Archief van
Categorie: Zuid-Frankrijk en Monaco

Zuid Frankrijk

Zuid Frankrijk

Zuid-Frankrijk in het hoogseizoen: het lijkt ons een traktatie! Weinig gepland, maar veel plannen: een tent in de auto, reisgidsen onder de arm en rijden maar. Provence, Cote d’Azur en Languedoc-Roussilion: heel Zuid Frankrijk ligt voor ons open. Lees je mee?

Dag 1 – Onderweg

Dag 1 – Onderweg

We beginnen vaker een verslag met de woorden dat het regent in Nederland en ook vandaag is het van toepassing. Het vervelende is alleen dat we gelzen hebben dat het ook in La Douce France naar weer is! Niet een heel lekker vooruitzicht, dus op het laatste moment gooien we wat extra reisgidsen en kaarten in de auto. Misschien dat we over een paar dagen heel ergens anders zijn dan gepland!

Na een beetje uitslapen vertrekken we rond 12 uur uit Leiden. Het Zuiden roept!… maar niet zo hard dat we niet eerst even bij Delft stoppen voor een relaxte lunch bij La Place langs de snelweg. Het vakantiegevoel begint al bijna als we al die stropdassen zien haasten. Hoera: wij hoeven even niet! We tuffen verder naar het zuiden en in de vier uur daarna komen we door Belgie en Luxemburg (tanken!) voor we uiteindelijk Frankrijk binnenrijden. Hoewel er redelijk veel aan de weg woredt gewerkt rijdt het lekker door en rond half 6 rijden we Metz binnen. Onze belgische vriendin (de TomTom) loodst ons keurig door de stad en in no time staan we voor Hotel Moderne, een simpel maar keurig hotelletje in de buurt van het station.
Na 5 minuten opfrissen staan we weer buiten: we zijn er maar even dus we willen natuurlijk wel wat zien! Metz blijkt leuk! Er is een vrij groot voetgangersgebied, met leuke pleintjes en veel kroegjes. Metz is een studentenstad, dus borrelmogelijkheden genoeg. We ploffen neer op Place St. Jaques en het biertjes / wijntje smaakt heerlijk na die auto-middag! Na een tweede borrel wordt het tijd om te eten. Als we verder lopen komen we langs de indrukwekkende cathedraal: we besluiten ter pleke die morgen even van binnen te bekijken. Uiteindelijk eten we aan de voet van de cathedraal, lekker buiten. Hoewel er onweerswolken dreigen, blijft het keurig droog en het eten smaakt prima. Karin moet even wennen aan het feit dat de plaatselijke variant van rauw vlees (een soort tartaar, met veel kruiden) geen kwaad kan, maar we krijgen er geen spijt van.

Na het eten wandelen we terug naar het hotel, waar we al snel in slaap vallen.

Dag 2 – Chateau!

Dag 2 – Chateau!

Al de vorige dag hadden we besloten dat het ontbijt in het hotel ons niet zo’n goed planleek, maar een bakkertje en een kop koffie in de stad veel beter klonk. Om half negen staan we alweer naast ons bedje en rijden we de stad. We genieten van een kop koffie op een terras en croissants van een bakkertje.  
Als eerste bezoeken we de cathedraal en zijn verbaasd over de enorme varieteit aan glas-in-lood ramen die we daar zien. 300 jaar handwerk in allerlei verschillende stijlen leveren prachtige plaatjes op.
We kijken nog snel rond in de rest van het prachtige oude stadje en beginnen dan onze rit in de richting van Lyon. Vlakbij Lyon heeft Karin als verrassing een overnachting in een waar chateau geregeld!

De lange rit wordt onderbroken door een aantal enorme buien. Van het een op het andere moment zien we bijna niets meer en ligt er 5 cm water op de weg. Veel bestuurders houden het maar helemaal voor gezien en gooien hun auto’s stil langs de snelweg. Met knipperlichten aan rijden we rustig door, maar harder dan een kilometer of vijftig per uur wordt het ook niet. Op sommige punten rijden we zelfs stapvoets: op de laagste punten van de weg is het alsof je door een beek heen rijdt: het water spat op tot over de auto!

Na de nodige stops en aan het eind een prachtige rit door de wijngaarden van het beaujolais gebied staan we rond half vijf voor ons ‘eigen’ chateau Pramenoux.
Dit prachtige kasteel is prive eigendom van Emmanuel en Jean Luc, die een 4-tal kamers van hun eigen huis verhuren aan gasten. Ze zijn er heel duidelijk over: Het is hun huis, gasten zijn gasten van henzelf en het is zeker geen hotel… Dat blijkt ook gelijk als we naar binnen lopen en welkom worden geheten door een zeiknatte golden retriever en Emmanuel, die ons gelijk verteld dat we vandaag de enige gasten zijn. We zijn vandaag dus king and queen of the castle zegt hij trots. Hij laat ons snel onze enorme suite zien en we kijken onze ogen uit. Die avond eten we table d’hote, oftewel we eten bij de gastheren aan tafel.
Nadat we onze spullen naar binnen hebben gebracht genieten we buiten van de stilte en een glas heerlijke witte wijn. Hoewel het weer niet top is vermaken we ons prima. Als dan de regen echt begint verkassen we naar onze suite waar Karin uitgebreid in bad gaat en Harro rustig geniet van een boekje.
Rond half acht schuiven we dan aan tafel in de woonkamer van het chateau, waar we genieten van de kookkunsten van Emmanuel en de hele avond gezellig met de heren praten. Allerlei onderwerpen passeren de revue, van het Nederlands koningshuis tot de jeugdherrinneringen van Emmanuel.
Na het diner worden we verder met rust gelaten en na een kop koffie en een kop thee vertrekken we naar onze suite waar we heerlijk slapen.

Dag 3 – naar Castellane

Dag 3 – naar Castellane

Volkomen uitgerust staan we op: wat een heerlijke stilte! We douchen en daarna ontbijten we samen in de woonkamer. Croissants, verse yoghurt, brood, jam, jus, koffie, thee, klassieke muziek op de achtergrond en zelfs een brandende kaars op tafel. We nemen er de tijd voor en daarna gaan we naar buiten om af te rekenen en afscheid te nemen. Emmanuel nodigt ons uit om nog een koje koffie met hem te drinken. Hij lijkt het erg naar zijn zin te hebben en vertelt in vlekkeloos Engels honderduit. Achteloos meldt hij nog even dat hij 2 dagen geleden gasten voor de vorige avond heeft geweigerd omdat ze het een probleem vonden om Engels te praten! We moeten ons niet schuldig voelen zegt hij: het is zijn keuze en als er gasten uit Nederland komen wordt er dus Engels gesproken, punt. We willen eigenlijk niet weg en met moeite rukken we ons los van dit betoverende kasteel en zijn charmante gastheren.

Rond half 11 zijn we op weg en we hebben een lange route voor de boeg. het aantal kilometers valt mee, maar we besluiten door de (uitlopers van de) Zuidelijke Alpen te rijden. Daar krijgen we geen spijt van: het is een prachtige route! We komen veel tolwegen tegen, waardoor we lekker opschieten en het uitzicht is er niet minder om. We zien vanaf de weg wat indrukwekkende burchten liggen en in de verte ligt er zelfs sneeuw op de bergen! De Alpen vakken langzaam af richting de Haute Provence en aan het einde van de middag rijden we Castellane binnen. En zoals de reisgids beloofde: het is een schattig dorpje.
Dat vinden meer mensen want de eerste 4 hotels zijn ‘complet’ . We vermoeden dat de enorme hoeveelheid motoren in het dorp er iets mee te maken heeft: het is in ieder geval onverwacht druk. Harro herinnert zich gelukkig een hotelletje ongeveer 500 m voor het dorpsplein en daar vinden we een eenvoudige maar schone kamer voor een heel nette prijs. We boeken meteen voor 2 nachten, zodat we morgen een dagje de omgeving kunnen verkennen. Harro hoopt wat outdoor-activiteiten te ontplooien, al twijfelen we wat er precies mogelijk is na de enorme hoeveelheden regen van de afgelopen dagen en weken.

In het dorpje blijkt nog een outdoor center open en Harro stuitert naar binnen om eens even te informeren. Helaas: op grotwandelen na (nogal suf natuurlijk, als je je verheugd had op canyoning of raften) zijn alle activiteiten op het water verboden. Het water staat te hoog en het is te gevaarlijk. Balen natuurlijk: we zoeken onze troost in een borrel en een pizza in een tentje dat halvewege volloopt met Italianen. Het eten is goed, hoewel niet bijzonder, en na het eten spelen we in het hotel een paar potjes Yathzee. Daarna bekijken we de kaart en Karin’s voorbereidingen blijken handig: we hebben meteen een leuk alternatief plan. Morgen verkennen we de indrukwekkende Gorges du Verdon!

Dag 4 – Gorges du Verdon

Dag 4 – Gorges du Verdon

Op aanraden van de hoteleigenaar (!)  skippen we ook dit keer het ontbijt in het hotel en lopen rond een uur of half tien het dorp in op zoek naar een bakker en een kop koffie. Ook dit keer slagen we vrij snel en onder het genot van de kop koffie leggen we de laatste hand aan de plannen van vandaag.
Het plan is een rit naar het 45 kilometter verder gelegen dorp Moustiers Ste-Marie. De tocht daarheen leidt ons dwars door de Gorge du Verdon, met een lengte van 25 kilometer de langste kloof in Europa.
De rit is prachtig en duurt door de vele foto-stops die we maken werkelijk uren. Al bij de eerste stops merken we dat het verbod op watersport activiteiten niet overdreven is: Het water staat erg hoog en is erg ruig.
Keer op keer worden we verrast door nog mooiere uitzichten, maar het Point Sublime, halverwege de tocht is absoluut het meest indrukwekkende. Het weer valt niet tegen, de bewolking trekt steeds verder weg en het wordt langzamerhand echt warm.
Na een tocht van 3 uur komen we aan in Moustiers, waar een lokaal dorpsfeest aan de gang blijkt te zijn. Door het hele dorp zien we marktkraampjes waar oude ambachten worden uitgeoefend en lopen er mensen in kleding uit de 18e eeuw rond. Erg toeristisch, maar wel vermakelijk. Na een tocht door het dorp genieten we van een broodje en een crepe op het dorpsplein, waar de lokale dansvereniging ons vermaakt met dansen uit e 18e eeuw.
Rond half vier gaan we op weg terug. We hebben een korte alternatieve route gepland over de route des cretes om nog meer te kunnen zien van de prachtige omgeving. Hier hopenwe ook iets te kunnen zien van de enorme gieren die dit gebied bevolken.
De rit blijkt meer dan de moeite waard: Enorme kliffen die honderden meters stijl naar beneden gaan met helemaal beneden een in onze ogen piepklein stroompje wat zich door de kloof wurmt. We hebben de stroom van dichtbij gezien en weten wel beter… wat een prachtig uitzicht! Als toetje worden we ook nog getrakteerd op twee gieren die rustig tegen de wind in zweven. Nadat we op een groot aantal uitzichtpunten letterlijk uit ons hemd zijn gewaaid (naar onze schatting windkracht 10) rijden we terug naar Castellane. Wat een prachtige dag!
Op het terras genieten we na met een drankje, een hapje en een laptop.

