Archief van
Categorie: Oceanie

Zaterdag 28 januari – Naar Koriniti

Zaterdag 28 januari – Naar Koriniti

Nog niet alle sokken zijn droog (het ondergoed gelukkig wel) de volgende ochtend, dus die gaan in een tasje mee en de spieren van Martijn zijn een tikkie pijnlijk, maar verder stappen we vrolijk de bus is. Het weer is opnieuw goed: deze keer helemaal wolkenloos en het beloofd niet alleen warm, maar zelfs heet te worden! De tocht gaat na een aantal kilometer en een koffiestop rechtsaf de oude en gedeeltelijk onverharde hoofdweg op, die grotendeels langs de Waganui Rover loopt.

Langs deze rivier leven nog steeds veel Maori en tot op de dag van vandaag zijn er claims over het land, die tegenwoordig juridisch uitgevochten worden, tussen Maori en Paheka (“wit vlees”, de Maori-naam voor witte mensen). De plaatsnamen langs de rivier staan veelal in twee talen aangegeven: soms de een als vertaling van de ander, soms de originele en de nieuwe naam. We komen Jerusalem tegen (waar tot op de dag van vandaag nonnen leven, die vanuit het plaatselijke klooster scholing en ziekenhulp bieden aan de mensen langs de rivier) en ook Londen! Wij zijn op weg naar Korinthe, of Koriniti, waar we mogen logeren in de ontmoetingsshuizen of “whare” (spreek uit “faree”) van Sanny en zijn familie.


Daar gaat een heel kennismakingsritueel aan vooraf. De bezoekers lopen, zodra het welkomslied klinkt, met de vrouwen voorop en de mannen achteraan (om te laten zien dat je geen kwaad in de zin hebt) de Marae (spreek uit “maree”) op, zeg maar de heilige ontmoetingsplek. Daarbij pauzeer je drie keer: voor de voorvaderen, voor het land en voor de gastheren/-vrouwen. Daarna mag je gaan zitten: mannen eerst en vrouwen achteraan, want het kan nog verkeerd gaan. Vervolgens spreekt eerst de gastheer en daarna een woordvoeder voor de groep. Je vertelt in je eigen taal over wie je bent, waar je wortels liggen en wat je komt doen. Martijn vertelt namens de groep over wie hij is en waar hij vandaan komt. Na elke speech moet de groep die bij de spreker hoort zingen, om eventuele kwade geesten te verjagen. Onze kanon van Vader Jacob klinkt ineens wat ongepast en iedereen doet extra z’n best, zodat het nog heel wat lijkt. Daarna mogen we dichterbij komen en begroet iedereen elkaar door met open ogen de neus en vooral het voorhoofd van de ander met je eigen neus en voorhoofd te raken. Het voorhoofd is waar de ziel woont en gek genoeg is het bijna intiemer dan zoenen.


En we voelen ons ECHT welkom. De ceremonie is bijzonder en het welkomstlied bij de lunch, het heerlijke eten en de absolute gastvrijheid zijn overweldigend. Het weer is geweldig: het is voor het eerst niet alleen warm, maar gewoon snikheet en iedereen zoekt de koelte van de schaduw of de rivier op. Wie dat wil kan een korte cursus weven volgen (met Flax, een soort rietbladeren) en verder volgen we de vorderingen van de Hangi, de traditionele in de grond klaargemaakte maaltijd.
Ook ‘s avonds is het erg leuk: het eten is opnieuw heerlijk en uitbundig en daarna worden we getrakteerd op een zang- en dansvoorstelling door familieleden van Sanny. De dames dansen met de Poi, een soort zachte bal aan een touwtje, die oorspronkelijk bedoeld was om de polsen van de strijders te oefenen. De heren laten een echte Haka zien, een soort strijddans, die echt enorm indrukwekkend is. En jawel, daarna is het onze beurt. Eerst de dames, die al snel ontdekken dat die Poi nog niet zo eenvoudig is, en dan de heren die zich vol overgave in een Haka gooien. We voelen ons eerst wat opgelaten, maar de sfeer is zo ontspannen dat we al snel de grootste lol hebben en het ondanks de enorme hitte in het zaaltje erg gezellig wordt.

Daarna is het tijd voor een officieel afscheidswoord en deze keer mag het ook door een vrouw gedaan worden en in een taal die je zelf passend vindt. Karin bedankt in het Engels alle aanwezigen voor hun gastvrijheid en de leuke dag en avond. Daarna moet er weer gezongen worden en het “We gaan nog niet naar huis”, waarbij we flink klappen en stampen, valt enorm in de smaak: onze gastheren en -vrouwen klappen al snel mee. Daarna is er koffie en thee en nog meer eten: kaasjes, brood, koek en taart. Het is maar goed dat we niet nog langer blijven, dan groeien we dicht! De avond eindigt buiten, met een borrel, onder een schitterende sterrenhemel waarin we niet alleen het Zuiderkruis en Orion (op z’n kop!) zien, maar echt de hele melkweg. Moe, maar voldaan liggen we ‘s nachts op ons matras in 1 van de twee whare’s, te kijken naar de sterren die we door het raam zien. Echt een dag om nooite te vergeten.

