!

6 sept. – meer NYC

6 sept. – meer NYC

We zijn wat stijfjes als we wakker worden; al dat lopen van gisteren heeft ons stijven spieren en een blaar of twee opgeleverd. Het bed ligt bovendien prima, dus we overwegen heel even om vandaag gewoon lekker in bed te blijven liggen. Een blik naar buiten en we zijn genezen: New York en het zonnetje wachten!

Na het ontbijt pakken we een subway ‘uptown’. We stappen na een halte al weer uit, om Grand Central Station te bekijken. Dat is gepast ‘grand’: de enome hal en zijbeuken zijn gevuld met reizigers en fotograferende toeristen. We schieten braaf ook wat plaatjes en hoppen daarna weer op de subway, tot 86th street. Vandaar lopen we naar de MET, het Metropolis Museum of Art.

Dit enorme gebouw staat tjokvol kunst, zo’n 2 miljoen voorwerpen waarvan een groot aantal wereldberoemde stukken. En die willen we wel zien! We zijn gelukkig vroeg en er is nog nauwelijks een rij. We geven onze tassen af, betalen het geadviseerde toegangsbedrag en wandelen naar binnen.
In de uren daarna bekijken we onder andere oud Grieks en Romeinse beelden, een goudschat uit Peru, Amerikaanse kunstvoorwerpen, Middeleeuwse kerkkunst, het uitzicht op Manhattan vanaf het dakterras en – als klap op de vuurpijl – een groot aantal meesters waaronder de ‘zigzagstoel’ van Mondriaan en beroemde schilderijen van Van Gogh, Rembrandt, Hals, Monet, Gaugin, Pizarro en Klimt. We komen ogen (en benen!) tekort voor al het moois en zijn blij dat we (bijna overal) plaatjes mogen maken!

Uiteindelijk is het kwart over 2 als we naar buiten lopen! We hebben onderweg wel pauze gehouden in verschillende cafe’s, maar inmiddels hebben we razende trek. We vinden een geweldige lnuch bij Le Quotidien Paris, een keten die we ook van andere landen kennen en waar heerlijk verse ingredienten worden gebruikt om (o.a.) lekkere broodjes klaar te maken. We smullen ervan en na een uutje zijn we zover bijgekomen dat we er weer tegenaan kunnen.
Tijd voor het tweede highlight van vandaag: Central Park. Het is inmiddels wat bewolkt aan het worden, maar dat mag onze pret en dat van zo’n miljoen (nouja) andere New Yorkers, niet drukken. Het is enorm druk in het hele park: er wandelen, fietsen, skaten, zonnen, football-en, picknicken en schaken, er rijden mensen in koetsjes of in fietstaxi’s; mensen in allerlei kleuren en van alle lagen uit de bevolking vermaken zich in het groen.

Wij verbazen ons vooral over de verhoudingen: al dat groen en dan ineens weer die enorme wolkenkrabbers erachter. Al met al wandelen we het halve park door: langs de Bethesda Fountain met het ‘Angel of the Waters’ standbeeld erop, langs een optreden van drie super-lenige acrobaten, die zelfs over een jongetje springen, met salto en langs de dierentuin (pardon, wildlife centre) waar we tussen de hordes mensen en hekken door, een glimp van de zeehonden opvangen.
Aan het einde van het park staan we pardoes weer tussen de wolkenkrabbers. Als we een metro in willen, komen we een soort 3 oktober markt tegen, die zich een groot aantal blocks uitsmeert. Veel (regelmatige dezlefde) kraampjes met eten en drinken en allerlei ‘rommeltjes’. Na 10 blocks komt er nog steeds geen eind aan en duiken we een metro, pardon subway in (al heet de ‘chipkaart’, een metrokaart!).

In het hotel rommelen we een ruim uur en werken aan de site. Daar komen we er achter dat we de verkeerde verloopstekker hebben geleend (we twijfelden ook al, mar in de last minute haast hebben we het niet goed gecontroleerd). Bij de receptie blijken ze dat probleem voor 3 dollar op te kunnen lossen! Dat is natuurlijk zo geregeld. Daarna pakken we een subway naar Greenwich Village, waar we uiteindelijk (omdat de Italiaan waar we naar op zoek waren, niet te vinden blijkt) bij een Mexicaan eten. Dat is voor het eerst een grote tegenvaller. Het eten is niet lekker en na het eten rekenen we snel af en gaan we terug naar het hotel voor een ange nacht slaap!

7 sept. – laatste dag NYC

7 sept. – laatste dag NYC

Alweer de laatste dag van ons NYC-avontuur! We hebben opnieuw goed geslapen (zij het met oordopjes) en rond 8 uur rollen we ons bed uit. Douchen en daarna naar de ontbijtzaal. Daar blijkt het spitsuur; alle tafels zijn vol. Met ons bordje in de hand schuiven we aan bij een oudere man, waar we al snel mee in gesprek zijn. Het ontbijt vliegt voorbij en uiteindelijk nemen we afscheid na een gezellig gesprek over de stad, de regio, de economie en de dochters van de beste man.

Na het ontbijt is onze eerste stop het ESB en zoals we al zeiden, dat is letterlijk om de hoek! Het 434 meter hoge Empire State Building werd in 1930 gebouwd als kantoorgebouw. Het telt 103 verdiepingen en de meeste mensen bezoeken (net als wij) het uitkijkplatform op de 86ste verdieping, op 320 meter. De toren is ‘s nachts trouwens verlicht en de kleuren worden aangepast aan (inter)nationale gebeurtenissen. Het normale kleurenschema is 3 x wit, maar voor Labor Day is het blauw / wit / rood. Op 9 september, helaas de dag nadat we weg zijn, is de toren met 3 x oranje verlicht, ter ere van het feit dat het de 400ste verjaardag is van de reis van Hudson op de Huson River (en de stichting van Nieuw Amsterdam).
Het is nog rustig als we er komen: we kunnen meteen door de security check en daarna lopen we dankzij de vooraf geboekte kaartjes door naar de lift naar de 80ste verdieping. Daar stappen we over in de lift naar de 86ste verdieping. En dan zijn we buiten en het uitzicht is magnifiek! We verdringen ons met de rest van de mensen voor het uitzicht op Downtown Manhattan, Central Park, de Crysler Building, de Flatiron Building, de Woolworth Building, op de watertanks bovenop de gebouwen, op de gele taxi’s op 5th Avenue etc. etc.

Uiteindelijk zijn we veel langer boven dan we verwachtten: om kwart voor 12 zijn we weer beneden. Waar we een tijdje wat verbaasd staan te kijken naar twee agenten (ja, ja echte NYPD-agenten) die geduldig op de foto gaan met allerlei toeristen. We kijken elkaar aan en met een enorme grijns staat Karin uiteindelijk ook op de foto tussen twee van New York Finest’. Tijd voor koffie.

Na een bakkie pakken we de subway naar City Hall en wandelen – voordat we gaan lunchen – naar de African Burial Ground, tegenover de . In 1991 werden hier 400 doodskisten met lichamen van een paar honderd jaar oud opgegraven. De regering probeerde het stil te houden en voerde de lichamen in stilte af, omdat ze een gebouw wilden neerzetten op die locatie. En daarvoor hadden ze al 275 miljoen dollar uitgegeven… Het verhaal lekte echter uit en na veel protesten werden de werkzaamheden stilgelegd en werd er meer onderzoek gedaan. De locatie bleek in de 16e en 17e eeuw een onofficiele begraafplaats van Afrikaanse slaven. In het hele gebied (dus ook onder …) liggen naar schatting zo’n 17.000 (!) slaven begraven. Op de plek waar de 400 kisten werden opgegraven staat sinds een aantal jaar een monument en werden de resten van de 400 lichamen opnieuw begraven. De site is klein, maar indrukwekkend en de parkwachter is vriendelijk en geeft veel uitleg.