Dag 5 – Monaco

Dag 5 – Monaco

Als we wakker worden zijn we ontzettend blij met onze keuze van een paar dagen geleden voor een hotel. De regen komt echt met bakken uit de lucht zetten en de wereld is grauw, somber en suf! We teuten wat met douchen en aankleden, maar in plaats van zachter gaat het harder regenen, dus uiteindelijk moeten we er toch echt aan geloven. Met enig kunst en vliegwerk en wat snelle reddingsacties van Harro krijgen we alle spullen redelijk droog in de auto. We rekenen af en vertrekken naar het dorpsplein. Harro gooit zich opnieuw heldhaftig door de regen voor verse croissants, die we op een overdekt terras samen met een kopje koffie soldaat maken. We hebben medelijden met alle motorrijders die zich in lagen kleding pakken om er vervolgens vandoor te scheuren.

Omdat we geruchten horen over benzineproblemen (taxi’s en vrachtwagens die raffinaderijen onbereikbaar maken, iets dat Harro heel erg bekend voorkomt van een paar jaar geleden) gooien we voor vertrek de auto vol benzine bij het plaatselijke tankstation. Daarna vragen we Belgische Betty vriendelijk om ons naar Cannes te dirigeren.

Tot onze opluchting wordt het al een paar kilometer verderop steeds droger en uiteindelijk rijden we na een half uurtje zowaar af en toe in een verdwaalde zonnestraal. De rit door de bergen is mooi, hoewel we na een tijdje wel klaar zijn met alle bochten. Vlak bij Cannes trekken ook de laatste wolken weg en in de zon wordt het al snel bloedheet. Vanochtend was het nog 13 graden, maar nu rijden we in bijna 30 graden! We vinden zonder problemen een (erg krappe!) parkeergarage aan de rand van Cannes en al snel staan we met onze snufferd vlak bij het Palais de Festival, de plaats waar tijdens het filmfestival de beroemdheden over de rode loper wandelen. We bekijken de ‘handjes’ op de Boulevard des Etoiles en spotten tussen alle Fransen ook onze ‘eigen’ Paul verhoeven, natuurlijk naast vriendin Sharon.
Daarna is het tijd voor lunch en zoals het de echte jetset betaamt… eten we een gekocht broodje in het park op, naast de plaatselijke loonies. We dwalen nog wat langs de winkels (Louis Vuitton, Gucci, afijn, je kent ze wel), maar echt warm kunnen we niet worden van Cannes…Alhoewel: we raken toch redelijk oververhit van al dat gedwaal, dus voor we de auto opzoeken koelen we nog even af op een terras.

Daarna zwaaien we nog even naar de hordes uitzinnige fans waarna we ons in het verkeer richting Monaco gooien. Na een klein uurtje rijden we al op de boulevard in Monaco, waar de restjes van de Grand Prix worden opgeruimd. Het is nog goed te zien hoeveel voorzorgen worden genomen voor de scheurmonsters die vorige week nog door de straten raceten. We zijn zo afgeleid dat er een kleine postduif-omleiding voor nodig is om ons in de juiste parkeergarage te krijgen, maar daarna hebben we hotel Miramar snel gevonden.
Tijd voor een teleurstelling: zelfs met een telefoontje op vrijdag achter de e-mail aan is onze boeking niet gelukt. Ze hebben geen kamer op onze naam en zijn volgeboekt. Aan de snelle woordenwisseling in het Frans te merken vindt dame 1 duidelijk dat dame 2 steken heeft laten vallen: ze biedt daarna ons haar verontschuldigingen aan en biedt aan een kamer in een ander hotel te regelen. Na even bellen heeft ze in hotel Ambassador een kamer voor dezelfde prijs gevonden. We gaan akkoord en 10 minuten later checken we in in hotel Ambassador. Harro haalt de auto, zodat die in een parkeergarage kan waar het hotel een deal mee heeft en al met al zijn we rond 5 uur helemaal geinstalleerd.

Het is al wat later dan we hadden gepland, dus we twijfelen even wat we gaan doen. Uiteindelijk vertrekken we voor een rondwandeling langs de haven. Wat een motorjachten: iemand enige idee van wie de Lady Moura is? Dat bakbeest spant de kroon! Als we klaar zijn met ons vergapen maken we het rondje haven af om aan de Zuidwestkant een lift (!) te pakken, omhoog naar de oude stad. Daar zien we meteen het Musee Oceanographique, wat we morgenochtend met een bezoekje willen vereren. Nu lopen we door de Jardin Saint Martin; een prachtig park, met exotische planten en bloemen. Aan het einde daarvan zien we de cathedraal. Als we daar voorbij zijn komt er uit de richting van het paleis een agent die iedereen streng aan de kant wappert. Een paar seconden later zoeven er twee limousines voorbij. Het gaat te snel om echte iemand te herkennen, maar natuurlijk vertellen we elkaar dat in de voorste Prins Albert zit, de vorst van Monaco.

Het paleis ligt er netjes bij, zoals alle gebouwen in Monaco. De vlag wappert in top, wat officieel betekent dat de prins thuis is. Toch jammer. We schieten wat plaatjes, maar als er een irritante Duitse (sorry) gids langskomt die in fout Engels stoere verhalen aan een groep gaat ophangen, wordt het ons teveel. We zijn toe aan drank en nemen de lift terug naar de haven. Daar strijken we neer bij Stars & Bars, een duidelijk hippe tent. We zitten nog maar net, frozen margharita voor ons neus, als we naast het terras de 2 limousines van daarnet zien staan. het zal toch niet? En jawel: op nog geen 50 m afstand zien we Prins Albert handen staan schudden! Harro pakt de camera en wurmt zich netjes tussen de officiele fotografen, waar hij een aantal prachtige close-ups schiet. Zo: het item ‘spot the star’ kan van het lijstje!

We borrelen en eten heerlijk terwijl de prins zeker een half uur in de buurt blijft rondwandelen. We vragen ons oprecht af of het er in Nederland zo gemoedelijk aan toe zou gaan! Na het eten en nog een drankje lopen we terug naar het hotel. Vanavond gaan we ons nog even verdiepen in het weer van de komende dagen en de dreigende benzine tekorten, zodat we weten waar we morgen heen kunnen!

Dag 6 – Monaco naar Arles

Dag 6 – Monaco naar Arles

We starten de ochtend met een rustig ontbijt in het hotel. Nadat we het gebruikelijk karige franse ontbijt en voldoende koffie hebben weggewerkt gaan we weer op pad. Eerste stop is onze parkeerplaats om alle spullen vast in de auto te gooien en daarna richting het musee oceanographique dat om half 10 opent. Plan is om het museum te bezoeken, nog even het paleis te bekijken en daarna de auto te pakken richting het 300 km verder gelegen Arles.
Iets voor tienen staan we voor de deur en bekijken we als eerste de enorme aquaria in het heerlijk rustige museum. Dit is echt een van de momenten dat je merkt dat je in het voorseizoen op reis bent.
De Aquaria zijn indrukwekkend, maar mischien nog wel indrukwekkender is de hele indruk die het museum op je achterlaat. Je waant je echt een ontdekkingsreiziger in de prachtige zalen met oude en nieuwe tentoonstellingen. Helaas hebben we niet de hele dag de tijd voor dit bezoek en na een paar uur en een kop koffie gaan we op stap richting het paleis. De planning is dat daar om half twaalf de wacht wordt gewisseld en Karins interesse in mannen in uniform is dermate groot dat het bijwonen daarvan verplichte kost is. Helaas hebben ze niet met ons gecommuniceerd dat ze die dag (en elke volgende dag) de wisseling pas om 5 voor twaalf doen, dus enigzins teleurgesteld lopen we terug richting de auto. We hebben immers nog een forse rit te gaan richting Arles.
Tot onze grote verbazing zien we als we aan de voet van het paleis lopen, grote rookwolken boven het dak uitstijgen. De rook wordt steeds dikker en, papparazzi als we zijn, beginnen we  er lustig op los te klikken. We zien steeds meer mensen naar boven loeren met enigzins verschrikte gezichten en even later horen we de eerste sirenes aan komen janken. Harro hoort naast zich ‘ eindelijk uniformen…’ mompelen en Karin wordt op d’r wenken bedient: alles wat sirenes heeft of een uniform draagt rept zich richting het kasteel. Politie, brandweer, burgerauto’s met blauw licht en zelfs een verhitte postbode. Het tevreden gezicht van Karin spreekt boekdelen: Harro durft haar niet te vragen wat ze eigenlijk precies van die brand afweet…

Om iedere vorm van speculatie te voorkomen, besluiten we met op de achtergrond steeds meer sirenes en steeds minder rook Monaco via de kortst mogelijke route te verlaten. Gelukkig gaat het sneller dan op de heenweg en al grappend dat waarschijnlijk alle korpsen uit de buurt zijn uitgerukt voor de inmiddels gebluste brand, staan we binnen een kwartier bij het eerste tolstation. We komen echt niet meer bij als we aan de andere kant van het tolstation drie brandweerwagens met loeiende sirenes voorbij zien komen…

De rit naar Arles is prachtig en de tolwegen zijn weer heerlijk rustig. Het weer ziet er prima uit en het besluit om te gaan kamperen is dan ook snel genomen. Onderweg rijden we langs de eindeloze rhone- wijnvelden en prachtige natuur. Alleen de rit zelf is al de moeite waard.
In Arles aangekomen is het dan tijd voor de gebruikelijke Harro-postduif acties. Binnen mum van tijd staan we in de buurt van de Tourist information geparkeerd om daarna acuut op aanwijzing van Harro de verkeerde kant op te lopen. Gelukkig weet Karin deze keer vrij vlot in te grijpen en met een vertraging van slechts 5 minuten staan we in het plaatselijke VVV. Arles blijkt te beschikken over een camping aan de rand van de stad en we besluiten dat die het maar moest gaan worden. Aangezien een ezel zich niet twee keer aan dezelfde steen stoot, besluit Harro gewapend met het adres van de camping het ultieme strijdmiddel in te zetten: de Tom-Tom. Afijn, 15 minuten later staan we in een ander dorp, zonder camping, en met hulp van een kaart en Karin-Karin wederom 10 minuten later op de camping. Die ziet er prima uit en een half uur verder zijn we geinstalleerd.
Het weer ziet er prima uit, weliswaar wat wolken in de verte, maar dat mag de pret niet drukken. We gaan op zoek naar een hypermarche die volgens karin uit bij de camping naar links is. Onverschrokken draait Harro naar rechts en staan we in de spits in het centrum van Arles, natuurlijk zonder een hypermarche in zicht. Een toeristisch rondje stad verder staan we eindelijk bij de hypermarche en gooien het karretje vol met kazen, brood, wijn en ander lekkers. We eten die avond heerlijk op de camping en lezen wat. Hoewel de wind steeds heftiger wordt, blijft het droog en rond een uurtje of 10 duiken we onze slaapzakken in.

