Archief van
Categorie: Kreta

Kreta in Bloei

Kreta in Bloei

Er staat ons een weekje Kreta te wachten! We hebben er – moegewerkt dat we zijn – maar wat veel zin in. Via D-Reizen geboekt vliegen we op zondagochtend 20 april 2008 (hééél vroeg) naar Iraklion en een week later zondagavond laat weer terug.

We verblijven in appartementencomplex Parthenis Beach in Malia (op het kaartje iets rechts van Heraklion Airport, de rechter blauwe punt) en hebben de hele week een auto tot onze beschikking. We gaan voor een combinatie van zon, zee, maar vooral ook cultuur en rust. En Kreta schijnt prachtig te zijn in de lente!


Dag 1 – Reizen

Dag 1 – Reizen

Het is veel te vroeg. Een wekker om kwart voor 4 is geen hobby, hoe
leuk de vakantie in het vooruitzicht ook is. Behoorlijk duf kleden we
ons aan en na een snelle kop koffie besluiten we buiten op de taxi te
wachten. Dat duurt langer dan verwacht: we moeten uiteindelijk 20
minuten wachten! De chauffeur vertelt ons dat het erg druk is en dat
hij zelfs al klaar had moeten zijn met zijn dienst. Gelukkig hebben we
tijd genoeg en is Schiphol bijna om de hoek, dus uiteindelijk sluiten
we nog steed keurig op tijd aan in de rij om in te cheken.

Kopje
koffie en een croissantje later wandelden we naar de gate waar we
(overigens ook iets te laat) vertrekken. De captain weet ons te
vertellen dat we super veel meewind hebben dus dat de vlucht maar 3 uur
duurt in plaats van iets meer dan 4!
De vlucht zelf verloopt rustig
en zo snel dat we zelfs de film niet kunnen afkijken. De laatste 15
minuten zijn wel extreem ‘hobbelig’: de sterke wind zorgt voor
behoorlijk wat turbulentie. Verrassend netjes zet de piloot het
vliegtuig aan de grond en om half 12 plaatselijke tijd (uurtje later)
zetten we voet aan de grond op Kreta! … snikheet Kreta wel te
vertaan: 27 graden en er blast een fohn-achtige wind uit het zuiden die
veel zand en een nare hitte meebrengt.

Als we de koffers hebben,
melden we ons netjes af bij de hostess (we hebben immers een auto) en
halen dan ons scheurijzer op: een heuse Hyundai Atos Prime. Met 5
deuren nog wel en airco! Binnen 10 minuten is alles geregeld en binnen
een half uur zijn we in Malia. Het gedeelte waar Karin nog enige
vraagtekens bij had (het vinden van het hotel) verloopt na 1 keer iets
te ver doorrijden zonder problemen. Parthenis Beach ligt vlak aan het
strand en via manager Antonio krijgen we de sleutel van ons stoere 2
kamer appartement.
We drinken wat in de zwembad bar, maar het waait
echt te hard. Aan de koppen, het witte schuim op het water en het feit
dat er van alles omwaait leiden we af dat het zeker windkracht 9, zo
niet 10 moet waaien. We kruipen daarom snel in de auto en halen in het
oude gedeelte van Malia een broodje. Op een bankje voor de kerk kijken
we mensen. De contrasten zijn groot in dit enorm toeristische dorpje.
Oude gebogen Kretenzer vrouwtjes en mannetjes, naast in bikini gehulde
quad rijdende toeristes… Het nieuwe gedeelte van Malia is
verschrikkelijk, maar gelukkig nog bijna helemaal gesloten. Het is
overal nog lekker rustig: het echte ‘seizoen’ moet duidelijk nog
beginnen!

Met een broodje achter de kiezen en ingeslagen water
en sap verkennen we de omgeving een beetje: we ontdekken vlak bij de
opgraving van het Minoische paleis net buiten Malia een geweldige
strandtent, waar locals aan de lome late lunch zitten. Dat gaan we ook
nog een keer doen! Nu drinken we alleen wat en rijden dan nog een
stukje verder over de hoofdweg. Datias niet echt spannend en bovendien
beginnen we behoorlijk in te storten. Terug in het hotel slapen we een
uurtje en luisteren daarna samen met nog 2 andere dames naar het
verhaal van onze hostes. We leren niet veel nieuws, maar worden
bevestigd in onze plannen EN in het feit dat het een goed idee was om
zelf een autotje te regelen. Vrijheid!

