Archief van
Categorie: Nieuw Zeeland

Zaterdag 11 februari – Christchurch

Zaterdag 11 februari – Christchurch

Uitslapen om te beginnen, want dat hebben we wel verdiend. Daarna lopen we rustig via de Starbucks en een Internetcafe naar de botanische tuinen van Christchurch. Het is zonder meer het leukste stadje dat we hebben gezien: gezellig, compact (goed te belopen) en met veel restaurantjes en cafe’s. De tuinen zijn enorm. Christchurch wordt wel the city of gardens genoemd en als je de enorme botanische tuinen (eind 19e eeuw) inloopt, die zelf weer een onderdeel vormen van het nog veel grotere park (het is een rondje van ongeveer 17 kilometer om er omheen te lopen), begrijp je waarom.

We bekijken vooral de rozentuin en de kassen en genieten van alle kleuren. Daarna struinen we via de weekendmarkt van the art center naar het informatiecentrum, waar we met de dames hebben afgesproken. We bellen de black cat dolphin experience en die heben goed nieuws: de excursie naar de haven van Lyttleton die Colin voor ons heeft geboekt, om zeldzame Hector Dolphins te gaan bekijken, gaat door!


Na de lunch worden we door een shuttlebus opgehaald, die ons – voorzien van veel toeristisch commentaar – in 20 minuten naar de pier brengt waar onze boot vertrekt. Daar krijgen we een waarschuwing: het heeft hard gewaaid afgelopen nacht, dus er staat nogal wat deinig. Een paar mensen haken af en krijgen hun geld terug, maar wij willen dolfijnen zien!

Twee uur laer zijn we terug… zonder ook maar 1 dolfijn te hebben gezien. De schipper durfde met zijn bootje niet te ver de zee op en we behoren tot de 2% van de tochtjes waarop mensen geen dolfijnen zien. We zijn niet ziek geworden en het was een leuke tocht, maar we zijn natuurlijk wel teleurgesteld. Terug in de stad gaan de dames naar een rugby-wedstrijd en wij doen lekker rustig aan. We winkelen nog twee uurtjes en eten daarna opnieuw bij een Mexicaan. ‘s Avonds na de wedstrijd drinken we nog een gezellige borrel met Judith en Elise en daarna gaan we slapen. Morgen moeten we naar huis…

Vrijdag 27 januari – Tongariro Crossing en Vliegen

Vrijdag 27 januari – Tongariro Crossing en Vliegen

6 uur en de wekker gaat af. Martijn gaat lopen! Na een snelle douche en een laatste check van alle spullen, stapt hij met 8 anderen in de bus. Karin zwaait de bikkels uit. Van Judith van 23 tot Wil van 70: stoere lopers van alle leeftijden hebben zich soms al maanden op deze trektocht verheugd en het weer blijkt ontzettend mee te werken. Het is ‘s ochtends fris, maar bijna onbewolkt. De lopers hebben om 7 uur een vroege start, die er voor zorgt dat ze vooral de eerste paar uur met de eigen groep lopen. Vooral op de top (rond 10 uur) is dat voor iedereen genieten: een schitterend uitzicht rondom, geen wolk te bekennen en weten dat je het eerste stuk gehaald hebt. Hoewel de wandeling maar 17 kilometer lang is (en door sommige jammere figuren in minder dan 5 uur wordt gelopen), zorgen fikse stukken klim en daling en het feit dat er ontzettend veel te zien is onderweg, ervoor dat de meeste mensen er 8 a 9 uur over doen.


Om kwart over 2 vertrekt de laatste het bos in om aan de (toch nog zware) laatste loodjes te beginnen: trappen, trappen, trappen… Rond 3 uur is iedereen bij het eindpunt en kwart voor 4 is de bus ter plaatse met de rest van de mensen en een applaus en biertje of frisje voor alle lopers. Hoewel toch nog verbrand (ondanks factor 30 en 45 en – deels – een t-shirt met lange mouwen) en met enigszinds pijnlijke knieen is ook Martijn tevreden: “niet slecht voor een kantoorbaan!”


Karin loopt deze toch natuurlijk niet, maar haar dag is ook een absolute topper. Samen met Jannie (en daarna ook Wil en Jannie 2) maakt ze een rondvlucht boven de vulkaan waar Martijn bovenop staat! Hoewel Ruapehu niet overvlogen wordt door de opkomende wolken en ook Tongariro vanaf 11 uur wolken krijgt, zijn de 35 minuten bovenin de lucht geweldig! Van Tongariro en Mount Doom is genoeg te zien en zelfs wandelaars (hoewel niet “onze” wandelaars) zijn te zien. Het tweede, spectaculaire rondje rond de top van Nauheru, zodat de krater beeldvullend in beeld is, is geweldig. De rest van de dag is er genoeg voer voor napraten en nagenieten en het binnenhalen van de wandelaars is al even leuk. ‘s Avonds in de pub wordt en nageborreld. Iedereen is het er over eens: dit was een van de hoogtepunten van de reis tot nu toe!