Dag 7 – Arles

Dag 7 – Arles

Vroeg in de ochtend worden we wakker van een oorverdovende hoeveelheid herrie…. Het blijkt dat hier nog echte vogels voorkomen en dat die het belanchelijke tijdstip van zonsopkomst kiezen om hun blijdschap met hun bestaan te laten horen. We trekken gepast onder de indruk een slaapzak over ons hoofd en weten het te rekken tot 8 uur. Daarna is het tijd voor een douche. We kiezen voor stevige stappers: vandaag gaan we Arles verkennen.

Omdat de camping best een eindje van het centrum af is, pakken we de auto. Het is opnieuw vol in de stad: er is markt! We parkeren de auto in een parkeergarage naast de tourist information… pardon, information de tourisme. Daarna struinen we langs de eindeloze hoeveelheid kraampjes die net buiten de stadsmuren staan opgesteld. Het gedeelte met eetwaren is het leukst. We scoren een ontbijtje bij een kraampje en dwalen langs alle plaatselijke producten. De diversiteit binnen een soort is indrukwekkend. Zo zien we een kraampje met alleen maar soorten tomaten, wel 20! In een ander kraampje zien we 6 soorten courgettes en natuurlijk overtreft het aantal kazen alle andere eetwaren.
Als we uitgedwaald zijn lopen we door de grote stadspoort (porte de cavalerie) het oude centrum binnen. Onze eerste stop is een koffietentje dat in een oud kerkje is gevestigd. We zijn niet alleen onder de indruk van de locatie, maar ook van een Amerikaans gezin dat een oprechte poging doet om Frans te spreken! De eigenaresse is er zelfs van onder de indruk: ze is erg vriendelijk en geduldig als het toch niet zo van harte gaat.

Na de koffiestop bezoeken we het eerste hoogtepunt: ‘les Arenes’ de oude arena van Arles. Gebouwd in de 1e eeuw na Chr. door de Romeinen is de arena nog steeds in gebruik. Helaas voor stierengevechten, maar verder zijn we erg onder de indruk van een gebouw dat al meer dan 1900 jaar wordt gebruikt! Stalen tribunes zijn gedeeltelijk over de stenen banken heen gebouwd en de ring in het midden is wat verkleind, maar alle muren staan nog. Zelfs de 4 torens die in de tijd van de Arabische overheersing zijn gebouwd – toen het gebouw de functie van burcht had – staan nog. We genieten, maken plaatjes en dwalen van onder tot boven door het 12.000 zitplaatsen tellende gebouw.

Daarna lopen we naar de Thermes de Constantin: de oude baden. We hebben een combikaart gekocht, om tijd en geld te sparen en lopen zo naar binnen. De hoeveelheid tijd die we sparen is overigen nihil: hoewel er absoluut toeristen zijn, zijn de aantallen zeer overzichtelijk. Het is overal erg rustig en we kunnen zo doorlopen. De baden moeten reusachtig zijn geweest. Gebouwd in dezelfde periode als de arena, boden de drie ruimtes – waarvan we er nu maar een zien – ruimte aan de inwoners van Arles die zich wilden opfrissen. We zien de enorme koepel met drie grote ramen ramen die nog overeind staat en de manier waarop de vloerverwarming gewerkt moet hebben.
Als we uitgekeken zijn is het lunchtijd. We wandelen vanaf de baden naar het Place de Forum (inderdaad, de oude marktplaats), waar tegenwoordig allerlei eettentjes vechten om een plaatsje. We kiezen voor l’Apostrophe, waar we voor de bijl gaan voor het dagmenu. Het eten is heerlijk! Gazpacho vooraf, daarna gegrild varkensvlees met rauwe ham en mozarella, vergezeld door pasta met basilicumsaus en we sluiten de maaltijd af met een verse fruitsalade. Wat een feest. Ondertussen genieten we van de zon die al sinds vanochtend volop schijnt en bekijken we de toeristen die het tentje ernaast fotograferen, dat door Vincent van Gogh geschilderd zou zijn.

Na al die heerlijkheden moeten we nodig weer aan de wandel! We bekijken het ‘Theatre Antique’. Er staat niet zoveel meer van: wat zuilenen een paar rijen banken, maar er zijn bijzondere vondstend gedaan en er wordt hard gewerkt om ook deze site weer in gebruik te nemen. Werklui bouwen er een semi-permanent podium en restaureren zoveel mogelijk van het bestaande gebouw.

Na een rustige kop koffie besluiten we dat het tijd is voor de laatste bezienswaardigheid die op ons lijstje (en kaartje) staat: de oude Romeinse begraafplaats. Net buiten het centrum vinden we de resten van deze necropolis, die vroeger langs de Via Aurelia lag. Langs de weg liggen de sarcofagen van Romeinen en Christenen. De begraafplaats werd door de vroege Christenen overgenomen nadat er een heilige was begraven en er volgens de verhalen wonderen gebeurden. De huidige weg is in de middeleeuwen aangelegd over de oorspronkelijke weg en aan het einde van de begraafplaats staan de resten van een Christelijke kerk.
De site is indrukwekkend: de rijen graven zijn weliswaar leeg, maar we zien resten van afbeeldingen en teksten op de stenen kisten. De kerk is leeg en gedeeltelijk zonder dak. Hier en daar staan er kisten.

Als we uitgekeken zijn, zijn we er klaar mee, met rondkijken. We halen de auto en na een kort bezoek aan de supermarkt strijken we op de camping neer met een drankje en een hapje. Morgen gaan we naar de Camargue en daarna naar Orange! 

Dag 8 – Camargue en Orange

Dag 8 – Camargue en Orange

Om half 8 gaat de wekker en hoewel we het wat vroeg vinden, hoppen we toch uit de veren. De Camague roept. Dit natuurreservaat werd in 1970 tot bescherd gebied verklaard om het fragiele ecosysteem te beschermen. Bestaande uit bos, moeras, kust en watergebieden is het park zo’n 850 km2 groot. Er komen vooral in het voor- en najaar enorm veel vogelsoorte voor en verder zijn flamingo’s en de beroemde wilde witte paarden de bekendste bewoners van het gebied. Met zo’n gebied in het vooruitzicht is het niet moeilijk om ons bed uit te komen. Een snelle douche, een makkelijk ontbijt (yoghurt en een broodje) en daarna breken we in recordtijd de tent af. Vervolgens rijden we op ons gevoel en met hulp van TomTom en de kaart naar het startpunt van de route die we in gedachten hebben.

We zijn nog maar net van de grote weg af, als we bij de eerst stopplaats langs het water al flamingos zien. We vinden het allebei een erg mooi, maar ook wat vreemd gezicht: op de een of andere manier lijken die beesten hier niet op hun plaats.
Na dit voorproefje rijden we door naar La Capeliere, een informatiecentrum dat aan een kleine inham ligt waar een anderhalf kilometer lang wandelpad omheen is gelegd. We kopen een kaartje en lopen door het kleine centrum. Omdat alle informatie in (pittig) Frans is opgesteld, zijn we snel klaar voor de wandeling. Het pad loopt langs alle verschillende ecosystemen die het gebied kent: bos, kust, moeras. We zien flamingo’s, verschillende soorten reigers, grutto’s en eenden en heeeeeel veel muggen. We hebben geukkig muggenmelk bij ons, maar kunnen niet helemaal voorkomen dat ze gaatjes in ons prikken. Na het bos wordt het beter. Hoewel er weinig vogels zijn (zoals altijd in deze tijd van het jaar), zien we wel andere beesten. Zo vermaken we ons bijna een half uur met het bekijken van een muskusrat met kleintjes en zien we wel drie soorten schildpadden.

Na deze stop rijden we verder, op zoek naar koffie. Die vinden we bij een nu nog uitgestorven boerderij waar ook fietsen te huur zijn. De koffie is lekker en we zitten wel goed, maar we horen de eigenaren tegen elkaar zeggen dat ze 42 Italiaanse gasten verwachten bij de lunch! Snel verder dus maar als de koffie op is. Verder naar het zuiden zien we ineens witte vlekken tussen een rietkraag door. We hebben al heel wat paarden achter hekken gezien, maar dit blijken wilde exemplaren! Ze staan vrij dicht langs de weg dus we kunnen goed dichtbij komen om foto’s te maken. Daarna mogen die ook van ons lijstje.
Nog een stukje verder naar het zuiden komen we bij Salin de Giraud, een van de grootste zoutpannen van Europa. Het is inmiddels wat bewolkt, dus echt stralend wit wordt het niet, maar we kunnen vanaf een uitzichtspunt goed de zoutvlaktes en -hopen zien en de machines die erop aan het werk zijn.

Uiteindelijk rijden we nog een paar kilometer verder door een indrukwekkend waterlandschap naar het zuidelijkste puntje, waar we op een winderig strand wel 50 campers en caravans zien staan die hier de nacht hebben dorgebracht. De zandvlakte maakt de coureur in Harro wakker, maar na een aantal overtuigende argumenten van Karin houdt hij zich verder in.