Na dit bezoekje is het meer dan tijd voor lunch en uiteindelijk zitten we om 3 uur in een tentje op Pier 17 te lunchen, vlakbij de Brooklyn Bridge. En daarna hebben we eigenlijk nog maar 1 wens: het water op! We kopen een hop-on-hop-off kaartje voor de NYC Watertaxi en daarmee scheuren we eerst onder de brug door aan de westkant, richting het noorden en daarna terug naar het zuiden, om uiteindelijk bij Battery Park van boord te hoppen. Met uitzicht op Lady Liberty en de ondergaande zon drinken we een drankje en daarna pakken we een volgende watertaxi uptown aan de oostkant van Manhattan. Aan boord raken we aan de praat met een crew-member: een van oorsprong Italiaanse New Yorker, die vertelt dat hij tot vorig jaar op Wall Street werkte en nu aan boord werkt. Het valt hem soms zwaar; hij zegt dat hij nu in een jaar minder verdient dan de bonussen van zijn vorige baan. Maar hij geniet van de buitenlucht en is vast van plan zich op te werken tot kapitein, of zelf ergens te beginnen met een ferry-dienst.

Op de Chelsea Pier gaan we van boord en wandelen we een paar blocks naar Tio Pol, een klein tabas barretje. We hebben geluk: het laatste tafeltje en na ons stromen mensen toe om in de rij te staan voor een tafel. We eten zalig en heffen het glas op NYC. Daarna wandelen we terug naar het hotel en reserveren een shuttlebusje voor morgen. En dan is het tukjestijd: morgen begint de rest van ons avontuur!

8 sept. Middlebury

8 sept. Middlebury

Het is vroeg als de wekker gaat! Om
half 7 stappen we wat slaapdronken ons bed uit en na een korte douche
en het inpakken van de laatste spullen, staan we om iets voor 7 uur
beneden. Het plan is om nog even een snelle bak koffie te pakken
nadat we zijn uitgecheckt, maar de om 7:15 uur bestelde taxi staat al
voor de deur. We betalen de rekening en vragen een paar minuten
speling en uiteindelijk vertrekken we om 5 over 7 naar het volgende
hotel. Daar zijn we vervolgens echt veel te vroeg en de dames zijn
nog niet klaar. Tijdens het wachten raken we met de chauffeur in
gesprek over het taxisysteem in Manhattan en Nederland en – wat
onverwacht – over voetbal! Onze chauff blijkt een Ajax-fan! Met een
duidelijke mening, dus we doen wat elke niet-voetbal-kenner doet:
doorvragen en meeknikken.

Uiteindelijk pikken we nog vijf
dames en een heer op en worstelen we ons door het belachelijke
verkeer naar de luchthaven. We onderdrukken nog net op tijd een
lachbui als de jongen in het gezelschap vraagt of hij nou op JFK of
op Kennedy Airport is… We worden zelf bij een willekeurige terminal
afgezet en pakken de Airtrain naar de rental-car-halte. Daar zijn de
dames van Dollar Thrifty luidruchtig en allesbehalve efficient, maar
uiteindelijk zijn we de tijdelijke eigenaren van een witte Toyota
Prius! Niet een geweldig mooie auto, vinden wij, maar wel relatief
milieuvriendelijk & goedkoop. Een prima deal dus!
We
installeren SopSop (en houden na onze eerdere ervaringen met onze
TomTom een kaart bij de hand…), controleren de auto op schade en na
een laatste check door een vriendelijke, efficiente dame (het kan dus
wel) gaan we ervan door.

De wegen in en om New York City zijn
behoorlijk verwarrend! SopSop werkt gelukkig geweldig en hoewel we
zelf af en toe niet helemaal snappen wat het grotere plan is, gaan we
af op de suggesties die onze SopSop geeft. Na ongeveer een uur zijn
we Manhattan voorbij (bijzonder gezicht: het ESB in de verte vanuit
je ‘eigen’ autoraam!) en zijn we de Hudson overgestoken. We rijden
door New York State naar het noorden, over de i-87, via Albany.

Het eerste deel van de route is niet
heel boeiend, hoewel het wel opvalt hoe snel het rustig wordt:
laagbouw, steeds minder bebouwing en ook het verkeer neemt af. Al
snel zien we de grote roofvogels circkelen en – jawel – zien we
langs de kant van de weg op een paar meer afstand een hertje, met
twee jongen! We hopen dat we elke dag zo’n cadeautje krijgen!

Na Albany wordt de route mooier en
uiteidelijk (na een aantal uur en een aantal pauzes) steken we in de
buurt van Glenn Falls de staatsgrens over, Vermont is. Het is
inmiddels heuvelachtig en de route wordt echt prachtig. Rollende
velden, boerderijen, vakantiehuizen aan idyllische meren en overal
bossen. We genieten echt van dit stuk van de route, zeker als we rond
half 5 Middelbury inrijden. Dit schattige dorpje ligt op het
kruispunt van een hoop highways, dus het heeft helaas veel verkeer in
het dorp, maar het ziet er in het licht van de late middag prachtig
uit.

Ons hotel, de Middlebury Inn, blijkt
net zo leuk als gehoopt. De Inn bestaat al sins 1827 en is een
prachtig stenen gebouw, met een klassieke, maar niet te ‘frutselige’
inrichting. We krijgen een prima kamer en worden uitgenodigd voor de
afternoon tea & coffee (included). Dat is niet tegen dovemans
oren gezegd: we nemen een heerlijk glas verse ijskoude lemonade en
een verse chocolate chip cookie (Karin) en nog versere scone
(Martijn). We komen helemaal bij van de rit en als we opgeknapt zijn
wandelen we het dorpje in. Het ziet er zoals gezegd schattig uit en
na wat rondwandelen en plaatjes maken, gaan we op zoek naar Fire &
Ice, het favoriete lokale restaurant.

De inrichting is in ieder geval
geweldig, merken we als we binnenkomen: veel hout, ontzettend veel
spullen en zelfs een complete motorboot uit 1921, die (helemaal
intact) naast het saladebuffet ligt. Er is gelukkig nog plek en ook
het eten blijkt geweldig. We drinken lokaal bier en een margharita
(drie keer raden wie wat drinkt) en dat is al een succes, maar het
geweldige saladebuffet en het super malse vlees, overtreffen alles.
Ook het toetje mag er zijn, al is het wat erg zoet naar onze smaak,
en met een koffie en thee puffen we uit. Zo moeten we niet elke dag
eten, maar dit was heerlijk!

Terug in het hotel doen we een aantal
spelletjes Yathzee op de veranda en daarna komen we bij op de kamer.

9 sept. – Franconia Notch SP

9 sept. – Franconia Notch SP

Heerlijk rustig (hoewel wel een beetje vroeg) worden we uitgerust
wakker. Slapen zonder oordopjes! Er schijnt een zonnetje door de
gordijnen, de eerste auto’s beginnen te rijden en we doezelen nog wat
voor we onder de douche duiken. Daarna besluiten we dat we wel in het
hotel willen ontbijten. Dat blijkt een geweldig idee: er staan drie
tafels vol met vers eten. Eieren, worstjes en spek, 3 soorten bagels,
mini muffins, verse chocolade scones, warme wafels, yoghurt, cornflakes
en melk, een enorme bak met verse fruitsalade, pap, koffie, thee en sap
en nog veel meer. We laden ons bordje vol en dan nog een keer. Heerlijk!

Na
het eten checken we uit en beginnen we aan de route van vandaag. Het
einddoel is Lincon, een klein plaatsje in New Hampshire, net onder het
Franconia Notch state park. We hopen daar vanavond een moose-tour te
kunnen boeken en willen de rest van de dag besteden aan het rijden van
mooie routes en het bekijken van bezienswaardigheden in de omgeving van
het park.
De route die we kiezen gaat eerst naar het oosten, dwars
door de Green Mountains, dan (via een kleine omweg) naar het noorden
langs de …. rivier en vervolgens via een kort stukje naar het oosten
weer zuidelijk door het Franconia Notch State Park. De omgeving is
adembenemend. In een aantal uur rijden we door rollende velden, langs
schattige dorpjes met houten witte huizen met veranda’s vol bloemen,
door langzaam al geel en rood verkleurende bossen en langs kleine
rivieren en meertjes richting Franconia. We stoppen af en toe voor een
plaspauze en in Hanover (een leuk universiteit stadje) doen we een
uitgebreide koffiestop.

