Archief van
Categorie: Costa Rica

Woensdag 13 juli – Heenreis

Woensdag 13 juli – Heenreis

Om 7 uur staat taxi Tinus voor de deur, die ons in een half uurtje naar Schiphol brengt. Daar is het best druk maar toch zijn we binnen 10 minuten onze tassen kwijt en even later staan we achter de douane. Anderhalf uur later mogen we ons melden voor het kruisverhoor dat er tegenwoordig bijhoort als je naar of via de VS vliegt.
Tien uur later stappen we uit in Houston, na veel slaap en een halve film (Harro) en een beetje slaap en 2,5 film (Eveline).  Alles gaat volgens planning, dus we hebben 4 uur op George Bush International Airport… In Texas…tsja, daar kies je ook niet voor. Daar snuiven we wat Amerikaanse cultuur door een bezoekje aan de Starbucks en een sports bar. Daarna mogen we instappen voor de laatste 3 uur naar Costa Rica.

We komen aan op de luchthaven van San Jose, en krijgen toch zeker 10 hotels en 5 taxi’s aangeboden. We zoeken toch door naar een bordje met onze namen totdat een kleine Tico (=inwoner van dit land) ons aanspreekt en ons een envelop met onze namen laat zien. Hij heeft nog een stuk of 10 enveloppen, dus nadat we ons gewillig op “de Nederlandse stoep” hebben laten parkeren, rent hij nog een tijdje door de mensenmassa om alle Hollanders te lokaliseren. Vervolgens dirigeert hij ons naar een paar taxibusjes en een half uur later zijn we in het centrum. In het hotel weten we nog net vriendelijk “buenos noches” uit te brengen, maar binnen een kwartier liggen we in bed. Na bijna een etmaal reizen zijn we daar wel aan toe…

Donderdag 14 juli – San José

Donderdag 14 juli – San José

Om half 6 lukt het om ons nog even om te draaien, maar om kwart voor 7 zijn we echt klaarwakker. Gelukkig is hotel Rincon de San José niet anders gewend. De hoofdstad is begin- en eindpunt van bijna alle reizen door Costa Rica. In deze periode zijn er vooral Europeanen die dus vroeg wakker zijn. Het hotel blijkt bij daglicht charmant; het bestaat uit huizen die met elkaar verbonden zijn. Daartussen is een soort overdekte tuin waar je kunt ontbijten. Ons onbijt bestaat vers fruit, eieren, brood, sap en koffie of thee. We laten het nationale gerecht gallo pinto, rijst met zwarte bonen, deze keer staan. Na het onbijt wandelen we even door de oude wijk.
Om 9 uur worden we opgepikt door een taxibusje en naar het kantoor van de locale reisorganisatie gebracht. Hier vertelt de Nederlandse eigenaresse een uitgebreid verhaal over de reis die ons te wachten staat. Er zijn nog 2 andere stellen en 2 families die min of meer dezelfde reis maken en die we deze trip dan ook vast nog wel tegen zullen komen. Een stel heeft zelfs exact dezelfde trip voor de boeg. We krijgen allerlei verhalen te horen over accommodaties, de wegen, geldzaken, en tips over activiteiten op de verschillende plekken.

Anderhalf uur later worden we met het busje keurig terug gebracht bij het hotel en is het tijd voor een verkenning van de stad. Dat is nog best lastig, want in totaal hebben we maar een dag in San José en dat terwijl we toch lichtelijk jet-lagged zijn. Gewapend met de Lonely Planet en het daar in beschreven voorstel voor twee dagen gaan we op pad. We beginnen met een tocht door het centrum en door de markt en nu blijkt pas echt dat Costa Rica toch een stuk moderner is dan de omringende landen. Veel westerse winkels en de Amerikaanse burgertenten zijn op elke hoek van de straat te vinden (of dat nou een niveau van ontwikkeling aangeeft is overigens discutabel). Na een twee uurtjes dwalen door de stad is het dan toch tijd voor een lunch, we genieten van hamburgers en BLT sandwiches.
Het is goed te merken dat het land erg toeristisch is en vooral catert voor grote aantallen Amerikaanse toeristen. In juli is het land daaraantegen voorbehouden aan Europese toeristen die denken dat het regenseizoen ook best leuk is. Terwijl we onze broodjes wegwerken en dit soort dingen lezen in de Lonely Planet is het dan ook zo ver: het begint te plenzen. Rustig blijven we even zitten totdat het ophoudt met regenen, althans dat is de theorie. We besluiten dan dat zodra we afrekenen het toch echt wel klaar moet zijn. Helaas gaat ook deze vlieger niet op en begint het steeds harder te storten. We schuilen nog wat buiten onder een afdakje maar dan besluiten dat het lang genoeg heeft geduurd en gaan we op weg naar het nationaal museum voor de dagelijkse portie cultuur. Daar blijkt het ook binnen niet geheel droog te blijven en in onze regenjassen bekijken we eerst de vlinderhal (in eerste instantie zonder een enkele vlinder)  en daarna een aantal tentoonstellingen over de geschiedenis van Costa Rica. Na anderhalf uur scherven, potten, skeletten, jade en goud zijn we er klaar mee en is het ook eindelijk gestopt met regenen. Nou, ja gestopt… In Nederland zouden we het nog een best buitje hebben genoemd, maar voor hier tellen we het maar als droog. We lopen naar het nationaal theater waar we ons tegoed doen aan een prima bak koffie en een smoothie.
Daarna is het weer tijd voor daglicht, we willen tenslotte niet toegeven aan onze jetlag. We hebben gehoord dat je hier dollars kunt pinnen, en dat dat handig is voor het betalen van excursies. Helaas lukt dat niet, maar de plaatselijke valuta colonnes is geen probleem. Geld moet rollen, dus we vervolgen onze weg naar een mooie cocktailbar. Harro gaat voor de klassieke Margarita, Eveline neemt de Pura Vida. Dat betekent letterlijk “het pure leven” maar staat voor “het Costa Ricaanse leven waar we trots op zijn”. Deze uitdrukking kun je dus overal voor gebruiken: souvenirs, begroetingen of voor je cocktail.
Na de borrel eten we bij El Mundo. Dit is een erg goed en sfeervol restaurant met een Costa Ricaanse/Italiaanse kaart. De pasta’s zijn erg goed, we spreken af dat we hier aan het eind van de vakantie weer heengaan. Daarbij helpt het ook dat het restaurant letterlijk  5 meter van ons hotel is….

Vrijdag 15 juli – naar Tortuguera

Vrijdag 15 juli – naar Tortuguera

Vandaag staan we vroeg op, om 06:30 worden we door een bus opgehaald voor het eerste deel van ons reisprogramma. Gelukkig zijn we om half zes allebei klaarwakker en na een licht ontbijt staan we ruim op tijd klaar voor de bus. Na even wachten draait er een enorme tourbus de straat in en worden we erg efficient ingeladen. Deze efficiëntie toont zich in de loop van het tripje wat vaker: het is duidelijk een tripje wat door de organisatie dagelijks wordt afgedraaid, alles sluit perfect op elkaar aan en is erg goed geregeld… tot zover ons idee dat we nog enigszins zelf in de hand hebben wat we doen. Een busreis dwars door het regenwoud brengt ons iets na acht uur bij onze eerste stop, een keurig restaurant waar we uitgebreid ontbijten met gebakken eieren, vers fruit en natuurlijk bonen met rijst. Daarna hebben we nog even tijd om door het bos te dwalen en daar ontdekken we een luiaard en een van de beroemde kikkertjes waar Costa Rica bekend om staat… Vraag ons ff niet om een naam, maar het is ongeveer anderhalf centimeter lang, rood met blauwe poten en behoorlijk giftig (het kikkerlikken is hier nooit echt een succes geworden).