De route zit erop en nu willen we eigenlijk alleen nog lunchen iets ten zuiden van Arles, voor we naar Orange gaan. Helaas, hoewel de beschrijving erg duidelijk is, we op de goede weg zitten en het restaurant beroemd schijnt te zijn, kunnen we het niet vinden. Zonder lunch en met een dringende behoefte aan koffie en benzine, duiken we de snelweg op richting Orange. Vlak voorbij Nimes (we vroegen TomTom de snelste route, niet de kortste, daarom rijden we wat om) vinden we benzine, koffie en een broodje. Een half uurtje later, rond 3 uur, staan we voor hotel Le Glacier in Orange, waar we een nette, stille en goedkope kamer vinden. We parkeren de auto voor het schrikbarende bedrag van 2,20 tot morgenochtend 10 uur en gooien de tassen op de kamer.
In Orange willen we eigenlijk vooral twee dingen: het ‘Theatre Antiques’ bekijken en lekker eten en drinken. We beginnen met het eerste en zijn meteen diep onder de indruk. Het theater in Orange heeft als enige Romeinse theater ter wereld nog een volledige achterwand. Dat wil zeggen: niet alleen de rijen stoelen en het podium zijn zichtbaar, maar de volledige stenen wand van 3 enorme verdiepingen stat nog. We zijn er helemaal stil van: het is een geweldig gezicht en ineens kunnen we alle andere theaters die we ooit hebben gezien veel beter plaatsen. Dit theater is gebouwd tussen 50 voor en 50 na Chr. en is sinds die tijd in gebruik. Eerst als theater, daarna eeuwenlang als burcht en sinds de 19e eeuw opnieuw als theater.
In de beginjaren van deze eeuw is er een nieuw dak opgezet. Het oorspronkelijke dak werd in de 4e eeuw na Chr. door een brand verwoest en sindsdien hadden regen en de laatste twee eeuwen vervuiling, vrij spel. Het nieuwe dak is gebouwd met lichtgewicht, supersterke materialen, om de impact op het pand tot en minimum te beperken. Het is ook duidelijk zichtbaar dat het nieuw is en dat kunnen we wel waarderen. Zo hoef je niet te gokken wat oospronkelijk is en wat nieuw, terwijl het oorspronkelijke zo goed mogelijk beschermd blijft.

Na deze overdonderende ervaring is het tijd voor koffie en werken we in het hotel via de gratis WiFi de site bij! Vanavond deel 2 van het programma: lekker eten en drinken!

Dag 9 – naar Avignon

Dag 9 – naar Avignon

We worden vroeg maar uitgerust wakker: het is een klein, maar lekker stil kamertje in hotel le Glacier! Als we onze zooi hebben ingepakt is het 9 uur. We pikken een croissantje op bij het bakkertje naast het hotel en stappen in de auto.

De eerste stap is Carpentras, op ongeveer 30 kilometer van Orange. Er schijnt op vrijdagochtend een enorme markt te zijn en daar hebben we wel zin in. De rit is prachtig: door heel veel wijnvelden, met de Mont Ventoux op de achtergrond. Het weer valt wel een beetje tegen: het is erg winderig, bewolt en als we wegrijden regent het nogal. Hoewel we gisteren nog van plan waren te kamperen in Avignon, roept er nu een klein hotelletje. We besluiten tussen de middag een knoop door te hakken en nu eerst op zoek te gaan naar de marktkramen van Carpentras.

Hoewel we in eerste instantie nog niet zoveel kramen zien, laat het aantal geparkeerde auto’s er geen twijfel over bestaan dat er wat te doen is in dit dorp. We vinden uiteindelijk onderaan een restje vestingmuren een parkeerplaats. Na wat gemopper (‘dat zal wel de hele stad doorsjokken worden’) beginnen we te lopen. Zodra we de stadspoort door zijn zien we het eerste kraampje!
De reisgids had het over 350 kramen en na een paar uur dwalen zijn we ervan overtuigd dat dat niet overdreven is. Er is van alles: eten, kleding, antiek, speelgoed, sieraden. Tussen het dwalen door nemen we een kop koffie en bij alles dat we zien kijken we onze ogen uit. Ongemerkt dwalen we de hele stad door, om 2 uur later uit te komen waar we begonnen. Bekaf, maar tevreden stappen we weer in de auto.

Onze volgende stop is Vaison-la-Romaine, een klein plaatsje ten noorden van Orange, waar een enorme Romeinse site opgegraven schijnt te zijn. TomTom helpt ons op weg, maar natuurlijk heeft HarHar ook een mening. Als we er bijna zijn begint onze chauf zelf na te denken. Jammer natuurlijk en uiteindelijk belanden we op weggetjes waar voor het laatst in 1812 een toerist is gezien… om nooit meer terug te keren! TomTom en KarinKarin zorgen er uiteindelijk voor dat we het marktplein halen.
Daar dwalen we wat door het stadje tot we uiteindelijk vlak bij een grote parkeerplaats een leuke brasserie vinden. We nemen allebei een heerlijke salade en wat drinken. Wat is het toch lekker om te lunchen in Frankrijk! Het is zeker geen straf om daar anderhalf of twee uur voor uit te trekken. Omdat we nog wat willen zien houden we het nu wat korter, maar lekker blijft het!

Na het eten lopen we terug naar de auto. Die willen we wat dichter bij de grote site zetten, maar eerst willen we een hotelletje bellen. Hoewel het weer bij vlagen wat beter is, willen we het risico op stortbuien, wegwaaien en overstromen (de camping ligt naast de Rohne, die flink buiten z’n oevers is getreden door het weer van de afgelopen weken) niet nemen. Harro belt Hotel Mignon waar hij een zeer betaalbare kamer met ontbijt regelt, hartje Avignon.
Daarna besluit onze chauf – dapper geworden na dit succes – opnieuw zelf na te denken. Hij scheurt er vandoor. Karin vraagt hem vertwijfeld wat hij aan het doen is maar onze held kent geen vrees… of richtingsgevoel zo blijkt. Na 10 minuten scheuren en uiteindelijk toch maar de borden volgen (‘zie je wel, het komt goed’) staan we voor de site…. op de parkeerplaats voor de brasserie waar we net geluncht hebben. Karin doet een ultieme poging om niet in lachen uit te barsten, maar helaas lieve lezers, ze faalt hopeloos. Onze held kijkt beteutert en moet toch toegeven dat zelfs hij betere momenten heeft gekend…

De site is enorm. We kopen een kaartje en bekijken dan eerst het museum van de site, waar we een aantal beelden, mozaiekvloeren en andere vondsten bekijken, die allemaal zijn gevonden bij opgravingen over de laatste 100 jaar. Door de strategische ligging op een rotspunt en aan een rivier, waar nog een Romeinse brug overheen ligt, is de site al milennia lang bewoont. De Romeinse overblijfselen zijn het best bewaard gebleven.
Na het museum bekijken we het in onze ogen iets te fanatiek gerestaureerde theater, de resten van verschillende villa’s en de resten van een weg met zuilen erlangs. Het is indrukwekkend en behoorlijk groot.

Uiteindelijk zijn we er om 4 uur klaar mee. We rijden in een uurtje naar Avignon, waar we een heel handige, gratis parkeerplaats vinden buiten de muren en vlak bij de toegangspoort die we moeten hebben. We nemen onze tassen mee en laten de auto daar achter. Een paar minuten later staan we voor hotel Mignon, waar we een keurige kamer krijgen. Het feit dat die op de 3e verdieping is en er geen lift is, is wel een beetje jammer, maar mag de pret niet drukken.
We stallen onze tassen en vertrekken voor een eerste korte verkenning van de stad. De oude stad is volledig ommuurd en heeft als belangrijkste bezienswaardigheden de Pont d’Avignon en het Palais des Papes, waar we vlakbij blijken te zitten. We ploffen neer op het – veel te dure – terras met uitzicht op het pauselijk paleis en kijken mensen. Als het te koud en winderig wordt lopen we door naar een taparbar een paar minuten lopen verderop, waar we de rest van de avond doorbrengen. Wat kan het leven toch naar zijn…

Dag 10 – Avignon

Dag 10 – Avignon

We hebben helaas vannacht allebei beroerd geslapen. Als we opstaan kost het wat rek- en strekwerk en Harro heeft bovendien tot zijn grote genoegen het hoogtepunt van een verkoudheid te pakken. Heel snel starten we dus niet op, maar als het zover is lopen we na een prima ontbijtje in het hotel direct naar het Palais des Papes. We willen er zo vroeg mogelijk naar toe, om de echte hordes voor te zijn.

Een deel van de hordes is op hetzelfde idee gekomen: we worden bijna onder de voet gelopen door een groep Aziaten en wurmen ons daarna door een groep Fransen. Als we eenmaal zover zijn, kopen we een kaartje, geven onze tassen af en volgen met een audio-guide aan ons oor braaf de bordjes. Van het apparaat worden we helemaal iebelig: het geeft eindeloos, onzinnig commentaar op een niveau dat de gemiddelde promovendus er nog moeite mee zou hebben. We horen woorden die we allebei nog nooit hebben gehoord en waarvan we vermoeden dat ze voor het laatst ten tijde van de bouw van het paleis zijn uitgesproken door een verdwaalde ter plaatse zijnde Nederlandse monnik…. Goed, om kort te zijn: we vinden het dus maar niks en beperken ons in de meeste kamers tot kijken en het lezen van Franse teksten (zo goed en kwaad als dat gaat).

Avignon werd de verblijfplaats van de pausen in 1309, tijdens hun ballingschap uit Rome, die tot 1376 duurde. Het Palais des Papes werd tussen 1335 en 1352 gebouwd door Paus Benedictus XII en paus Clemens VI op een boven de Rhône uitstekende rots. Het paleis werd – ondanks dat het nog 350 jaar onder puselijk bewind bleef na het vertrek vn de pausen – herhaaldelijk geplunderd en verviel steeds verder. In de Franse revolutie was het paleis het toneel van een slachtpartij en Napoleon stalde er vervolgens zijn militaire troepen. Hoewel er van het interieur niet veel meer over is, behalve wat schilderingen in de pauselijks slaapkamer, is de buitenkant hierdoor goed bewaard gebleven. Het is het grootste gotische gebouw ter wereld en we moeten het toegeven: het is indrukwekkend! We dwalen ongeveer 2 uur door alle kamers om het bezoek uiteindelijk af te sluiten met een blik over de stad vanaf de terrassen op de bovenste verdieping.