Uiteindelijk lunchen we in Franconia,
bij ‘Wendle’s cafe & then some’, waar je zelf kan kiezen (uit een
lijst ingredienten) wat je op je broodje wil. We eten alles op in de
schaduw op de veranda.
Daarna rijden we het park in. Franconia Notch
was vroeger vooral erg beroemd vanwege het ‘mannengezicht’ in een van
de bergen, the old man of the mountain. Helaas stortte de rots in 2003
in, dus het bekendste symbool van New Hampshire, of in ieder geval van
the White Mountain area is niet meer! Er is nog wel uitzicht op een
schattig meertje (om onduidelijke reden Echo Lake geheten), een klein
wandelpad naar The Basin, een door water en rotsen gevormd basin in de
rotsen (10 meter breed en 5 meter diep), en The Flume, een soort spleet
in de rosten waar je overheen kunt lopen.

We bekijken het
meertje en het basin, maar daarna twijfelen we wat. We willen eigenlijk
vooral moose (elanden) kijken en een reservering bij de tour company
waar we over gelezen hebben, is nog niet gelukt. We slaan de Flume
daarom over (in ieder geval tot morgenochtend). We rijden door naar
Lincon, het plaatsje waar we vannacht ook een motel hebben, en na enig
speurwerk vinden we Pemi Tours. Zij organiseren al 10 jaar Moose Tours,
met deze zomer een succesrate van 99%! Ze hebben gelukkig nog wat
plaatsjes over voor vanavond in hun wel wat forse bus (33 man): we kunnen mee!
We moeten om half 7 terug zijn; tijd om in te checken in het Franconia
Notch Motel. De eigenaar is een beetje een engerd, die bovendien
ondanks dat Karin geboekt heeft, het woord doet en betaald, consequent
tegen Martijn blijft praten, zo erg dat hij eerst zelfs Karin’s credit
card negeert! Martijn blijft zwijgen en trekt alleen een wenkbrauw op,
waarnaar de man eieren voor zijn geld (creditcard) kiest en snel alles
met Karin afhandelt.

De kamer is wel helemaal prima: schoon, heel groot, twee geweldige
bedden en met een prima ligging aan een riviertje (Pemiwassert River)
en een nu al steeds stiller wordende weg. We gooien onze tassen in de
kamer en rommelen een half uurtje. Daarna stappen we opnieuw in de auto
om iets te gaan drinken en eten in Truants Bar, een soort pub in North
Woodstock, het zusterpaatsje van Lincon. Het eten is prima, kost
‘niets’ en we genieten van de Amerikaanse gewoonte dat ze je glas vol
blijven gooien met cola (light) als je het leeg hebt. We hadden iets te
weinig gedronken, dus dat vocht gaat er wel in! Om kwart over 6 rekenen
we af en stappen in de auto voor de laatste 5 minuten rijden naar Pemi
Tours.

We zijin er keurig half 7, samen met nog ongeveer 6 andere mensen. De
chauffeur, Larry, geeft ons de tips om rechts te gaan zitten. Dat zijn
de beste plaatsen en hij zegt dat we die ‘verdient’ hebben door zef op
te komen dagen. We moeten namelijk nog 19 mensen ophalen in een motel
verderop!
Als die aan boord zijn rijden we eerst naar het noorden, opnieuw het park door. Daarna slaan we af en begint het zoeken. We checken steeds een ‘wallow’, een kleine, moerassige verdieping langs de kant van de weg waar planten groeien, maar vooral ook alles erg zout is (door het strooizout van de winter dat in de berm spoelt in het voorjaar). Moose hebben veel zout nodig in de zomer, omdat ze dat ‘s winters niet binnen krijgen. De bus heeft lichten op de zijkant om iets te kunnen zien in het toenemende duister en Eric, onze gids, zoekt daarnaast met een schijnwerper.

De eerst anderhalf uur hebben we pech. Daarna stoppen we voor een korte plas- en drinkpauze. Tijdens die pauze (keurig getimed) zien we de spaceshuttle en het ISS overkomen, met maar een (relatief!) korte afstand ertusen! Ze zijn net ontkoppel vertelt Eric. We vinden het een machtig gezicht en een bijzonder idee dat er mensen zo hoog in de ruimte zijn!
Na de pauze gaan we verder. We vinden eerst een hertje, maar ja, daar kwamen we niet voor. Een zwarte beer die Eric ziet rommelen in een container schiet ervan door als we terugkomen, dus die missen we helaas (we wisten niet dat ze zo dichtbij waren, ook hier!). Uiteindelijk vinden we onze moose. De eerste gaat er snel vandoor, maar de tweede (en derde een moose met jong!) blijft keurig staan voor fotos en filmpjes! De vierde moose is eigenlijk het mooist, op nog geen 4 meter van de bus. Ze blijft niet heel lang staan, maar we maken opnieuw filmpjes en wat foto’s.

En daarna is het op. We hebben genoten. De beide heren verstaan duidelijk hun vak. Tijdens de ritten van de ene weg naar de andere vertelt Eric 100-uit, geven ze voorwerpen door (een kaak, een hoef en een stukje gewei) en laten ze een filmpje over de beesten zien. Ok, natuurlijk is het ook Amerikaans, met ‘Moosic’ (flauwe liedjes over elanden) en flauwe grappen. We doen vrolijk mee en vermaken ons prima. En we hebben moose gezien!
Terug bij de auto rijden we in een paar minuten naar ons motel, waar we in de doodstille kamer in een paar minuten in slaap zijn!

10 sept. – naar Portland

10 sept. – naar Portland

We hebben echt zalig geslapen. De bedden zijn uitstekend, het is heerlijk stil en we hebben voor het slapen gaan beestjes kunnen tellen. Wat wil een mens nog meer?!

Een douche bijvoorbeeld en als we dat en een kop koffie achter de rug hebben, besluiten we meteen uit te checken (door de sleutel af te geven aan de voorbij lopende eigenaar) en op pad te gaan. We slaan het ontbijt over en rijden als eerste de Kangamagus Highway (Hw 112) af, een van de mooiste wegen van New England, zoals alle boekjes roepen. De weg is inderdaad mooi: hij slingert langs bergtoppen en idyllische meertjes, langs uitzichtspuntjes en langs allerlei wandelpaden. Helaas is het inmiddels ruim te laat voor moose, maar we genieten wel van al het moois.
We rijden de weg uiteindelijk in een keer uit en als we aan het einde aankomen, in North Conway, is het 11 uur. Tijd voor ontbijt. Volgens onze trouwe LP moeten we dat doen bij Peach’s en dat blijkt een geweldige tip. Het is opnieuw zonnig, dus we kunnen buiten zitten. Er is keus te over en uiteindelijk gaan we voor de bijl voor de omelet met kaas en tomaat, met toast (Martijn) en de ‘French Open’, wentelteefjes, yoghurt, vers fruit en cruesli (Karin). Het smaakt heerlijk en we genieten van het bijtank-momentje.

Daarna stappen we opnieuw in de auto en via de in onze ogen ook erg mooie H 302 rijden we naar Portland. Onderweg zien we veel water: het heet hier niet voor niets de Lake Region! In de buurt van Portland wordt het drukker en ook weer voller, al blijft alle bebouwing beperkt tot 1, 2 hooguit 3 verdiepingen. We vinden uiteindelijk met dank aan SopSop ons hotel, de Inn at St. John, waar we de dag voor vertrek met korting een kamer hebben geboekt voor 2 nachten. De receptionis is buitengewoon vriendelijk en geeft ons niet alleen een sleutel, maar ook veel informatie over het centrum (op ongeveer 20 a 30 minuten wandelen), restaurantjes (we moeten kreeft eten bij J’s Oyster) en onze kamer (gratis Internet, eigen badkamer op de gang, de hele dag koffie, thee en cookies en morgenochtend complimentary continental breakfast).
We brengen de spullen weg naar onze kleine, maar keurige en stille kamer en en na even opfrissen wandelen we rond 3 uur richting centrum. Na ongeveer 25 minuten zijn we in het centrum beland en het uur erna dwalen we door de straten met huizen uit de 19e en begin 20ste eeuw en langs allerlei galerie’tjes, barretjes en restaurants. We landen in the Crooked Mile cafe, waar we iets drinken en een heerlijk chocolade cokkie verslinden. Hij is zo lekker dat Karin er nog een haalt (he, het is vakantie!).

