Kotor en Risan (èn Perast)
Onze laatste volle dag in Kotor en ook vandaag willen we een uitstapje doen. We willen naar Risan, het oudste stadje van de baai en hebben besloten dat er een bus gaan vinden die ons daar heen brengt. Dat geeft ons meteen de gelegenheid om (de route naar) het busstation te bekijken. Na een prima nacht slaap en een goed ontbijt (jawel, weer bij Luna Rossa) wandelen we daarom naar het busstation. Dat blijkt niet erg ver weg, maar morgen gaan we dit met onze tassen toch met een taxi doen. Voor nu zijn we tevreden met het feit dat er inderdaad bergen bussen naar Risan gaan, waaronder degene die al weg had moeten zijn, maar (voor ons heel handig) iets te laat is vanochtend. Als hij er is moeten we dan ook niet teuten: hop, hop, de bus in! Behalve de chauffeur is er ook een kaartjes-dame, die knikt als we ‘Risan’ zeggen. Komt goed.
De bus voegt zich in het drukke verkeer langs de baai naar Risan. Onderweg wordt er niet veel gestopt, maar de chauffeur lijkt bijzonder behulpzaam. Eerder dan de halte er uit? Later dan de halte er in? Het lijkt allemaal niet zo’n probleem. In de buurt van Risan gaan we iets verder voorin de bus zitten. “Nog niet”, gebaren zowel de kaartjes-mevrouw als een wat oudere dame die in de bus zit. De bus stopt keurig vóór het straatje waar de mozaieken zijn waar we heen willen. geen halte te bekennen, dus erg attent! De wat oudere mevrouw gaat er ook uit en zegt: “Die straat in en dan rechts aan houden”. Althans, dat denken we aan haar gebaren te zien. We bedanken haar met het enige woord Montenegrijns dat we uitstekend beheersen (Hvalla: bedankt!) en wandelen naar de overdekte site.
Ook daar krijgen we een sterk staaltje service en vriendelijkheid over ons heen: we krijgen niet alleen een brochure en een stapeltje gekopieerde A-4’tjes van de site, maar ook een kaartje van het dorpje met alle bezienswaardigheden er op èn mondelinge uitleg. Deze site is niet heel groot en een deel van de mozaieken is weggehaald voor restaurantie. Aanvankelijk werd gedacht dat dit een villa was van een rijke familie, met in de slaapkamer een mozaiek van Hipnos, de god van de slaap. Nu denkt men dat het een hotel/huis van vermaak was (ja, je mag zelf bedenken welk soort vermaak, zegt het informatiebord), maar uit respect voor de ontdekker wordt het nog steeds ‘de villa’ genoemd. Er is een berg interessante info en de mozaieken zijn heel fijn gemaakt, met piepkleine steentjes. We kijken, lezen, fotograferen en vermaken ons uitstekend.
Daarna besluiten we dat we ook nog wat meer willen zien en wandelen we via een schattig christelijk orthodox kerkje (waar een dienst in volle gang is, dus waar we buiten blijven) naar een schattig straatje. Uit de Middeleeuwen, zegt de brochure. En iets verderop aan de rechterkant vinden we de ruïnes van een Venetiaanse villa. Als we daar zijn uitgekeken (en ook de slapende kat hebben bewonderd die met een verrassend goeie schutkleur zich verdekt heeft opgesteld op een steen) wandelen we naar het pleintje. Daar ploffen we tussen de locals aan een tafeltje en bestellen wat drinken. Ondanks dat het zondag is, is er voor ons neus een klein marktje in volle gang en er wordt druk onderhandeld over fruit, kaas, bloemen… We hebben ineens het gevoel in een stukje lokaal leven gestapt te zijn. Per ongeluk, maar oh zo leuk.
Als we zijn opgedroogd (het is toch alweer redelijk warm, ondanks dat er veel wolken zijn) wandelen we naar een opgraving een paar honderd meter verderop, net buiten het dorpje. Het ligt idyllisch genoeg, aan een riviertje waar een man staat te vissen (die vriendelijk terugzwaait als Karin haar hand naar hem opsteekt). Maar de site zelf… ziet er uit alsof er in de laatste 25 jaar niets aan is gedaan. De site is (anders dan de foto in de brochure doet vermoeden) volledig overwoekerd, de wandelpaden zijn ingestort en er groeien bomen waar op de foto nog een groen grasveldje is. Het is een triest gezicht en we wandelen snel verder. Geen idee wat het geweest is bovendien: er is behalve de term ‘archeologische opgraving’ geen informatie over te vinden. Tijd voor deel twee van het plan voor vandaag.