Woensdag 8 februari – Milford Sound

Woensdag 8 februari – Milford Sound

De wekker gaat vroeg: om 7 uur moeten we aan het ontbijt zitten. Ken en Trish blijken zich verslapen te hebben en het is de eerste schooldag van Jenna na de vakantie, dus het is wat hectischj, maar het ontbijt laat wederom niets te wensen over. We zijn wat sip van de regen, maar als Ken ons gaat wegbrengen wacht er een verrasing: hij gaat ons in de Whippet wegbrengen! We proppen ons met 4 man in de auto erbij (de overige 2 zijn zo lief om hun plaatsje af te staan) en genieten werkelelijk van het ritje (met een topsnelheid van 45 kilometer per uur) terug naar Lumsden.


De rest van de groep is gepast onder de indruk en het eerste half uur in de bus praten we vooral bij. Daarna rijden we met de nodige fotostops naar Milford Sound, het fjordengebied in het zuidwesten van het Zuideiland. Het is een prachtige route en Colin zorgt dat we goed kunnen genieten, onder andere door een piepkleine wandeling naar een waterval die de rotsen wel 8 meter heeft uitgesleten. Het weer is aardig opgeknapt en we boffen: het is droog als we gaan varen! Voor een gebied met een meer dan 50% kans op regen valt dat mee! We varen tussen de steile wanden door naar zee en onderweg zien we allerlei watervallen, vogels en zeehonden. De pinguins en dolfijnen laten zicht helaas niet zien.
Op de terugtocht in de bus, stoppen we nog op een parkeerplaatsje net na de tunnel, waar Kea’s, een soort papegaaien, zitten! Nieusgerig en heel slim slopen ze alles wat ze tegenkomen, dus pas op je spullen, maar ze zijn wel mooi.
‘s Avonds eten we opnieuw venison in Te Anau en daarna vallen we bekaf in slaap in ons hotelbed!

Donderdag 9 februari – naar Mt Cook

Donderdag 9 februari – naar Mt Cook

Om 7 uur zitten we in de bus. Als we een kans op vliegen bij Mt Cook willen hebben, moeten we nu weg. De weersvoorspellingen zijn goed en het eerste stuk van de reis is werkelijk spectaculair. Het is ontzettend mistig en als dat begint op te trekken rijden we door een sprookjeslandschap van mist, zon en bergen. Hte is betoverend en het lukt om niet in slaap te vallen, ondanks dat het eerste stuk van de route over bekende wegen gaat (via Queenstown).

Ook de rest van de route is mooi; het landschap verandert voortdurend en het weer blijft goed. We maken in de ochtend nog een korte stop bij een wijnboerderij (jammer dat het te kort is om een wijnproeverij te doen, dat hadden we gehoopt) en rijden verder vlot door. Helaas krijgt Colin bij de lunch het bericht waar iedereen stiekem bang voor was. Het regent bij Mt Cook en er wordt niet gevlogen.


We bedenken alternatieve plannen voor de middag. Om 3 uur zijn bij bij Mt Cook en het uitzicht is inderdaad druilerig. We kunnen ons wel voorstellen wat een geweldig uitzicht je hebt vanuit het vierpersoonshuisje (dat we delen met Judith en Elise) als het mooi weer is: we kijken rechtstreeks op het gletcherdal uit dat in de verte Mt Cook kan laten zien. KAN want er hangen nu vooral wolken. Wij kiezen voor een beetje Internetten en koffie drinken met Colin, maar het grootste gedeelte van het gezelschap kiest voor een wandeling…. en komen bijna verzopen terug. Ze zijn kletsnat geregend! Het duurt dan ook even voordat iedereen droog en warm aan tafel zit in het plaatselijke bar / restaurant / pub / café met spectaculair uitzicht.

We eten gezamenlijk en daarna houdt Karin een bedankspeech voor Colin en overhandigt hem “de envelop”. De hoeveelheid bedankjes laat zien hoe blij we met hem zijn: een absoluut uitstekende reisleider!Na een wijnexpeditie, waarin een aantal flessen wordt aangeschaft, een borrel en een beetje kletsen duiken we allemaal de bedden in. Gelukkig snurkt er niemand en met de wijdse stilte van Mt Cook op de achtergrond (er is werkelijk NIETS te horen) vallen we in slaap.

Zaterdag 21 januari – Auckland

Zaterdag 21 januari – Auckland

Zomer? Ja heel erg zomer: strakblauwe lucht en zo’n 23 graden als we opstaan. Weer zitten we met ons ontbijtje in de zon. Met zonnebrand op ons lijf, want als je niet oppast wordt je levend geroosterd! Ook ‘s ochtends vroeg.