Na een beetje rommelen
vertrekken we rond half 8 opnieuw naar het dorp waar we eten bij
Taverna Alexis. De eigenaar klinkt verdacht Brits en is wat mistroostig
dat het zo rustig is. We genieten van ons eten, maar zijn te moe voor
nog een drankje daarna. Niet zo vreemd, na die heeeeeeeel erg lange
dag. In het hotel genieten we op het balkon nog heel even van de – door
een dun laagje zand in de atmosfeer versluierde – volle maan en duiken
daarna ons bed in. Lights out!

Dag 2 Iraklio

Dag 2 Iraklio

Na een heerlijke nacht slaap besluiten we om 9 uur dat het toch echt
tijd is om onze ogen open te doen. Lekker rustig douchen, haren wassen,
aankleden … en we voelen ons weer bijna mens! Martijn vertrekt om
broodjes te halen, maar komt terug met de mededeling dat de supermarkt
morgen weer brood heeft. We vermoeden dat hij net weer open is gegaan
voor het seizoen! Crackers en lachende-koe-kaas smaken gelukkig ook
uitstekend in de zon. Het waait nog steeds behoorlijk (hoewel niet zo
erg als de dag ervoor), dus na enig aarzelen besluiten we eerst te
kijken hoe de uitzichtjes op het Lasithi plateau zijn. Bij goed weer
rijden we daar de rest van de dag rond; bij minder zicht wordt het
Iraklio met het archeologische museum en daarna Knossos.

De tocht de bergen in is leuk: we rijden door een aantal schattige
dorpjes waar je gemakkelijk vergeet dat je vlak bij de erg toeristische
noordkust zit. We tanken in een minidorpje en rijden daarna de bergkam
over. Een twijfelmoment: het zicht is aardig, maar niet optimaal en het
waait ook hier behoorlijk hard. Het feit dat Karin niet echt
fotokriebels heeft terwijl de omgeving toch echt erg mooi is, geeft de
doorslag. We proberen het later deze week nog een keer, maar vandaag
rijden we door naar Iraklio.
De stad staat – zo op de
maandagochtend – behoorlijk vast. Alles toetert en kruipt door elkaar.
We trekken nog maar een blik geduld open en uiteindelijk staan we om 12
uur op een parkeerplaats vlak bij het museum. Na wat drinken op het
plein (lekker: ijscappuchino) wordt het tijd om het museum te
verkennen. Het grote gebouw staat heftig in de steigers en de
kunstschatten zijn tijdelijk ondergebracht in een noodgebouw. Het is er
vol met tourgroepen, maar de bezienswaardigheden zijn er niet minder
om. We zien de beroemde afbeelding van de sporter die een salto maakt
over de rug van een stier en de offerkelk/-vaas in de vorm van een
prachtig gemaakte stierenkop. Ook de sieraden en het prachtige
aardenwerk zijn erg de moeite waard. Tevreden vertrekken we een uurtje
later, de stad in. Daar blijkt dat er op meer plekken wordt gebouwd in
de stad. De beroemde leeuwenfontein zit ingepakt en we zien nauwelijks
een straat zonder opbrekingen, ingepakte gebouwen en op steigers
werkende mensen.

In een zijstraatje van de bekendste markstraat (1866) lunchen we.
Daarna halen we de auto op en rijden naar Knossos: we wilen nu wel eens
zien waar al de stukken vandaan komen. Helaas… ondanks de belofte van
de Lonely PLanet dat de site open is tot 19:30, blijkt die al om 15 uur
te sluiten. Voor niets gereden dus en het is eigenlijk te laat om nog
iets anders te gaan doen. Enigszins teleurgesteld rijden we terug naar
het hotel. Daar blijkt dat de wind is gaan liggen! Tevreden lezen we
een uurtje aan het zwembad (het eerste boek is uit) en trekken daarna
de stad in om te eten en plannen te maken voor morgen!

Dag 3 Paleizen

Dag 3 Paleizen

Na opnieuw een lange nacht slaap staan we vroeg op. Na een douche en
een cracker zijn we er helemaal klaar voor. Het weer is nog steeds niet
optimaal. Het is nog steeds erg warm en de wind is opnieuw opgestoken.
Dat betekent veel zand in de lucht en weinig zicht.