We duiken de bus weer in en na een tocht van dik twee uur door fruit en koffieplantages komen we aan bij de ‘steiger’. Met ons komen er nog 5 andere bussen aan en staan er zo’n honderd man te wachten totdat ze met onze bussen weer mee terug moeten. De daaropvolgende chaos lijkt compleet maar wordt door de heren die ons begeleiden keurig opgelost. Tassen in de ene boot, daarne per lodge ingedeeld in een andere boot en binnen een kwartiertje zijn we onderweg. Zoals gezegd, een erg efficiente operatie, waar werkelijk alles tot op de minuut is gedirigeerd. Niet echt ons idee van deze vakantie, maar we laten het maar even gelaten over ons heen komen. Onderweg zijn we ook vast gedrild in het programma van de komende dagen: Vroeg op, boottocht om 05:30, ontbijt, wandelen, boottocht in de middag, en dan s’avonds schildpadden kijken, en ja, we komen je wakker maken en je krijgt rubberlaarzen voor de wandeling…dus…
Een uurtje varen dwars door de jungle later meren we aan bij onze lodge waar we een cabin krijgen toegewezen. Die ziet er keurig uit en ook het resort zelf is netjes met een mooi zwembad. We lunchen op het daarvoor vastgestelde tijdstip, in het daartoe aangewezen restaurant en de voor ons gereserveerde tafeltjes en worden wat melig. Gelukkig hebben we tot 3 uur de tijd voordat we moeten aantreden voor de volgende trip: we gaan met de boot naar het dorp Tortuguero waar we tot 5 uur hebben om rond te struinen. Harro is brak en slaapt een uurtje terwijl Eef het reisverslag opnieuw typt omdat de eerste versie helaas verloren is gegaan.

Stipt 3 uur zitten we in de boot en vertrekken we naar het dorpje en verzamelen op het strand. Hier krijgen we een korte uitleg over de schildpadden die hier aan de kust hun eieren komen leggen en die we hopelijk de volgende avond gaan zien. We struinen wat door het dorpje, waar iedere inwoner of een souvenirtent of een cafe runt, en vinden uiteindelijk een prima terrasje waar we in alle rust een drankje doen… Althans, tot iets voor vijfen, want om 5 uur moeten we bij de boot zijn en ondertussen beginnen we toch wat huiverig te worden voor eventuele represailles als we het schema in de war helpen.

Terug in het resort blijven we maar gelijk in de bar steken, die strategisch tussen de aanlegsteiger en de cabins is geplaatst en genieten van een biertje en een wijntje. Daar komt even later ook het lokale entertainment binnen gezeild: Een wat oudere heer die probeert saxofoon te spelen op een aantal deuntjes die de barkeeper op zet. Jeez, wat is deze man slecht, en dan serieus slecht: Geen goede toon te bekennen en zelfs Harro herkent dat deze man niet in de maat kan blijven. (en ja, we hebben een video…)
Om 7 uur melden we ons met een lichte lachstuip in het restaurant waar we genieten van een prima buffet. Daarna gaan we nog even… Niets dus, we zijn moe, guppies en we moeten er de volgende dag om 5 uur uit voor een boottocht. Terug in onze cabin besluiten dat  hoewel het allemaal erg strikt is geregeld, het wel goed is geregeld en dat we een prima dag achter de rug hebben.

Zaterdag 16 juli – Tortuguera

Zaterdag 16 juli – Tortuguera

Op het buitengewoon vriendelijke tijdstip van 5 uur gaat de wekker want er staat een boottocht op het programma. Om niets aan het toeval over te laten wordt er 5 minuten later door de gids op de deur geklopt om er zeker van te zijn dat zijn schaapjes op tijd opdraven. Een snelle kop koffie en dan duiken we een open 20 persoons boot in en gaan we op weg om beestjes te spotten. Dat lukt verrassend goed en na twee uurtjes heerlijk rondtuffen hebben we een behoorlijke lijst gezien: toekan’s, brul- en doodskop aapjes, veel verschillende vogels, een luiaard, een kleine alligator en een compleet assortiment aan reptielen. Het weer is heerlijk, licht bewolkt en daardoor is het qua temperatuur goed uit te houden, en vooral regent het een keer niet. (we begrijpen ondertussen uit het nieuws dat de regen naar Nederland is verplaatst, daarvoor onze verontschuldigingen, maar we wilden af en toe een droge dag…). We hebben ook een prima gids die geduldig alles uitlegt wat we zien en ruim de tijd neemt voor alles.

Om kwart voor zeven staan we weer bij ons hotel, waar we rustig ontbijten en ons daarna klaarmaken voor excursie nummer 2 van vandaag: de jungle wandeling. Ook hier wordt niets aan het toeval overgelaten en dus meet iedereen zich eerst een paar rubberlaarzen aan… het zou toch vervelend zijn als je schoenen vies zouden worden bij een wandeling. We stappen met onze eigen vertrouwde gids opnieuw de boot in en 5 minuten later worden we bij een ander hotel afgezet. Hier kunnen we direct de dichte jungle inlopen waar onze gids ons van alles vertelt over de plaatselijke flora en fauna. Waar we net nog relatief grote beesten zagen, zien we nu met name planten en insecten en fungeren  we tegelijkertijd als voederplaats voor de in overvloed aanwezige muggen (gelukkig geheel malaria-vrij). Na een tocht van een dik uur houden we het voor gezien.
Het weer is nog steeds prima dus besluit onze gids dat het wel een goed plan is om de voor de middag geplande tweede boottocht/beestenjacht te vervroegen en maar gelijk aan te laten sluiten. Wij vinden alles best (op het water zijn geen muggen)  en wat volgt is een twee uur durende boottocht waar we de score van de ochtend nog eens zuinigjes overdoen. Absoluut hoogtepunt is een leguaan die denkt dat ‘ie model is geworden en het geen probleem vindt dat dat toeristen op anderhalve meter afstand naar hem lopen te staren. Zelfs de gids is onder de indruk, begint zelf ook foto’s te maken en geeft aan dat hij dit nog nooit heeft meegemaakt.
Met nog een leuke verzameling schildpadjes, vogels, spinnen en apen sluiten we de trip af. Ruim op tijd voor de lunch komen we weer terug bij het hotel waar we de rest van de middag ‘vrij’ hebben.
 
We luieren wat aan het zwembad, pakken vast een beetje onze tassen in en gaan dan een drankje pakken in de bar om wat te lezen en het verslag bij te werken. Ook vandaag krijgen we weer lokale snacks uitgedeeld. Ook dat lijkt op de resorts zoals we die van Cuba kennen maar we vinden de sfeer hier stukken beter.
Vanavond hebben we nog een druk programma : eerst gaan we om 6 uur samen met onze gids kikkers zoeken, en na het eten gaan we voor het hoogtepunt: de zeeschildpadden. Bezoek aan de zeeschildpadden is heel streng gereguleerd. In kleine groepen mag je met een gids mee naar een specifiek voor jouw groep toegewezen stukje strand. Daar wacht je totdat er een schildpad besluit op jouw deel van het strand een vracht eieren te leggen en zodra het beest ver genoeg het strand opgekropen is en met de klus aan de gang is mag je samen met de gids gaan kijken. Camera’s, zaklampen en enige andere elektronische apparatuur zijn streng verboden, maar als dat er voor nodig is om deze beesten te beschermen en dit soort trips nog mogelijk te maken werken we daar graag aan mee. Een aantal mensen die gisteren zijn geweest heeft twee van deze enorme groene schildpadden gezien op nog geen meter afstand…

Vervolg

Ok, laten we met het belangrijkste beginnen: we hebben een enorme groene zeeschildpad gezien op een meter of 2 afstand!!! Missie geslaagd, we kunnen naar huis:-)

Maar goed, waar we ons net er bij neergelegd hadden dat alles hier geregeld is en dat we er niet meer in dit verslag over zullen huilen, gaan we mee met het meest overgereguleerde tripje ter aardkloot… In dit geval zijn er meer regeltjes dan er volgens ons schildpadden zijn (en met een totale geschatte populatie van meer dan 30.000 zijn dat heeeeel veeeel regeltjes). We hadden al geschreven over het niet mee mogen brengen van camera’s en zaklampen, maar het verbod op fel gekleurde kleding, alcohollucht, het meenemen van alcohol en nog zo’n 20-30 andere zaken die je niet mee mag nemen hadden we geloof ik nog niet genoemd… Om stipt 19:35 worden we opgepikt door onze gids en samen met 20 andere zielen in een boot richting het strand gevaren, zodat we daar stipt om 20:00 uur aanwezig zijn. We zitten namelijk in time-slot 1 en die duurt van 20 tot 22:00 uur. Dat is de tijd die we hebben om een beest te zien en anders pech. Daarna volgt overigens timeslot 2, die ook 2 uur duurt en dan is het strand alleen nog maar voor de schildpadden. Er is een 21 mijl lange zone afgezet langs de kust waar de beesten hun nesten bouwen en beschermd worden, waarvan 5 mijl door toeristen bezocht mag worden.