We wandelen naar zee, maar het ziet er niet heel aantrekkelijk uit: vol en weinig schaduw. We zijn het snel eens: we gaan naar Perast. Als we bij de bushalte voor het centrale pleintje staan, hebben we opnieuw mazzel. In plaats van dat we 20 minuten moeten wachten blijkt de ‘vorige’ bus opnieuw te laat en komt hij keurig aanrijden als we er zeker 30 seconden staan. En jawel, hallo chauffeur en kaartjes dame van de bus op de heenweg! Ze zeggen vriendelijk gedag en ook deze keer zijn ze zeer behulpzaam: ze laten ons er bij het strandje van Perast uit wat ons een enorme klauterpartrij scheelt vanaf de officiële bushalte naar beneden! Tevreden we zwaaien we de bus uit, die vriendelijk terug toetert. Daarna wandelen we naar de ligbedden-dame. Ze heeft ‘natuurlijk’ twee ligbedden voor ons en een parasol en we trekken ons om beurten even terug in het ‘kleedhokje’. Dat is meer een ruimte tussen rots en opgehangen ‘gordijn’, maar we ontdekken dat je er met enige handigheid best je bikini in aan kan trekken. En dan ‘hollen’ we (via een trapje deze keer) het water in. Jaaaaa, het is nog net zo lekker als gisteren! Deze keer zit de zon bovendien achter de wolken, wat de kans op verbranden verkleint. Dat gezegd hebbende: er komen in de verte toch wat dreigende wolken aan… Om te voorkomen dat we overvallen worden door het weer gaan we uiteindelijk het water uit en kleden ons opnieuw om. Dat is met natte zooi een nog wat grotere opgave, maar uiteindelijk hebben we droog ondergoed en droge kleren aan en zit de natte zooi in een plastic zak. Dan wandelen we naar ons nieuwe favoriete restaurant. Want zo’n lunch als gisteren, dat willen we nog wel een keer!
Dat lukt en we genieten er van, deze keer wel op het overdekte terras. Als we daar zitten spotten we aan de overkant van de baai ineens een beginnende brand op de berg! Die is binnen een paar minuten helaas al indrukwekkend groot. “De brandweer heeft er uitzicht op en houdt het in de gaten”, zegt de ober op onze vraag of we iemand moeten waarschuwen. En inderdaad rijden er na een tijdje brandweerwagens die kant op. Het is wel vooral wachten op het blusvliegtuig vermoeden we. Hopelijk komt ergens vandaag die regenbui door… We hebben vanaf de boot gezien dat de brand boven Perast die we op onze eerste avond zagen, inmiddels is gedoofd. Voor nu is en blijft het droog en als we uitgegeten zijn constateren we dat het bootje van de boottour over 5 minuten vertrekt… Misschien kunnen we ook alleen mee terug?
Eveline gaat het vragen, terwijl Karin afrekent en inderdaad, We hebben geluk: we mogen samen mee voor de prijs van één kaartje. Heel tevreden zakken we onderuit en 40 minuten later stappen we in Kotor van boord. Het is half 3 en we hebben alweer een heerlijke dag gehad tot zover. We hebben in ieder geval genoeg tijd om te douchen, alles uit te spoelen en lekker een drankje te gaan doen op een terrasje op het grote plein. Mèt wifi, zodat we ook het verslag kunnen bijwerken. Om 10 over 5 pakken we onze zooi op en verdwijnen naar de wijnbar onder ons appartement (een andere eigenaar overigens). In de Mon Ami Winebar hebben we namelijk gisteren een wijnproeverij gereserveerd! We hebben er vreselijk veel zin in. We zijn wat vroeg (kwart over 5 in plaats van half 6), dus of we nog even willen gaan zitten. Natuurlijk.
20 Minuten later zitten we er nog steeds, zonder iets te drinken. Ja sorry, zegt de ober. Hij wacht op een collega zodat hij al zijn aandacht aan ons kan geven. Nog 20 minuten later zitten we er nog steeds en begint ons geduld wat op te raken. Op dat moment breekt er buiten een ENORME stortbui los. Het hoost echt en alle gasten vluchten van het terras naar binnen. Er stromen binnen een paar minuten rivieren water door de straat. Het is begrijpelijkerwijs even alle hens aan dek, dus we vragen de over alleen even of hij wat drinken heeft in de tussentijd. Als we de fles water opnieuw 20 minuten voor ons neus hebben zijn we het zat. Karin zegt tegen de ober dat ze inmiddels niet meer begrijpt waarom het zo lang moet duren. Hij begint een wat onsamenhangend verhaal wat er op neerkomt dat we toch moeten begrijpen dat het door de regen komt. Eh, nou nee, niet het hele uur nee. Hij kijkt ons aan en loopt weg. Dat is de druppel. we kijken elkaar aan en gaan er vandoor. Als we weglopen vraagt hij hoopvol: “maybe tomorrow?” Eh nee!
Het is gelukkig weer (even?) droog en we wandelen opnieuw naar Galion, maar ook vanavond zitten ze vol. Dan nog maar een keer naar Monte Cristo. Minder sfeervol deze keer, want het terras is weggeregend, dus we zitten binnen. Het eten en drinken leiden er niet onder: het smaakt uitstekend en tevreden gaan we na het eten naar het terras van eerder vanmiddag. Want: er moet taart gegeten worden… en wel door Karin! Ja, ze is er zelf ook wat verrast over. De ober kennelijk ook, want als hij het uitgezochte stuk taart boven de tafel heeft hangen maakt hij een vreemde beweging en de taart belandt ‘flats!’ op tafel. We kijken elkaar alledrie verschrikt aan en daarna moeten we allemaal onbedaarlijk lachen. Dat was suf! De ober verontschudligt zich, ruimte de zooi op en komt een nieuw stuk brengen. Als we dat opsmikkelen (Eveline moet natuurlijk wel proeven!) begint het opnieuw te stortregenen. Als we klaar zijn rekenen we daarom af en wandelen in een redelijk droog momentje terug naar het hotel. Daar zijn we nog geen minuut binnen als het weer begint. Met het geluid van de ene na de andere stort- en onweersbui vallen we in slaap.