Daarna dwalen we richting de kade. Die bestaat uit verschillende pieren waar allelei kreeftenbootjes af en aan varen om de ‘lobesterpods’ (de fuiken) te legen. De meeuwen vinden het een feest zodra er een stapel buiten wordt gezet en aan de voorkant van alle hallen zijn winkeltjes waar levende kreeften en schelpdieren worden verkocht, aan restaurateurs, maar ook mensen die thuis eens echt verse kreeft willen maken. Maine is beroemd om de kreeft en Karin heeft er nu al zin in!
We lopen, ondanks het verbodsbord, maar met toestemming van de visser die het wel leuk vindt dat we zo nieuwsgierig zijn, naar het einde van een van de pieren. Hij roept ons na dat we goed moeten kijken: er zijn vaak zeehonden. En jawel, we zien meteen een zeehond, hoewel op een forse afstand. Met een verrekijker is ie goed te zien en hij komt nog een paar keer boven water. Op de andere pieren liggen allerlei boten en bootjes voor cruises en privevaarten: het is duidelijk dat het leven in Portland zich ook voor een belangrijk deel op het water afspeelt!

Van al dat gewandel zijn we behoorlijk hongerig geworden en hoewel het nog vrij vroeg is, zijn we klaar voor een maaltijd verse zeebeesten! We krijgen nog net een tafel bij J’s Oyster. Het zit er vol locals en het is duidelijk een populaire tent! We watertanden al van de kaart en uiteindelijk bestellen we de special (Karin) en een caserole (Martijn). Er belandt een ovenschotel met krab, spinazie, peterselie en roomsaus op het bord van Martijn. Karin krijgt een bord met een stapels ‘clams’, een kreeft en een maiskolf. Het volgende half uur is het erg stil aan tafel… We genieten van het eten: het is heerlijk, de receptionist heeft niets teveel gezegd!
Na het eten wandelen we nog even door de stad en drinken nog een drankje in een leuke bar. Daarna vertrekken we naar het hotel, waar we de sitie bijerken, snode plannen voor morgen smeden en op tijd gaan slapen!

11 sept. – uitstapje Boothbay Harbor

11 sept. – uitstapje Boothbay Harbor

Na onze verkenningsactie gisteravond in Portland, zijn we in dubio. Het is absoluut een leuke stad, maar we hebben allebei niet echt de dringende behoefte om er nog een volle dag rond te dwalen. De omgeving en eventuele beesten trekken veel meer… Uiteindelijk besluiten we om niet in de stad te blijven, maar er op uit te gaan. We pakken na het (goede, maar door statafels wat ohandige) ontbijt de auto en stellen SopSop in op de haven van Booth Bay Harbor. Dit schattige kustplaatsje schijnt de-kust-van-Maine-ten-voeten-uit te zijn en wordt ‘s zomers overlopen door toeristen. We hebben goede hoop dat het zo na het seizoen een stuk beter te doen is.

De route er naar toe (ongeveer anderhalf uur rijden) is in ieder geval prachtig. De snelweg loopt grotendeels langs en over het water en als we vnaf de doorgaande weg de ‘scenic route’ 1 op rijden, wordt het alleen maar beter. Uitzicht over modderige inhammetjes (het is laag water) wordt afgewisseld met uitzicht over snelstromende, brede rivieren of zee-armen (afwisselend) of met uitzicht op schattige dorpjes met houten huizen.
Booth Bay Harbor voldoet volkomen aan ons idee van een schattig, maar over-the-top dorpje langs de kust van Maine. Het is duidelijk veel te opgepoetst, maar als je goed kijkt, zie het het echte dorp nog tussen de hoogglans door. Er varen nog steeds kreeftenbootjes af en aan en er liggen veel kleine (zeil)bootjes te wachten op een eigenaar.

Omdat we behalve voor sightseeing ook vooral voor een walvistripje komen,lopen we eerst door naar de pier, waar we uiteindelijk een kaartje kopen voor een tochtje aan boord van de Pink Lady II. We hebben er meteen zin in en hopen dat het weer een beetje goed blijft. Het is weliswaar zonnig, maar er komen steeds meer wolken. Om te zorgen dat we straks goed voorbereid aan boord kunnen, wandelen we na een stevig ommetje omlopen (langs schattige huisjes, de pieren – waar we zowaar een minikreeft over de bodem zien scharrelen – en verschillende prijzige B&B’s) bij een ‘diner’ naar binnen. Daar delen we een ‘stack of pancakes’. Anderhalf van die dingen is stevig genoeg voor een hapje vroege lunch! Daarna zijn we om half 12 klaar om aan boord te gaan.

De trip is leuk, maar het aantal walvissen valt erg tegen! We zien nog voor we de haven goed en wel uit zijn een stel bruinvissen voorbij komen (als altijd te snel om goed te volgen) en snel daarna een hele korte glimps van een Minke whale (dwergvinvis). Maar daarna is het erg lang stil. De golfslag is behoorlijk en een aantal mensen kan daar slecht tegen! We blijven uit de buurt van deze arme bleekneuzen maar met ons gaat alles gelukkig prima. Na een tijd zien we iets springen. Het lijkt op een zeehond, zo groot, maar dat zal toch niet? Het blijkt een jagende tonijn! Het enorme beest komt nog ongeveer 5 keer boven water springen en een aantal keer zien we hem perfect afgetekend tegen de lucht, Het is een schitterend en enorm groot beest. Wat een bijzonder gezicht!
Ook het aantal vogels is erg groot. We zien Jan van Genten en nog een groot aantal andere zeevogels waarvan we de (Nederlandse) naam niet weten. Het is wel een mooi gezicht. Ze komen erg dicht bij en scheren soms maar een paar centimeter boven het water. Helaas zijn ze wel zo’n beetje het enige dat we nog zien, behalve nog een keer wat bruinvissen en nog een keer een Minke whale. De zon is bovendien inmiddels helemaal verdwenen en het is behoorlijk koud. We zijn blij met alle lagen kleding die we aangetrokken hebben en als het echt te gek wordt warmen we even op in de kajuit. Onderweg vaart de boot langs allerlei eilandjes, met oude houten vuurtorentjes en mooie houten huizen, die we soms als stipjes, soms dichtbij zien. Het uitzicht is in ieder geval nooit saai!

Moe en lichtelijk teleurgesteld (maar ach, it’s all in the game) staan we rond kwart voor 4 weer op de kade. Nadat we onze landbenen weer terug hebben, wandelen we naar een ‘lobster shack’ die de LP aanraadt. Daarvoor lopen we via een houten brug naar de andere kant van de haven. Daar eten we met uitzicht op de bootjes een warm broodje: Martijn met gefrituurde vis, Karin met verse kreeft. En dan is het wel klaar. We pakken de auto terug naar Portland over de nog steeds prachtige route en parkeren bij ons hotel. Na een korte opfrissessie wandelen we naar Bonobo, een pizza-tent een paar straten verderop. Dat blijkt een geweldige keuze. De tent zit stampvol en tussen de locals genieten we van een prima pizza, lekkere salade, heerlijke wijn en een prima toetje. Tevreden rollen we daarna ons mandje in. Life is good, at the coast of Maine…

12 sept. – Salem

12 sept. – Salem

Vandaag is regen voorspeld en we hebben onze dagplannen er op aangepast. We slapen eerst een beetje uit en wandelen dan op ons gemakje langs het ontbijbuffet(je). Daarna checken we uit en stampen ons boeltje in de auto. Tijd voor een uitstapje!