Na dit uitgebreide bezoek gaan we na een rustige koffiestop door naar de andere ‘must see’ van Avignon: de pont d’ Avignon. Deze Pont Saint-Bénezet zoals de brug eigenlijk heet was ooit de enige verbinding van de stad naar de andere oever. Een populair cafe in voorbije eeuwen zorgde ervoor dat mensen er dansten,,. maar eigenlijk deden ze dat ‘sous’ (onder) de brug in plaats van ‘sur’ (op). De brug is na eeuwen beschadegingen door hoog water te hebben overleefd, nu nog maar voor de helft heel. We bekijken de brug natuurlijk aan alle kanten en doen een poging er niet vanaf te waaien: de wind is opnieuw flink opgestoken! Tot besluit doen we het verplichte dansje op de burg, tot groot genoegen van Harro.

Dan is het lunchtijd en we ploffen neer bij een klein restaurantje met een veelbelovende kaart. We begrijpen er niet zoveel van dus kiezen we op goed geluk de daghappen Bij Harro pakt dat goed uit: het kwarteltje smaakt goed. Karin heeft minder geluk: schapen ingewanden zijn niet haar favoriete maaltijd… Tip: als je niet van ingewanden houdt, bestel dan geen Andoulette.
Hierna is het een beetje op: we zijn allebei toe aan een boekje en een uurtje tukken en dat doen we dan ook in het hotel. ‘s Avonds eten we een (te dure) pizza en drinken we een borrel in een erg leuk en ultrahip cafe (ja we mochten naar binnen, nee we werden niet weggekeken en ja we pasten redelijk bij de rest van de aankleding). Nog steeds moe gaan we vroeg slapen: morgen als het weer meezit kamperen in Carcassonne.  

Dag 11 – Pont du Gard, Uzes en Nimes

Dag 11 – Pont du Gard, Uzes en Nimes

De afgelopen nacht was stukken beter en we besluiten na wederom een
kort ontbijt in het hotel te vertrekken in de richting van de auto. Tot
onze grote verbazing staan er echter in het geheel geen auto’s meer op
het plein waar we de auto twee dagen ervoor hadden neergezet! Lichte
gevoelens van ongenoegen maken zich van ons meester en na een korte
zoektocht in de omgeving zien we ons toch genoodzaakt eens met de
lokale dienders te gaan babbelen. Deze buitengewoon vriendelijke heren
vertellen ons dat in verband met een evenement alle auto’s de dag
ervoor weg zijn gehaald en naar een andere parkeerplaats zijn
gebracht… Ze gebruiken zelfs nog even de porto om te bevestigen dat
de auto inderdaad naar de bewuste parkeerplaats is gebracht en zwaaien
ons vriendelijk uit.

Bepakt en bezakt gaan we op weg richting de genoemde parkeerplaats, en
na een half uur zoeken en uiteindelijk het vinden van de juiste
parkeerplaats zijn we weer helemaal gerust gesteld… het autootje
staat er en we kunnen weer op pad. Geen boetes, geen gezeur,
vriendelijke politiemensen, we staan versteld maar zijn erg blij.

Na deze toch licht opwindende start van de dag is het tijd om Pont du
Gard te bezoeken. Dit enorme Aquaduct uit de romeinse tijd werd gebouwd
om de 45 kilomter verder gelegen stad Nimes te kunnen voorzien van vers
drinkwater. Het bouwwerk is het grootste en best bewaard gebleven in
zijn soort en absoluut een bezoek waard. We schieten ladingen foto’s en
genieten van de prachtige omgeving. Na een snelle bak koffie en de
hoofdprijs voor een parkeerkaartje gaan we op weg.

Hoewel we in eerste instantie van plan waren naar Carcassonne te rijden
en daar op een camping te blijven, gooit het weer wat roet in het eten
en besluiten we in Nimes een hotelletje te nemen. De tocht door de
wijnvelden is prachtig en aangekomen in het dorpje Uzes besluiten we
daar te lunchen. Dat blijkt een gouden greep: het prachtige dorpje is
rustig, zeer fotogeniek en aan het dorpsplein zijn een groot aantal
leuke restaurantjes te vinden. Terwijl Karin de op het plein aanwezige
sieraden markt afstruint gooit Harro zich in de strijd voor een plekje
op het meest drukke terrasje van het plein. Wonder boven wonder lukt
dat erg snel en zitten we even later aan een heerlijke lunch gemaakt
van lokale producten. We eten onze vingers er bijna bij op, dit maakt
vooral voor Karin veel goed van de minder geslaagde lunch van de dag
ervoor. Na een uitgebreide kop koffie en nog een lading foto’s gaan we
dan op weg naar Nimes.
We hebben ondertussen telefonisch al een
hotelletje geregeld en rond 4 uur staan we als beloofd op de stoep. We
krijgen een keurige kamer in het centrum van de stad en na kort
opfrissen gaan we op weg om de lokale bezienswaardigheden te
bezichtigen.

Via een oude stadspoort uit de romeinse tijd, een tempel, wat oude
kerken belanden we uiteindelijk voor de grootste bezienswaardigheid van
Nimes: het antieke theater. Dit exemplaar staat bekend als het best
bewaarde theater uit de romeinse oudheid, en we zijn inderdaad
behoorlijk onder de indruk. De bovenste verdieping is nog compleet
toegankelijk en het theater wordt nog steeds gebruikt voor
stierenvechten waarbij het plaats bied aan 24.000 toeschouwers! Met
enige vorm van tegenzin nemen we deze keer toch maar weer een
audioguide, die deze keer absoluut de moeite waard blijkt!
Tijdens de rondleiding worden we voorzien van levendig commentaar en
krijgen we een goed beeld hoe het er vroeger aan toe ging in deze
theaters. Uiteindelijk blijven we dik anderhalf uur binnen, en enigzins
uitgedroogd ploffen we neer op het eerste terras dat we tegenkomen.

Nimes is voorzien van een enorme lading restaurantjes, maar helaas
besluiten de meeste op zondag de deuren gesloten te houden. Na enig
zoekwerk landen we bij een prima tapas tentje waar we ons tegoed doen
aan een lading hapjes en een wijntje. Tegen de tijd dat we daar mee
klaar zijn is het 10 uur en gaan we terug naar het hotel.

Dag 12 – Niaux en Toulouse

Dag 12 – Niaux en Toulouse

Uitgeslapen werken we onszelf rond 8 uur het bed uit. Harro is duidelijk over de ergste snuffels heen, maar om dat te compenseren heeft Karin vandaag een off-day. Dat mag de pret niet drukken: inpakken en wegwezen hebben we besloten. Omdat de weersvoorspellingen heen en weer schieten tussen beroerd, redelijk en opnieuw beroerd, besluiten we het over een andere boeg te gooien, Vandaag scheuren we Carcassonne, Mirepoix en Montsegur (allemaal geplande stops, voor een bezoek of een of meerdere overnachtingen) voorbij. Via de snelweg rijden we in een keer naar Niaux!

We nemen een broodje mee in de auto en daarna rijden we twee uur flink door. Een snelle fotostop vanaf de snelweg bij Carcassonne en een kop koffie en door gaan we weer. Meer water en fris later en om half 2 zijn we in Niaux. Dit piepkleine dorpje ligt in Pyreneeen tussen prachtige bergen. In de verte, waar de bergen echt hoog worden, zien we sneeuw op de topppen: om ons heen is alles prachtig groen. Alleen al het landschap is erg de moeite van deze rit waard!
Maar, verscholen in deze bergen, liggen een aantal van de beroemdste grotten met pre-historische tekeningen. Waar beroemde grotten in de rest van het land (zoals die van Lascaux) steeds vaker gesloten worden voor het publiek, zijn de grotten hier nog (beperkt) toegankelijk. Officieel moet je – zeker buiten juli en augustus – reserveren, maar we wagen het er maar op.

We hebben mazzel, als we na een ritje over een spectaculair bergweggetje bij de enorme (door mensen gemaakte) grotingang komen, blijkt dat we zo mee kunnen met de tour van kwart voor 2. Helaas hebben we de Engelse tour net gemist (deze tour is in het Frans), maar omdat we vooral voor de beelden komen besluiten we gewoon mee te gaan. 10 minuten later vertrekt gidse Marion met ons (een Frans stel, een Duits stel en ons) naar  binnen. Ze vertelt de hele tour heel veel, maar praat rustig en geeft ons herhaaldelijk de gelegenheid om vragen te stellen, ook in het Engels als we dat willen. Maar we kunnen het tot onze aangename verrassing redelijk volgen en Marion is – net als wij – in haar nopjes.
De tocht blijkt echt geweldig! Als we twee beschermdeuren door zijn (om de temperatuur in de grot constant te houden) staan we in het pikdonker in een enorme gang, waar het 12 graden en vochtig is. De hele toch gaat over redelijk ‘gelijk’ terrein: we hoeven weinig te stijgen en dalen, al zorgen de hier en daar spekgladde stenen en honderden richels er wel voor dat het oppassen is geblazen. De meeste gangen zijn enorm en vrij hoog. Uiteindelijk lopen we ongeveer 800 a 900 meter de grot in naar de ‘salle noir’ (zwarte kamer). Onderweg hoeven we maar 3 keer door een smalle doorgang en maar 2 korte steile trappen op en af.

De eerste van deze smalle doorgangen – als we ongeveer een kwartier binnen zijn, na een uitgebreid verhaal van Marion – wordt de Duitser teveel. Zijn vrouw roept Marion: haar man heeft een accute aanval van claustrofobie. De man staat inderdaad zwaar te hijgen en wil duidelijk alleen nog maar naar buiten. Marion is verplicht ons allemaal mee terug te nemen als ze het stel naar buiten brengt. Daarna gaan we meteen weer naar binnen: het is nu bijna een privetour geworden!