We besluiten
om als eerst naar het Minoische paleis van Malia te bezoeken. Het ligt
ongeveer 3 kilometer ten oosten van het stadje en we zijn er dan ook
zo. De resten van het paleis, die overigens vlak aan zee liggen, zijn
rond 1915 opgegraven door Griekse en Franse archeologen. Het eerst
paleis stamt uit 1900 v.Chr.en de muren die er nu nog staan zijn van
het tweede paleis van rond 1700 v. Chr. Er is een piepklein museum met
veel luchtfotos. En verder kunnen we het paleis en de crypten bekijken.
Er zijn vooral nog muren te zien van ongeveer een metertje hoog,
daardoor krijg je een goed idee van de hele site. Na een uurtje rond
scharrelen gaan we koffie drinken in het favoriete cafe van Karin (aan
de zee met een super aardige barman en alleen locale bevolking).

Omdat
het er niet naar uitziet dat het weer beter wordt, slaan we de rondrit
over het eiland over en gaan we toch maar naar Knossos. De beroemdste
opgraving van Kreta is vandaag wel open als we aankomen. Na kaartjes
gehaald te hebben, worden we aangesproken door een gids die vraagt of
we mee willen met een kleine groep. Dat willen we op zich wel en we
wachten een kwartiertje. Uiteindelijk gaan we – in overleg met de gidse
– zonder groep weg, omdat we geen zin hebben om langer te wachten. Als
we 10 minuten binnen zijn worden we aangesproken door een collega van
de gids, of we toch niet aan willen sluiten bij een ander stel. We
krijgen uiteindelijk een uitgebreide rondleiding van anderhalf uur
langs alle hoogtepunten van de opgraving. Het Engels van de gids is
soms wat lastig te volgen, maar hij weet wel erg veel. De site zelf
roept een wat dubbel gevoel op. Aan de ene kant krijg je door alle
reparaties van dhr. Evans (de archeoloog) een goed idee van de gehele
site, maar je blijft je wel afvragen hoeveel de waarheid en hoeveel
zijn fantasie is. Hij heeft in de loop der tijd nogal wat bijval, maar
ook zeker kritiek gehad.

Na 2 uur dwalen, luisten en kijken in
Knossos zijn we moe, warm en dorstig. De omgeving is wel erg
toeristisch en daarom rijden we voor een late lunch door naar Arhanes.
Hier komen we terecht in een typisch grieks cafe met een typisch
griekse moeke. We krijgen de keuze uit 3 soorten vlees (lam, kip en
gehakt) en daarbij een keuze uit brood, aardappel of salade. We kiezen
voor gehakt en salade, en die zijn dan ook heel erg lekker.

Na
wat toeristische omzwervingen in de buurt, rijden we terug naar Malia.
Bij de supermarkt slaan we drank, fruit, yoghurt en honing in. Na een
uurtje lezen in het hotel, bekijken we op het strand met een drankje
erbij de zonsondergang en maken de plannen voor de volgende dag.

Hania en Rethymno

Hania en Rethymno

Als we opstaan ziet het er goed uit: zonnig en niet meer zo ontzettend heet. We verheugen ons op ons plan van vandaag… en morgen! Het is de bedoeling dat we vanavond ergens anders slapen!

Na een cracker met kaas en sap (het begint wat saai te worden, maar
de rest van de maaltijden is zo uitgebreid dat dit wel zo gezond lijkt)
laten we een briefje achter bij de receptie dat we van plan zijn om
vannacht niet terug te komen. Stel je voor dat ze een zoekactie zouden
starten… We vertellen voor de zekerheid ook nog aan twee hotelgenoten
wat we gaan doen en stappen dan in de auto. Het eerste stuk, naar
Iraklio, kunnen we bijna dromen inmiddels, maar daar rijden we deze
keer snel voor bij. We volgen de snelweg langs de kust en onderweg
wordt het landschap steeds beter. We zitten duidelijk in het goede
seizoen: alles staat in bloei. Geel, roze, lila, paars, wit en
tussendoor de prachtig blauwe zee. Op sommige plaatsen begint het
strand op nog geen 50 m van de snelweg en ligt de zee daar weer 20
meter achter. Het weer is inderdaad geweldig en met een koffiestop
onderweg rijden we uiteindelijk in drie uur naar Hania.