We rijden Portsmouth, de eindbestemming van vandaag, voorbij en rijden door naar Salem. Dit stadje is vooral bekend van de heksenjacht uit 1691/1692, waarin uiteindelijk 12 vrouwen en 5 mannen werden opgehangen. Deze heksenjacht startte met een aantal kinderen die kattekwaad uithaalden en steeds meer kinderen aanstaken. De ouders dachten dat de duivel naar Salem was gekomen. De kinderen, in het nauw gedreven, beschuldigden een slavin van hekserij. Zij werd gemarteld, bekende en beschuldige om haar leven te redden twee andere vrouwen. Deze heksenjacht leidde uiteindelijk tot de 17 doden en eindigde pas toen de vrouw van de gouverneur beschuldigd werd! Ironisch genoeg werden alleen de mensen die niet bekenden opgehangen…

Er is veel – erg toeristische – aandacht voor hekserij in Salem, maar eigenlijk was het stadje in de 17e en 18e eeuw vooral bekend door de handel met het verre oosten. Er werd een enorme werf gebouwd en het stadje kent het oudste museum van het land, vol met schatten uit het verre oosten die handelaren en zeevaarders meenamen van hun verre reizen. Het Peabody Essex Museum (of PEM) bestaat sinds … en is – als we eind van de ochtend in Salem aankomen – onze eerste bestemming. Het regent inderdaad en een aantal uur overdekte lol klinkt goed!
Met een verse koffie achter de kiezen dwalen we een uurtje of twee langs Chinese, Koreaanse, Japanse en Native American kunst. We zien schitterende voorwerpen, zoals een prachtig met miniaturen bewerkte slagtand, een houten, met ivoor en goud ingelegd bed van een aantal meter doorsnee dat alleen met houten verbindingen in elkaar zit en mooie houten maskers en stenen beelden.

Na het museumbezoek is het dringend tijd voor een rustige lunch. Het regent nog steeds, al is het nu meer een hele fijne motregen geworden. We eten een stevige sandwich. Daarna pakken we onszelf goed in en besluiten dat het – regen of geen regen – tijd is voor wat dwalen.

En het is de moeite waard. Salem is een meer dan schattig dorpje. Het kent een route die in rode verf op de stoep is getekend en de wandelaar langs de belangrijkste bezienswaardigheden brengt. We volgen de route vanaf het lunchcafe. De eerste stop is de oude begraafplaats van de stad, waar behalve de belangrijkste rechter van de heksenprocessen John Hawthorne, ook schijver Nathaniel Hawthorne en een Mayflower-passagier begraven ligt, een van de oorspronkelijke pilgrimfathers (of mothers eigenlijk, het is een vrouw). Het is een prachtige plek en de grote hoeveelheid grafstenen uit de 17e en 18e eeuw is indrukwekkend.

Net naast de begraafplaats is – toepasselijk – het monument voor de 17 slachtoffers van de heksenjacht. Er is een onopvallende steen en er is een soort klein parkje, met 17 bankjes en op elk bankje een naam en de sterfdatum van die persoon. In de regen is het toepasselijk grijs… Op de rest van de route zien we oude houten huizen, waaronder het Seven Gabled House, waarover Nathaniel Hawthorne schreef, de pier (gijs in de regen), stenen huizen uit de 17e eeuw, schattige straatjes  en winkels waar alles voor de moderne heks… pardon wicca wordt verkocht.

En dan is het 4 uur en stopt het met zachtjes regenen. Het komt met bakken uit de lucht en zelfs onze regenhoezen (voor de rugzakken), regenjassen EN paraplu houden het niet tegen. Tijd om te stoppen met dwalen. Op een stevig tempo wandelen we terug naar de auto. Jammer vinden we het wel; we hadden graag nog wat meer Salem gezien. Met de auto rijden we nog door een aantal wijken, voor we afscheid nemen van Salem en naar Portsmouth rijden.
Daar checken we in, in de America’s Best-Inn Portsmouth. Niet echt een geinspireerde omgeving, maar wel comfortabel. We gooien onze tassen neer en pakken daarna de auto naar de stad waar we eten bij Library, een chique steak-restaurant in een 18e eeuws gebouw. Het eten is – zoals zo vaak deze vakantie – geweldig. We eten heerlijke steak, precies goed klaargemaakt, en daarna delen we de lekkerste chocoladetaart in tijden. We rollen terug naar de auto. In het hotel beramen we plannen voor whale watch expedition part II… en vallen daarna in slaap in geweldige bedden!

13 sept. – Walvissen

13 sept. – Walvissen

We staan vroeg naast ons bed. We hebben lang en lekker geslapen, maar vandaag wacht de belofte van zon en walvissen! Vandaag rijden we naar Glouchester (spreek uit: gloster) en gaan we voor walvissen – poging 2.

Maar eerst gaan we ontbijten in Portsmouth en het stadje zelf bekijken. Met alle zooi in de auto belanden we in Friendly Toast, een echt ‘diner’  zoals je ze uit de films kent (zij het met iets meer rommeltjes aan de muur en het plafond). We eten ei (Martijn) en een bosbes-pancake (Karin) en drinken slappe Amerikaanse koffie. En daarna dwalen we door dit – ook bijzonder schattige – stadje. Meer stenen huizen dan in Salem en ook iets minder oud, maar nietemin erg leuk. We zien een aantal enorme landhuizen, van beroemde Amerikanen zoals een van de ondertekenaars van de Onafhankelijkheidsverklaring.

Rond half 11 zitten we met een verse, stevige, lekkere koffie in de auto, onderweg naar Cape Ann en meer specifiek het plaatsje Glouchester. Het zonnetje schijnt en de route is, zoals de meeste routes deze vakantie, prachtig. Uitzicht op verkleurende bomen en meertjes en zeearmen. Op de snelweg zien we een hert rennen en even later vliegt er een enorme roofvogel over de weg. Er valt veel te zeggen over dit land, maar het is in ieder geval prachtig.

Glouchester is een vissersplaatsje, met onder andere de fabriek waar de vis voor de vissticks voor McDonalds wordt verwerkt! Hoewel er nog steeds gevist wordt, zijn veel vissers door de strenge quota overgestapt op andere activiteiten, zoals walvistrips aanbieden. En daar maken we vandaag gebruik van. We kopen twee tickets voor de tocht van half 2 met Cape Ann Whale Watch Company en daarna wandelen we nog een tijdje door het dorp.  Het dorpje ligt direct aan de oceaan: sommige wegen lopen direct het strand op en eindigen in het zand!

Om 1 uur is het zover: we mogen aan boord. Het weer is zo mogelijk nog beter geworden en we kunnen niet wachten tot we vertrekken, keurig onm half 2. We krijgen uitgebreide uitleg en onderweg commentaar van Jordan, een biologe die al op meer dan 150 trips is meegeweest. Het schip is snel en Jordan beloofd dat we al na 45 minuten walvissen kunnen zien.
En hoewel de bemanning alleen hun ogen gebruiken hebben ze gelijk! Na ongeveer 45 minuten horen we de eerste ‘whale, 12 o’clock!’. En dat is het begin van ongeveer 2 uur walvis-fun. Het is een ongelooflijke middag. We zien bij elkaar meer dan 15 (!) bultrug walvissen en behalve prachtige beelden van de ‘fluke’ (staart)van duikende walvissen, zien we lobtailing (walvissen die met hun staart op het water slaan), fin-flapping (idem met vinnen) en – door puur mazzel en op grote afstand – breaching whales (walvissen die spingen). In totaal springen er drie: Karin ziet de eerste twee tegelijk omhoog komen, achter de boot. De derde komt vlak daarna omhoog, op maar een paar meter van een piepklein bootje. We zijn heel even bang dat het bootje volledig verdwijnt! De passagiers moeten in ieder geval behoorlijk nat zijn geworden!

Tot slot zien we nog een maanvis, op maar een paar meter afstand van de boot! Grappig genoeg heten deze vissen in het Engels sunfishes. Jordan, onze biologe, is helemaal happy: het is pas de tweede keer dat ze er eentje ziet! Het is al met al en zeker zo in het zonnetje een onvergetelijke trip. We genieten met volle teugen, maken foto’s en filmpjes en komen ogen te kort om alle walvissen (dichtbij en veraf) te zien. Dit maakt onze eerdere, magere ervaring, MEER dan goed!