Terug naar de exercitie: vanaf de boot lopen we ingedeeld in groepen  van 10 met gids naar  een landingsbaan die parallel aan de kust ligt. Hier krijgen de groepen hun instructie en een uitleg over de schildpadden en begint het wachten: het is namelijk zo dat er op de stranden ‘rangers’ rondlopen die de beesten spotten en dan de toeristen komen halen om er naar te gaan kijken, dit alles om het broedproces niet verstoren. In totaal zitten er 6 groepen op de baan te wachten, dus tsja, daar hoort dan een regeltje bij, want anders is de chaos natuurlijk niet te overzien. Wij zijn groepje nummer 2, wat betekent dat als het sein ‘schildpad veilig’ is gegeven wij als tweede groepje achter de juf aan mogen lopen om te komen kijken. Dat betekent dus ook dat als je groepje 6 bent de kans bestaat dat het beest al lang weer is verdwenen. Hoewel het hele proces van eieren leggen ongeveer een half uur duurt, worden er pas kijkers toegelaten gedurende de 10 minuten dat het beest daadwerkelijk de eieren legt, omdat ze dan in een soort van trance zou moeten zijn (vrij vertaald: als het eieren leggen eenmaal begonnen is, is er weinig te stoppen meer).

Na een uur komt dan het verlossende woord: Een van de rangers (overigens over het algemeen voormalige schildpadden jagers die door nieuwe regels plotseling geen baan meer hadden) heeft een schildpad gespot die zich richting de bomenrand aan het worstelen is! Enorme opwinding alom en overal beginnen de groepjes op te staan. Helaas is het dan toch loos alarm, de schildpad heeft zich omgedraaid en is weer terug de zee in gekropen…
Bij ons begint dan langzaam het gevoel te ontstaan dat dit geintje ook wel een 30 dollar voor een nachtje landingsbaan-zitten kon gaan gaan betekenen. Ook de organisatie ziet dit probleem langzaam opborrelen, en met 60 man die net 30 dollar de neus hebben betaald zou dit pr-technisch wel eens lastig kunnen worden…
Op de valreep dan toch het goede nieuws dat er nog een schildpad is gevonden! En nu is het dan tijd om alle regeltjes maar in een keer overboord te gooien. De gidsen halen hun zaklampen te voorschijn en leiden 60 man tegelijk (of we wel graag 2 aan 2 willen lopen…) richting het strand. Daar zien we nog net de schildpad onder een boom kruipen, waarna het beest verwoed begint te graven. Met 60 toeristen, 6 gidsen en een handvol rangers om haar heen, heeft ze er weinig zin in en na een minuutje graven besluit ze het voor gezien te houden. Dat komt dan voor ons wel zo lekker uit, want wij staan er met ons neus bovenop als het enorme beest dan langzaam richting zee kruipt. Met een prachtige volle maan en wat rode zaklampen van de gidsen kunnen we het beest prima bekijken.

Wat overblijft is dan enerzijds een tevreden gevoel dat we een schildpad hebben gezien, en anderzijds het idee dat het toch wel eens heel goed zou kunnen zijn dat eieren leggen met een man of 70 om je heen wel eens als plassen met kijkers kon zijn… Volgens de gidsen komt dat allemaal goed en is het heel normaal dat ze een aantal keer het strand oprennen om even ‘proef te draaien’. We nemen het maar voor waar aan…

Zondag 17 juli – naar La Fortuna

Zondag 17 juli – naar La Fortuna

De vrijheid lonkt! Vandaag krijgen we onze huurauto en gaan we geheel zelfstandig verder op pad. We mogen uitslapen tot half acht en tegen acht uur zitten we aan een uitgebreid ontbijt met vers fruit, kaneelbroodjes en pannenkoekjes. De tassen staan al zo goed als klaar, en na het betalen van de drankrekening stappen we in de boot die ons terug zal brengen naar de bus. Een wederom prachtige tocht door Tortugera National Park, met een mooie alligator als bonus brengt ons in een uurtje tijd bij de aanlegsteiger. Daar zien we dezelfde chaos als de vorige keer, alleen nu vanaf de andere kant. We gaan met de bus mee tot halverwege San Jose, waar we bij een restaurant onze auto krijgen.

Na een prima lunch bij dit restaurant komen de heren van het verhuurbedrijf binnengelopen. Binnen de kortste keren hebben we al onze handtekeningen gezet en zijn we geheel zelfstandig… En dus paniek 🙂 
Die valt gelukkig mee, we hebben namelijk een prima routebeschrijving en een nog betere kaart. Vandaag gaan we naar La Fortuna, een dorpje aan de voet van de Arenal vulkaan, een vulkaan die in de top 10 van meest actieve vulkanen ter wereld staat. De reis zou volgens de beschrijving ongeveer 4 uur zou moeten duren.
We hebben een prima auto, lekker ruim en we vragen ons een beetje af waarom een tocht van nog geen 150 kilometer 4 uur moet duren… Totdat we de eerste twee dorpen zin gepasseerd waar we er achter komen dat je bij een school maar 25 km/h mag. En aangezien ze volgens Eef op iedere hoek bijles geven, gebeurt dit nogal vaak.
De reis verloopt dan toch vrij vlot en terwijl het voor de verandering weer eens stort van de regen rijden we na een uurtje of 3 La Fortuna binnen. Overigens spotten we onderweg ook nog wat wildlife: in de zeikende regen zien we hoe een luiaard zich ongestoord aan een stroomkabel langs de weg voortsleurt. Werkelijk een bizar gezicht.

Het hotel, een verzameling villa’s, is eenvoudig maar prima en ligt ongeveer 2 kilometer buiten het dorpje. We gooien snel onze spullen in de kamer en vetrekken dan richting het dorpje voor een drankje en een hapje en om te kijken of er voor morgen iets actiefs te verzinnen is. Gehuld in onze regenjassen lopen we bij een van de grotere outdoor bedrijfjes binnen en besluiten onder het genot van een drankje dat we morgen gaan raften. Dit wordt voor Eef de eerste keer en met een rafttocht van ongeveer 4 uur, met grade 3 en 4 rapids gelijk ook maar het betere werk. We eten daarna uitgebreid bij een door de lonely planet aangeraden restaurant en verkassen dan richting hotel waar we nog een drankje doen, bij gebrek aan bar dit keer op ons eigen balkon.

Maandag 18 juli – La Fortuna

Maandag 18 juli – La Fortuna

Na een eenvoudig ontbijt met fruit en pannenkoekjes staan we ruim op tijd klaar bij de receptie en worden we opgepikt door een busje van het bedrijf dat de rafting tour organiseert. We verzamelen bij het boekingskantoor en na een klein kwartiertje gaan we met in totaal 23 man op weg naar de Rio Toro. De tocht duurt zo’n anderhalf uur en gaat tot ongeveer halverwege terug in de richting waar we de vorige dag vandaan zijn gekomen. Tot zover efficient eco toerisme…
Na een voor de rest rustige rit, waarbij we onderweg vast wat uitleg krijgen komen we rond half elf aan op ons startpunt. Hier worden we opgewacht door de gidsen die ons de rivier af zullen jagen. Op het stuk van de Rio Toro waar wij gaan raften bevinden zich 47 klasse 3-4 stroomversnellingen, met weinig rustige stukken er tussen. Dat betekent dat wij de 16 kilometer in ongeveer 2,5 uur gaan afleggen. Volgens de gids die ons op zeer enthousiaste toon uitleg geeft, wordt het een tocht waar we behoorlijk zullen moeten gaan peddelen. En op de vraag hoeveel boten er zo gemiddeld omgaan, lacht hij alleen maar vriendelijk…
Na een korte uitleg over hoe het raften werkt (wat kortweg neerkomt op luisteren naar de stuurman)  worden we ingedeeld in groepen van 6. Met 23 man komt dat dus uit op ongeveer 5.75 per boot, en voordat we het weten starten we al met 1 man te weinig omdat wij mede het groepje van 5 vormen. Met het feit dat er buiten Harro nog nooit iemand in een raft heeft gezeten belooft het een interessante tocht te worden… Het weer is gelukkig prima, en met een watertemperatuur van rond de 27 graden is een eventuele zwempartij overigens ook geen straf.

