4-09 naar Matane

4-09 naar Matane

We worden voor het eerst in dagen weer eens wakker van de wekker, om half 8. Dat komt ervan als je het laat maakt. We rollen uit bed en binnen een half uur zijn we allebei gedoucht, is alle zooi opgeruimd, het beddengoed afgehaald en zitten we aan het gisteravond nog even bij de supermarkt opgepikte ontbijtje van sandwich, yoghurt en sap. We zijn blij verrast dat het mooi weer is: de voorspellingen voor vandaag waren niet best maar het is strakblauw en heerlijk warm en zonnig.

Om kwart voor 9 vertrekken we naar het park. We blijven keurig bij de gate wachten tot de parkwachter er is, maar als die aankomt is hij zo onder de indruk van deze braafheid dat hij ons met een grijns doorwuift. Geen toegangsgeld dus en dat is best fijn. We rijden naar Grande Grave, de plaats waar we de kaartjes ophalen en met een man of 10 in een enorme zodiac (met plaats voor zo’n 25 man) stappen. We zien ook twee jongens en een meisje uit het hostel die op hun vrije dag duidelijk ook in zijn voor walvissen. We krijgen behalve een kaartje ook een knalgele lange regenjas en we beginnen met een uitgebreide Engels / Franse uitleg over walvissen, hun eetgewoonten en de opmerking dat het de laatste dagen zeldzaam mooi walvissen kijken is! Stipt half 10 vertrekken we en al snel merken we dat we de jassen prima kunnen laten liggen. Onze eigen truien en ‘soft shells’ zijn genoeg en de baai en later de zee hebben meer weg van een groot meer, zo rustig is het.
Als we een kwartiertje weg zijn draaien we op de plaats een rondje. We horen dat er vanochtend op deze plaats een blauwe vinvis is gezien, maar helaas hebben wij minder geluk. Door gaan we dus en nog geen 5 minuten daarna zien we een dolfijnensoort (white sided dolphin) en opnieuw harbour purpoise (de soort die op een bruinvis lijkt). Fotograferen lukt niet echt bij deze spring-in-t-veld beesten, maar we genieten er wel van. Ze zijn duidelijk aan het jagen en racen door het water.

Dan klinkt er een kreet van een van de mensen aan boord: we zien een ‘pluim’! We racen erheen en al snel ziet iedereen het. Voor we dichtbij zijn vertelt de schipper al dat het bultruggen zijn en hij heeft het nog niet gezegd of we zien een van de walvissen uit het water springen. Volledig! Het is erg ver weg, maar iedereen kan het goed zien. Daarna zien we een walvis ‘lobtailen’ (met zijn staart op het water slaan) en vervolgens duiken ze allemaal weg. Als we dichtbij komen zijn ze wat gekalmeerd, maar het is een prachtig gezicht. Twee volwassenen, die de wetenschapper aan boord aan de hand van de staart (en onze foto’s!) identificeert als Splish en Fisure, en een jong van een maand of 8! We fotograferen ons suf, vooral als er weer een prachtige staart in beeld komt. We krijgen een aantal prachtige kansen en we hopen dan ook dat deze plaatjes geweldig zijn. Na een paar duiken verlaten we de bultruggen en verkassen we naar de Minke whales en Fin whales die wat verder gespot zijn. Ook bij deze prachtige en werkelijke enorme beesten blijven we een tijdje liggen. Als we verder gaan zien we opnieuw de bultruggen. We komen dichterbij en de schipper gooit zijn motor uit. De walvissen blijven daarom ontzettend rustig en zonder problemen komen we tot een paar meter afstand. Ze blijven wel een kwartier aan de oppervlakte zonder te duiken. Het jong draait rondjes om z’n eigen as, ze blazen met een gesnuif het water van hun luchtgaten en we zien een meeuw zelfs 5 minuten bovenop een van de walvissen staan! Het is doodstil aan boord: iedereen geniet met volle teugen. Uiteindelijk duiken ze, met een laatste zwaai van hun staart, de diepte in.

Als we denken dat het niet mooier meer kan, zien we vlakbij nog een moeder met jong! We maken een aantal foto’s en als ze wegduiken komt de wetenschapper Karin vragen of ze de foto op wil sturen. Hij kan de walvis zo gauw niet identificeren en dat is voor het onderzoek wel belangrijk. Hij belooft haar de naam van de walvis te sturen, als dank.
Na al dit moois (5 soorten walvissen, op 1 trip!) varen we terug naar de haven. Daar wisselen we e-mailadressen uit met de wetenschapper en daarna geven we de lui van het hostel een lift terug. Ook zij willen graag een foto: het meisje heeft geen werkende batterij in haar camera en baalde de hele trip dat ze geen camera had en de beide heren zijn hun camera vergeten! We voelen ons echten experts dat de foto’s zo in trek zijn en we hopen maar dat het ergens over gaat!

Nadat we de heren en dame hebben gedropt vertrekken we echt van deze bijzondere landpunt. Opnieuw met pijn in ons hart: wat is hier veel te zien en ontdekken! We rijden deze keer over de volledige route 132, langs de kust, terug. Het landschap is adembenemend. Hoewel het weer steeds minder wordt, genieten we – met wat stops – een paar uur lang van de kliffen, steile wegen, minidorpjes, kerkjes en begraafplaatsjes op landpunten en vuurtorens.
Uiteindelijk komen we rond 18 uur aan in Matane, een klein vissersplaatsje aan de 132. Met behulp van de LP vinden we La Seigneurie. Dat blijkt een geweldige keuze! Dit B&B zit in een statig landhuis en heeft echt superkamers, volledig met hemelbedden en badkamers. We mogen alle kamers zien en kiezen uiteindelijk een lichte, vrolijke kamer. We hoeven pas morgen na het ontbijt te betalen en als we de de tassen uit de auto hebben gehaald, racet Karin door wat kamers heen om snel alles te fotograferen voor er andere gasten komen.

Daarna lopen we een (uitgebreid) rondje door het – niet zo heel sprankelende – dorp, om uiteindelijk met de auto naar de andere LP-tip te gaan, Le Rafiot. We eten heerlijk in deze relaxte bistro en plannen het vervolg van ons trip. We gaan het andere natuurpark (Alonquin) laten vallen en kiezen voor meer wijngebied in de buurt van Niagara. Maar eerst gaan we morgen naar Quebec!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.