We vinden een parkeerplaats in een parkeergarage net westelijk van
de muur rondom de oude stad, op nog geen 5 minuten lopen van
het plein met de cathedraal. In een leuk koffietentje achter de
kerk drinken we koffie en daarna maken we plannen voor de rest van ons
bezoekje. Gezien de sluitingstijden gaan we eerst naar de overdekte
markt. Niet heel groot, maar gebouwd in 1911 in de vorm van een kruis
(ze moesten er de grote toegangspoort in de vestingmuur voor slopen,
maar kleinigheidjes houd je altijd…) en met allerlei zaakjes naast
elkaar: leer naast vlees, kaas naast kruiden en souvenirs naast
eettentjes. Een aardige dame in het kruidenwinkeltje blijkt Nederlands
en vertelt dat het eind van de week Grieks Orthodox Pasen is. Ze vindt
ook dat we eigenlijk aan de zuidkant van het eiland moeten slapen: wel
zo rustig. We bedanken haar na een praatje van 5 minuten en vertrekken
– na een uitzichtstop bovenop het bastion – naar het museum.

Dat is gevestigd in een gebouw uit de 17e eeuw dat onder andere
dienst heeft gedaan als opslagplaats, filmtheater en
munitieopslagplaats voor de Duitsers. Het heeft een aardige collectie,
met onder andere mooie munten en plaquettes met Linear A en B, het
nog steeds niet geheel ontcijferde schrift van de Minoans.

Na dat bezoekje is het dringend tijd voor lunch. We dwalen wat
langs het water, maar vinden uiteindelijk een geweldig tentje net een
straatje van het water af: uitzicht op het water, heerlijk eten en erg
aardig personeel, dat ons waarschuwt dat onze eerste keus wel erg veel
is. Als we wat hebben geschrapt moeten we haar na het eten gelijk
geven. Het was heel erg lekker, maar genoeg!

We sluiten ons bezoek aan Hania – vroeger overigens de hoofdstad van
het eiland – af met een rondje dwalen langs de haven, het arsenaal, de
oude venetiaanse pakhuizen en de stad. Achter elke hoek die we omslaan
vinden we opgravingen, restjes stadsmuren en andere ‘oude resten’. Het
geeft de stad een heel eigen charme: hier wordt duidelijk als heel lang
geleefd!

We vinden zonder problemen de auto terug, betalen en besluiten naar
Rethymno te rijden. Het is inmiddels eind van de middag en hoewel het
nog tot zeker half 8 licht is willen we vooral eerst een slaapplaats
vinden. We rijden na een kleine toeristische omleiding (per ongeluk erg
leuk, maar we worden wel wat moe van de beroerde manier waarop de
weg bewijzerd is) zonder verdere problemen naar Rethymno. Op aanraden
van de LP vinden we een slaapplaats bij pension ‘Atelier’. Een dame
verhuurt daar 3 kamers , boven haar pottenbakkersatelier. Het
blijkt echt een keurige kamer (en erg betaalbaar), met een nette
badkamer, een keukenblokje, een balkon en zelfs een flatscreen tv! 

We gooien onze tas neer, parkeren de auto achter het vlakbij gelegen
archeologische museum en besluiten eerst nog maar eens een drankje in
de zon te doen. Westelijk van het fort (op nog geen 5 min lopen van ons
hotel) staat een rij tafeltjes vlak aan het water in de zon. We wagen
ons aan Grieks bier en rode wijn (allebei per glas al een enorme
hoeveelheid) en zitten heerlijk een uurtje te genieten. Daarna lopen we
om het fort heen naar de andere kant en ploffen neer op het terras van
een restaurantje ter hoogte van het fort, dat uitkijkt over de haven en
de stad. Het is inmiddels wat fris geworden, maar we krijgen geen spijt
van het eten. De eigenaar vertelt ons dat hij net open is (2e dag) en
vindt het wel leuk, twee geinteresseerde touristen. Op zijn aanraden
eet Karin (na een heerlijk voorgerecht) risotto met verse mosselen en
ze eet er bijna haar vingers bij op. Na het eten krijgen we Halva van
hem, een soort cake, en na de koffie ook nog raki. Bovendien vertelt
ook hij ons dat we dringend ook naar het zuiden van het eiland moeten.
We beginnen alle hints nu toch serieus te nemen!

