Zaterdag 28 januari – Naar Koriniti

Zaterdag 28 januari – Naar Koriniti

Nog niet alle sokken zijn droog (het ondergoed gelukkig wel) de volgende ochtend, dus die gaan in een tasje mee en de spieren van Martijn zijn een tikkie pijnlijk, maar verder stappen we vrolijk de bus is. Het weer is opnieuw goed: deze keer helemaal wolkenloos en het beloofd niet alleen warm, maar zelfs heet te worden! De tocht gaat na een aantal kilometer en een koffiestop rechtsaf de oude en gedeeltelijk onverharde hoofdweg op, die grotendeels langs de Waganui Rover loopt.

Langs deze rivier leven nog steeds veel Maori en tot op de dag van vandaag zijn er claims over het land, die tegenwoordig juridisch uitgevochten worden, tussen Maori en Paheka (“wit vlees”, de Maori-naam voor witte mensen). De plaatsnamen langs de rivier staan veelal in twee talen aangegeven: soms de een als vertaling van de ander, soms de originele en de nieuwe naam. We komen Jerusalem tegen (waar tot op de dag van vandaag nonnen leven, die vanuit het plaatselijke klooster scholing en ziekenhulp bieden aan de mensen langs de rivier) en ook Londen! Wij zijn op weg naar Korinthe, of Koriniti, waar we mogen logeren in de ontmoetingsshuizen of “whare” (spreek uit “faree”) van Sanny en zijn familie.


Daar gaat een heel kennismakingsritueel aan vooraf. De bezoekers lopen, zodra het welkomslied klinkt, met de vrouwen voorop en de mannen achteraan (om te laten zien dat je geen kwaad in de zin hebt) de Marae (spreek uit “maree”) op, zeg maar de heilige ontmoetingsplek. Daarbij pauzeer je drie keer: voor de voorvaderen, voor het land en voor de gastheren/-vrouwen. Daarna mag je gaan zitten: mannen eerst en vrouwen achteraan, want het kan nog verkeerd gaan. Vervolgens spreekt eerst de gastheer en daarna een woordvoeder voor de groep. Je vertelt in je eigen taal over wie je bent, waar je wortels liggen en wat je komt doen. Martijn vertelt namens de groep over wie hij is en waar hij vandaan komt. Na elke speech moet de groep die bij de spreker hoort zingen, om eventuele kwade geesten te verjagen. Onze kanon van Vader Jacob klinkt ineens wat ongepast en iedereen doet extra z’n best, zodat het nog heel wat lijkt. Daarna mogen we dichterbij komen en begroet iedereen elkaar door met open ogen de neus en vooral het voorhoofd van de ander met je eigen neus en voorhoofd te raken. Het voorhoofd is waar de ziel woont en gek genoeg is het bijna intiemer dan zoenen.


En we voelen ons ECHT welkom. De ceremonie is bijzonder en het welkomstlied bij de lunch, het heerlijke eten en de absolute gastvrijheid zijn overweldigend. Het weer is geweldig: het is voor het eerst niet alleen warm, maar gewoon snikheet en iedereen zoekt de koelte van de schaduw of de rivier op. Wie dat wil kan een korte cursus weven volgen (met Flax, een soort rietbladeren) en verder volgen we de vorderingen van de Hangi, de traditionele in de grond klaargemaakte maaltijd.
Ook ‘s avonds is het erg leuk: het eten is opnieuw heerlijk en uitbundig en daarna worden we getrakteerd op een zang- en dansvoorstelling door familieleden van Sanny. De dames dansen met de Poi, een soort zachte bal aan een touwtje, die oorspronkelijk bedoeld was om de polsen van de strijders te oefenen. De heren laten een echte Haka zien, een soort strijddans, die echt enorm indrukwekkend is. En jawel, daarna is het onze beurt. Eerst de dames, die al snel ontdekken dat die Poi nog niet zo eenvoudig is, en dan de heren die zich vol overgave in een Haka gooien. We voelen ons eerst wat opgelaten, maar de sfeer is zo ontspannen dat we al snel de grootste lol hebben en het ondanks de enorme hitte in het zaaltje erg gezellig wordt.

Daarna is het tijd voor een officieel afscheidswoord en deze keer mag het ook door een vrouw gedaan worden en in een taal die je zelf passend vindt. Karin bedankt in het Engels alle aanwezigen voor hun gastvrijheid en de leuke dag en avond. Daarna moet er weer gezongen worden en het “We gaan nog niet naar huis”, waarbij we flink klappen en stampen, valt enorm in de smaak: onze gastheren en -vrouwen klappen al snel mee. Daarna is er koffie en thee en nog meer eten: kaasjes, brood, koek en taart. Het is maar goed dat we niet nog langer blijven, dan groeien we dicht! De avond eindigt buiten, met een borrel, onder een schitterende sterrenhemel waarin we niet alleen het Zuiderkruis en Orion (op z’n kop!) zien, maar echt de hele melkweg. Moe, maar voldaan liggen we ‘s nachts op ons matras in 1 van de twee whare’s, te kijken naar de sterren die we door het raam zien. Echt een dag om nooite te vergeten.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.