Samen met een Mexicaans/Amerikaans stel en hun 15-jarige zoon lopen we richting de rivier waar we aan de kant even droog oefenen met onze gids Jack. Harro zit samen met de vader van de familie voorin, de zoon en Eef op de tweede rij en moeders achterin. Na 5 minuten zorgt de gids er even kort voor dat niemand zich zorgen maakt dat hij eventueel nat kan worden door iedereen een helm vol water in zijn nek te gieten.
We duwen van de kant af en dan begint het gelijk al goed: de stroomversnellingen volgen elkaar in hoog tempo op en na het gegil op de achterste rij bij de eerste stroomversnelling gaat het best goed. Op commando van onze stuurman peddelen we als gekken, duiken we op het juiste moment de boot in en beginnen we na een rapid of 5 zowaar op iets van een team te lijken. De rapids worden nu af en toe wat steviger en de klappen wat harder, maar iedereen vermaakt zich kostelijk.

En nu verwacht natuurlijk iedereen grootse verhalen over omslaande boten, dramatische reddingen en de nodige blauwe plekken… Helaas, de enige zwempartij die er plaatsvindt is op het meest rustige stuk van de rivier waar we geheel vrijwillig overboord springen om een rondje te zwemmen. Het gaat allemaal erg goed, en zelfs de grote class 4 waar we vanaf moeten wordt zonder noemenswaardige problemen genomen. Na dik anderhalf uur raften houden we een korte pauze waar we genieten van verse watermeloen en ananas die door de gidsen snel in stukken worden gehakt. Daarna stappen we snel weer de boten in en gaan we verder. Na een minuut of 10 worden we door de gids naar de kant gestuurd, want hij heeft ergens in een boom een luiaard gezien die hij ons nog graag even wil laten zien! Best handig, rafting en wildspotting tour in één!
Een half uurtje later landen we bij het einde van de trip en zijn we zonder ook maar 1 iemand onderweg te verliezen de Rio Toro af geraft! Na een korte afdroog- en omkleedsessie stappen we weer de bus in en worden naar een restaurantje even buiten La Fortuna gereden waar we genieten van een prima lunch. Uiteindelijk staan we om half vier weer bij ons hotel, ruim op tijd voor de hot springs die voor die avond al zijn geboekt.

We graaien snel wat droge spullen bij elkaar en stappen dan snel de auto in, om nog een stuk te gaan touren en wat mooie foto’s van de vulkaan te maken die eindelijk uit de wolken is gekomen. Hij ziet er bij een ondergaande zon echt prachtig uit en bovenin zien wat voorzichtig wat gelige rook opstijgen. Helaas zijn er in de laatste jaren geen lava stromen meer te zien, maar ook zo is het een imposant gezicht.
Om even na vijven komen we aan bij de hot springs. Dit maakt onderdeel uit van de reis die we hebben geboekt en hoewel we het zelf niet snel zouden uitzoeken lijkt in een heet bad liggen na de inspanningen van vandaag best een lekker gevoel. De baden zijn mooi en behoorlijk heet en met een maximum van honderd mensen die tegelijkertijd binnen mogen zowaar enigzins rustig te noemen. We hangen afwisselend in de hete en koude baden en genieten van heerlijke vruchten smoothies en na twee uur houden we het voor gezien. We besluiten na onze goede ervaringen van de dag ervoor hetzelfde restaurant maar weer op te zoeken en genieten daar van een heerlijke risotto en een prima stuk vleesch. Om een uurtje of half negen gaat dan toch echt het licht uit, en het duurt niet lang voordat we allebei in ons bed vallen.

Dinsdag 19 juli – naar Monteverde

Dinsdag 19 juli – naar Monteverde

Vandaag is uitslaapdag dus de wekker staat op half acht en om acht uur zitten we braaf aan het ontbijt. We vertrekken na wat tassen inpakken om een uurtje of 9 richting Monteverde en Santa Elena, twee dorpje die aan de andere kant van de vulkaan liggen. Klinkt simpel, maar om er te komen moet je toch echt even om een meertje heenrijden en ook nog even over 30 kilometer onverharde weg. Totale duur van de tocht is zo’n 4 tot 5 uur… Grote voordeel is wel is dat dit als dé tocht staat aangemerkt als je met een auto in Costa Rica rond rijdt. Al snel wordt duidelijk waarom, de uitzichten over het meer met de jungle en de vulkaan op de achtergrond zijn adembenemend. De weg zelf is een combinatie van keurig en erg bochtig asfalt en plotseling opdoemende parkeergarages, wat de rit zelf af ent toe wat uitdagend maakt. Het weer speelt wel lekker mee: het is droog, zonnig en met een graadje of 25 erg goed te doen.

We stoppen onderweg bij de ‘German bakery’ waar we een kop koffie drinken en ons kapot lachen om de inderdaad grote hoeveelheden Duitse ‘Kuchen’. Na het tanken bij schijnbaar het laatste tankstation in de regio vervolgen onze weg richting Monteverde.

Het laatste stuk van de rit is nog uitdagender. De weg is onverhard en gewoon slecht te noemen met veel geulen en gaten. De iets groter uitgevallen 4wd huurauto is een uitkomst en met niet al te veel moeite rijden we in totaal in 3.5 uur naar Monteverde waar we inchecken in een prima hotelletje.
De snelle rit komt goed uit, want we hebben voor vandaag nog plannen. Er is in Monteverde veel te doen. Het dorpje is omgeven door ‘cloud forest’, en er zijn allerlei wandelingen, canopy tours en andere activiteiten in de omgeving. In het dorpje pakken we een snelle lunch bij een bakkertje en vallen dan binnen bij het kantoor van een lokale tour operator. Hier boeken we tickets voor de ‘hanging bridges’ wandeling voor vandaag en de vlindertuin en de canopy tour voor morgen.

Met de auto rijden we zo’n 20 minuten naar de plek waar we de hanging bridges wandeltocht kunnen doen en ook de volgende dag onze activiteiten zullen plaatsvinden. Daar aangekomen worden we eerst de kolibrie tuin in geloodst. Deze enorm snelle vogels scheren hier aan alle kanten langs je wenkbrauwen en zijn werkelijk een prachtig gezicht. Er staan overal kleine containertjes met suikerwater opgesteld, wardoor de beesten er graag rondhangen. Een  beetje flauw natuurlijk, maar het is werkelijk een mooi schouwspel om te zien en een aparte ervaring als zo’n beest met een brommend geluid op 5 cm van je hoofd langs komt suizen. De wandeltocht is prachtig. Over lange stalen (en ook goed wiebelende) hangende bruggen loop je op 50 meter boven het bos. Hierdoor krijg je goed de mogelijkheid om te zien hoe dicht de jungle is en hoeveel verschillende planten er staan. Dieren zien we weinig deze tocht, maar gezien het tijdstip van 3 uur in de middag is dat ook niet te verwachten.

Na een uurtje of 2 houden we het voor gezien en gaan terug naar het hotel. Uiteindelijk besluiten we de auto te pakken om een pizza te gaan eten bij een door de lonely planet als goed aangeschreven restaurant. Het romantische sfeertje missen we even met al die tourgroepen om ons heen, maar de pizza’s zijn meer dan goed. Terug in het hotel typen we rustig nog een dagje van het verslag en duiken dan rond een uur of 10 ons bed in.