Na het ontbijt pakken we onze zooi in en maken nog een lekkere wandeling over het bijna lege strand. Daarna is het om 10 uur tijd voor een taxi naar de ferry. We hebben nog even, dus met een cappuchino in de zon kijken we vogels (Jan van Gent) en vissen. De ferry uit Auckland is vol, maar gelukkig is er genoeg plek voor ons op de weg terug. Het heerlijke weer houdt ons aan dek: zon, kletsen en foto’s maken. Het uitzicht op Auckland wordt steeds beter. De ferry legt aan naast cruiseschip “Statendam” uit Rotterdam en wij duiken een shuttlebusje in naar ons hotel: Kiwi International Queen Street Hotel.

We kunnen de kamers nog niet in, maar met de bagage gestald gaan we samen met Elise en Judith de stad in. Via Queen street (markt op Aotearoa plein) en Wesley Street naar Victoria Park Market, een leuke overdekte markt, waar we rondsnuffelen en een broodje eten. Daarna langs de Sky Tower waar mensen van af springen (de ultieme bungee-jump) en via de rest van Queen Street naar de haven. Daar eten we een ijsje….pardon ENORME ijshoorn met heerlijk Italiaans ijs, waarna we weer teruglopen naar het hotel. Vanavond eten we lekker samen en morgen bekijken we de rest van Auckland!

Zondag 29 januari – Afscheid en naar Wellington

Zondag 29 januari – Afscheid en naar Wellington

Om 7 uur zitten we aan het ontbijt. Ook dat is uitgebreid en we houden niet op met de vrouw van Sanny te bedanken. Hij laat ondertussen het adres zien van de website waarop al zijn foto’s vanaf komende week op te zien zullen zijn! Thuisblijvers: kijk komende week eens op deze link en daar verschijnt rechts bovenin ergens komende week een link naar de foto’s die van ons bezoek zijn gemaakt! Daar kan je ook nog wat meer lezen en zien over de iwi (stam) die we bezocht hebben.


Om 8 uur zitten de tassen in de bus en is het tijd om afscheid te nemen. Alleen Sanny, zijn vrouw en zijn kleinzoon zijn er. Sanny bedankt ons; er komen maar een paar keer per jaar (ongeveer 6) zulke gasten en hij zegt het iedere keer weer leuk te vinden. We merken dat hij het meent. De zegen die hij uitspreekt over de rest van onze reis en de zang van zijn vrouw klinken hartverwarmend, ondanks dat we de taal niet verstaan en Martijn zegt als woordvoerder in zijn (engelse) afscheidstoespraak vooral dat hij hoopt nog eens terug te kunnen en mogen komen. En ook dat is gemeend. Deze derde keer spreken en zingen is wat onverwacht, maar Vader Jacob kan nog wel een keer mee. Even later vertrekken we, uitgezwaaid en iedereen is de eerste uren erg rustig.
De rit naar Wellington is door een snel veranderend landschap: van de rivier buigen we ongeveer 30 kilometer later weer af, na een laatste schitterende fotostop. Daarna wordt het land snel vlakker, om vervolgens bij Wellington weer bergachtig te worden. Ondanks het mooie weer aan de rivier ligt Wellington in de wolken en doet zijn (bij)naam van City of the Winds alle eer aan. De lodge is eenvoudig, maar in het centrum van de stad en vlakbij Te Papa, het National Museum, waar we een kartier na het afgooien van de spullen, zo ongeveer om kwart voor 2 heenlopen.

Het museum is geweldig groot, geweldig ruim en vooral geweldig voor wat betreft de opzet en “inhoud”! We beginnen te lopen, met een koffiestop een uurtje later en voor we het weten is het “zomaar ineens” al vijf uur. Tijd voor Internet (de afgelopen dagen was er geen Internet en nauwelijks telefoon-ontvangst) en even bijkomen. Vanavond eerst eten en dan misschien nog een concert in de Botanical Gardens. Morgenochtend vroeg varen we naar het Zuideiland!

Vrijdag 10 februari – Mt Cook en naar Christchurch

Vrijdag 10 februari – Mt Cook en naar Christchurch

Nadat Mt Cook al 5 dagen in de wolken en het slechte weer was gehuld (incl gisteren), staan we op met wolken, maar ook een beetje blauwe lucht. We hebben, net als bijna iedereen anders, een vlucht geboekt, maar we zien al aan het weer dat het niets wordt om 8 uur. Colin bevestigt dat bij het ontbijt, maar we eten toch maar door. Tijdens het ontbijt en de koffie erna trekt het langzaam op en we genieten van de eerste glimpjes Mt Cook door de wolken heen. Iedereen gaat er wel van uit dat we pech hebben en we vertellen elkaar dat we al blij mogen zijn met het uitzicht.