We lopen nu de oorspronkelijke ingang voorbij – de enige natuurlijke doorgang die in dit 4.5 km lange grottenstelsel is gevonden – net als de resten van een onderzoek uit de jaren ’70 van de vorige eeuw – waaruit bleek dat het oorspronkelijke vloerniveau uit de tijd van de Cro Magnon mens die de schilderingen maakte, ongeveer een meter lager lag. Sindsdien hebben rivieren door de grotten gestroomd die lagen kalk hebben achtergelaten. We stoppen wel bij de volgende bijzonderheid: een serie lijnen en stippen uit de tijd van de schilderingen die als bewijs worden gezien dat er sprake was van een eigen cultuur en communicatie tussen de verschillende mensen uit die tijd: dezelfde stippen en strepen (een voorloper van het schrift?) zijn gevonden in alle grotten in Frankrijk en Spanje.
Daarna lopen we – langs een serie zalen die zijn afgesloten voor publiek – naar de ‘salle noir’. Het is een enorme, ronde zaal, wel 25 meter hoog, met een geweldige akoestiek. We laten onze lampen achter en Marion leidt ons langs de wanden. Zij naast de muur: wij achter een hek. Als haar lamp over de eerste schilderingen schijnt, stokt de adem in onze keel. Het is in een woord geweldig. We zien bizons in heel veel detail, stylistisch weergegeven paarden en kleine hertjes met gedetailleerde hoorntjes, allemaal in zwart. De kunstenaars maakten duidelijk gebruik van de rots: een rug blijkt een barst in de rots, een oog een deukje. De tekeningen staan over en door elkaar heen. We zien op vier plaatsen schilderingen en kijken onze ogen uit. Wat een prachtig gezicht en wat een bijzonder idee dat op deze plaats bijna 14 tot 15 duizen jaar geleden mensen kwamen, met toortsen en lampjes en deze tekeningen maakten!

Na 20 minuten moeten we verder: onze adem kan de tekeningen beschadigen en daarom mag elke groep maximaal 20 minuten in de zaal blijven en zijn er een beperkt aantal tours per dag. We lopen terug en bekijken onderweg nog een paar strepen en punten. Onderweg kijken we waar mogelijk ook onze ogen uit naar de grot zelf. Zo in het donker, met alleen een lampje krijgen we een beetje een idee hoe dat vroeger moet zjn geweest. Door de grot lopen wordt hiermee een belevenis op zich!

Uiteindelijk zijn we om half 4 bij de auto terug. We bedanken Marion uitgebreid en kopen nog een paar kaarten. We mochten binnen geen foto’s maken en willen toch graag een aandenken. Daarna rijden we een aantal dorpjes verderop naar een supermarkt, waar we een broodje, kaas en sap halen en op de parkeerplaats opeten. Na enig overleg besluiten we door te rijden naar Toulouse en daar een hotel te pakken. Het is maar een uurtje rijden en Harro manouvreert zich in de spits op een bewonderenswaardige manier door deze grote, drukke stad. We landen keurig in de parkeergarage naast het hotel dat we op het oog hebben. Helaas is dat vol, maar het hotel ernaast heeft voor een redelijke prijs een kamer vrij.
Nadat we – opnieuw via het gratis WiFi op de kamer – het eerste deel van de site hebben bijgewerkt, vertrekken we voor een klein rondje stad. Karin na het grotbezoek zo mogelijk nog dweiliger en we beperken ons dan ook tot een fotorondje om de bijzondere basiliek van de stad. Daarna drinken we wat en na een kort bezoek aan de plaatselijke MacD trekken we ons terug op onze hotelkamer. Daar schrijven we sterke verhalen over vandaag en smeden we snode plannen voor morgen.

Dag 13 – Toulouse naar Chinon

Dag 13 – Toulouse naar Chinon

De weerberichten in het zuiden beloven werkelijk niets goeds meer, dus het is tijd voor ons om onze biezen te pakken en verder naar het noorden te verkassen. Na lang wikken en wegen besluiten we richting de Loire vallei te rijden, met als reisdoel het dorpje Chinon.
We staan om half acht op, dwalen kort over een overdekte markt waar Harro snel een bakkie koffie drinkt en zitten om half negen in de auto. Karin voelt zich niet zo goed, de verkoudheid lijkt nu meer op een griepje, en ze is maar wat blij dat ze de hele dag in de auto mag zitten… De rit is zo’n 550 kilometer, en de verwachtte aankomsttijd is rond 3 uur.
Als we eenmaal de ring van Toulouse die helemaal vol staat achter ons hebben gelaten, schiet het lekker op. We pakken lekker de tolwegen, zeker niet goedkoop, maar wel heerlijk rustig. Onderweg stoppen we een paar keer voor wat eten en drinken en worden we getrakteerd op een paar korte buitjes. Hoe verder noordelijk we komen, hoe beter het weer wordt, dus het ziet er naar uit dat we de juiste keuze hebben gemaakt door naar het noorden te vertrekken.
 
Iets na drieen komen we aan op een keurige camping in Chinon, het weer laat het eindelijk weer eens toe om te gaan kamperen, dus daar maken we dankbaar gebruik van. Op de camping zoeken we snel een lekker rustige schaduwrijke plek op, want het is hier tegen de 30 graden. We staan vlak aan het water met een prachtig uitzicht op het kasteel van Chinon. Het water is de rivier de Vienne, normaliter een rustig stroompje waarop volop wordt gekanoed. De enorme hoeveelheid water heeft dit stroompje echter omgetoverd tot een grote bruine rivier, die behoorlijk buiten zijn oevers is getreden. Ook hier weinig activiteiten op het water dus.

Karin voelt zich nog steeds niet opperbest, dus we besluiten op de camping te eten. Harro gaat op zoek naar een supermarkt, en na een complete verkenning van het dorp weet ‘ie er dan ook een te vinden. Kaasjes, stokbrood, vooral veel fruit en voor de zekerheid een flesje wijn en we hebben weer een complete maaltijd. We eten terwijl we een boekje lezen en zelf vormen we ook een behoorlijke maaltijd voor de alom aanwezige muggen.
We zij ook een leuk spectakel voor onze buren. Schijnbaar doen we iets niet helemaal zoals de rest van de mensen verwacht…  De normale toegangsweg naar ons (door de eigenaar van de camping aangewezen!) stekkie is afgesloten met een lint, dus enig omrijden tussen de andere campingplekken is dan nodig. Zodra Harro terugkomt van de supermarkt wordt de weg richting onze campingplek geblokkeerd door een engels stel met een aantal enorme honden. Enig soepel stuurwerk verder is ook dit obstakel genomen, wat toch leidt tot enige afkeurende blikken. Onze Duitse buurman en bijbehorende buurvrouw (die natuurlijk keurig aan de ‘goede’ kant van het lintje staan) zijn ondertussen ook al een paar keer komen kijken of het wel allemaal goed gaat bij ons, wij staan immers aan de ‘foute’ kant van het lintje… Ondertussen hebben meer mensen besloten dat we toch wel een erg mooie stek hebben gevonden en wordt het langzamerhand een stuk drukker om ons heen.

Nadat we onze heerlijke maaltijd hebben verorbert, besluiten we nog kort het dorp in te lopen voor een kop koffie. Op een heerlijk zonnig terrasje drinken we een bakkie, en dan zijn we er wel klaar mee voor die dag. Terug naar de camping en na het bewonderen van de dierentuin die zich in onze tent heeft gevormd liggen we rond 10 uur in onze slaapzakken.

Dag 14 – Saumur

Dag 14 – Saumur

Karin had voor vandaag een dringend verzoek, of eigenlijk twee./ Het eerste is dat er geen wekker zou staan en het tweede dat we een kijkje gaan nemen bij de Ecole Nationale d’Equistration, de beste ruiterschool van Frankrijk waar de Cadre Noir traint en demonstraties geeft. Harro is ook de rotste niet, dus rond 9 uur rollen we lekker uitgeslapen onze slaapzak uit. Karin voelt zich al een stuk beter en na een douche en een klein ontbijtje kunnen we er helemaal tegenaan.

We rijden via een prachtige route naar Saumur, waar de rijschool zich bevindt. Onze bitching B (de TomTom) hebben we op ‘ snelste route’ staan en dat betekent per ongeluk een geweldige route langs het water en midden door de wijnvelden waar het Loiredal zo bekend om is. Ongeveer om elke hoek zien we een nieuw Chauteau en we genieten van het weer, dat – hoewel iets koeler dan gisteren – nog steeds prachtig is.
Na een kopje koffie onderweg op een terrasje aan het water dat er schattig uitziet en een paar fotostops, zijn we uiteindelijk rond half 12 net buiten Saumur bij de ruiterschool. Daar kunnen we een rondleiding krijgen langs de stallen, maar morgen blijkt er om half 11 een van de 4 x per maand georganiseerde rijdemonstraties te zijn! Karin reserveert meteen kaartjes en voor Harro weet wat er gebeurt heeft hij uit de pot betaalt voor 2 kaartjes. Karin is helemaal opgetogen: een dergelijke demonstratie is echt een traktatie. Harro haalt zijn schouders nog maar eens op en mompelt iets over rennende biefstuk…

Daarna rijden we terug naar Saumur en ineens weet Karin waarom Harro zo toegeeflijk is. Saumur Natuurlijk: daar staat ook het musee des blindes, zo ongeveer het grootste tankmuseum ter wereld! Harro gebruikt zijn puppie-ogen en Karin kan zichzelf wel voor het hoofd slaan. Het ging natuurlijk ook te makkelijk, die kaartjes! Ze zucht eens diep, mompelt iets over stomme stukken staal en manlijke domheid en haalt haar schouders op.
Anderhalf uur later hebben we werkelijk elke tank gezien die er op de wereld te vinden is, waaronder een paar heel bijzondere exemplaren. Zo staat er het bijna complete Duitse assortiment uit de Tweede Wereldoorlog en de meeste ervan kunnen nog rijden ook! Harro is in zijn nopjes en Karin heeft een hoop opgestoken over de domme stukken staal.