Als we uitgegeten en gedronken zijn, proberen we in een Internetcafe
onze avonturen online te zetten, maar na 1 dag houden we het voor
gezien. De verbinding is vreselijk traag, de tekens en sommigeletters
staan op de verkeerde plek: we krijgen er de kriebels van en ons bedje
roept. Met het geluid van een avond die voor sommige mensen nog maar
net lijkt te beginnen, vallen we in slaap.

Amari dal

Amari dal

Niet een heel goede nacht slaap, daar was het te rumoerig voor, maar
als we wakker worden genieten we wel van het feit dat we midden in
Rethymno zitten. Na een douche lopen we de stad in waar we op het
pleintje koffie drinken. Daarna halen we bij de bakker verse broodjes
en al etend wandelen we door het centrum. Het is echt een heel schattig
stadje en zo vroeg is het ook nog heerlijk rustig. Overal wordt druk
geboend en gepoetst: we hebben het idee dat sommige tenten pas voor het
eerst open zijn. Het seizoen begint ook hier pas net!

Na een relax rondje pakken we onze spullen, betalen de eigenaresse
(heel relax: gisteravond kregen we gewoon de sleutel. Geen paspoort,
geen borg: niets!) en stappen in de auto. Na alle adviezen van locals
en van het thuisfront besluiten we een route door het Amari dal te
rijden. Het zuiden van het eiland en een mooie route: wat willen we nog
meer.

De route begint meteen leuk: na een minuut of 20 komen we langs een
laat Minoische begraafplaats, in de buurt van Armeni. We zien een stuk
of 50 graven: sommigen heel diep uitgegraven en sommigen niet meer dan
een soort deuk in de grond. Voor sommige graven ligt nog een sluitsteen
en één graf is meer een ondergrondse kamer, die we kunnen bekijken na
een stuk of 30 treden te zijn afgedaald. Best indrukwekkend en het is
een mooie plek.

Verder naar het zuiden houden we ons aan de route uit het
ANWB-boekje en het is inderdaad een prachtige route. Alles is groen,
fris en staat in bloei. De bergen zijn indrukwekkend en de weg
is over het algemeen uitstekend (al is het hier en daar wel erg
bochtig). Halverwege stoppen we voor koffie en onderweg houden we de
nodige fotostops. Na 3 uur hebben we bijna het hele rondje gereden en
stoppen we in Agia Galini, een piepklein plaatsje aan de zuidkust, voor
lunch. We vinden een relax tentje dat over de baai uitkijkt waar we een
hapje eten. Hoewel het eten veelbelovend begint, valt de vis van Karin
enorm tegen. Jammer: dat moeten we dus nog ergens over doen!

Na deze stop kunnen we er weer tegen en we belsuiten de dag af te
sluiten met een bezoek aan het Arkadi Klooster. We grappen nog wat dat
het wel dicht zal zijn, maar uiteindelijk lukt het ons niet om er te
komen! Karin foetert op de kaart en het gebrek aan borden en ook na een
keer terugrijden vinden we de juiste weg niet. We geven er de brui aan:
misschien dat het later deze week nog lukt en anders geen klooster! We
rijden naar het hotel waar we de spullen neergooien en even
bijkomen. Daarna gooien we in een Internet cafe (hoera, een snelle
verbinding!) de verhalen online en beramen snode plannen voor morgen…

Agios Nikolaos en omstreken

Agios Nikolaos en omstreken

Als we wakker worden is het wat te vroeg en erger: het is bewolkt!
Het waait bovendien weer: niet heel lekker weer dus. Tijd om na het
ontbijt ons boeltje te pakken en op zoek te gaan naar de zon. We
vertrekken richting Agios Nikolaos, de ‘hoofdstad’ van deze
provincie. Het is maar een half uurtje rijden, maar na dat half uur
zitten we heerlijk in de zon! De wolken zijn alleen aan de horizon te
bekennen, dus we vinden het nu alweer een goed plan!

