We zijn een paar keer wakker geweest, maar uiteindelijk weten we het te rekken tot 6 uur en daar zijn we behoorlijk tevreden mee. Veel uur slaap, maar ook al heel behoorlijk in een enigszins normaal ritme opstaan! Zes uur betekent nog wel dat we veel tijd hebben om alles te regelen dat we willen regelen. Schoon worden bijvoorbeeld. Schone kleren aan. Papieren en andere zooi in de juiste tassen stoppen. En dan eerst maar ontbijten.
Het ontbijt is Costaricaans: koffie of thee, bordje vers fruit, toast met boter en jam en roerei met gallo pinto. Dat laatste is een echt lokaal gerecht: bonen en rijst met kruiden. Niet onze eerste keuze als ontbijt, maar eigenlijk lang zo erg niet als we vreesden. Het roerei en de toast smaakt prima en we nemen de tijd om na het eten nog een bakkie te nemen en de adressen voor de komende reis in Foony te zetten (Martijn’s telefoon-met-navigatieprogramma). Dat scheelt straks zoekwerk, is het idee. Als we klaar zijn rommelen we nog een rondje op de kamer en in de tuin. Het is halfbewolkt, graadje of 20 en in de tuin spotten we de eerste koilobri.
We checken uit en zitten nog geen 10 minuten als STIPT op het afgesproken tijdstip van half 10, de man van National (het autoverhuurbedrijf) voor de deur staat. Hij heeft een spijtige mededeling; de auto die we hadden gerserveerd (een upgrade, omdat we toch graag een maatje groter wilden) is niet beschikbaar…. daarom heeft hij een (nog grotere) upgrade meegenomen. We worden de trotse tijdelijke eigfenaren van een Toyota Fortuner, een ENORME 4-wheel-drive. We staan met open mond te kijken en krijgen dan de slappe lach. De man grijnst en legt geduldig uit hoe het werkt. Hij benadrukt nog even dat er diesel in gaat en dan gaan we op weg.
Martijn rijdt weg alsof hij nooit anders heeft gedaan… maar helaas is Foony nog niet helemaal wakker waardoor we beginnen met een klein rondje postduif. Als Foony wakker is en wij hebben weten te voorkomen dat we een eenrichtingsweg nemen, rijden we op de 2, de Interamericana, de belangrijkste weg door Costa Rica (en heel Amerika). Foony helpt ons prima door de lastige stukjes en verder is het heel simpel. Volg de weg, ongeveer 70 kilometer en dan rechts af: lodge. Mogelijkheden genoeg om te genieten van de route als we langszaam San José uitrijden: we zien de bergen, met mist er tegenaan geplakt, gloednieuwe winkels, kleine huisjes, fruitstalletjes langs de weg. We stoppen voor een flesje drinken en maken ons daarna op om de berg in te rijden.
Wegversperring! De man-met-geel-hesje legt ons uit dat er een aardverschuiving is geweest en we helaas moeten omrijden. Daar gaat onze strakke planning. We rijden met behulp van de aanwijzingen van de verkeersregelaar een stukje terug en daarna met de kaart (dank Har en Eef; hij kwam nu al van pas!) een stuk van de route die hij heeft aangegeven. Tot Foony het weer overneemt. We komen in een treintje van auto’s terecht en slingeren ons door mini-dorpjes, langs scholen waar ladingen kindjes in uniform uit komen zetten, door haarspeldbochten, langs koffieplantages… De mist is af en toe gevaarlijk dicht (nog geen 25 meter zicht) maar even later trekt het dan weer volledig open. Voor Martijn is het vermoeiend rijden (gelukkig is het wel keurig geasfalteerd en recent ook, zo te zien), maar toch genieten we allebei.
Na een dik uur omrijden voegen we ons weer op de Interamericana. Heel veel harder gaat het daar niet van; 60 max. Maar we schieten ineens redelijk op. We weten alleen niet precies waar onze lodge is (ergens bij kilometerpaal 70, maar we hebben er nog niet één gezien), dus we stoppen toch maar even. Inmiddels zijn we wel toe aan even plassen, een bakkie en even de benen strekken. Dat doen we bij een tent waar net na ons drie bussen stoppen. We zijn ze nèt voor, met plassen en koffie bestellen en vermaken ons daarna met bergen locals die als een stel sprinkhanen op het buffet neerdalen. Ons niet gezien: het ziet er niet heel lekker uit. Maar de koffie is ok en uitgerust stappen we weer de auto is…. Om binnen een kwartier op onze bestemming te zijn. Het is kwart over 1 en Paraiso Quetzal Lodge en meer in het bijzonder de man achter de balie heet ons hartelijk welkom. We krijgen een welkomstdrankje en willen we onze full-board-lunch nu of morgen? Ehm, nou doe nu maar!