Om 9 uur rijden we weg bij de accomodatie, als Colin gebeld wordt: we kunnen alsnog vliegen! Zowel de helicoptervluchten (voor 5 man) als de ski-plane vluchten (voor 11 man, waaronder wijzelf) gaan door. Iedereen is uitgelaten: het voelt als een soort bonus en na 3 keer pech rondom Mt Cook zijn we erg blij met deze vierde keer scheepsrecht! Wij komen met Lieve, Dirk, Emiel, Lily en 2 Engelsen bij piloot Mike in het vliegtuig. Tegen de tijd dat we gaann vliegen is het volledig helder en Mike net zo uitgelaten als wijzelf: het was de eerste keer in 5 dagen dat ze weer gaan vliegen EN landen op de gletcher. Wij hebben gekozen voor een 45 minuten-trip, incl. landing boven op de Tasman gletcher, maar doordat het de eerste keer is, moet Mike eerst de sneeuw testen (touch en go landing) en blijven we langer vliegen EN op de gletcher, zodat we wel meer dan een uur wegzijn. Het is echt supergaaf. Heel erg mooie vlucht en bovenop een gletcher lopen is echt heel bijzonder (en winderig!).
Genieten; het was een duur tripje, maar we hebben er geen spijt van.


De rest van de dag rijden we naar Christchurch. We stoppen voor lunch bij the little church of the good sheperd, een klein kerkje uit 1935, dat vooral bekend is door de GEWELDIGE locatie aan de rand van een meer en het grote raam in de achterwand van de ker, waardoor je het hele meer kan zien als je in de bankjes zit. Ook het beeld van de herdershond (dat overigens door enorme hoeveelheid sandflies wordt belaagd, alsof het leeft) is bekend; een eerbetoon aan de schapehonden die – nog steeds – zo belangrijk zijn in een van de belangrijkste industrien van het land. Het kerkje is dicht, maar het uitzicht op het meer in het zonlicht is er niet minder om. Na de lucht rijden we vlot door, met alleen nog een stop voor een ijsje. We zijn om half vier in Christchurch en nemen afscheid van Colin. Dat laatste is niet leuk: we hebben genoten van zijn gezelschap en we beloven dat we terugkomen en foto’s sturen. Colin; ook langs deze weg dank je wel en zeker tot ziens! ‘s Avonds eten we bij de Mexicaan (en Karin drinkt marghartita’s! 😉 en gaan vroeg slapen.

Zaterdag 11 februari – Christchurch

Zaterdag 11 februari – Christchurch

Uitslapen om te beginnen, want dat hebben we wel verdiend. Daarna lopen we rustig via de Starbucks en een Internetcafe naar de botanische tuinen van Christchurch. Het is zonder meer het leukste stadje dat we hebben gezien: gezellig, compact (goed te belopen) en met veel restaurantjes en cafe’s. De tuinen zijn enorm. Christchurch wordt wel the city of gardens genoemd en als je de enorme botanische tuinen (eind 19e eeuw) inloopt, die zelf weer een onderdeel vormen van het nog veel grotere park (het is een rondje van ongeveer 17 kilometer om er omheen te lopen), begrijp je waarom.

We bekijken vooral de rozentuin en de kassen en genieten van alle kleuren. Daarna struinen we via de weekendmarkt van the art center naar het informatiecentrum, waar we met de dames hebben afgesproken. We bellen de black cat dolphin experience en die heben goed nieuws: de excursie naar de haven van Lyttleton die Colin voor ons heeft geboekt, om zeldzame Hector Dolphins te gaan bekijken, gaat door!


Na de lunch worden we door een shuttlebus opgehaald, die ons – voorzien van veel toeristisch commentaar – in 20 minuten naar de pier brengt waar onze boot vertrekt. Daar krijgen we een waarschuwing: het heeft hard gewaaid afgelopen nacht, dus er staat nogal wat deinig. Een paar mensen haken af en krijgen hun geld terug, maar wij willen dolfijnen zien!

Twee uur laer zijn we terug… zonder ook maar 1 dolfijn te hebben gezien. De schipper durfde met zijn bootje niet te ver de zee op en we behoren tot de 2% van de tochtjes waarop mensen geen dolfijnen zien. We zijn niet ziek geworden en het was een leuke tocht, maar we zijn natuurlijk wel teleurgesteld. Terug in de stad gaan de dames naar een rugby-wedstrijd en wij doen lekker rustig aan. We winkelen nog twee uurtjes en eten daarna opnieuw bij een Mexicaan. ‘s Avonds na de wedstrijd drinken we nog een gezellige borrel met Judith en Elise en daarna gaan we slapen. Morgen moeten we naar huis…

Aotearoa – land van de lange witte wolk

Aotearoa – land van de lange witte wolk



Onze reis naar Nieuw Zeeland ziet er als volgt uit:

