Amsterdam – Bristol – Blue Anchor Bay

Amsterdam – Bristol – Blue Anchor Bay

De wekker gaat aan de vroege kant voor een vakantiedag, maar we kunnen rustig aan doen. De tassen zijn al gepakt en we worden weggebracht. We rommelen onszelf dus door de laatste voorbereidingen en om kwart voor 9 zitten we in de auto naar Schiphol. Het weer is matig: het is droog en af en toe zien we de zon, maar zwarte wolken dreigen met meer regen. We zwaaien Harro uit als hij ons heeft afgezet (dank je wel!) en brengen dan onze tassen weg. Alles gaat soepel, het is niet erg druk en uiteindelijk zijn we precies als de gate opent op de juiste plek. Bus, trapje op en lekker twee stoelen bij elkaar in de kleine Fokker die ons naar Bristol vliegt.

Onderweg schudt het hier en daar een beetje, maar boven Engeland begint het weer steeds beter te worden: zon, nog een paar wolken en 20 graden. We zien de zuidkust, met the Isle of Wight en daarna steeds meer rollende heuvels! Heerlijk: we komen meteen in de vakantiestemming! Alles op de luchthaven verloopt ook prima, dus binnen no time staan we bij ‘onze’ Peugeot 308, diesel… en lopen prompt allebei naar de verkeerde kant van de auto! Als we zijn uitgelachen nemen we even de tijd om rustig te wennen aan de ‘verkeerde’ kant. Waarna Martijn zonder problemen wegrijdt terwijl het Wijffie van Harro de weg wijst.

[Noot van de redactie: nee, het gaat hierbij zeker niet om zijn vriendin! Zou best gezellig zijn trouwens. Harro heeft ons zijn (veel nieuwere) TomTom geleend, op de strikte voorwaarde dat we hem, pardon haar, geen sopsop zouden noemen… persoonlijk vinden we het een beetje een bitchie dame, maar goed, als hij haar Wijffie noemt, zullen wij ons best doen om het niet te vaak af te korten…]

De weg is eigenlijk meteen prachtig. Het vliegveld ligt aan de voet van de Mendipp Hills, de heuvels die het begin van Somerset markeren. Na een paar lastige binnenweggetjes, waarbij Martijn meteen goed op de proef wordt gesteld (een proef die hij overigens glansrijk doorstaat), rijden we de M5 op naar het zuiden. Onderweg stoppen we op een – enorm drukke – parkeerplaats voor koffie. Het blijkt maandag een Bank Holiday! Vandaar dat betaalbare kamers voor de eerste dagen zo moeilijk te vinden waren! Gelukkig hebben we een mooie plek gevonden en na een kop koffie vluchten we de auto weer in, weg van alle gillende kinderen.

Vanaf afslag 23 verlaten we de snelweg en rijden we via de A39 naar het Westen. De route is schitterend en dit is nog niet eens echt Exmoor, het Nationale Park. Tussen de heggetjes door zien we rollende heuvels en al snel aan de andere kant ook de zee. We rijden via Blue Anchor, langs onze B&B (The Langbury), naar Dunster.

Dunster is een schattig Middeleeuws dorpje, met een prachtig oud kasteel. Langs de weg maken we vast wat plaatjes, waarna we de auto parkeren op het laatste parkeerplaatsje in het drukke dorpje en op zoek gaan naar lunch. Het is inmiddels half 3 (plaatselijke tijd) en we lusten wel wat! We landen in Cobblestone Cafe, waar we in de tuin, in het zonnetje, een heerlijk broodje eten, met een vers glas lemonade. Als we weer bijgetankt zijn gaan we de straat op en de twee uur daarna dwalen we door het dorpje. Het is echt meer dan schattig: een mooi uitzicht op het kasteel, een schattige kerk, een mooie bloementuin, het oude waterrad, de nog oudere brug, ooit bedoeld om lastdieren makkelijk over de rivier te krijgen en vooral veel fotogenieke huisjes, met bloemenmanden voor de ramen. Het waait behoorlijk, maar de zon schijnt de hele tijd en onze huid lijkt de stralen op te zuigen. Heerlijk!

Rond kwart voor 5, na een kopje thee, zijn we wel klaar en rijden we de 10 minuten terug naar The Langbury waar we heel hartelijk worden ontvangen door Paula, de eigenaresse. Ze laat ons de geweldige kamer zien (incl. bad EN uitzicht op zowel zee als de rollende heuvels!), ze vertelt ons dat gezien het slechte weer van de afgelopen dagen het zwembad op het moment niet verwarmd is, maar dat we welkom zijn om er gebruik van te maken (‘if you like arctic temperatures’), ze geeft ons een rondleiding door de ontbijtkamer (tussen 8 en 9 en kruis maar op het lijstje aan wat je morgen wilt eten) en de zitkamer voor gasten (met goedgevulde honesty bar en stapels boeken en kaarten van de omgeving) en zet tenslotte thee en huisgemaakte ‘flapjacks’ voor ons klaar (een soort kruising tussen cake en koek: heerlijk slecht!). We kijken elkaar aan en besluiten dat we in de vakantiehemel zijn geland. Die indruk wordt bevestigd als ze binnen 5 minuten ook nog even voor ons reserveert bij het restaurant om de hoek en ons vertelt wat een leuk dagprogramma is voor morgen! The Langbury Rules!

We frissen ons even op en wandelen dan naar buiten waar we een uurtje over het strand lopen en lekker uitwaaien. Rond 7 uur landen we bij The Smugglers Inn waar we een prima hapje eten (Karin een burger en Martijn steak pie). Om 9 uur wandelen we de 10 minuten terug naar The Langbury: onderweg moeten we erg lachen om de vissers die op de ‘ boulevard’ inmiddels flink nat worden van de golven die – nu het bijna hoog tij is – regelmatig over de kademuur slaan. In onze kamer ploffen we op bed. Nog even in bad? Misschien wat lezen. Lastige vragen hoor. Oh en werken? Wat is dat?

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.