Tijd voor lunch, die we gebruiken op een klein terrasje in Saumur en daarna willen we wel eens iets meer ‘proeven’ (zowel figuurlijk als letterlijk) van dit beroemde wijngebied. We vinden in een foldertje in het Office de Tourisme een ‘cave’, een wijnboerderij, in de buurt van Saumur. Onze vriendin B leidt ons er zonder enige problemen naar toe en een mooie route en wat fotostops later staan we op de stoep van …(naam)… Het blijkt erg makkelijk en leuk zo’n bezoek! We vragen voorzichtig of we iets mogen proberen en krijgen meteen de lijst voor ons neus. Uiteindelijk proberen we 2 rose’s en 3 rode wijnen. Harro doet natuurlijk rustig aan (hij moet immers nog rijden) en drinkt bij elkaar niet meer dan 4 slokken, maar als we zouden willen kunnen we alleen al van het proeven op ons hoofd staan! Na het proeven gaan we met de lijst op stap en slaan voor een prikkie een aantal van de heerlijke wijnen in die we geproefd hebben. Zo’n wijnboer mogen ze ook bij ons om de hoek hebben!
 
Na deze uitspatingen rijden we via een opnieuw prachtige route terug naar de camping. Na een uurtje lezen wandelen we het dorpje in waar we op een terras genieten van het eten. Dit is zonder meer een vakantie waarin de innerlijke mens behoorlijk wordt verwend!

Dag 15 – Paarden, wijn en kastelen

Dag 15 – Paarden, wijn en kastelen

Vanochtend schieten we iets meer op dan gisteren: we moeten tussen half 10 en kwart voor 10 in Saumur zijn om de kaarten voor de demonstratie op te halen. We halen na het douchen met de auto een broodje in het dorp en rijden meteen door naar Saumur. De gisteren nog lege parkeerplaats bij de rijschool is ineens stampvol. Busladingen schoolkinderen en bejaarden, stapels individuele belangstellenden en een enorm hoeveelheid leden van het Legion d’Honneur, drager van de hoogste Franse erenmedaille verdringen zich om de ingang. Er blijken keurig twee kaarten op Karin’s naam klaar te liggen en we worden snel en netjes naar onze plaats begeleid. We zitten naast wat schoolkinderen te zitten die zich echter met de aanwezigheid van een stapel docenten in de buurt verrassend goed gedragen.

Klokslag half 11 begint de demonstratie. De spreekstalmeester heet de aanwezigen welkom. Er blijken ook twee hoge legerofficieren aanwezig en de tribunes zitten behoorlijk vol. De demonstratie is erg leuk opgebouwd. We zien in een uur alles voorbij komen: van paarden in training, waarvan de ruiters laten zien hoe ze getraind worden, via een aantal demonstraties en trainingen inclusief de beroemde sprongen van het Cadre Noir, tot een aantal echt geweldig uitgevoerde dressuurproeven van individuele paarden en ruiters. De uitsmijter is een proef van zeer hoog niveau waarin 6 van de beste ruiters van de school hun kunnen laten zien. De prachtige paarden weven zich schijnbaar moeiteloos in ingewikkelde patronen langs elkaar: het geheel ziet er prachtig uit. Karin geniet en zelfs Harro kan de kunsten wel waarderen.

Na exact een uur is het voorbij en vertrekken we opgetogen uit de enorme manege. Dat was een bijzonder genoegen! We vertrekken naar Saumur waar we wat drinken in hetzelfde cafe waar we gisteren hebben geluncht. De luidruchtige ober krijgt door dat we Nederlanders zijn en hint meteen op de voetbalwedstrijd van morgen. De rest van ons stopje daar heeft hij het constant over ‘monsieur/madame hollande’. We zijn blij dat we hier morgenavond niet zijn…

Na het drankje pikken we een broodje op en vertrekken naar de camping. Het weer is omgeslagen: het is ineens enorm bewolkt waar het vanochtend nog strakblauw was en de temperatuur is fors gedaald. Op de camping verkleden we ons in meer passende kleding en daarna rijden we door naar Langleais. De rit is prachtig, door de wijnvelden en door rollende heuvels, maar we zijn wat afgeleid door de donkere wolken die we tegemoet rijden.    
In het stadje aangekomen begint het inderdaad te regenen. We drinken wat op een overdekt terras en daarna veroveren we – zoals gepland – het kasteel van het gehucht! Dat is alle behalve klein: dit enorme gevaarte is gebouwd tussen …. en … en ziet er van buiten uit als een grimmig fort. Ophaalbrug, geschutsgangen van waaruit geschoten kan worden en kokende olie over de tegenstanders kan worden uitgegoten en weinig ramen. Het feit dat de grachten ontbreken en het gezicht dat het kasteel vanaf de binnenplaats laat zien, ondermijnen echter dit beeld. Het is duidelijk een laatste stuiptrekking van de tijd dat kastelen veilige burchten waren.

In het kasteel kunnen ongeveer 15 kamers bezichtigd worden en je kan over de geschutsgang lopen, op de toren. We zijn onder de indruk: het kasteeel is volledig gerestaureerd en ziet eruit zoals het er in de 15e / 16e eeuw uitgezien kan hebben. Er hangen als extra bonus bijzondere tapijten uit die tijd en er staan een aantal prachtige houten kisten, inclusief sloten. We nemen heerlijk de tijd voor ons bezoek: buiten regent het en er is uitgebreid, begrijpelijk Nederlands commentaar voorhanden.

Als we alles hebben bekeken en gefotografeerd, vertrekken we weer. Het is inmiddels weer droog en we zien zelfs weer wat blauwe lucht aankomen. We rijden terug naar Chinon, waar we de auto op de kletsnatte camping parkeren. Echt veel reden om hier te blijven hebben we ook niet. We besluiten nog een poging te doen wat wijn te proeven. In het dorp bezoeken we de Caves de …. Deze wijnboer heeft zijn wijnvoorraad, zijn winkel en zijn proefbalie in de ‘grotten’ die in de 15e eeuw onder het kasteel zijn uitgegraven. Het is er koud (we hebben medelijden met de blauwbekkende dame die er de hele dag moet staan: ze heeft een klein kacheltje als troost), maar we krijgen een warm welkom. Twee Engelse dames staan al te proeven en binnen no-time hebben we ook ons eerste glas te pakken. Harro kan deze keer ook mee doen en we nemen het ervan. We proeven 2 witte wijnen, 1 rose en 3 rode wijnen. We vinden een witte en een rode zo lekker dat we ook hier weer wat meenemen: maar goed dat we niet nog meer wijnboeren aandoen, of de auto zou echt door z’n wielen zakken!

Als we weggaan zijn we niet echt net zo giegelig als de Engelse dames (die overigens op fietsvakantie zijn en ook nog terug moeten trappen naar hun overnachtingsplek…), maar we hebben wel lol. In een kroegje in het dorp brengen we wat tijd door om stukken te typen voor de site en daarna is het dringend tijd om wat te eten. Dat doen we op een terrasje. Het eten is opnieuw uitstekend en na nog een drankje wandelen we terug naar de camping. Het weer is de laatste uren weer helemaal omgeslagen. Het is nu weer strakblauw en samen met de gedaalde temperatuur hebben we duidelijk een frisse nacht voor de boeg. We kruipen op de camping dan ook snel is wat laagjes slaapzak en lezen heerlijk ingepakt tot onze ogen echt dichtvallen.

Dag 16 – naar Boulogne

Dag 16 – naar Boulogne

We komen maar moeizaam uit bed vandaag: we hebben allebei erg lekker
geslapen, dus de neiging om de wekker nog even te negeren is behoorlijk
aanwezig. We weten tegelijk dat we nog behoorlijk wat moeten inpakken
en opruimen, dus uiteindelijk motiveren we elkaar toch maar op de ons
gebruikelijke ‘zachtzinnige’ manier om op te staan. Na een lekker warme
douche ruimen we onze zooi op en pakken alles is. Na alle vakantiedagen
is de auto ook toe aan een kleine reorganisatie: we moeten immers de
flessen wijn kwijt en bovendien hebben spullen de neiging om te
‘groeien’ als je op reis bent. Waar op dag 1 alles nog zo leuk in je
tas past, lijkt het op dag 16 wel of je ineens twee keer zoveel bij je
hebt!

Na een reorganisatie is het ergste leed weer geleden en vertrekken we –
met pijn in ons hart – uit Chinon. We vinden het een heerlijke plek en
we hadden nog wel wat meer willen ontdekken van de fascinerende
omgeving. Maar: Honfleur roept. We pakken – net zoals op andere
momenten deze vakantie als we willen opschieten – de tolwegen en vreten
kilometers. Onderweg houden we een kleine pauze, maar voor we het weten
zitten we al op de secundaire wegen naar Honfleur en het is pas
lunchtijd!
We zijn net aan ‘t overleggen of we inderdaad gaan stoppen in Honfleur
en zo ja voor hoe lang, als de vrachtwagen waar we achter rijden met
een enorme knal een klapband krijgt. We schrikken ons allebei een
hoedje en Harro trapt op de rem. De auto achter ons heeft gelukkig
voldoende ruimte over gelaten, dus alles gaat goed. De stukken rubber
spetteren in het rond en de vrachtwagen heeft gelukkig genoeg wielen om
op de weg te blijven en met rustig afremmen de berm op te zoeken. Harro
stapt uit en verwijdert het rubber van de weg en pas als we verder
rijden – ‘zo, dat was dat’ – slaan de bibbers toe. Nu zijn we in ieder
geval toe aan pauze!

In Honfleur overleggen we op de parkeerplaats wat we willen. Voor de
rust morgen is het wel lekker als we vandaag nog wat verder rijden en
Honfleur blijkt wel erg druk en toeristisch. We pakken de telefoon en
Harro reserveert – inmiddels keurig in het Frans – een kamer in een
hotelletje in Boulogne-sur-Mer, de nieuwe eindbestemming van vandaag.
Daarna gaan we op zoek naar een lunchgelegenheid. We vinden
uiteindelijk een broodjestent aan de haven, waar we op ons gemakje een
broodje eten en wat drinken. Daarna dwalen we nog wat door dit
schattige prentenbriefkaart-dorpje. Het is jammer dat zoveel mensen de
charme ervan heben ontdekt: er zijn wat busladingen losgelaten en om
ons heen horen we vooral Nederlands, Engels en Duits. Het haventje en
de kleine straatjes eromheen zijn wel erg lief, dus we vergeven het
iedereen dat ze hier ook willen zijn.

Na een pauze van anderhalf / twee uur rijden we door in de richting van
Boulogne. Dankzij TomTom en deze keer wat handig (ja echt)
manouvreer-acties van Harro staan we bijna 2 uur later keurig op de
eerste parkeerplaats na het hotel, op het laatste plekje. In het hotel
zegt een onmiskenbaar Britse stem ‘Hello’. Omdat we niemand zien, duurt
het even voor we door hebben dat de zwarte vogel in de enorme kooi
naast de balie ons gedag zegt! We moeten erg lachen en als dame achter
de balie verschijnt heeft ze meteen door waarom we zo’n lol hebben. Ze
zal het wel gewend zijn, met zo’n praatziek beest. Het klinkt wat
luguber als hij ook nog begint te lachen.