1-2 Vlucht naar Auckland
3 Aankomst Auckland –> Waiheke Island
4 Waiheke Island
5 Waiheke –> Auckland
6 Auckland
7-8 Cormandel Schiereiland
9 Rotorua
10-11 Tongariro NP – incl Crossing
12 Koriniti
13 Wellington
14 Kaikoura
15 Hanmer Springs
16 Greymouth
17-18 Fox Glacier, via Franz Jozef Glacier
19 Wanaka
20-21 Queenstown
22 Lumsden, verblijf op boerderij
23 Te Anau, fac. Milford Sound
24 Mount Cook N.P.
25-26 Christchurch
27 Vlucht naar Nederland
28 Aankomst Nederland

Zondag 22 januari – Auckland

Zondag 22 januari – Auckland

Gisteravond aten we bij Tony’s, een fish & steak restaurant aan een zijstraat van Queenstreet (het restaurant dat we in eerste instantie zochten bleek niet meer te bestaan! Waar ken ik dat toch van…). Het eten bij Tony’s was ook prima en we kletsten honderuit over de reis tot nu toe. Na het eten begon het aardig donker te worden en omdat het nog steeds erg helder was, vertrokken we richting de Sky Tower. Dat bleek een goede keus: een eindeloos uitzicht over een langzaam donker wordend Auckland. Karin probeerde foto’s te maken en we bekeken van boven de plaatsen waar we vandaag heen zouden gaan. Om half 11 lagen we bekaf maar tevreden in bed.


Na een wat onrustige nacht (er waren nogal wat feestjes aan de gang in de directe omgeving) zaten we vanochtend om 8 uur aan het ontbijt en om 9 uur trokken we met Judith, Elise, Jannie en Wil en Dirk en Lieve de stad in. Via de botanische tuinen (orchideeen!) liepen we naar het museum. Een lekkere wandeling, maar het weer werkte weer prima mee (zon, lichte wolkjes, windje en ongeveer 22 graden), dus het was geen straf.
Het museum bestaat uit drie verdiepingen. Verdieping 1 gaat over de volken van Oceanie; verdieping 2 over de dieren en plantenwereld van NZ en verdieping 3 over alle mogelijke oorlogen. Na een kleine 2 uur hadden we het wel gezien: er is vreselijk veel en het geeft een leuk beeld, maar elke verdieping staat werkelijk bomvol en het was er ijskoud. Gauw de zon weer in! Inmiddels waren we Wil en Jannie en Dirk en Lieve in het museum kwijt geraakt, dus trokken we gevieren verder naar Parnell, een Victoriaanse wijk in het oosten van Auckland. Leuke huizen en een erg mooie Rosegarden.

We kochten er een heerlijk broodje bij een bekroonde Italiaanse bakker dat we op een bankje opaten, voor we begonnen aan een forse wandeling naar Kelly Tarlton’s Underwater World. Dat was leuk: met een karretje langs pinguins, reuzeroggen die gevoerd werden en een enorm buizenstelsel onder het aquarium door. Het was wel klein en voor de stevige prijs viel dat een beetje tegen. De gratis knuffel-pinguin die we met een onderweg opgepikte kortingskaart kregen maakte veel goed. 🙂
Na dat bezoek waren de knie-credit-points aardig op en pakten we de bus terug. Vanavond eten we met Judith en Elise opnieuw bij Tony’s voor we naar de film (The Chronicles of Narnia: the lion, the witch and the wardrobe) gaan. Morgen reizen!

Maandag 30 januari – van Wellington naar Kaikoura

Maandag 30 januari – van Wellington naar Kaikoura

Na een etentje bij “Coyote”, een goed en goed te betalen Mexicaans restaurant, gaan we snel terug naar het hotel. Hoewel het bed niet echt fantastisch ligt (als de een beweegt wordt de ander zeeziek), gaat de nacht vlot voorbij. De volgende ochtend vertrekken we om acht uur naar de “Challenger”, een veerboot van oorspronkelijk Briste makelei die de overtocht een half uur sneller doet dan de oude boten. Ja, de naam vonden wij ook niet geweldig, maar als we op het zonnedek de zon tegemoet varen die buiten de baai van Wellington wel zichtbaar is, wordt het snel minder erg. We waaien wel weg en zijn dus blij met het plaatsje dat Martijn op dek 7 uit de wind en in de zon ontdekt. Vooral als we van daaruit een aantal dolfijnen zien dat bij het binnenvaren van de Marlborough Sounds (een fjordengebied aan de rand van het Abel Tasman park) met de boeggolven komt spelen!


In Picton rijden we vlot van de boot af richting Kaikoura. Als we bij de kust komen zien we een vreemd fenomeen: wij rijden in de zon en vanaf 10 meter van de kust zit alles in een dichte mist. Het is zo’n vreemd gezicht dat we eerst nog even denken dat het rook is, maar het zijn echt dichte wolken! Daardoor missen we bijna de zeehonden-kolonie die daar “woont”. Gelukkig is Colin wel alert en als hij de bus stopt en iedereen gezien heeft waar het om gaat staan we al snel met ons snufferd op een aantal meter van een groep zeehonden! We maken veel plaatjes en het is heel bijzonder om zo dichtbij te zijn.
In Kaikoura hebben we pech: de mist zorgt ervoor dat de walvissentocht wordt afgelast. In plaats daarvan stropen we toeristisch maar erg leuk Kaikoura af en doen een handwasje. ‘s Avonds eten we bij onze lodge, de Lobster Inn, en drinken nog een borrel. Daarna gaan we vroeg slapen want morgen moeten we walgelijk vroeg op voor een stel dolfijnen….

