6-09 Quebec

6-09 Quebec

We worden al vroeg wakker. Het ligt weliswaar niet heel rot, maar het is wel een heel klein bed… wat betekent dat we elkaar nogal eens knietjes en elleboogdreunen verkopen. Vanavond gaan we allebei wel in een eigen kingsize bed liggen. Deze enorme kamer heeft er tenslotte twee! Na een nog een paar hazenslaapjes staan we rond 8 uur gedoucht en aangekleed klaar om te gaan ontbijten. Dat betekent in dit hotel dat je je 5-dollarkorting-per-persoon bonnetje meeneemt en vertrekt naar l’Omlette, een restaurantje een straatje of 2 verderop. ‘Het eitje’ zoals we de tent al snel dopen blijkt erg aardige serveersters en prima ontbijtjes te serveren. Met onze kortingsbon blijft de schade ook keurig beperkt tot een paar euro in totaal en rond 9 uur kunnen we de wereld weer aan.

We hebben ambitieuze plannen vandaag: alle leuke bezienswaardigheden van Quebec bekijken (op z’n minst van buiten) en dat tussen de regendruppels door. Het is opnieuw grijs vandaag en regenachtig, maar tegelijk ontzettend warm, benauwd en vochtig. En de stad ligt nogal strategisch… Lees: alles gaat bergop (of -af, het is maar van welke kant je komt) dus we staan op een hoop straathoeken te hijgen als 2 ouwe sokken!
Met een beetje nadenken puzzelen we een handige route in elkaar. Om te beginnen klimmen we de muren op, vlak bij ons hotel. Oud Quebec wordt omringd door 4.6 kilometer muur en je kunt bijna helemaal rond lopen. We beginnen met ongeveer een derde. Je kunt leuk rondkijken en ondanks het vreselijke uitzicht (bijna ontbrekend door de laaghangende bewolking) is het toch erg leuk. We lopen bovendien (in een rustig tempo) bergaf, dus het hijgen valt mee.

Aan het eind, waar de muur ophoudt, steken we de straat over en zijn we precies waar we zijn willen. De Vieux Marche de Port staat op zaterdagochtend vol met kraampjes waar lokale boeren hun waar uitstallen. Alles ziet er perfect uit: veel groente en fruit, vlees en vis, maar ook bloemen, kaas en andere dingen, waaronder een winkeltje met 1001 kruidensoorten. We gaan voor de bijl voor kleine bekertjes verse bosbessen en frambozen en lopen al snackend de kraampjes te bekijken.
Als we buiten komen lopen we vanaf de markt langs het water door de Ephemeral Gardens. Deze tuinen zijn een soort kunstwerken, speciaal ontwikkeld voor het 400-jarig bestaan van Quebec dat dit jaar wordt gevierd. ‘Tuin’ moet je overigens bij een dergelijk kunstwerk wel ruim opvatten: planten zijn geen noodzaak en sommige lappen grond zijn vooral bedekt met vage stukjes plastic of steen. Afijn: kunst is natuurlijk persoonlijk en sommige dingen vinden we wel erg mooi.

Halverwege krijgen we echter haast: het begint nu serieus te druppen. We haasten ons naar een overdekt bankje en dat blijkt net op tijd: de enige serieuze bui van die dag barst los. We pakken het boekje er nog maar even bij en lezen wat achtergrondinfo en na een minuut of 15 is het weer zo goed als droog. We wandelen langs het water en buigen dan af naar het zuiden, zodat we terecht komen in de lage oude stad. We zoeken een overdekt terrasje op, waar we genieten van een bakje koffie en daarna dwalen we door de kleine straatjes van de oude stad.
We snappen we dat al die Amerikanen zo onder de indruk zijn: het lijkt vooral op de smalle, bochtige straatjes die wij Europeanen zo goed kennen. Erg leuk, sfeervol, erg toeristisch en niet heel bijzonder… voor ons. De hordes Canadezen, Amerikanen en andere volken staan op bijna elke straathoek stil om een foto te maken. Wij schieten ook wat plaatjes, maar de fotozin is ver te zoeken vandaag. Het is ook wel erg grijs.