We lopen naar achter in het restaurant, drankje in de hand en onze monden vallen open. Het uitzicht is prachtig en het allerleukste is de kunstbloem met suikerwater waar zich drie soorten kolibri’s om verdringen! We bestellen met een half oog de lunch (verse forel, uit het kunstmatige meer iets verderop) en leven ons daarna uit met fototoestel om deze geweldige vogeltjes. Vooral Martijn weet prachtige platen te maken. We genieten bovendien van het gezoem van de beesten om ons heen: net enorme insekten, maar dan veel schattiger!
De lunch is prima en daarna laten we ons naar de bungalow brengen. Nouja, bungalow: een klein huisje, op palen. We krijgen nummer 1, achteraan waar het heel stil is en we niemand voor of naast ons hebben. En als we binnenkomen… zien we door enorme ramen een uitzicht wat nóg mooier is dan vanuit het restaurant. Er staat een zitje voor de ramen en in de hoek… een bad! Een lig-/bubbelbad met het mooiste uitzicht dat we ooit hebben gezien! De man die ons wegbrengt moet lachen om ons enthousiasme en laat ons alleen.
Hmmm, what to do… We twijfelen, maar willen eerst kijken of we nog iets kunnen zien. We nemen dus al onze zooi mee en lopen naar het restaurant terugf. Onderweg staan we al om de twee meter stil: allerlei vogel, kolibri’s die om ons hoofd zoemen, een eenkhoorntje, prachtige bloemen: we raken niet uitgekeken!
Bij de lodge vragen we advies: er zijn verschillende wandelpaden, dus wat raadt balie-man ons aan? Hij suggereert een pad van 4,5 kilometer, door de bossen, in een loop, waarmee we weer bij de lodges uitkomen. Dat klinkt goed. We hebben genoeg tijd om te pauzeren tussendoor, dus: vamanos!
Als snel blijkt dat balie-man gelijk heeft: het is prachtig. Eindeloos veel kleuren groen, fluitende vogeltjes, prachtige planten en bloemen… Niets mis mee, maar wat we ons te weinig hebben gerealiseerd is dat het kletsnat is overal èn het pad stijl naar beneden loopt. We krijgen steeds mistflarden en mini-buitjes over ons heen en gisteren schijnt het echt de hele dag prutweer geweest te zijn, dus het pad is één grote modderpoel. We glibberen en glijden en vooral Karin, met haar krakkemikkige knieën, weet af en toe niet hoe ze het slimst de volgende stap zet. Na 40 minuten zijn we voor ons gevoel nog nauwelijks opgeschoten en als de volgende steile afdaling er aan komt houden we het voor gezien. Martijn vindt het langszaam ook niet echt grappig meer en later horen we van bijna iedereen die we tegenkomen in het restaurant dat het niet te doen is, het wandelen vandaag.
We lopen daarom rustig terug naar de lodge (hoewel een hele klim, gaat het sneller en met veel minder glibberen) en wassen de modder van onze schoenen en uit onze broekspijp[en. En daarna… Jawel: laten we een bad vollopen! Mensen wat een luxe: het prachtige uitzicht, het heerlijk warme water… en om het helemaal af te maken tovert Martijn een heel klein flesje whiskey uit zijn tas te voorschijn! Met een voldane grijns laten we ons in het water zakken: proost, wát een mooie eerste dag van de vakantie!
Als we weer zijn afgedroogd, warme kleren hebben aangetrokken en onze tas hebben gepakt, si het half zes. Op dat moment breekt de zon door de wolken en in het wartier erna worden we op een echt prachtige zonsondergang getrakteerd. Een oranje vuurbal, mistflarden die opstijgen uit het bos, overal sprankelende waterdruppels. We maken een paar plaatjes van binnen, maar gaan dan gauw naar buiten. Al fotograferend lopen we naar het restaurant. Precies een minuut nadat we boven zijn, zakt de zon achter de bergen,
Binnen nestelen we ons bij de enorme open haard, nemen een drankje en daarna eten we een hapje. We kletsen wat, eerst met een Engels stel, dan met een Nederlands stel dat al voor de vijfde keer hier is! Na een kopje koffie wandelen we terug naar de lodge. Het is inmiddels kraakhelder en de sterren stralen ons tegemoet. Dat beloofd goeie dingen voor morgen… maar kou voor vandaag. We kruipen om warm te blijven snel onder de vier (!) dekens en proberen het in slaap vallen nog even te rekken. Gelukkig hebben we een goed excuus om vroeg te gaan slapen: morgen staat de wekker om half 6 voor een quetzal-tour!