Woensdag 20 juli – Monteverde

Woensdag 20 juli – Monteverde

We beginnen de dag vroeg: Om 7 uur worden we samen me nog een Nederlands stel opgepikt door een gids en beginnen we aan een 4 uur durende wandeling en beesten-zoektocht. Met de auto rijden we achter onze gids op zijn motor aan en stoppen ergens halverwege het Natioinal Park van Monteverde. We beginnen buiten het park omdat daar door de grotere open velden meer beesten te zien zijn. Onze gids is een enthousiaste vent en is behoorlijk scherp. Al snel zien we allerlei prachtig gekleurde vogels (waarvan we jullie  namen helaas schuldig moeten blijven), een luiaard en diverse andere beesten. Absoluut hoogtepunt is de dik 10 cm grote tarantula die door de gids uit zijn hol in de grond wordt gepest. Het beest komt keurig naar buiten en Harro weet een paar prachtige plaatjes te schieten (en voor de liefhebbers: ja ze zijn groot, harig, kunnen een behoorlijk eind springen, bijten en zijn enigzins giftig…)

Na een dik anderhalf uur vertrekken we richting het national park. Ook hier zitten weer tientallen kolibrie’s aan het suikerwater te lurken, wat een enorm mooi gezicht blijft.

Hierna lopen we achter onze gids, die een enorme kijker op een statief meesleurt, het park en de echte cloud forest in. Hij vertelt ons van alles over allerlei planten maar wordt pas echt gek als we een zeldzaam soort arend zien. We weten nog enigzins plaatjes te schieten als het beest er vandoor gaat en  onze gids er hollend met statief over de schouder achteraan gaat! Even later heeft hij het beest weer gevonden en kunnen we nog door zijn kijker een paar prachtige beelden opvangen van dit beest. Na nog dik anderhalf uur zijn we weer terug bij de startplek en gaan we terug naar het hotel. We moeten nog best opschieten, want we moeten om 1 uur een canopy tour doen! Na een snelle lunch bij een bakkerijtje gaan we op weg naar onze tour, zo’n 20 minuten buiten het dorp.

Uiteindelijk staan we om tien over twaalf bij het kantoortje waar ze ons voorstellen om eerst naar de vlindertuin te gaan. Op het terrein ligt een van de grootste vlindertuinen van Costa Rica, en samen met een gids wandelen we er in drie kwartiertjes doorheen en kijken ons ogen uit. In totaal meer dan 40 verschillende soorten vlinders fladderen om ons heen, en vooral een grote blauwe soort is erg actief. De gids laat ons van alles zien, van enorme rupsen tot vlinders die hij van de bomen plukt. Ook staan er her en der ‘broedkasten’ waar ze de cocons van de vlinders in ophangen en waar de vlinders daadwerkelijk naar buiten zien kruipen. Een fantastisch gezicht en het mooie is dat we een groot aantal van deze vlinders al ‘in het echt’ hebben gezien.
Terug aangekomen bij de receptie mogen we eerst even tekenen dat wij geheel vrijwillig potentieel levensgevaarlijke grappen gaan uithalen en worden we in onze ‘gear’ gehesen en gaat het feest beginnen…

Bij canopying hang je dus aan een staalkabel tussen en tot zo’n 50 meter boven de jungle, en suis je al hangend aan een harnas aan dit staalkabel naar beneden. De lengte varieert van een metertje of 100 tot een kilometer, met snelheden tot wel 65 kilometer per uur. Niet echt een aanrader voor mensen met hoogtevrees of mensen die adrenaline eigenlijk een vies woord vinden…

Met een helm op ons knar, een klimharnas omgegespt en handschoenen met enorme leren stukken er op genaaid worden we door een busje naar de start gebracht. Hier krijgen we een korte instructie wat er op neer komt dat je gewoon moet hangen, met je rechterhand het kabel boven je vasthoudt en je gewoon laat gaan… Na de eerste twee hebben we de smaak te pakken en worden de kabels steeds langer en gaat het steeds harder. Uitendelijk komen we uit bij het laatste kabel, dik een kilometer lang en ruim 70 meter boven de jungle. We suizen hier met z’n tweetjes tegelijk af, Eef voorop en Harro met zijn benen om Eef heengeklemd er achter. Met een enorme snelheid suizen we over de jungle heen en genieten we van elke seconde. Wat is dit gaaf!

Na deze toch wel heftige ervaring is het tijd voor de bonus: de tarzan swing. Dit is eigenlijk een soort grote schommel waarbij je geacht wordt van een 10 meter hoge toren af te springen terwijl je bevestigd bent aan een touw wat 50 meter voor én boven je aan een boom is bevestigd. Zodra je er dus afspringt wordt je ook gelijk naar voren gelanceerd en schommel je dus aan een enorme schommel heen en weer, totdat de mannen beneden je je een beetje weten te remmen door af en toe je benen vast te grijpen. Als je nog niet stijf stond van de adrenaline, is dit het moment om dit alsnog even te regelen. Nadat Harro zich gillend als een klein meisje naar beneden heeft gestort besluit ook Eef het maar te wagen. Gillend als een groot meisje (en dat is best hard…) suist ze naar beneden en staat werkelijk te stuiteren als ze weer op haar benen staat. Een super afsluiting van weer een lekker actief dagje!

Vervolg…
Om het geheel te vieren zakken we na terugrit af naar ‘The Treehouse’ een kroeg die letterlijk om een boom heen is gebouwd en genieten daar van cocktails en gin-tonics (zuiver medicinaal, goed tegen malaria & muggen). Nadat we na twee drankjes allebei al behoorlijk teut zijn, eten we bij een goed restaurantje dat aan het eind van het dorp achter een supermarkt verstopt zit. De Lonely Planet vindt het het beste restaurant van het dorp, en na een heerlijke maaltijd met onder andere garnalen gemarineerd in rum sluiten wij ons daar graag bij aan.

Zaterdag 23 juli – naar Samara / Playa Carrillo

Zaterdag 23 juli – naar Samara / Playa Carrillo

We hebben vandaag geen haast, want met een betrekkelijk korte rit van rond de 3 uurtjes hebben we niet echt een vol programma. Door de keuze van het alternatieve hotel kunnen we daar nog gemakkelijk een half uur vanaf schrappen, dus staan we voor ons doen laat op. Rond 8 uur zitten we aan het nu reeds bekende ontbijt, en ook bij  tweede keer is het weer meer dan prima. Dan wordt het even heel raar als we in eens het gevoel hebben dat we zo’n 5 cm opzij worden gezet: Een aardbeving met een paar kleine naschokken! Hoewel het ongetwijfeld een hele lichte aardbeving was, zijn we toch allebei onder de indruk. Het is de eerste keer dat we zoiets meemaken en het is echt een heel raar gevoel.

Dan begint onze rit en voor dat we het weten zitten we al in Nicoya en hoeven we nog maar een kleine 30 kilometer. Een werkelijk prachtig stuk door de bergen heen en dan rijden we iets na 11 uur Samara in. Om gelijk het hotel in te gaan lijkt ons wat vroeg, dus besluiten we  eerst maar een bakkie koffie te gaan doen in het dorpje en vast een kleine verkenning met de auto te doen.

Ons hotel ligt zo’n acht kilometer verder op, bij Playa Carrillo. Dit strand is veel rustiger dan het strand bij Samara, zonder strandtentjes en juist met veel locals. Het hotel is prima, we hebben een enorme kamer en een soort van open lucht douche, waarbij een deel van de doucheruimte een glazen dak heeft. Het ziet er allemaal keurig uit en het hotel is voorzien van een restaurant, bar en zwembad. Aangezien we vandaag toch al een lui dagje hebben besluiten we om ook maar niets groots meer te gaan doen. We pakken onze zwemspullen in en pakken de auto naar Samara, waar we heerlijk aan het strand hangen, een broodje eten en rustig een boekje lezen. Hoewel we normaal niet van het hangerige zijn, bevalt zo’n middagje dan toch wel goed. Aan het eind van de middag boeken we een gecombineerde dolphin watching, vis- en snorkeltour voor de volgende ochtend en gaan dan terug naar het hotel. We spelen een uurtje muggenvoer in het hotel, waar we ons op de hoogte houden van het nieuws en eten dan in het hotel een hapje. Dat overtuigt niet echt en we besluiten vrij snel dat hoewel het niet slecht is, we de volgende dag toch ergens anders gaan eten. Na nog een biertje houden we het voor gezien, zo’n lui dagje gaat je toch niet in de koude kleren zitten.