We drinken koffie in de plaatsje, dat de laatste jaren wat aan het
bekomen is van de toeristische invasie van de jaren ’60 t/m ’90 en het
daarop volgende ‘verval’. Het is goed gelukt: het stadje oogt heel
charmant. Het heeft een klein ‘meertje’ in het midden, dat in
verbinding staat met de zee. Eromheen liggen allemaal terassjes en
restaurantjes en ook langs de haven barst het van de leuke eettentjes.
Terwijl we koffie drinken in de zon, besluiten we om vanavond terug te
komen voor het eten. Gisteravond eten in Malia willen we het liefst zo
snel mogelijk vergeten: niet onze meest gelukkige keuze tot nu toe…

Als de ijskoffie op is, wandelen we rond de haven en pakken dan de
auto de bergen in. Op ongeveer 10 km vanaf de kust ligt Kritsa, een
klein bergplaatsje dat vooral bekend is vanwege het handwerk dat er
wordt verkocht. Wij zijn vooral geinteresseerd in de kerk
Panagia Kera, een piepklein driebeukig kerkje met
icoonbeschilderingen uit de 14e en 15e eeuw. De kerk is vandaag gratis
te bezoeken, waarschijnlijk omdat het Goede Vrijdag is en het is erg de
moeite waard. De kerk ligt prachtig naast erg oude olijfbomen en de
schilderingen zijn erg mooi. Er is in de loop van de eeuwen wat
pleisterwerk naar beneden gekomen, maar de kleuren zijn schittend
gewaard gebleven. Behalve veel heiligen zien we ook abten en monniken
afgebeeld en tafrelen uit de bijbel.

Als we alles hebben gezien en een paar kaarten hebben gekocht (je
mag binnen niet fotograferen) bezoeken we net buiten Kritsa Oud Lato,
de restanten van een Dorische stad uit de 7e eeuw v. Chr. De stad ligt
tegen twee bergen omhoog en het vergt wat klimwerk om alles te
bekijken. Karin blijft dan ook bij de ingang zitten; Martijn beklimt de
berg en maakt plaatjes van de muren en trappen. Ook deze site is gratis
te bezoeken en we dwalen er rustig overheen.

Daarna is het tijd voor pauze. In Kritsa parkeren we met enige
moeite de auto en lunchen in een schattig restaurantie O Platanos (dat
ook letterlijk onder een plataan ligt). Het eten is er heerlijk en we
zitten er prima, maar tegen het eind van de lunch beginnen we
behoorlijk weg te waaien. Het is nog steeds stralend weer, maar de wind
neemt toe.

Na de lunch vertrekken we terug naar de kust en rijden naar Elounta,
dat 10 km boven Agios Nikolaos ligt. We maken veel foto’s van de mooie
kust en rijden met de auto – na een ijsje aan het strand te hebben
gegeten – het schiereiland op dat door middel van een heel smalle
landtong met het vasteland in verbonden. Daar proberen we de resten van
Olus, een inmiddels gezonken Minoische stad terug te vinden, maar
behalve wat muurtjes zien we niet veel. Het is wel erg mooi: strakblauw
water en nog steeds zon, dus we vermaken ons prima. Tot besluit
van de rondrit van vandaag rijden we naar Plaka, vanwaar we Spinalonga,
het oude lepraeiland zien liggen. We schieten opnieuw veel plaatjes en
drinken koffie in een schattig tentje bij de boot naar het eiland.

Dan rijden we terug naar Agios Nikolaos. We parkeren opnieuw de auto
en eten in een chique restaurant aan het water. Griekse specialiteiten,
maar dan net een tikkeltje verder aangekleed. Ook dat smaakt heerlijk
en we zijn de culinaire ellende van de dag ervoor alweer vergeten. Wat
kan je hier toch lekker eten! Na het eten rijden we in
het stikdonker terug naar Malia. Ook de weg is niet verlicht, dus
dat is nog best spannend, maar we brengen het er zonder kleerscheuren
vanaf. Bekaf, maar tevreden vallen we in slaap. 

Oostkant

Oostkant

Opnieuw veel te vroeg worden we wakker, maar deze keer draaien we
ons nog een keer om. Uiteindelijk zijn we rond kwart voor 10
vertrekklaar en na een korte proviandstop bij de bakker in het dorp
vertrekken we opnieuw in de richting van Agios Nikolaos. Deze keer
rijden we er voorbij en volgen we de kustweg, verder naar het oosten.