Zondag 12 februari – vliegen

Zondag 12 februari – vliegen

En dan is het zover. Om half 9 zitten we na een laatste inpak-sessie in de bus die ons naar de luchthaven brengt. Vier weken zijn omgevlogen en we gaan naar huis. Om te onderstrepen dat dat niet per-se een leuk idee is, is het werkelijk stralend weer. We zijn blij voor Henk en Eugenne die nog een week op het Noordeiland bij familie blijven en hopen dat zij er nog wat van meekrijgen. Ze gaan ons uitwuiven op de luchthaven, voor ze zelf op een (andere) vlucht naar Christchurch gaan.
Inchecken valt ons niet mee: als iedereen al klaar is, staan wij er nog. Eerst zijn we kwijtgeraakt in het systeem, dan blijken we van de vlucht naar Kuala Lumpur afgeboekt!

Als dat is rechtgezet blijken we ook nog van de vervolgvlucht afgehaald. Het duurt meer dan een half uur voor alles is rechtgezet en we zijn nog een beetje angstig voor onze bagage als de dame die ons incheckt vrolijk meldt dat ze er 6 weken uit is geweest en niet meer exact weet hoe het moet. Afijn, dat zien we in Nedreland wel: wij mogen in ieder geval mee.

De vlucht is vooral heel lang… Eerst anderhalf uur naar Auckland. Dan 2 uur wachten en door naar Kuala Lumpur. We kijken veel films om wakker te blijven en in KL drinken we koffie, kletsen anderhalf uur over de msn met mensen in Nederland, trekken iets schoons aan en beginnen dan aan de langste vlucht: 13 uur naar Nederland. We slapen allebei een paar uur en uiteindelijk komt Nederland in zicht. Nouja, in zicht: het is bewolkt en de temperatuurmeter op het schermpje laat zien dat het 3 graden is… Welkom thuis…

Zondag 12 februari – vliegen

Zondag 12 februari – vliegen

En dan is het zover. Om half 9 zitten we na een laatste inpak-sessie in de bus die ons naar de luchthaven brengt. Vier weken zijn omgevlogen en we gaan naar huis. Om te onderstrepen dat dat niet per-se een leuk idee is, is het werkelijk stralend weer. We zijn blij voor Henk en Eugenne die nog een week op het Noordeiland bij familie blijven en hopen dat zij er nog wat van meekrijgen. Ze gaan ons uitwuiven op de luchthaven, voor ze zelf op een (andere) vlucht naar Christchurch gaan.
Inchecken valt ons niet mee: als iedereen al klaar is, staan wij er nog. Eerst zijn we kwijtgeraakt in het systeem, dan blijken we van de vlucht naar Kuala Lumpur afgeboekt!

Als dat is rechtgezet blijken we ook nog van de vervolgvlucht afgehaald. Het duurt meer dan een half uur voor alles is rechtgezet en we zijn nog een beetje angstig voor onze bagage als de dame die ons incheckt vrolijk meldt dat ze er 6 weken uit is geweest en niet meer exact weet hoe het moet. Afijn, dat zien we in Nedreland wel: wij mogen in ieder geval mee.

De vlucht is vooral heel lang… Eerst anderhalf uur naar Auckland. Dan 2 uur wachten en door naar Kuala Lumpur. We kijken veel films om wakker te blijven en in KL drinken we koffie, kletsen anderhalf uur over de msn met mensen in Nederland, trekken iets schoons aan en beginnen dan aan de langste vlucht: 13 uur naar Nederland. We slapen allebei een paar uur en uiteindelijk komt Nederland in zicht. Nouja, in zicht: het is bewolkt en de temperatuurmeter op het schermpje laat zien dat het 3 graden is… Welkom thuis…

Maandag 23 januari – naar Coromandel Peninsula

Maandag 23 januari – naar Coromandel Peninsula

Het eten (opnieuw bij Tony’s) en de film waren een succes. Om ongeveer half 11 waren we terug in het hotel en met alle spullen alvast ingepakt vielen we in slaap. Het was een stuk rustiger die nacht, dus met slapen kwam het helemaal goed.
De wekker staat vroeg, want we vertrekken al om half 9. Voor die tijd gaan we een broodje eten bij een soort breakfast-cafe aan de overkant. Die zien we overal en schijnen nogal in opkomst te zijn: goeie koffie of thee en allerlei broodjes zodat je relax kunt ontbijten. Het is goed te betalen en veel lekkerder dan ontbijt in het hotel, dus geen moeilijke keuze.