Donderdag 21 juli – Naar Rincon

Donderdag 21 juli – Naar Rincon

Vandaag staat er weer een redelijke rit op het programma: Eerst weer een kilometer onverharde weg om op de Pan-American highway te komen, dan dik 70 kilometer naar Liberia (de tweede stad van het land) en dan nog een keer 25 km onverharde weg. Het hotel en het einddoel klinken goed: een mooie kleinschalige hacienda, op 20 minuten loopafstand van het nationaal park rond Rincon, een vulkaan met veel heet water poelen en blubberbaden.
Na wederom een prima ontbijt vertrekken we rond half negen en de reis verloopt voorspoedig. Weer worden we verrast door een luiaard die zich over de stroomdraden vlak langs de weg voortbeweegt. Dit keer hebben we ruim de tijd om er foto’s en een filmpje van te maken. Tot nu toe hebben we de luiaards in de parken alleen als grijze haarballen in verre bomen gezien, en langs de weg nu al twee keer van erg dichtbij…

De rest van de reis verloopt prima en met een korte stop voor een kop koffie komen we na een kleine drie uur aan bij ons hotel. Van het kleinschalige is alleen niet echt veel terug te vinden: We zijn in een soort resort geland, waar ze allerlei activiteiten hebben die met name bedoeld zijn voor families met kinderen. In totaal meer dan honderd bungalows, 4 restaurants waar ze allemaal hetzelfde buffet serveren, en wel één kroeg. Daarbij ook nog eens op 25 kilometer afstand van de bewoonde wereld. In eerste instantie vinden we het niet wat, maar laten we het maar even zo. We pakken wat spullen en gaan naar de receptie om te vragen waar de ingang van het nationaal park zich bevindt. Daar worden we wel erg raar aangekeken en wordt ons verteld dat dat wel een heel eind weg is, maar dat je ook prima op het terrein kunt wandelen… Dat proberen we dan maar even maar zijn het dan wel snel zat. Dit klopt werkelijk van geen kanten en is niet hetgeen dat ons is beloofd! De reisorganisatie krijgen we niet te pakken en dan zijn we het zat: Met behulp van de LP en een telefoon regelen we een leuk hotel in Liberia (de ‘our pick’ van de Lonely Planet, een bed en breakfast gehuisvest in een oude school genaamd El Punto). We melden bij de receptie dat we vertrekken en dat we het niet wat vinden. Dit levert behoorlijk verbaasde blikken op, maar daar trekken we ons niets van aan. We gooien de spullen in de auto, en na wederom 25 kilometer onverharde weg en nog eens een kilometer of 10 highway staan we bij ons hotelletje. Daar worden we prima ontvangen en krijgen een erg mooie kamer. De kosten maken we ons maar even niet zo druk om, dat gaan we tzt wel met de reisorganisatie uitvechten. We zijn erg tevreden met ons zelf, en nog meer als we er achter komen dat er een een super restaurant in hetzelfde voormalige scholencomplex is gevestigd.

Eerst gaan we op ontdekkingstocht de stad in. Het centrum ligt op ongeveer 5 minuten lopen, dus dat is snel gedaan. Aangezien Liberia werkelijk niets te bieden heeft op cultureel vlak (het enige museum is in aanbouw) en er ook voor de rest weinig bezienswaardigheden  zijn, eindigt de tocht al vrij snel in een leuk tentje. Met uitzicht op het centrale plein drinken we rustig wat en maken gebruik van het draadloze internet om even bij te lezen. Terug bij het hotel lopen we maar gelijk door naar het restaurant waar we genieten van een werkelijk heerlijke maaltijd. Eef begint met een ‘Azteca’ soep (volgens haar de lekkerste soep ooit) en Harro met een gebakken camembert met bramen compote… Eh ja, we zitten nog steeds in Costa Rica… Hierna volgen twee heerlijke steaks en zitten we bomvol. Wat een super tent! De bij het eten gedronken bellen wijn slaan ook fors in, dus we duiken weer op tijd ons bed in in ons oh zo mooie hotelletje.

Vrijdag 22 juli – Liberia

Vrijdag 22 juli – Liberia

Na een iets wat onrustige nacht, waar we er pas laat in de nacht achter komen dat de airco op 26 graden staat, staan we alweer vroeg op. Om 7 uur zitten we aan het ontbijt en dat mag er wezen. We starten met een schaal met verse watermeloen, mango en ananas en krijgen daarna een prima roerei met vers warm stokbrood. Een vruchtensapje, en prima thee en koffie maken het geheel af. Dat is wel wat anders dan een buffet bij een resort…
We beginnen de dag met een belletje naar de reisagent in Costa Rica, waarbij we uitleggen dat we bij het door hun geboekte hotel zijn vertrokken en ergens anders zitten. Dat blijken ze ook al te weten, want ze hebben ondertussen ook al een belletje gehad van het hotel zelf. We kletsen gezellig wat en het blijkt dat ons hotel zo ongeveer de laatste optie (de 5e) is voor dit gedeelte van de reis. We zijn het er snel over eens dat dit door de reisorganisatie gezegd had moeten worden en de lokale reisagent begrijpt wel dat we er weer zijn vertrokken en laat ook doorschemeren dat er al eerder klachten waren geweest… Zoals gezegd, dat zoeken we wel met Riksja uit als we terug zijn.

We gaan terug naar het originele plan en willen gaan wandelen in het nationaal park. Een kilometer of 25 buiten de stad, over een onverharde weg bevindt zich de ingang van het park. Het weerbericht belooft vandaag alleen maar zon en voor het eerst geen enkele neerslag (de afgelopen dagen was het overigens ook droog). Met een ruim half uurtje rijden komen we aan bij het ranger station, het startpunt van onze wandeltocht. Op het moment dat we de auto uitstappen begint het heel zachtjes te regenen. Er van uitgaande dat dit wel snel over zal zijn beginnen we met de door de ranger aangeraden 3 kilometer lange wandel/klauter tocht langs natuurlijke het baden en kokende modderpoelen. Als we amper 20 meter op weg zijn, pakken we toch maar even de regenjassen, het begint namelijk steeds harder te storten.

De tocht is prachtig: langs watervallen, over een hangbrug, klimmend en klauterend over enorme boomstammen, rotsen en wortels. We zien (en ruiken!) de vulkanische activiteit, zien kokende baden van oranje water en blubber en worden langzaam zeik- en zeiknat. Door de regenval wordt de klei waarop we lopen behoorlijk glibberig en al glijdend komen we na zo’n twee en een half uur wandelen door de regen terug bij het ranger station… waar het dan gelukkig vrijwel meteen stopt met regenen (en de rest van de dag droog blijft)… We lachen ons kapot en springen de auto in om bij terugkomst in het hotel eerst maar eens uitgebreid te douchen en onze kleding en schoenen van modder en klei te ontdoen.

Na het uitgebreide vreetfestijn van de dag ervoor besluiten we het vandaag maar eens lekker fout bij fast-food te houden. We lunchen bij de Subway en na een kop koffie op een terrasje in de stad besteden we de middag aan lezen, het nieuws (we horen dan ook van de vreselijke aanslagen in Oslo) en het typen van het verslag. En in het kader van ons foute fast-food dagje gaan we zometeen naar de MacDonalds, zo, lekker puh.

Vervolg…
En de Mac was weer prima… Om het geheel een beetje te compenseren landen we ‘s avonds in dezelfde tent waar we de dag ervoor hebben zitten eten. We hadden geheel toevallig gezien dat het namelijk een restaurant annex bar/cocktail tent was… En dat op kruipafstand van het hotel, dan kun je gewoon niet weigeren. Enigzins aangeschoten maar met een paar prima cocktails in ons mik lazeren we ons bedje in.

Zondag 24 juli – Samara

Zondag 24 juli – Samara

Na een prima ontbijt (fruit en roerei zijn hier een soort landelijke standaard, wij kunnen ermee leven) verzamelen we bij de receptie waar we om 8 uur zullen worden opgehaald. Onze kamer ligt nogal een eind bij de receptie vandaan: wij zitten zo goed als aan het strand, op zo’n 50 meter er vandaan. De receptie bereiken we door een fors aantal trappen tegen de steile wand omhoog te nemen en dan nog een stuk verder te lopen. We lachen ons dan ook kapot als we door een pickup worden opgepikt en op ongeveer 20 meter van onze kamer aan het strand worden afgezet, waar een boot ligt te wachten met nog 4 andere toeristen en twee gidsen.