De eerste stop is de archeologische site van Gournia, waar we de
resten van een oud Minoische stad bekijken. Bijna alle muren staan nog,
tot maximaal een meter hoog en daardoor krijg je een erg goed idee van
hoe de stad eruit moet hebben gezien. Een deel van de site is (opnieuw)
bedekt, om hem beter te bewaren, maar het is toch behoorlijk groot.
Ooit woonden hier bijna 1000 mensen. Op sommige plaatsen zijn nog
resten pleisterwerk te zien en op één plaats is nog een raamopening
terug te vinden. De site ligt bovendien prachtig, aan het water, dus
het is geen straf om er rustig rond te kijken.

Daarna rijden we, met een korte koffiestop, langs de prachtige, maar
bochtige kustweg richting Sitia. We rijden bijna de hele weg
met zicht op het water en tussen de prachtige gele brembossen
door. Heel veel fotostops later zijn we aan de kust, waar we nog
ongeveer 20 km doorrijden naar het Moni Toplou: het Toplou
klooster. Toplou is Turks voor ‘met kanon’ en die naam is toepasselijk.
Van een afstand lijkt het klooster meer op een vesting dan op een
klooster. Door de eeuwen heen heeft het een belangrijke rol gespeeld in
de (onafhanklijkheids)oorlogen van Kreta. Er is een klein museum en een
kerkje, met echt schitterende iconen. We zijn er helaas tegelijk met
een buslading Duitsers, maar weten toch een goed beeld te krijgen en te
genieten van deze bijzondere plaats.

Na dit bezoek rijden we nog een keer verder en deze keer naar het
palmenstrand van Vai (sommigen van jullie begrijpen Martijn’s
terughoudendheid…). Het strand is de plaats waar jaren geleden een
Bountyreclame is opgenomen en het is, ondanks de toeristen, echt erg
mooi. De palmen zijn een vreemd gezicht op deze verder kale punt van
het eiland en het is onduidelijk waar ze vandaan komen. Maar: het
levert mooie plaatjes op: strand, strakblauw water en prachtige
palmbomen. We houden een relaxte pauze aan het water en besluiten dat
het dan toch tijd is om aan de terugweg te beginnen.

We rijden terug naar Sitia, waar we (erg laat) lunchen aan het
water. Ook deze keer is het eten weer prima en we nemen er rustig de
tijd voor. Daarna rijden we in een ruk door naar Agios Nikolaos. Daar
twijfelen we over een drankje over de volgende stap. Vanavond laat
wordt over heel Kreta de wederopstanding van Christus gevierd. Op alle
begraafplaatsen zijn vandaag de doden herdacht door de graven op te
fleuren met bloemen en brandende olielampjes. Vanavond wordt op veel
plaatsen symbolisch Judas verbrand en wordt de wederopstanding gevierd
met veel vuurwerk en kaarsen. We willen het op zich graag meemaken,
maar het belooft belachelijk druk te worden en om dat stuk nu nog een
keer in het donker te rijden met al die nog-drukker-dan-normaal
Grieken…

Uiteindelijk rijden we na een drankje toch terug naar Malia. Daar
halen we wat lekkers in de supermarkt en zetten al onze verhalen
online. Vanavond genieten we van een boekje en een drankje op onze
kamer. En bedenken we wat we gaan doen op onze laatste dag!

Lasithi Plateau

Lasithi Plateau

Als we wakker regent het. Op zich is regen op je laatste dag niet zo
erg, maar als je nog een hele dag hebt, hoop je toch op een beetje
zon. We worden dus bevestigt in onze keuze om lekker nog een stukje te
gaan rondscheuren.

We ontbijten met een yoghurtje en pakken daarna de tassen in. Dat is zo
gebeurt en eigenlijk zijn we wel klaar om weg te gaan. We kunnen onze
bar/hotel-vriend echter nergens vinden, dus vlot uitchecken wil even niet zo lukken. Uiteindelijk laten we bij de
receptie de sleutel achter, met een briefje en hopen maar dat hij dat
snel vindt. Daarna rijden we naar het dorp. Daar is het dubbel zondag.
Niet alleen zijn hier op zondag de winkels nog gewoon dicht, maar deze
Paaszondag zien we vooral mensen op hun (jawel) Paasbest naar de kerk
gaan. Alle winkels zijn dicht en ook de tent waar we op koffie hopen
doet niet zoveel. Jammer, maar gelukkig hadden we er op gerekend en
veel water meegenomen.