Zondag 12 februari – vliegen

Zondag 12 februari – vliegen

En dan is het zover. Om half 9 zitten we na een laatste inpak-sessie in de bus die ons naar de luchthaven brengt. Vier weken zijn omgevlogen en we gaan naar huis. Om te onderstrepen dat dat niet per-se een leuk idee is, is het werkelijk stralend weer. We zijn blij voor Henk en Eugenne die nog een week op het Noordeiland bij familie blijven en hopen dat zij er nog wat van meekrijgen. Ze gaan ons uitwuiven op de luchthaven, voor ze zelf op een (andere) vlucht naar Christchurch gaan.
Inchecken valt ons niet mee: als iedereen al klaar is, staan wij er nog. Eerst zijn we kwijtgeraakt in het systeem, dan blijken we van de vlucht naar Kuala Lumpur afgeboekt!

Als dat is rechtgezet blijken we ook nog van de vervolgvlucht afgehaald. Het duurt meer dan een half uur voor alles is rechtgezet en we zijn nog een beetje angstig voor onze bagage als de dame die ons incheckt vrolijk meldt dat ze er 6 weken uit is geweest en niet meer exact weet hoe het moet. Afijn, dat zien we in Nedreland wel: wij mogen in ieder geval mee.

De vlucht is vooral heel lang… Eerst anderhalf uur naar Auckland. Dan 2 uur wachten en door naar Kuala Lumpur. We kijken veel films om wakker te blijven en in KL drinken we koffie, kletsen anderhalf uur over de msn met mensen in Nederland, trekken iets schoons aan en beginnen dan aan de langste vlucht: 13 uur naar Nederland. We slapen allebei een paar uur en uiteindelijk komt Nederland in zicht. Nouja, in zicht: het is bewolkt en de temperatuurmeter op het schermpje laat zien dat het 3 graden is… Welkom thuis…

Zaterdag 28 januari – Naar Koriniti

Zaterdag 28 januari – Naar Koriniti

Nog niet alle sokken zijn droog (het ondergoed gelukkig wel) de volgende ochtend, dus die gaan in een tasje mee en de spieren van Martijn zijn een tikkie pijnlijk, maar verder stappen we vrolijk de bus is. Het weer is opnieuw goed: deze keer helemaal wolkenloos en het beloofd niet alleen warm, maar zelfs heet te worden! De tocht gaat na een aantal kilometer en een koffiestop rechtsaf de oude en gedeeltelijk onverharde hoofdweg op, die grotendeels langs de Waganui Rover loopt.

Langs deze rivier leven nog steeds veel Maori en tot op de dag van vandaag zijn er claims over het land, die tegenwoordig juridisch uitgevochten worden, tussen Maori en Paheka (“wit vlees”, de Maori-naam voor witte mensen). De plaatsnamen langs de rivier staan veelal in twee talen aangegeven: soms de een als vertaling van de ander, soms de originele en de nieuwe naam. We komen Jerusalem tegen (waar tot op de dag van vandaag nonnen leven, die vanuit het plaatselijke klooster scholing en ziekenhulp bieden aan de mensen langs de rivier) en ook Londen! Wij zijn op weg naar Korinthe, of Koriniti, waar we mogen logeren in de ontmoetingsshuizen of “whare” (spreek uit “faree”) van Sanny en zijn familie.


Daar gaat een heel kennismakingsritueel aan vooraf. De bezoekers lopen, zodra het welkomslied klinkt, met de vrouwen voorop en de mannen achteraan (om te laten zien dat je geen kwaad in de zin hebt) de Marae (spreek uit “maree”) op, zeg maar de heilige ontmoetingsplek. Daarbij pauzeer je drie keer: voor de voorvaderen, voor het land en voor de gastheren/-vrouwen. Daarna mag je gaan zitten: mannen eerst en vrouwen achteraan, want het kan nog verkeerd gaan. Vervolgens spreekt eerst de gastheer en daarna een woordvoeder voor de groep. Je vertelt in je eigen taal over wie je bent, waar je wortels liggen en wat je komt doen. Martijn vertelt namens de groep over wie hij is en waar hij vandaan komt. Na elke speech moet de groep die bij de spreker hoort zingen, om eventuele kwade geesten te verjagen. Onze kanon van Vader Jacob klinkt ineens wat ongepast en iedereen doet extra z’n best, zodat het nog heel wat lijkt. Daarna mogen we dichterbij komen en begroet iedereen elkaar door met open ogen de neus en vooral het voorhoofd van de ander met je eigen neus en voorhoofd te raken. Het voorhoofd is waar de ziel woont en gek genoeg is het bijna intiemer dan zoenen.