Eenmaal op de boot vertrekken we gelijk de zee op. We hebben van onze afgelopen ervaringen geleerd, dus we zitten allebei aan de anti-zeeziekte tabletten en dat blijkt geen overbodige luxe. Hoewel het bijna windstil is deint het bootje toch aardig en later horen we van andere reizigers die eenzelfde tripje hebben gedaan dat ze toch goed ziek zijn geweest. Bij ons gaat het mede dankzij de tabletten prima, en we zijn nog geen kwartier onderweg als een van de heren de eerste dolfijnen spot. Ze blijven keurig op enige afstand en we kunnen de beesten goed bekijken als ze langs de boot zwemmen. Ondertussen worden we gestalkt door een ietswat suicidale pelikaan die het geen punt vindt om zich af en toe zo’n beetje dwars voor de boot te smijten. We blijven een beetje om de dolfijnen heen toeren, en vertrekken als er meer boten bij komen. Kort daarna zien we in de verte een schildpad en weer iets later zien we drie schildpadden van heel dichtbij. Twee zijn er met name met elkaar bezig en storen er zich geen moment aan dat wij op ongeveer 2 meter afstand naast hun liggen. Sterker nog, ze hebben zo weinig interesse voor de omgeving dat ze zelfs tegen de boot aanbotsen en er half onder komen te liggen. Compleet onverstoorbaar gaan ze gewoon door en geven ons de mogelijkheid om prachtige plaatjes te schieten.

We scheuren daarna rustig nog een half uurtje verder met het bootje, maar de hengels die de heren hebben uitgegooid blijken nutteloos: Er bijt werkelijk geen enkele vis. Ons boeit dat persoonlijk helemaal niet, en ook de rest van het volk in de boot lijkt het niet erg te vinden. Onze schipper geeft dan wat meer gas richting een eilandje kort voor de kust, waar we goed kunnen snorkelen. Harro heeft het allang gehad op de dobberende boot en ligt in het water zodra hij maar de kans krijgt. Na enige overtuiging springt ook Eef overboord, die ook al wat bleek om haar neus begint te worden. Een varende boot gaat nog, maar zodra het ding stil ligt gaat het werkelijk alle kanten op… Het snorkelen is prima, hoewel het zeker geen koraalrif is, zien we toch veel verschillende prachtig gekleurde vissen en een mooie blauwe zeester. De temperatuur van het water is met een graadje of 27 ook niet bepaald een straf te noemen en we blijven er met plezier dik een half uur in ronddobberen.

De terugweg gaat wat vlotter, waardoor het bootje wat minder tekeer gaat en binnen een kwartiertje staan we weer aan ‘ons’ strand. Dat was een prima tochtje waar we veel mazzel hebben gehad met het zien van de dolfijnen en de zeeschildpadden. We besluiten dat lunchen en een strandsessie in Samara toch wel een erg goed plan is, en vetrekken met onze enorme 4wd richting het dorpje. We landen na de prettige ervaring van de vorige dag weer bij dezelfde tent, waar we genieten van een lekker sandwich en nacho’s. Het volgende plan om een paar uur surflessen te nemen valt helaas in het water: door het getijde kunnen er alleen in de ochtend lessen worden gegeven. Jammer, maar nu hebben we wel iets gevonden voor een volgende vakantie.
We landen met onze handdoekjes aan het strand en blijven daar een paar uurtjes liggen en zwemmen nog wat in het heerlijke water, maar na twee uurtjes hangen houden we het wel voor gezien. Terug in het hotel duiken we nog even het zwembad in en drinken wat in de bar en besluiten we op tijd wat te gaan eten. De Lonely Planet rept van een prima Italiaans restaurant in Samarra en na enig zoekwerk landen we bij het het restaurant waar we worden opgewacht door een kleine krokodil die in het slootje voor het restaurant rond zwemt.
De Lonely Planet heeft (alweer) gelijk, en we genieten van een heerlijke salade en prima pizza’s. Na het eten is het bij Harro echt klaar, hij heeft slecht geslapen en een tochtje op zee werkt ook nooit echt lekker mee. Hoewel het nog erg vroeg is duiken we ons bedje in.

Maandag 25 juli – naar Manuel Antonio

Maandag 25 juli – naar Manuel Antonio

Vandaag staat de langste rit tot nu toe op het programma, met een duur van dik 5 uur langs de kust naar nationaal park Manuel Antonio. Dit betrekkelijk kleine park staat bekend om zijn grote hoeveelheid apen en de zeldzame capucijneraapjes die hier zitten. Om 8 uur zitten we aan het ontbijt na een lekker lange nachtrust en na het uitchecken vertrekken we richting Nicoya en vanaf daar verder naar Manuel Antonio. We zijn nu wel blij dat we een goede kaart hebben meegebracht, want de routebeschrijving die we hebben gekregen laat voor dit stuk nogal wat te wensen over.

Met tussendoor een milkshake landen we rond half twee bij ons prachtige hotelletje. Een omgebouwde hacienda met 7 kamers en een zwembad. Het ziet er allemaal meer dan netjes uit, en de ontvangst door de eigenaar is ook allervriendelijkst. Nadat we snel onze spullen op de kamer hebben gedumpt, gaan we op zoektocht naar een lunchplek, want ondertussen sterft Eef van de honger en lust ook Harro wel een hapje. We vinden al snel een prima plek bij El Avion: een bar/restaurant wat om een militair transportvliegtuig heen gebouwd is. Het vliegtuig ziet er uit alsof het daar gecrasht is, maar dat is niet waar. Het echte verhaal is daaraantegen nog mooier: Het vliegtuig is voor 3000 dollar gekocht toen het op het vliegveld van San José stond weg te roesten. Daar was het achtergelaten door ene Oliver North, bekend van de Iran-Contra affaire. Dit vliegtuig maakte deel uit van de door de heer North zelf aangeschafte luchtmacht van 6 vliegtuigen waarmee hij wapens transporteerde vanaf een CIA vliegveldje in het noorden van Costa Rica. Nadat het hele handeltje aan het daglicht kwam doordat het zustervliegtuig van het vliegtuig in de bar crashte werd alles opgedoekt en bleef dit vliegtuig achter. In onderdelen naar Marco Antonio getransporteerd vormt het vliegtuig nu het hart van een prachtig restaurant, de romp zelf is verworden tot de ‘contra-bar’.

Het uitzicht uit het restaurant op de baai is fantastisch, en de brulapen die op nog geen 10 meter van de bar staan te schreeuwen dragen goed bij aan het sfeertje. We eten er heerlijk met een steak en een tonijn-steak sandwich en blijven nog rustig even zitten om te genieten van de apen.

We besluiten om terug te gaan naar het hotel, om daar nog rustig wat te lezen en het verslag bij te werken. Daar aangekomen begint het te stortregenen en houd het de rest van de middag ook niet meer op.
Aan het eind van de middag zijn ook twee van onze ‘reisgenoten’, een stel wat exact dezelfde reis volgt als wij in het hotel aangekomen. Al snel besluiten we met z’n vieren een hapje te gaan eten. Onze eerste stop, een Italiaans restaurant direct om de hoek van het hotel overtuigt niet echt, dus stappen we in  de auto en rijden naar het tot nu toe erg goed bevallen ‘El Avion’. We zitten op de bovenste verdieping, onder een overdekt gedeelte van het restaurant en zien het aan alle kanten om ons heen flitsen en horen het fors donderen. Met dit fantastisch uitzicht weten ze ook dit keer weer een prima maaltijd op tafel te toveren: een zalmsteak voor Eef en een dikke rode tonijnsteak voor Harro. Bij terugkomst in het hotel drinken we op de veranda nog een biertje en kletsen nog wat verder met onze reisgenoten. We maken het goed laat en liggen uiteindelijk pas om elf uur (!) in ons nest.