De groep is heerlijk snel: iedereen zit iedere keer om vijf minuten voor de afgesproken tijd in de bus en deze ochtend is geen uitzondering. Colin is tevreden en we rijden vlot de stad uit. Via een aanvankelijk nog wat saaie route (Colin vertelt veel over de geschiedenis en het landschap waar we doorheen rijden, dus het is goed uit te houden) rijden we richting The Coromandel Peninsula (een schiereiland dus). De route wordt al snel mooier: onderweg zien we ijsvogels, verschillende soorten aalscholvers en een enorme aantal roofvogels. De kuststrook is rotsachtig, maar als we de bergen over zijn zien we de stranden waar het schiereiland zo beroemd om is: licht zand over eindeloos veel kilometers; de palmen maken het plaatje compleet.


Met de nodige fotostops en stops in Thames (koffie) en Coromandel City (lunch) rijden we naar the Aotearoa Lodge in Whitianga, ons thuis voor de komende twee nachten. De kamers zijn prima en het is er heerlijk rustig. En dan de vraag wat we gaan doen. Het weer is niet heel denderend en ze voorspellen nog slechter weer. We komen er bovendien achter dat laag water ‘s avonds laat is (half 8) en morgen nog later. Na even overleg halen we een picknick bij de plaatselijke supermarkt en rijden direct door naar Hot Water Beach, dat beroemd is om het bijna kokend hete water dat op sommige plaatsen met laag water uit de grond omhoog komt borrelen. Als we aankomen begin het water net de zakken. Een half uurtje later is het zover gezakt dat een hilarisch en fanatiek gevecht met het water kan beginnen. Er wordt een kuil gegraven, een dam aangelegd en sommige mensen gooien zichzelf zelfs voor de aanstormende golven. Het water is inderdaad onzettend heet. Gemengd met het koude zeewater gaat het goed, maar alleen het hete water blijkt te heet om te blijven staan. Het is voor veel mensen te koud voor een badpak of zwembroek, maar pootje baden doet iedereen. Na anderhalf uur zit iedereen dan ook in meer of mindere mate onder de modder. Uitgelaten, onder het zand en bekaf vertrekken we naar de lodge. Na het douchen drinken we met Judith en Elise twee flessen wijn leeg en rozig landen we om 11 uur in ons bed. Heerlijke dag!

Dinsdag 31 januari – Dolfijnen en naar Hanmer Springs

Dinsdag 31 januari – Dolfijnen en naar Hanmer Springs

Kwart voor 5 is het, als de wekker gaat en we hopen nog heel even dat het een grapje is. Opnieuw was het een wiebelbed en opnieuw hebben we matig geslapen. Maar het vooruitzicht op dolfijnen in de zon laat ons opstaan. Buiten gekomen beginnen we te twijfelen: het mist nog erger dan de dag ervoor, dus zou alles wel doorgaan?! Niemand durft het hardop te zeggen en in stilte rijden we naar Dolphin Encounter. Daar horen we gelukkig dat alles doorgaat. Zes mensen gaan met dolfijnen zwemmen en wij gaan samen met de rest vanaf de boot kijken naar wat hopelijk een enorme troep dolfijnen wordt!

Na een briefing en een busritje zitten we met ongeveer 25 mensen op een snelle boot die in de potdichte mist het water opgaat. Het geeft een bijzonder sfeertje: orientatie is bijna onmogelijk en het is heel stil. Er is in het begin weinig te zien en iedereen begint na een half uur wat te twijfelen: gaat het wel lukken. De eerste Albetros is een welkome afleiding. Als 5 minmuten later de boot plosteling vaart mindert en naar links afwijkt denkt iedereen aan dolfijnen, maar als Karin naar rechts kijkt ziet ze op nog geen 10 meter van de boot een werkelijk enorme bultrug bovenkomen, groter dan de boot. Hij is maar heel even boven, maar iedereen is in rep en roer. Geweldig, wat een bonus!

Het duurt nog even, maar dan geeft de captain aan de de zwemmers zich kunnen gaan voorbereiden (duikpak aan) en dat de kijkers naar het voordek mogen. We zien eerst niets, maar dan is het raak. Inmiddels begint de mist op te trekken en we zien de eerste Dusky Dolphins bij de boot. Er volgt anderhalf uur genieten. De zwemmers worden getrakteerd op een kleine groep dolfijnen die vasthoudend geinteresseerd zijn (rondjes zwemmen, aan dacht trekken etc.) en de kijkers worden niet alleen op rugvinnen getrakteerd, maar ook op spronmgen, meezwemmen in de boeggolf etc etc. We genieten ernorm en Karin schiet eindeloos veel plaatjes met de telelens, waarvan een aantal erg goed gelukt lijken. Veel te vroeg komt er een eind aan en om 9 uur zijn we terug in de haven.

