Donderdag 14 juli – San José

Donderdag 14 juli – San José

Om half 6 lukt het om ons nog even om te draaien, maar om kwart voor 7 zijn we echt klaarwakker. Gelukkig is hotel Rincon de San José niet anders gewend. De hoofdstad is begin- en eindpunt van bijna alle reizen door Costa Rica. In deze periode zijn er vooral Europeanen die dus vroeg wakker zijn. Het hotel blijkt bij daglicht charmant; het bestaat uit huizen die met elkaar verbonden zijn. Daartussen is een soort overdekte tuin waar je kunt ontbijten. Ons onbijt bestaat vers fruit, eieren, brood, sap en koffie of thee. We laten het nationale gerecht gallo pinto, rijst met zwarte bonen, deze keer staan. Na het onbijt wandelen we even door de oude wijk.
Om 9 uur worden we opgepikt door een taxibusje en naar het kantoor van de locale reisorganisatie gebracht. Hier vertelt de Nederlandse eigenaresse een uitgebreid verhaal over de reis die ons te wachten staat. Er zijn nog 2 andere stellen en 2 families die min of meer dezelfde reis maken en die we deze trip dan ook vast nog wel tegen zullen komen. Een stel heeft zelfs exact dezelfde trip voor de boeg. We krijgen allerlei verhalen te horen over accommodaties, de wegen, geldzaken, en tips over activiteiten op de verschillende plekken.

Anderhalf uur later worden we met het busje keurig terug gebracht bij het hotel en is het tijd voor een verkenning van de stad. Dat is nog best lastig, want in totaal hebben we maar een dag in San José en dat terwijl we toch lichtelijk jet-lagged zijn. Gewapend met de Lonely Planet en het daar in beschreven voorstel voor twee dagen gaan we op pad. We beginnen met een tocht door het centrum en door de markt en nu blijkt pas echt dat Costa Rica toch een stuk moderner is dan de omringende landen. Veel westerse winkels en de Amerikaanse burgertenten zijn op elke hoek van de straat te vinden (of dat nou een niveau van ontwikkeling aangeeft is overigens discutabel). Na een twee uurtjes dwalen door de stad is het dan toch tijd voor een lunch, we genieten van hamburgers en BLT sandwiches.
Het is goed te merken dat het land erg toeristisch is en vooral catert voor grote aantallen Amerikaanse toeristen. In juli is het land daaraantegen voorbehouden aan Europese toeristen die denken dat het regenseizoen ook best leuk is. Terwijl we onze broodjes wegwerken en dit soort dingen lezen in de Lonely Planet is het dan ook zo ver: het begint te plenzen. Rustig blijven we even zitten totdat het ophoudt met regenen, althans dat is de theorie. We besluiten dan dat zodra we afrekenen het toch echt wel klaar moet zijn. Helaas gaat ook deze vlieger niet op en begint het steeds harder te storten. We schuilen nog wat buiten onder een afdakje maar dan besluiten dat het lang genoeg heeft geduurd en gaan we op weg naar het nationaal museum voor de dagelijkse portie cultuur. Daar blijkt het ook binnen niet geheel droog te blijven en in onze regenjassen bekijken we eerst de vlinderhal (in eerste instantie zonder een enkele vlinder)  en daarna een aantal tentoonstellingen over de geschiedenis van Costa Rica. Na anderhalf uur scherven, potten, skeletten, jade en goud zijn we er klaar mee en is het ook eindelijk gestopt met regenen. Nou, ja gestopt… In Nederland zouden we het nog een best buitje hebben genoemd, maar voor hier tellen we het maar als droog. We lopen naar het nationaal theater waar we ons tegoed doen aan een prima bak koffie en een smoothie.
Daarna is het weer tijd voor daglicht, we willen tenslotte niet toegeven aan onze jetlag. We hebben gehoord dat je hier dollars kunt pinnen, en dat dat handig is voor het betalen van excursies. Helaas lukt dat niet, maar de plaatselijke valuta colonnes is geen probleem. Geld moet rollen, dus we vervolgen onze weg naar een mooie cocktailbar. Harro gaat voor de klassieke Margarita, Eveline neemt de Pura Vida. Dat betekent letterlijk “het pure leven” maar staat voor “het Costa Ricaanse leven waar we trots op zijn”. Deze uitdrukking kun je dus overal voor gebruiken: souvenirs, begroetingen of voor je cocktail.
Na de borrel eten we bij El Mundo. Dit is een erg goed en sfeervol restaurant met een Costa Ricaanse/Italiaanse kaart. De pasta’s zijn erg goed, we spreken af dat we hier aan het eind van de vakantie weer heengaan. Daarbij helpt het ook dat het restaurant letterlijk  5 meter van ons hotel is….

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.