Dinsdag 26 juli – Manuel Antonio

Dinsdag 26 juli – Manuel Antonio

Vandaag willen we naar het national park om uitgebreid beestjes te gaan kijken. Het park opent vanaf 7 uur haar deuren, dus we kunnen er lekker vroeg bij zijn. Uiteindelijk zitten we rond 7 uur aan een prima ontbijt met wederom vers fruit, roerei en koffie/thee. Ons hoor je niet klagen, zo’n ontbijt lusten we elke dag wel.
Om half acht stappen we ons scheurmonster in en rijden naar het park. We zijn door de reisorganisatie al gewaarschuwd dat hier de gidsen nogal opdringerig kunnen zijn met het aanbieden van hun diensten, en dat merken we ook. Mensen in wat er uit zet als officiele uniformen springen op straat voor je auto, en wijzen je dan naar een parkeerplaats die niet bij het park hoort. Het ziet er allemaal een beetje intimiderend uit, met fluitjes, woeste gebaren en het midden op de rijbaan staan. Helaas voor deze heren weten we wel beter en sturen keurig langs ze heen richting de officiele parkeerplaats. Ook hier worden we een paar keer benaderd door gidsen maar al vrij snel hebben ze door dat er bij ons weinig te halen valt. Hoewel een gids in een dergelijk park wel degelijk nut kan hebben, hebben we besloten om het deze keer maar zelf te doen.

Na een tijdje in de rij te hebben gestaan bij de kassa waar we twintig dollar mogen neertellen voor de entree stappen we het park in. Dat lijkt meer op een Efteling attractie dan een natuurpark: overal staan groepen mensen die door hun gidsen op diverse planten en beesten worden gewezen. Hoewel we er af en toe dankbaar gebruik van maken dat zij de beesten al gespot hebben, besluiten we toch maar even snel door te lopen om de meute wat voor te zijn. Dat lukt wonderbaarlijk goed, en bij de trail die we willen lopen is het heerlijk rustig. In beginsel zien we weinig beesten, maar na een tijdje is het dan echt raak. We beginnen met een paar luiaards in de bomen, prachtige vlinders, en een wasbeertje. Even verder op lopen we langs twee erg schuwe coati’s (witsnuit neusberen of rode neusbeer volgens google), en aangekomen op een prachtig zandstrand staan we oog in oog met een prachtige leguaan. We schieten zoveel mogelijk plaatjes, en ook ditmaal staan we weer versteld over het feit dat de beesten in het geheel niet schuw zijn. Uiteindelijk staan we op ongeveer anderhalve meter van een leguaan van dik een halve meter, en dat schijnt hem niets uit te maken. Alleen als het beest bijna een golf over zich heen krijgt is ‘ie bereid een stap opzij te doen.

Hierna lopen we door naar het ‘zwemstrand’, naar horen zeggen een van de mooiste stranden in Costa Rica en misschien wel ter wereld. En gelogen is het zeker niet: een prachtige baai met een paar kleine eilandjes, witte zandstranden met palmen en jungle er om heen en prachtig azuurblauw water. Tel daarbij op een hele troep capucijneraapjes, kleine kreeftjes en diverse leguanen en je hebt wat ons betreft het ideale strand. Vooral de aapjes stelen de show, op een paar meter afstand klauteren ze door de bomen en schijnen zich ook niets aan te trekken van de hordes toeristen die om hen heen staan te klikken,
Het water is heerlijk en om de beurt duiken we er in… Wij hebben namelijk wel wat gelezen over het park, en dan met name het stukje over het jatten van tassen door beesten. Naast ons hebben ze dat duidelijk niet gelezen, want even later zien we hoe een wasbeer er vandoor wil gaan met een los liggende tas van een stel Amerikaanse toeristen. Met een goedgemikte tak weet Harro de tas te redden, maar de eigenaren schijnen niet over enig lerend vermogen te beschikken, wan nog geen half uur later gebeurt hetzelfde nog een keer. Deze keer is het beest er al met tas in zijn bek vandaar aan het rennen als Harro nog net op tijd de tas vast kan grijpen. Aan de andere kant liggen een stel Duitsers onder een kokospalm (en toch blijf je hopen…) en daar gebeurt ook tot twee keer toe hetzelfde: weer moet er een goed gemikte kokosnoot van onze kant komen om het probleem op te lossen (en dan bedoelen we de wasbeer). Hoewel we alle keren erg hartelijk bedankt worden zijn we het wel een beetje zat, de volgende keer mogen ze er zelf achteraan rennen.
We blijven nog een tijdje op het strand hangen en hopen eigenlijk dat een van de beesten er echt met een tas vandoor gaat, maar deze keer gebeurt het niet. We pakken uiteindelijk onze spullen en via allerlei beesten, van vlinders tot drie-tenige luiaards komen we weer terug bij de ingang van het park. Dat was zeker de moeite waard.

Teveel verandering in het leven is ook maar eng, dus voor de zekerheid lunchen we maar bij ‘El Avion’, waar de sandwiches, nachos en bananenshakes weer prima smaken. De rest van de middag doen we lekker rustig aan: we lezen wat op de binnenplaats van het hotel en wisselen de exotische beestjes af met een spelletje Angry Birds. Ook werken we het verslag bij en plonzen in het zwembad. Dan blijkt dat er ook in en om het hotel wildlife te vinden is; we spotten 2 leguanen waarvan de grootste meer dan een meter lang is. In de receptie/ontbijtruimte zitten bovendien 8 vleermuizen. Met het vastleggen van deze dieren schieten we de laatste plaatjes van deze vakantie.

‘s Avonds eten we in een restaurant vlakbij. We zitten nog maar net als het begint de stortregenen. We besluiten dat we de campingkantine-uitstraling van het restaurant toch erg knus vinden en de lokale wijn heel bijzonder. Na een aantal wijntjes en biertjes wordt het weer droog en wandelen we naar onze kamer. We vinden het hotelletje, Mare Nostrum, erg charmant met zijn stijlvolle inrichting en vriendelijke gastheer.

Woensdag 27 juli – van Manuel Antonio naar San José

Woensdag 27 juli – van Manuel Antonio naar San José

Vandaag hebben we de tijd; we hoeven alleen maar een korte rit terug naar San José te maken. Na een rustig ontbijt pakken we onze tassen en verlaten Manuel Antonio. De rit gaat soepel en voor de lunch arriveren we bij het hotel waar we ook de 1e 2 nachten hebben doorgebracht. We kunnen de auto voor de deur kwijt en leveren de sleutels bij de receptie in. Als we een half uur later weer naar buiten lopen, is de auto al opgehaald. Toch fijn, als een en ander voor je geregeld wordt!

We hebben in San José alles wat we niet wilden missen al gezien dus doen rustig aan. Na een heerlijke lunch zoeken we naar leuke souvenirs. Dit blijkt vergeefs, maar we vermaken ons prima. We wandelen nog wat door een wijk met ministeries en een mooi parkje. Dan is het tijd voor een borrel vlakbij het hotel. Het lijkt wel of het weer ons alvast aan Nederlandse temperaturen wil laten wennen; aan het eind van de middag zoeken we voor het eerst weer onze spijkerbroeken en truien op. Brrr!

De 1e avond in San José hebben we bij een geweldige Italiaan gegeten. We konden toen met onze jetlags het eten geen eer aandoen dus we besluiten de schade vandaag in te halen. De pasta’s en de witte wijn smaken weer heerlijk. Na het eten stoppen we de laatste dingen in onze tas en gaan gauw slapen; we hebben maar even!

Donderdag 28 juli – naar huis

Donderdag 28 juli – naar huis

Om half 4 gaat de wekker en staan we met tegenzin op. Iets over 4 uur gaat de telefoon; onze transfer is nog iets vroeger dan verwacht. We haasten ons naar beneden en stappen in het busje. Een half uur later staan we op het vliegveld, en nog een half uur later zijn we achter de douane. We kijken nog eens op de klok, en naar het bord met vertrektijden…..waarom zijn we hier nu al?!

Na een laatste technische check stijgen we om half 9 op. Dag Costa Rica, het was geweldig!

Na een goede vlucht landen we in New York. Bij het opstijgen zien we duidelijk herkenbaar Manhattan en het Vrijheidsbeeld liggen. Nu hebben we het gevoel New York echt even gezien te hebben. Na een hapje, een drankje en een filmpje vallen we in slaap en worden op Europees grondgebied weer wakker met een ontbijt voor ons neus. De tijd gaat hard als je er tegenin vliegt. En ondanks dat het volgens ons nog donderdag is, is het echt vrijdagochtend en landen we na een voorspoedige reis op Schiphol.