Uiteindelijk zijn we rond 5 uur terug in de haven. We laten een donatie achter, voor meer walvisonderzoek, en haasten ons dan in de auto naar Boston en met dank aan SopSop in een keer naar ons hotel. We krijgen een grote, eenvoudige kamer met een eigen keuken. Het hotel ligt in een woonwijk, aan de rand van het centrum. Het is een vreemd gezicht: de lage huizen voor een aantal enorme wolkenkrabbers! De auto parkeren we achter het hotel, op de parkeerplaats van het hotel en na wat opfrissen vertrekken we naar Toro, een tapasbar een aantal blocks verderop. We eten heerlijk en met een drankje erbij genieten we nog even na van deze geweldige dag!

14 sept. – Boston

14 sept. – Boston

Vandaag maken we ons – na een wat onrustige nacht door allerlei
tikkende leidingen en krakende vloeren – op voor een dagje Boston.
Ongetwijfeld te kort om deze stad volledig recht te doen, maar dat
krijg je als je zoveel in een vakantie wilt zien. En ach: er is veel te
doen in een dag.

We beginnen met wandelen. Niet alleen op zoek
naar een ontbijtje en koffie, maar ook omdat we zo veel van de stad
meekrijgen. We wandelen achter ons hotel over een soort parkje annex
wandelpad, recht boven de ‘T’, de metro van Boston. Als we het pad
uitgelopen zijn, zitten we eigenlijk al in het centrum. Op een block
afstand zien we op Copely Square (Copely was overigens de schilder van
een beroemd schilderij van de ondertekenaars van de
onafhankelijkheidsverklaring) niet alleen twee kerken, maar ook de
openbare bibliotheek van Boston, waar veel beroemde zonen en dochters
van Boston hebben gestudeerd in de ‘reading room’. We bekijken de bieb
van binnen: een indrukwekkend geheel van marmer en enorme zalen met
traditionele groene lichtjes boven leestafels voor kasten met rijen
boeken… en tegenwoordig Internetaansluiting.

Als we verder
wandelen komen we een Borders tegen, een enorme boekhandel waarvan we
al eerder vestigingen hebben gezien. We trakteren onszelf op een rondje
neuzen (zonder aankopen te doen overigens) en op een koffie en bagel.
 
Daarna
wandelen we naar de Boston Garden, een groot park dat tegen de Boston
Common aanligt. de bedoeling is om er even doorheen te rennen en dan te
beginnen aan de Freedom Trail, de met rode verf of rode steentjes
aangegeven wandelroute langs 17 belangrijke bezienswaardigheden van de
stad. Karin wil alleen nog even het standbeeld ‘Make Way for Ducklings’
zien, van een moedereend en haar kleintjes, naar een kinderboek. Als we
er vlakbij zijn, zien we een filmset en een stapel figuranten. We
wandelen nieuwsgierig dichterbij en staan even te kijken. Als we ons
omdraaien kijken we recht in het gezicht van de hoofdrolspeler van de
serie King of Queens, (Kevin James, met dank aan Karst)! Hij grijnst en
daarna hebben twee andere mensen ineens door dat we niet aan het werk
zijn als figuranten, maar ECHT toeristen zijn! We worden vriendelijk
maar beslist gevraagd door te lopen. Een stukje verderop blijven we
staan kijken hoe het shot geschoten wordt en daarna lopen we door.
High-five: het item ‘spot the celeb’ kan van het lijstje.

Het
standbeeld, dat we uiteindelijk achter de massa vinden, blijkt omver
gelopen te worden door kleuters dus we lopen maar door naar de Boston
Common. Dit met bomen bezaaide (enorme) grasveld is al sinds 1634 een
openbare ruimte, sinds het door gouverneur Winthrope gekocht werd voor
34 pond. Het is sinds 1834 een park en tot op de dag van vandaag mag er
bovendien gegraasd worden…
Op het randje van de Boston Common
begint de Freedom Trail. De komende uren volgen we de red brick road.
Langs het Massachusetts State House, met z’n gouden bolvormige dak,
langs de Park St kerk en de twee oudste begraafplaatsen van Boston (de
Granary en de Old Burying Ground) waar we graven van de ondertekenaars
van de Onafhankelijkheidsverklaring zien, van ‘Moeder de Gans’ (die in
het echt Mary Goose, heette en de inspiratie voor de sprookjes vormde)
en van de eerste Europese vrouw die in Plymouth voet aan wal zette.

We
komen langs de Old Meeting House waar de beslissingen over
theebelasting werden genomen, die leidden die tot de Boston Tea Party.
We komen langs de Old State House waar de Onafhankelijkheidsverklaring
werd voorgelezen en de Boston Massacre plaatsvond, het eerste bloed dat
in de Onafhankelijkheidsoorlog vloeide. En tussendoor zien we de rest
van Boston. Een open stad met een aantal erg hoge gebouwen, maar ook
veel lagere gebouwen, van maximaal 10 verdiepingen.

Na al dat
gewandel zijn we – ondanks een flesjes drinken – dorstig en hongerig.
We halen een broodje in Quincy Market, zeg maar de grootste food court
die wij ooit gezien hebben. Er zijn zo’n 40 tot 50 verschillende
verkopers en ontzettend veel potentiele klanten. We wanelen overal
langs en daarna pikt Karin een bankje in (buiten) en haalt Martijn twee
heerlijke Italiaanse broodjes.
Eigenlijk willen we daarna nog meer
zien, maar We zijn wel een beetje klaar met lopen. We kiezen na wat
getwijfel voor een kaartje voor de Old Towns Trolley, een serie open
busjes die in twee loops door heel Boston rijden. Het leuke gesprekje
met de dame die kaartjes verloopt leveren ons studentenkaartjes op en
daarna doen we eerst de korte loop, naar zuid Boston, naar het seaport
District. Na 20 minuten werkend ‘waterfront’ stappen we over op de
lange tour, die we voor ongeveer anderhalf uur meemaken. Het is
heerlijk: lekker zitten, in de zonnetje dat door de open zijkanten
komt, en de stad voorbij zien komen.

Als we uiteindelijk op Charles St. zijn, stappen we uit. Dit schattige
straatje heeft geweldige winkeltjes, zijstraatjes en restaurantjes. We
dwalen er doorheen en voor we het weten zijn we alweer bij het park. We
maken van de gelegenheid gebruik om het standbeeld van de ‘ducklings’
opnieuw te bekijken, dat nu verlaten is. Als we daarna op een bankje in
onze LP een restaurantje zoeken, schiet Martijn ineens overeind. Hij
gelooft zijn ogen niet: er scheert een grote roofvogel over, die op een
lantaarnpaal een stukje verderop landt! Het blijkt een buizerd, die uit
is op het dode eekhoorntje dat naast een bankje verderop ligt. We
pakken natuurlijk de camera en maken foto’s en een filmpje. We kunnen
heel dichtbij komen: wat een traktatie! Er blijven om ons heen steeds
meer mensen staan kijken. Een dame naast ons vraagt of het beest soms
bij de film ‘ The Zookeeper’ met Kevin James hoort, die ze nu aan het
filmen zijn. Nee, dat niet, maar nu weten we ook nog wat we eerder
zagen.
Na een paar minuten vliegt de vogel weg. We kiezen een restaurantje en
wandelen het park uit… recht tegen de filmploeg aan. We zien opnieuw
‘onze’ celeb en deze keer maken we illegaal snel een aantal (wat
onscherpe ) foto’s. Zo, nu is het bewijs ook geleverd. Tevreden
strijken we neer bij Barlola, opnieuw een tapasbar. Het eten is zo
mogelijk nog lekkerder dan gisteren en we genieten met volle teugen.
daarna is het nog maar 10 minuten lopen naar het hotel, waar we
neerstrijken, iets drinken, de site bijwerken en wat tv kijken voor we
gaan slapen.