Omdat we nog nauwelijks benzine hebben, rijden we eerst in de richting
van Agios Nicolaos, waar we de afgelopen dagen veel tankstations hebben
gezien. Dat blijkt geen overbodige luxe: uiteindelijk is het vierde
tankstation open en de rest van de dag komen we alleen in de buurt van
het vliegveld open tankstations tegen!
Na de tankstop rijden we een stukje terug richting Neapoli en daar
slaan we af de bergen in. We willen naar het Lasithi plateau, waar we
op dag 1 ook al een poging voor hebben gedaan. Wrang genoeg is het
zicht nog slechter dan op de eerste dag, maar we willen deze volgens
alle verhalen zo mooie hoogvlakte toch niet overslaan.

De route is inderdaad erg mooi: hij slingert de bergen in en ondanks
dat we niet overal van het uitzicht kunnen genieten, zijn alleen al de
dorpjes waar we doorheen rijden erg mooi. We zien huizen vol familie,
lammeren aan het spit en ezeltjes in de tuin. Langzaam slingeren we ons
de berg op. Uiteindelijk komen we bij een tent die open is en besluiten
daar van koffie te genieten. De eigenaar ontvangt ons hartelijk en we
krijgen koffie en zelfgemaakt gebak. Hij is het vuur al op aan het
stoken voor het lam en langzaam druppelt er familie binnen. Hij, zijn
tent en zijn grootvader blijken in de ANWB-gids te staan en vol trots
laat hij ons het boekje en het houtsnijwerk van zijn opa zien. Het is
inderdaad erg mooi, de koffie en het gebak zijn heerlijk en
uiteindelijk gaan we na anderhalf uur weg met een houten kom, een pot
thijmhoning en een zonnig humeur.
Gelukkig maar, want de zon is nog steeds in geen velden of wegen te
bekennen. Als we over de bergketen komen waar het plateau begint,
stoppen we voor lunch, maar het beloofde uitzicht is volledig verdwenen
in de wolken die als mist voorbij schuiven. We genieten wel weer erg
van het eten en van de Paassfeer die er in het restaurant hangt. De
familie druppelt langzaam binnen en beweegt zich ongedwongen tussen de
gasten en iedereen is enorm vrolijk en – als altijd – gastvrij.

Uiteindelijk rijden we verder het plauteau op en omdat we een
binnendoorweg kiezen, komen we in de mist zelfs heel veel van de
broemde molentjes tegen. In de buurt van de Dikti grot, waar Zeus
geboren zou zijn, stoppen we op de berg voor uitzicht en ineens is er
ook even ruimte in de wolken. Het is allemaal erg grauw en de opnieuw
naderende wolken zien er geweldig spectauculair uit. Ook de rest van de
route regent het en trekken wolken op ooghoogte voorbij, maar het is
wel erg de moeite waard. Als we opnieuw over de bergen komen zien we op
de bergkam de venetiaanse molentjes spookachtig in de mist staan, maar
100 meter verder is er ineens een gat in de wolken. Zon!

We scheuren terug naar de kust, waar we uiteindelijk in Hersonissos een
bakkertje vinden dat open is en waar we allebei een resuachtig broodje
halen (ons avondeten). Daarna zit het er echt op: we rijden terug naar
de luchthaven waar we zonder problemen de auto inleveren. Het gaat nog
sneller dan op de heenweg: zet ‘m daar maar neer en bedankt. Dan lezen
we een boek en checken in voor de terugvlucht.

Die verloopt snel, hoewel niet zo snel als op de heenweg, en
uiteindelijk zijn we om 12 uur ‘s nachts terug in Nederland. Daar staat
Harro te wachten, zodat we in een zucht thuis zijn. Slapen, want dan is
het wel over met onze energie. Maar: Kreta is erg de moeite waard. Het
eten, de enorm vriendelijke mensen, de bezienswaardigheden, het weer,
het landschap: we hebben er van genoeten. Als er een volgende keer
komt, gaan we ook weer in dit seizoen: alles staat in bloei en het is
heerlijk rustig. Bovendien regelen we dan alleen een vlucht, zodat we
nog makkelijker rond kunnen trekken. En die komt er wel, die volgende
keer!