En we voelen ons ECHT welkom. De ceremonie is bijzonder en het welkomstlied bij de lunch, het heerlijke eten en de absolute gastvrijheid zijn overweldigend. Het weer is geweldig: het is voor het eerst niet alleen warm, maar gewoon snikheet en iedereen zoekt de koelte van de schaduw of de rivier op. Wie dat wil kan een korte cursus weven volgen (met Flax, een soort rietbladeren) en verder volgen we de vorderingen van de Hangi, de traditionele in de grond klaargemaakte maaltijd.
Ook ‘s avonds is het erg leuk: het eten is opnieuw heerlijk en uitbundig en daarna worden we getrakteerd op een zang- en dansvoorstelling door familieleden van Sanny. De dames dansen met de Poi, een soort zachte bal aan een touwtje, die oorspronkelijk bedoeld was om de polsen van de strijders te oefenen. De heren laten een echte Haka zien, een soort strijddans, die echt enorm indrukwekkend is. En jawel, daarna is het onze beurt. Eerst de dames, die al snel ontdekken dat die Poi nog niet zo eenvoudig is, en dan de heren die zich vol overgave in een Haka gooien. We voelen ons eerst wat opgelaten, maar de sfeer is zo ontspannen dat we al snel de grootste lol hebben en het ondanks de enorme hitte in het zaaltje erg gezellig wordt.

Daarna is het tijd voor een officieel afscheidswoord en deze keer mag het ook door een vrouw gedaan worden en in een taal die je zelf passend vindt. Karin bedankt in het Engels alle aanwezigen voor hun gastvrijheid en de leuke dag en avond. Daarna moet er weer gezongen worden en het “We gaan nog niet naar huis”, waarbij we flink klappen en stampen, valt enorm in de smaak: onze gastheren en -vrouwen klappen al snel mee. Daarna is er koffie en thee en nog meer eten: kaasjes, brood, koek en taart. Het is maar goed dat we niet nog langer blijven, dan groeien we dicht! De avond eindigt buiten, met een borrel, onder een schitterende sterrenhemel waarin we niet alleen het Zuiderkruis en Orion (op z’n kop!) zien, maar echt de hele melkweg. Moe, maar voldaan liggen we ‘s nachts op ons matras in 1 van de twee whare’s, te kijken naar de sterren die we door het raam zien. Echt een dag om nooite te vergeten.

Zondag 12 februari – vliegen

Zondag 12 februari – vliegen

En dan is het zover. Om half 9 zitten we na een laatste inpak-sessie in de bus die ons naar de luchthaven brengt. Vier weken zijn omgevlogen en we gaan naar huis. Om te onderstrepen dat dat niet per-se een leuk idee is, is het werkelijk stralend weer. We zijn blij voor Henk en Eugenne die nog een week op het Noordeiland bij familie blijven en hopen dat zij er nog wat van meekrijgen. Ze gaan ons uitwuiven op de luchthaven, voor ze zelf op een (andere) vlucht naar Christchurch gaan.
Inchecken valt ons niet mee: als iedereen al klaar is, staan wij er nog. Eerst zijn we kwijtgeraakt in het systeem, dan blijken we van de vlucht naar Kuala Lumpur afgeboekt!

Als dat is rechtgezet blijken we ook nog van de vervolgvlucht afgehaald. Het duurt meer dan een half uur voor alles is rechtgezet en we zijn nog een beetje angstig voor onze bagage als de dame die ons incheckt vrolijk meldt dat ze er 6 weken uit is geweest en niet meer exact weet hoe het moet. Afijn, dat zien we in Nedreland wel: wij mogen in ieder geval mee.

De vlucht is vooral heel lang… Eerst anderhalf uur naar Auckland. Dan 2 uur wachten en door naar Kuala Lumpur. We kijken veel films om wakker te blijven en in KL drinken we koffie, kletsen anderhalf uur over de msn met mensen in Nederland, trekken iets schoons aan en beginnen dan aan de langste vlucht: 13 uur naar Nederland. We slapen allebei een paar uur en uiteindelijk komt Nederland in zicht. Nouja, in zicht: het is bewolkt en de temperatuurmeter op het schermpje laat zien dat het 3 graden is… Welkom thuis…