15 sept. – Harvard, Plymouth en West Yarmouth

15 sept. – Harvard, Plymouth en West Yarmouth

Vannacht hebben we om de een of andere reden helemaal niet lekker geslapen; het is fijn als het licht is en we onder de douche kunnen. Het plan is om vandaag nog wat van Boston mee te krijgen en daarna via Plymouth naar ons motel op Cape Cod te rijden. We moeten om 12 uur uitchecken, dus we zorgen dat onze spullen vast klaar staan.

Daarna wandelen we de stad in, naar het plein waarop de bibliotheek staat en Trinity Church. Iets voorbij de kerk is een soort broodjes-doe-het-zelf-zaak, waar we een ontbijtje scoren, dat we buiten in het zonnetje opeten. Het is opnieuw heerlijk weer en omdat we gehoord hebben dat het de komende dage flink af gaat koelen, gaan we er vandaag extra van genieten.

Na het ontbijt lopen we terug naar de kerk die we voor een aantal dollar kunnen bezoeken. De kerk is gebouwd tussen 1872 en 1877 en heeft behalve een aantal schitterende fresco’s ook allerlei 19e eeuws glas in lood ramen. De kerk staat overigens op 4500 heipalen die tegenwoordig door een waterpomp constant nat gehouden worden, omdat ze anders wegrotten! Naast de kerk staat een van de hoogste wolkenkrabbers van Boston. Die mocht daar – op die historische site – alleen gebouwd werden als er een belangrijke consessie werd gedaan. De volledige buitenkant moest van glas worden, zodat de toren de historische omgeving zou reflecteren. Karin en camera gaan helemaal los bij het zien van al die spiegelingen!
De binnenkant is inderdaad (ook) erg mooi. Erg donker met rode en bruine tinten en gouden randen. De zon zorgt voor mooie accenten en hoewel 19e eeuws glas-in-lood niet het allermooiste is, is het hier en daar ineens verrassend modern en in alle gevallen indrukwekkend,

We brengen behoorlijk wat tijd in de kerk door en daarna wandelen we terug naar het hotel waar we uitchecken en er in de auto vandoor gaan. Naar Harvard, want dat willen we nog wel even zien natuurlijk! Deze wens resulteert in een tocht van ruim een uur dwalen door de stad. We komen tot twee keer toe uit op een andere Harvard Square dan bedoeld! Gisteren werden we tijdens de tour al gewaarschuwd dat sommige straten tot wel 4 of 5 keer voorkomen in Boston! We vinden het eigenlijk vooral erg leuk. Geheel per ongeluk komen we zo bij het monument voor de slag op Bunker Hill uit (een slag die overigens op een andere heuvel werd uitgevochten…) en zien we de meest schattige wijken van Boston. Allerlei woonwijken met leuke winkeltjes en afwisselend houten en stenen huizen.
Uiteindelijk komen we dan toch bij de bedoelde Harvard Square uit. Het is er vreselijk druk dus we rijden alleen een rondje, maar op die manier zien we bijvoorbeeld wel Harvard Law School en allerlei studentenhuizen. Erg leuk om te kunnen zeggen dat we dat gezien hebben.

Na het rondje is het tijd voor Plymouth, ‘America’s Home Town’. In dit stadje kwamen in 1620 de eerste pioniers aan land om zich te vestigen in ‘the land of the free’. Op zoek naar godsdienstvrijheid voeren ze op de Mayflower in 66 dagen de oceaan over. Vanuit Engeland, maar met Pilgrims uit Leyden (jawel, Leiden) aan boord! We kunnen wat ons betreft niet in dit gedeelte van de wereld zijn en deze historische plaats overslaan.
Maar eerst… lunch! We stallen onszelf op het terras van de Lobster Hut, met uitzicht op de haven en op ons broodje gefrituurde vis (Martijn) en kreeft (Karin). Ja, we weten het, het leven is vervelend… We genieten van het eten, het zonnetje, het uitzicht en na het eten wandelen we een rondje langs de haven.

Daarna brengen we een bezoek aan twee belangrijke bezienswaardigheden. De eerste is de Plymouth Rock, de rots waarop de Pilgrims aan land stapten, zo gaat de legende… die pas rond 1720 ontstond! In de officiele geschriften wordt niet gesproken over een specifieke steen, maar laten we wel zijn, het klinkt wel zo leuk. De arme rots heeft het zwaar te verduren gehad: hij werd verplaatst, in tweeen gebroken, kleiner gemaakt door souvenirjagers en uiteindelijk voorzien van een eigen ‘huis’ om de elementen buiten te houden. Het is niet een heel opmerkelijke steen; bijzonder alleen door de verhalen en het sentiment.

De andere bezienswaardigheid is een (varende!) replica van Mayflower, de Mayflower II. We kopen een kaartje en het eerste wat we van de tentoonstelling die op het dok ervoor staat, is een vergroting van een oude afbeelding van Leiden! We bekijken verder foto’s van de bouw van deze replica, die in 1957 zelf de oceaan overstak, in 55 dagen. Het schip vaart nog steeds, als er geld is. De laatste tocht was in 2007, bij het 50-jarig jubileum van de oceaanovertocht.
Op het schip kunnen we meerdere dekken verkennen. Er is bemanning aan boord, in hedendaagse kleding. Er zijn ook bemanningsleden en passagiers uit 1620 aan boord: mensen die volledig in rol en in passende kleding al je vragen beantwoorden. Het is echt ontzettend leuk, niet alleen om het schip te zien, maar ook om met deze mensen te praten. Ze weten vreselijk veel en blijven volledig in hun rol: ‘zeg dame, wat is dat voor magisch apparaat? Een plaatjes maker? Nooit van gehoord!’.

We blijven lang aan boord, praten met allerlei mensen en gaan daarna helemaal vrolijk weer de auto in, op zoek naar de laatste bonus-attractie, die we na een aantal straten vinden: Leyden St.! Natuurlijk maken we een plaatje van het naambordje en van het meer dan schattige straatje. En dan gaan we echt weg en rijden we in een uur tijd naar de Travelodge in West Yarmouth, op Cape Cod. SopSop kan het adres niet vinden, waardoor we op ons boerenverstand naar het motel op zoek gaan… en het in een keer vinden! Het is er erg rustig en het motel blijkt onze reservering niet te hebben doorgekregen, ondanks dat ze andere reserveringen via dezelfde site wel hebben grekegen. Gelukkig doet de eigenaar niet moeilijk: er is plaats zat en aangezien wij wel een (print van de) reservering hebben, boekt hij ons zonder problemen in. We krijgen een prima kamer en nadat we onze spullen hebben weggezet, gaan we op zoek naar Capt. Parker’s Pub, die goeie recenties krijgt. En inderdaad: het is een prima pub, met meer dan gemiddeld goed eten. We drinken een paar drankjes, eten en hapje en daarna strijken we neer in onze hotelkamer met wat drinken en een slechte film. Oh en natuurlijk werken we de site bij, inclusief extra infoblokjes op deze en vorige pagina’s.

16 sept. – Cape Cod

16 sept. – Cape Cod

Deze nacht ging een heel stuk beter al is het wel vroeg als de wekker
gaat. We rennen onder de douche door, eten een (tegenvallend) hapje in
de ontbijtzaal (nouja, ontbijt…) en stappen in de auto. Walvissen
deel III staat op het programma en het weer is stukken beter dan
beloofd! De zon schijnt zelfs volop en dat terwijl er regen is
voorspeld. Wij hebben er zin in.

We rijden in een ruim uur naar
Provincetown, op het uiterste puntje van Cape Cod. Vanaf hier is het
maar 6 mijl naar de Stellwagen Bank, waar we vanuit Glouchester ook
heen zijn gevaren. Het landschap is prachtig en hoe verder naar de
punt, hoe meer duidelijk wordt dat het niet voor niets het Seashore
National Park heet. Veel duinen, naaldbosjes en prachtige uitzichten
over kleine haventjes vanaf de doorgaande weg.