Helaas blijkt daar opnieuw de walvissentoch afgelast dus vertrekken we naar de Peninsula Walkway; zonder overdrijven een van de mooiste makkelijke wandeltochten (van ongeveer een uur) over het schiereiland van Kaikoura. We wandelen over de rotsen, met uitzicht op een aantal zeehonden en omdat de mist zich steeds verder terugtrekt zien we nog ontzettend veel. Iedereen is het er bij terugkomst in de bus over eens dat het een topdag is, al is het nog maar half 12 in de ochtend.
We rijden met een aantal fotostops door naar Hanmer springs, waar wij een enorm luze lodge blijken te hebben, terwijl de rest al het sanitair moet delen! We zeggen er niet te veel over, maar nodigen wel Elise en Judith uit voor een borrel. Maar eerst gaat Karin paardrijden!


Elise, Judith, Wil, Isabel en Karin worden door Colin afgezet voor een uur rijden, wat uiteindelijk uitpakt in een uur en 15 minuten trektocht(je) door de bergen. Karin geniet: ze heeft sinds haar 13e niet meer op een paard gezeten, maar is meteen weer verkocht. Ze is als meest ervaren ruiter achteraan de rij gezet op Matheson, een lief, slim, maar vreselijk lui paard. Het is hard werken dus, maar nietemin een heerlijke ervaring. Het blijft gelukkig droog en ook de andere dames zijn erg tevreden. Martijn, die lekker thuis is gebleven met een boek en een drankje, hoort alle verhalen aan. Dan is het tijd voor een douche en een borrel en ‘s avonds eten we met het inmiddels vertrouwde viertal bij The Laurels, een goed restaurantje aan de rand van Hanmer Springs. De baden, waar HS zo beroemd om is, hebben we niet gezien, maar daar hebben we geen spijt van!

Maandag 12 februari – thuis!

Maandag 12 februari – thuis!

Het is maandagochtend heel vroeg als we stipt volgens schema landen op Schiphol. Nederland is zoals iedereen ons gewaarschuwd had kil, grijs en donker. We haasten ons door de lange gangen naar de bagagebanden. Langzaam komende tassen binnendruppelen en begint het afscheid nemen. Het is vreemd om gedag te zeggen tegen iedereen waar we vier weken lang zo intensief mee opgetrokken zijn.

Als alle tassen binnen zijn en iedereen al weg is, staan wij er nog: geen knalgele en zwarte flightbags; geen rugzakken… Na nog een kwartiertje wachten gaan we hulp zoeken. In eerste instantie lijken onze tassen “verdwaald” op weg van het vliegtuig naar de band, maar na nog 20 minuten wachten krijgen we het bericht dat ze in Auckland zijn achtergebleven! Een verkeerde code, ingevoerd door de dame in Christchurch, zorgt ervoor dat onze tassen ons nu haastig nagereisd komen via Londen. Ze worden dinsdag of woensdag verwacht. We onderdrukken wat vloeken, maar zijn blij dat ze in ieder geval niet weg zijn. Door de douane staat Karst ons trouw op te wachten en we zijn blij met de warme auto naar Leiden: dikke jas en schoenen zitten in de tassen die nu naar Londen onderweg zijn!

Thuis douchen we en dan begint het afkickproces. De foto’s zijn mooi geworden (wat het grote aantal enigszins rechtvaardigt 🙂 en we gebruiken het als een manier om in gedachten nog een keer door de reis “heen te wandelen”. Op de plaatjes komen we iedereen ook weer tegen en lieve reisgenoten: dank jullie wel voor een GEWELDIGE reiservaring! Nieuw Zeeland is een land waar het uitzicht en het weer elk half uur om kunnen slaan. Het is een aaneenschakeling van hoogtepunten geweest en zelfs de dagen met slechter weer of een beetje pech staan ons bij als een superervaring. Wij gaan terug, zoveel is zeker.

Naschrift: onze tassen arriveren dinsdagmiddag, keurig thuisgebracht.

Dinsdag 17 januari – vliegen

Dinsdag 17 januari – vliegen

Ondanks dat we allebei nog gewerkt hebben op maandag, is het redelijk relax vertrekken op dinsdagochtend. De wekker staat vrij vroeg, zodat we ook nog even een kop thee kunnen doen. Het blijkt tot ons genoegen koud, druilerig weer: dat gaan we allemaal achter ons laten! Dat plezier is snel over als we buiten in de kou in onze te dunne jas op de bus staan te wachten. Een bus die ALS hij eindelijk komt, zo vol is dat we er niet meer in kunnen. Gelukkig gaat een straat verderop een andere bus en omdat de sneltrein naar Schiphol vertraging heeft (zodat we nog mee kunnen) zijn we uiteindelijk zelfs vroeger dan gepland op Schiphol.

Daar checken we in, halen het groepsvoucher op voor het hotel in Kuala Lumpur en maken kennis met een deel van de groep. Met ruim een half uur vertraging vertrekken we uiteindelijk: 11 uur vliegen naar Kuala Lumpur. Onderweg zien we allebei twee films (Corpse Bride een Just Like Heaven) en proberen we wat te slapen. Op naar Maleisie!