Behalve winkeltjes en heel veel galerietjes met mooie en minder mooie (Inuit en andere) kunst, zien we ook Place Royale, waar Quebec begon (zie artikeltje links op de pagina). We bekijken het kerkje dat er staat en wandelen langs de informatieborden, die hier gelukkig in Frans en Engels aanwezig zijn. We worden eigenlijk heel handig in het Frans (we worden alleen nog in het Engels aangesproken als we er zelf om vragen en kunnen bijna alles af zonder taalwisseling), maar lappen geschiedkundige tekst gaan toch wat ver.
Na die dosis geschiedenis is het tijd voor lunch. We eten een prima broodje in Le Cochon Dingue, met een uithangbord met een bolrond goud varken, efficiënte bediening en goed, redelijk betaalbaar eten. Na de rustige lunchstop nemen we het kabelbaantje terug naar de Hoge Oude Stad. Daar stappen we uit op het plein voor Hotel Frontenac. Volgens de reisgids is dit het meest gefotografeerde hotel ter wereld en het heeft meer weg van een enorm kasteel dan van een hotel. Het heeft meer dan 350 kamers en heeft onderdak geboden aan allerlei beroemdheden, variërend van Charlie Chaplin tot Queen Elizabeth. Vanuit dit hotel werd D-Day gepland. Het verhaal gaat dat de hoge heren de plannen uittekenden op servetjes, die ze op tafel lieten liggen! Een trouwe ober bracht ze achter ze aan.

Voor het hotel zijn de fundamenten te zien van een van de oude verdedigingswerken. Dit kasteel werd echter door een enorme brand verwoest (zoals het grootste deel van Quebec tijdens die brand), dus echt veel is er niet meer te zien. We lopen over de houten promenade richting de Citadelle en met veel gezucht en gesteun weten we weer op de muren te komen. We lopen langs dit grootste kasteel ter wereld (dat overigens nog steeds in uitstekende staat verkeert) en wandelen over de muren tot we (vlakbij waar we de muren opgingen) bij de Plains of Abraham komen. Op deze vlakte werd de strijd tussen de Fransen en Engelsen uitgevochten, die uiteindelijk in het voordeel van de Engelsen werd beslecht.
We wandelen over de lange lanen tot we bij het Parc de Joanne d’Arc komen. Deze Franse verzetsheldin speelt een redelijk grote rol in de  verbeelding van de afscheidingsbeweging in Canada, die Franstalig Quebec het liefst afgescheiden van de rest van Canada ziet. Het is dus nogal beladen, dit parkje. Beladen of niet: het is een mooi aangelegd parkje en zelfs in deze somberheid ziet het er leuk uit.

We steken dwarsuit en komen zo na een aantal ‘blocs’ bij het begin van Rue St. Jean, een heel lange, relaxte winkelstraat die vol winkeltjes, galerietjes, restaurants en pubs zit. We zijn inmiddels uitgedroogd en bekaf, dus eerst tanken we bij met veel water en cola (voor de suiker). Daarna wandelen we via de leuke straat, met een korte stop bij de oudste kruidenier van Noord Amerika, terug naar de oude stad en ons hotel.
We zijn behoorlijk versleten, dus we lezen eerst maar een uurtje om even bij te komen. Daarna laten zoveel mogelijk spullen achter in het hotel en rond half 6 zakken we af naar een pub. Drankje, nootjes erbij en mensen kijken. Na nog een drankje en een uurtje zitten zijn we weer mens. We wandelen wat rond op zoek naar een restaurantje en dat vinden we tenslotte vlak bij ons hotel. Overigens staat naast het restaurantje een boom, met aan de voet (tussen de wortels) een kanonskogel erin! We hadden gelezen dat die boom ergens was, maar we vinden hem volledig per ongeluk. Er grappig en we nemen ons voor voordat we weggaan morgen nog even een foto te maken.

We eten prima en daarna zijn we klaar met de wereld. In het hotel duiken we allebei met een boekje ons eigen enorme bed in. Slapen!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.