Provinceton is
niet een beetje toeristisch, maar zeg maar ENORM toeristisch. We zijn
gelukkig vroeg en daarom is er nog een prima parkeerplaatsje, maar
zelfs op dit tijdstip en buiten het seizoen loopt het dorpje al
helemaal vol. Gelukkig zijn er nog kaartjes voor de walvistocht van 10
uur. De Dolphin Fleet heeft in het hoogseizoen tot zelfs 12 (!)
walvistochten per dag, maar zelfs nu hebben ze er (in ieder geval) 5
per dag. Fijn, want veel andere organisaties hebben er maar een, tussen
de middag. En vandaag willen we lekker vroeg, om nog andere dingen te
kunnen doen en omdat het weer nu (nog) goed is, al is het wel
behoorlijk winderig.

Na het aanschaffen van de kaartjes hebben
we nog een half uurtje voor we aan boord gaan. We parkeren de auto op
een nog beter plaats, pinnen, halen koffie en checken dat we alle
laagjes bij ons hebben. Daarna wandelen we – met koffie – naar de
Portugese Princess. Aan boord blijkt de drukte mee te vallen en horen
we – voor het eerst sinds New York – Nederlands. We installeren ons
achterop het bovendek, trekken wat laagjes aan en wachten het vertrek
af. Binnen een paar minuten zijn we onderweg en na een half uur zijn
achter de kaap vandaan. En blijkt hoe winderig het is… We hebben
medelijden met de mensen die zeeziek worden, maar wij genieten van de
wind, de zon en van de kunde van de kapitein, die ons zorgvuldig om en
door de golven manouvreert op een zo comfortabele manier. En jawel, na
nog een half uurtje, van walvissen!

Een moeder en jong bultrugwalvis springen al minutenlang uit het water
als wij dichterbij komen. We zien ze nog een paar keer springen en
daarna zijn ze afwisselend aan de oppervlakte en er onder, omdan heel
ergens anders weer op te duiken. Een leuk spelletje verstoppertje en na
nog een paar keer springen (redelijk ver weg) gaan we op zoek naar
andere walvissen.
Een tijdje later zien we nog een walvis springen, op grote afstand en
als we dichtebij proberen te komen, zien we er dichterbij nog een. Deze
joekel springt uit het water en blijft dat doen! We zien ‘m wel 20 keer
omhoog komen, afwisselend dichtbij en ver, helemaal of tot halverwege.
De grote camera hebben we in de tas gelaten (er zijn teveel, te grote
golven en er is te veel opspattend water), maar met de kleine camera
maken we een paar filmpjes waarvan er zeker twee met springende
walvissen duidelijk in beeld.

Terwijl de walvis vrolijk doorspringt moeten wij helaas terug naar de
haven. De terugreis gaat sneller en comfortabeler en het laatste half
uur zijn we weer onder bescherming van de kust. De witte gezichten aan
boord krijgen weer wat kleur. Wij vinden het jammer dat het alweer
voorbij is, al willen we wel weer wat opwarmen aan wal. Nadat we hebben aangelegd wandelen we naar een lunchtent waar we een prima, late lunch eten. Al winkelend lopen we heel rustig terug naar de auto. Het is een leuk dorpje, maar volledig overlopen: niet erg om weg te gaan.
We rijden eerst naar een landpunt en wandelen de pier op. Het is nog steeds zonnig, maar de wind is alles behalve minder geworden, dus als we na een kwartiertje uit ons hemd gewaaid zijn, rijden we via de scenic route terug naar het zuiden, op ons gemakje. Ons laatste doel van de dag is Chatham.

In de vissershaven van Chatham laden de vissers elke dag de vangst uit. We rijden er eigenlijk op goed geluk heen om te kijken of we zeehonden kunnen zien liggen op de zanbanken, maar blijken perfect op tijd om twee vissersbootjes uit te zien laden. En daarmee komen de zeehonden vanzelf, zo blijkt. De vissers gooien af en toe restjes overboord en we zien tenminste 3 zeehonden vanaf de bovenkant van de pier (speciaal aangelegd voor nieuwsgierige voorbijgangers zoals wij). De bootjes en vissers zijn fotogeniek, net als de op ooghoogte voorbij scherende meeuwen, maar de zeehonden zijn het leukst!

Als we volkomen verkleumd zijn, rijden we terug, voorbij het hotel en uiteindelijk naar een Italiaans restaurant, waar we een happie eten voor we in het hotel een avondje rommelen en tv kijken.

17 sept. – Mystic

17 sept. – Mystic

De laatste echte vakantiedag… Morgen vliegen we naar huis! Echt zin hebben we niet, al is het heerlijk om straks iedereen weer te zien en in ons eigen bedje te slapen. Nietemin hebben we lekker geslapen vannacht en vandaag denken we gewoon nog even niet aan naar huis gaan! Vandaag proppen we de rommeltjes in onze tas, gooien de sleutels in de daarvoor bestemde bievenbus… en slaan het ontbijt dat de naam ontbijt eigenlijk niet mag dragen, over. Tijd voor iets beters dat we in Hyannis in een traditionele ‘diner’ vinden. Een eitje, beetje toast en Martijn ook nog een pancake.

We stappen de auto weer in en rijden vervolgens – met een korte koffiestop halverwege – in iets meer dan 2 1/2 uur tijd naar Mystic. Dit meer dan schattige plaatsje ligt aan de kust van Conneticut en is beroemd om twee dingen: het enorme scheepvaartmuseum (dat we vandaag overslaan) en het aquarium en ‘marine research instituut’, waar we zeker een bezoekje willen brengen.
Maar eerst willen we een kamer regelen. We kiezen voor een leuke Inn, als afsluiting van de vakantie. De ‘Whaler’s Inn’ stamt uit 1865 en hoewel zelfs de goedkope kamers nog vrij prijzig zijn gaan we voor deze ene, laatste nacht in de VS, voor de bijl. De Inn staat midden in het pittoreske dorpje, tussen de huizen van zeekapiteins. We kunnen pas vanmiddag inchecken, dus stappen we meteen weer in de auto, naar het aquarium.

We staan rond 1 uur voor de deur en hoewel de hele parkeerplaats vol staat, is het binnen heerlijk rustig. Er zijn wat ouders met kleine (nog niet schoolgaande) kinderen, wat oudere mensen en hier en daar verdwaald een stel van onze leeftijd. En verder hebben we de ruimte!
We kijken de eerste 20 minuten even rond om een idee te krijgen van het geheel. Er is genoeg te bekijken: een aanraak-bassin met roggen, een pinguin-paviljoen, een ‘moeras’ met brulkikkers en schildpadden, zeeleeuwen, veel overdekte aquaria en als klap op de vuurpijl een enorm bassin met 3 beluga’s!

Na het rondwandelen bekijken we om half 2 de leuke zeeleeuwen-show. Daarna dwalen we langs alle buiten-verblijven en om 3 uur zijn we natuurlijk bij de beluga-training. Dan valt eindelijk de beloofde spat regen. Er is rotweer voorspeld, maar tot nu toe hebben we vooral zon en wolken gehad. Ook deze bui valt mee, maar we gebruiken het als een goed excuus om binnen rond te kijken. Ook hier is genoeg te zien, met als bijzonderheden een grote octopus, een gelige kreeft en twee felblauwe kreeften! Deze kleuren zijn genetische afwijkingen en de schatting is dat het eens op de 1 tot 3 miljoen keer voorkomt. Het is een vreemd, maar mooi gezicht.

Terug buiten gekomen aaien we nog een rog en natuurlijk gaan we nog even bij de beluga’s kijken. Het is inmiddels 4 uur en prakisch uitgestorven. We genieten nog een minuut of 20 – al kletsend met een van de verzorgsters – van deze schitterende beesten.
Daarna rijden we naar het hotel en checken in, in de prima kamer. We rommelen een uurtje aan op de kamer en daarna lopen we naar Captain Daniel Packer Inn, een geweldige pub annex restaurant, waar we temidden van luidruchtige locals en een geduldige serveerster, heerlijk eten. We nemen er een borreltje op (of twee) en genieten na van deze heerlijke vakantie. Morgen moeten we vooral reizen; vandaag is er tijd om nog even vakantie te vieren!