7-08 Vilnius

7-08 Vilnius

Wat hebben we prima geslapen vannacht. Alleen een beetje jammer dat we wakker worden omdat het zo licht is. Er zit geen gordijntje voor de ramen. We hebben wel een kamer aan de achterkant van het gebouw, dus tot de ochtendspits begint is het heerlijk rustig. We draaien ons nog een keer om naar de muur (wat nou licht?!) en uiteindelijk staan we rond 8 uur op.
Na het douchen en aankleden wandelen we opnieuw naar de stadspoorten. Deze ‘Poort van het Morgenrood’ is niet alleen de enige overgebleven stadspoort, maar is vooral bekend door een icoon van Maria (vanaf de straat te zien aan de binnenkant van de poort) dat voor wonderen heeft gezorgd. Welke wonderen zijn wat onduidelijk, maar het is duidelijk een trekpleister voor de plaatselijke bevolking. Veel mensen draaien zich op straat even om en slaan een kruisje. Anderen klimmen naar het icoon toe en zitten ervoor te bidden.

We maken wat plaatjes en wandelen daarna door naar een soort pannenkoekenhuisje. Flensjes met allerlei vullingen zijn een geliefde maaltijd of een onderdeel daarvan. Je kunt er in ieder geval prima van ontbijten ontdekken we en (omgerekend) een paar euro armer voor 2 flensjes en 2 koppen thee wandelen we na het ontbijt de stad in.

De eerste missie is het vinden van de met elkaar verbonden 13 binnenplaatsen van de universiteit. Vilnius had al in de 16e eeuw een universiteit en toen deze begon te groeien kochten ze er steeds meer  naastgelegen panden bij, die met elkaar waren verbonden door binnenplaatsen. Er waren ooit meerdere ingangen van het terrein, van de omliggende straten, maar inmiddels is er 1 ingang, met kaartverkoop.
De eerste ingang die we proberen geeft geen toegang tot de binnenplaatsen, maar geeft ons een verrassende blik op de tuinen van het presidentieel paleis. De volgende ingang is wel raak: we kopen een kaartje en dwalen een uurtje over de binnenplaatsjes en door de grote St. Janskerk. Veel muren kunnen een opknapbeurt gebruiken en er wordt op in ieder geval een binnenplaats hard gewerkt aan het restaureren van muren. Ook in de kerk wordt gewerkt, al mogen we er wel in.

Na de binnenplaatsen nemen we een kop koffie voor we aan de wandeling naar de St. Peter & St. Paul kathedraal beginnen. Op ongeveer 10 minuten lopen van het oude centrum staat deze 17e eeuwse, van buiten erg onopvallende, kerk. Dat wil zeggen: overal anders zou deze kerk een pronkstuk zijn, maar hier valt ie nauwelijks op. Vilnius kent ruim 100 (!) kerken en bidplaatsen, dus overal waar je kijkt zie je torens.
Binnen is deze kerk absoluut bijzonder. Een barok meesterwerk, noemen de boekjes de kerk en dat is niet overdreven. Hij heeft ruim 2.000 beelden van bijbelse, historische, allegorische en mythologische figuren, duivels,
dieren, planten en fantasie-dingen. Zo zien we een heilige met een nijptang in haar handen, olifantenkoppen, schedels en lachende en huilende dames die engeltjes omhelzen. Omdat veel afbeeldingen wit zijn (in plaats van druk beschilderd zoals we ze in veel andere kerken hebben gezien) is het behoorlijk indrukwekkend. We kijken dan ook onze ogen uit.

Na veel plaatjes wandelen we weer naar buiten en richting de kunstenaarswijk Užupis. Er staan veel prachtige oude houten huizen in de wijk. De bewoners hebben een zo goed als onafhankelijke staat met de naam Republiek Užupis (Užupio Res Publika)
uitgeroepen met een eigen vlag, een president, grondwet en zelfs een
leger van twaalf man. Ze vieren hun half-serieuze onafhankelijkheid
jaarlijks op Užupis Dag… op 1 april. Op die dag heeft Užupis een eigen munteenheid, gewoonten, verkiezingen en carnaval. Ze hebben ook een grondwet, waarin onder andere is opgenomen dat inwoners het recht hebben op vrolijk zijn. We vinden het wel wat en wandelen langzaam de wijk door. Het heeft iets heel schilderachtigs. We genieten van het zonnetje en uiteindelijk van een heerlijke lunch bij een Italiaan.

Daar na bezoeken we nog een kerk, namelijk de St. Anna. Deze kerk is vooral van buiten indrukwekkend, maar helaas hebben ze de helft ingepakt in blauwe netten en zijn ze druk aan het werk. Binnen is het licht dat door de glas in lood ramen valt ook prachtig.
Na deze bezienswaardigheid staat er nog 1 ding op ons lijstje: het Museum van Genocideslachtoffers, gevestigd in het oude KGB-hoofdkwartier. Dat is alleen wel een behoorlijk stukje lopen en we zijn al best versleten. Bovendien willen we ter plekke ook nog wat zien. Uiteindelijk regelen we een fietstaxi, die ons voor een paar Flut keurig voor de deur afzet. Het is hard werken voor de beste jongen, dus we geven hem een fooitje en gaan daarna naar binnen in het van buiten wonderlijk klassiek uitziende gebouw.

De binnenkant van het gebouw is bijna geheel intact gelaten: het grootste
deel van de gangen ziet er nog net zo uit als ze begin jaren ’90
aangetroffen werden. De kamers op de hogere verdiepingen zijn niet alleen
gevuld met foto’s, gebruiksvoorwerpen en borden met tekst, maar ook met
meubels uit de periode dat de KGB dit gebouw als hoofdkantoor gebruikte.
Net als in de eerdere musea lezen we veel over gedeporteerde familie en
over de onafhankelijkheidsstrijd (die door een partisanenleger nog bijna 12
jaar na beëindiging van WOII actief werd gevoerd) van het land. Deze tentoonstelling krijgt door het gebouw wel een extra dimensie. Er wordt
behalve aan de ‘opstandelingen’ ook uitgebreid en zo objectief mogelijk
aandacht besteed aan de KGB als organisatie. In de kelder zijn de cellen
te bezichtigen. In deze kale ruimtes stonden, zaten en lagen soms wel 15
tot 20 gevangenen. Vooral in de jaren ’50 en ’60 waren de omstandigheden
barbaars. Hoewel het regime versoepelde na de dood van Stalin, werden er
tot eind jaren ’80 mensen gemarteld en doodgeschoten. De executiekamer
bezorgt ons kippenvel: onder de glazen vloer zijn alledaagse
gebruiksvoorwerpen geplaatst (een bril, een schoen). De glasplaat aan de
muur beschermt de kogelgaten in de muur.

Na 2 uur zijn we (fysiek en mentaal) op. We willen weg, de zon in en met
wat drinken nog eens napraten over dit heftige museum. We wandelen terug
over de grote boulevard en na wat plaatjes landen we in een geweldig
wijnbarretje. Met een heerlijk glas wijn, een schaal Italiaanse ham en een
gezellig praatje van de serveerster, komen we helemaal bij. We nemen er de
tijd voor, maar uiteindelijk vertrekken we richting restaurant. Op onze
laatste avond willen we lokaal eten en we landen bij ‘Lokys’, waar we
heerlijk authentiek eten. We genieten van de happen en dranken en kletsen
na over vandaag en de vakantie. Als het buiten echt te fris wordt, rekenen
we af en wandelen naar ons hotel.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.