Onze kamer is keurig en vrolijk in geel en blauw, met een erg nette
badkamer. We zijn het fenomeen douchestang al bijna ontwend, net als
douchedeuren en prettig toiletpapier, dus dit is een genoegen! Na een
korte opfrissessie lopen we een rondje door de ‘lage’ stad. De oude
stad is helaas te ver weg om goed te bekijken en hoewel de haven leuk
is om te zien, is het verder – zeker zo met het sluiten van de winkels
– niet heel bijzonder.
We besluiten uiteindelijk om te eten bij het Tex-Mex-restaurant naast
het hotel. Er zijn daar een aantal grote televisieschermen en we
realiseren ons als we naar binnen lopen dat de wedstrijd
Nederland-Frankrijk vandaag wordt gespeeld. Ons Frans verbetert er
aanzienlijk van: wij Nederlanders? Welnee! Het eten is prima en de
cocktails smaken heerlijk, dus we nemen er de tijd voor. Het personeel
heeft het erg druk met voetbal kijken (zelfs bij het opnemen van de
bestelling gluurt de ober nog naar het scherm) dus daar worden we zeker
niet door verjaagd. Als het eerste doelpunt valt doen we een verstopte
‘high 5’ en we nemen er nog een borrel op. Uiteindelijk kijken we het
laatste deel van de hotelkamer en amuseren ons met sms-jes van en naar
het thuisfront. Na het 4-0 resultaat krijgen we het advies om het
nummerbord af te plakken en verder alleen nog maar Duits te praten!

We schrijven nog wat voor de site en dan vallen we echt om. Morgen langs de Cote d’ Opale en terug naar Nederland!

Dag 17 – Terug naar Nederland

Dag 17 – Terug naar Nederland

De wekker gaat op tijd, maar niet belachelijk vroeg en omdat we
gisteren zo netjes hebben gepakt, hebben we in no-time al onze spullen
te pakken en ingepakt. We stappen in de auto en dan is de eerste stap
de lastigste: Harro heeft een Decathlon gezien en wil daar nog even
naar binnen. Maar ja, die kan je niet op je TomTom invoeren, dus hoe
komen we daar. Uiteindelijk komen we op een ‘centre commercial’ waar we
goedkoop tanken, maar geen Decathlon zien. Helaas, dan maar direct de
geplande route langs de kust. En natuurlijk zien we na 1 kilometer op
die route een ander ‘centre commercial’ met Decathlon.

Harro brengt tevreden een half uurtje in de enorme winkel door, waarna
we onze tocht vervolgen. De kust wordt de ‘opaal-kust’ genoemd door het
eindeloze blauw-groen spel van wind, water en licht tussen Frankrijk en
Engeland. We hebben geluk vandaag, hoewel het weer niet bijzonder goed
is, is het wel helder en we kunnen Engeland zonder problemen zien
liggen.
De kust is prachtig en we rijden een heel relaxte kustroute door
allerlei mini-dorpjes. We drinken koffie in een barretje dat duidelijk
het centrum van deze wereldstad is. De plaatselijke dorpsgek zit aan de
bar, wat oude mannetjes in de hoek en reclameposters aan de muur voor
de jaarlijkse bingo. Het gevoel van Belgische kustplaatsen buiten het
seizoen dringt zich op: mooi om te stoppen, heerlijk rustig, maar je
wilt wel verder na die kop koffie!

We stoppen nog op een kiezelstrandje naast Kaap Gris Nez (Gijze Neus:
de kaap zalf is afgesloten omdat ze aan de parkeerplaats werken) en
bellen naar Nederland. Tico, de moeder van Karin, is jarig en we hebben
afgesproken daar vanavond heen te aan. Na wat last minute instructies
over hoe we moeten rijden stappen we weer in de auto en scheuren in een
keer door naar Belgie.
Daar is het weer beroerd: het regent behoorlijk en hoewel aan de kust
de zon er nog even bij komt, wordt het slechter naarmate we verder
rijden. Als het vervolgens ook niet lukt om een open ‘fietkot’ te
vinden in een van de dorpjes langs de snelweg (we zien er 3 maar ze
zijn allemaal dicht!) besluiten we dat Belgie vandaag maar stom is.
Geen plaats waar we willen zijn en we zetten de sokken erin. Via de
snelweg rijden we naar de tunnel onder de Westerschelde… en zowaar
aan de andere kant het zonnetje weer in!

De wereld ziet er een stuk vriendelijker uit en in no time zijn we bij
‘De Piet’. Op deze plek aan het Veerse Meer komen veel mensen om
watersporten te beoefenen. Wij willen op het eerste eilandje ernaast
zijn, waar de organisatoren van het jeugdzeilen van jachthaven
Colijnsplaat het jeugdweekend vieren, ter afsluiting van de cursus
jeugdzeilen 2008. Daar ligt ook De Nickel tussen: het zeilschip van
Karin’s ouders. En daar willen we heen. Na een telefoontje wordt dat
geregeld: we worden opgehaald door Jon, zijn dochter en zijn neef, met
de ….. Binnen een paar minuten staan we met onze zooi op het eiland,
waar we worden opgewacht door de hele familie. De zeilwedstrijdjes zijn
in volle gang en we worden links en rechts voorbij gerend door
‘indianen’, helemaal in het thema van het weekend. De totempaal op het
eiland hangt vol met zelfgemaakte tekeningen en hier en daar oefent
iemand met een lasso en een pijl en boog.
Nadat we iedereen hebben verzekerd van het feit dat we aardige
bleekneuzen zijn, ploffen we neer voor een hapje en een drankje en
overhandigen twee meegenomen flessen Franse wijn. Na de borrel is het
tijd voor de barbecue. Op een centrale bbq roostert iedereen zijn eigen
meegebrachte stukken vlees en vis. De families eten en drinken in
groepjes met onderlinge uitwisseling van de lekkere happen en dranken.
De sfeer is ontspannen, maar de kinderen zijn wat zenuwachtig. Het is
traditie dat Kees, de vader van Karin, na het eten ‘verdwijnt’ en de
kinderen hem proberen te vinden. Een paar meiden lopen nu al als
hondjes achter hem aan, om hem in het oog te houden.

Het wordt langzaam donker en in de bbq-ton wordt een vuur gemaakt.
Iedereen schuift aan met een borrel en de totempaal wordt omver gehaald
en aan het vuur gevoerd. Het wordt langzaam donker en ineens doet
iemand op een boot een stukje verderop een schijnwerper aan. De
kinderen zijn – ongepland – afgeleid en Kees grijpt zijn kans. Hij rent
er vandoor en is binnen een halve minuut uit het zicht. Twee minuten
later heeft een van de meiden door dat het niet klopt en na veel
geschreeuw wordt de achtervolging ingezet. De meiden en de jongens
zetten in twee aparte groepen de achtervolging in, waarbij de meiden
zich zonder angst de bossen instorten. De jongens, erg jong allemaal,
blijven lang staan ‘teuten’ maar gaan er uiteindelijk achteraan. Er
ontstaat een heksenketel van zeker een uur, waarbij Kees tussendoor
vrolijk even het kamp in en uit wandelt. Uiteindelijk ontsteekt hij
achter het groepje meiden dat als laatste het bos weer uitkomt een
handstakellicht (fel brandend noodsignaal) waardoor iedereen zich een
hoedje schrikt en Kees is ‘gevonden’.

Na deze toestand moeten de kids nodig naar bed en uiteindelijk blijft
een groepje volwassenen rond het kampvuur over dat bijna snikkend van
het lachen zit na te genieten. Na nog een borrel of twee is het ook
voor ons allemaal tukjestijd. Er rommelt een enorm onweer, dus we zijn
blij dat we ons (illegale) tentje op hebben gezet onder het opgespannen
zeil. Misschien hoeven we dan morgen geen kletsnatte tent in te pakken.
Midden in de nacht worden we inderdaad wakker van een enorme bui: het
waait, regent en onweert dat het een lieve lust is. We stellen tevreden
vast dat de tent staat als een huis en draaien ons nog maar eens om.

Dag 18 – naar Leiden

Dag 18 – naar Leiden

Deze laatste vakantiedag begint met een kuchje voor de tent. Als we
elkaar vragens hebben aangekeken en ‘eh, jaha?” hebben gezegd, blijkt
dat Kees voor de deur staat, met een kop koffie voor Harro en thee voor
Karin! Wat een luxe!

Na deze traktatie kleden we ons snel aan en inspecteren de tent. Die
blijkt inderdaad bijna helemaal droog te zijn gebleven. We besluiten
hem nog even te laten staan, tijdens het ontbijt. Daarna breekt Harro
de tent af en pakt de spullen in, terwijl Karin de zeilers helpt met
diploma’s schrijven voor de jonge zeilers.
Als dat is gebeurt is het ineens onverwacht snel tijd voor afscheid.
Jon kan ons nu nog even met de zodiac naar de kant brengen, maar moet
straks weg. We gooien dus samen met Willem en Meta de spullen in de
zodiac, zoenen iedereen gedag en springen zelf ook in de boot. Jon
brengt ons met zijn dochter snel naar de kant en we zwaaien ze uit.

Daarna rijden we achter Meta en Willem aan door het mooie Zeeuwse land
terug naar Leiden. Onderweg komen we nog een joekel van een bui tegen
en eten we een broodje in de buurt van Delft en dan is de vakantie echt
op. We zijn thuis.

En Zuid-Frankrijk? Daar gaan we zeker nog eens naar terug! De Haute
Provence vraagt om outdoor, de Pyreneeen vragen om meer grotbezoek en
Languedoc-Roussillon is nog bijna onontdekt. En natuurlijk hebben we
nog geen fractie van alle wijnen geproefd…. Gebaande paden, dat wel,
maar ons viel op dat het lijkt alsof dat land waar je kunt leven als
god (of godin) in juni soms helemaal van jezelf lijkt. Geen drommen
mensen en ruimte genoeg om alles te ontdekken. Een aanrader dus, voor
wie er nog niet is geweest!