We worden vroeg maar uitgerust wakker: het is een klein, maar lekker stil kamertje in hotel le Glacier! Als we onze zooi hebben ingepakt is het 9 uur. We pikken een croissantje op bij het bakkertje naast het hotel en stappen in de auto.
De eerste stap is Carpentras, op ongeveer 30 kilometer van Orange. Er schijnt op vrijdagochtend een enorme markt te zijn en daar hebben we wel zin in. De rit is prachtig: door heel veel wijnvelden, met de Mont Ventoux op de achtergrond. Het weer valt wel een beetje tegen: het is erg winderig, bewolt en als we wegrijden regent het nogal. Hoewel we gisteren nog van plan waren te kamperen in Avignon, roept er nu een klein hotelletje. We besluiten tussen de middag een knoop door te hakken en nu eerst op zoek te gaan naar de marktkramen van Carpentras.
Hoewel we in eerste instantie nog niet zoveel kramen zien, laat het aantal geparkeerde auto’s er geen twijfel over bestaan dat er wat te doen is in dit dorp. We vinden uiteindelijk onderaan een restje vestingmuren een parkeerplaats. Na wat gemopper (‘dat zal wel de hele stad doorsjokken worden’) beginnen we te lopen. Zodra we de stadspoort door zijn zien we het eerste kraampje!
De reisgids had het over 350 kramen en na een paar uur dwalen zijn we ervan overtuigd dat dat niet overdreven is. Er is van alles: eten, kleding, antiek, speelgoed, sieraden. Tussen het dwalen door nemen we een kop koffie en bij alles dat we zien kijken we onze ogen uit. Ongemerkt dwalen we de hele stad door, om 2 uur later uit te komen waar we begonnen. Bekaf, maar tevreden stappen we weer in de auto.
Onze volgende stop is Vaison-la-Romaine, een klein plaatsje ten noorden van Orange, waar een enorme Romeinse site opgegraven schijnt te zijn. TomTom helpt ons op weg, maar natuurlijk heeft HarHar ook een mening. Als we er bijna zijn begint onze chauf zelf na te denken. Jammer natuurlijk en uiteindelijk belanden we op weggetjes waar voor het laatst in 1812 een toerist is gezien… om nooit meer terug te keren! TomTom en KarinKarin zorgen er uiteindelijk voor dat we het marktplein halen.
Daar dwalen we wat door het stadje tot we uiteindelijk vlak bij een grote parkeerplaats een leuke brasserie vinden. We nemen allebei een heerlijke salade en wat drinken. Wat is het toch lekker om te lunchen in Frankrijk! Het is zeker geen straf om daar anderhalf of twee uur voor uit te trekken. Omdat we nog wat willen zien houden we het nu wat korter, maar lekker blijft het!
Na het eten lopen we terug naar de auto. Die willen we wat dichter bij de grote site zetten, maar eerst willen we een hotelletje bellen. Hoewel het weer bij vlagen wat beter is, willen we het risico op stortbuien, wegwaaien en overstromen (de camping ligt naast de Rohne, die flink buiten z’n oevers is getreden door het weer van de afgelopen weken) niet nemen. Harro belt Hotel Mignon waar hij een zeer betaalbare kamer met ontbijt regelt, hartje Avignon.
Daarna besluit onze chauf – dapper geworden na dit succes – opnieuw zelf na te denken. Hij scheurt er vandoor. Karin vraagt hem vertwijfeld wat hij aan het doen is maar onze held kent geen vrees… of richtingsgevoel zo blijkt. Na 10 minuten scheuren en uiteindelijk toch maar de borden volgen (‘zie je wel, het komt goed’) staan we voor de site…. op de parkeerplaats voor de brasserie waar we net geluncht hebben. Karin doet een ultieme poging om niet in lachen uit te barsten, maar helaas lieve lezers, ze faalt hopeloos. Onze held kijkt beteutert en moet toch toegeven dat zelfs hij betere momenten heeft gekend…
De site is enorm. We kopen een kaartje en bekijken dan eerst het museum van de site, waar we een aantal beelden, mozaiekvloeren en andere vondsten bekijken, die allemaal zijn gevonden bij opgravingen over de laatste 100 jaar. Door de strategische ligging op een rotspunt en aan een rivier, waar nog een Romeinse brug overheen ligt, is de site al milennia lang bewoont. De Romeinse overblijfselen zijn het best bewaard gebleven.
Na het museum bekijken we het in onze ogen iets te fanatiek gerestaureerde theater, de resten van verschillende villa’s en de resten van een weg met zuilen erlangs. Het is indrukwekkend en behoorlijk groot.
Uiteindelijk zijn we er om 4 uur klaar mee. We rijden in een uurtje naar Avignon, waar we een heel handige, gratis parkeerplaats vinden buiten de muren en vlak bij de toegangspoort die we moeten hebben. We nemen onze tassen mee en laten de auto daar achter. Een paar minuten later staan we voor hotel Mignon, waar we een keurige kamer krijgen. Het feit dat die op de 3e verdieping is en er geen lift is, is wel een beetje jammer, maar mag de pret niet drukken.
We stallen onze tassen en vertrekken voor een eerste korte verkenning van de stad. De oude stad is volledig ommuurd en heeft als belangrijkste bezienswaardigheden de Pont d’Avignon en het Palais des Papes, waar we vlakbij blijken te zitten. We ploffen neer op het – veel te dure – terras met uitzicht op het pauselijk paleis en kijken mensen. Als het te koud en winderig wordt lopen we door naar een taparbar een paar minuten lopen verderop, waar we de rest van de avond doorbrengen. Wat kan het leven toch naar zijn…