Vrijdag 25 mei 2012 – naar Alghero

Vrijdag 25 mei 2012 – naar Alghero

Oh mensen wat hebben we lekker geslapen en we overwegen heel even te blijven liggen… Tot we zien dat het buiten strakblauw en zonnig is. Sta op, sta op, het zonnetje is al op, dus om 8 uur zitten we aan het naar Italiaanse begrippen ZEER ruime ontbijt. Als dat op is pakken we onze spullen in en na een hartelijk afscheid van Mauricio scheuren we er om kwart voor 9 vandoor.

Onze eerste stop is Nuraghe Su Nuraxi. Een nuraghe is een prehistorische verdedigingstoren uit de de bronstijd, soms met een dorp er om heen. Er zijn er op Sardinie zo’n 7000 maar dit is de belangrijkste en de enige Unesco-site. De eerste bouwlaag, de centrale toren is van 1500 voor Christus. Latere toevoegingen zijn van 1000 v. Chr. (vier torens) en 800 tot 600 v. Chr (het dorp).

De site is het hele jaar erg druk, dus we zijn blij dat we er al om kwart over 9 zijn. We kopen een kaartje en horen dat we om half 10 meemogen met een rondleiding. Tot ons ‘enthousiasme’ komt er vlak na ons een enorme tourbus binnen (Israeliers) en daarna een bus schoolkinderen. Maar: we hebben mazzel. We vertrekken met z’n 2en! Bovendien blijkt onze gidse ondanks waarschuwingen in de LP een heel behoorlijk woordje Engels te spreken, dus we zijn blij. Voor ons zijn slechts 4 mensen op de site dus we hebben het rijk bijna alleen. Als zich 10 minuten na de start nog 4 Fransen bij ons voegen mag dat de pret niet drukken. Zij doen hun best op het Engels en de gidse op het Frans en we lachen allemaal om de spraakverwarringen.
De site is zonder meer indrukwekkend. Het vergt wat klauterwerk, maar de bouwwerken (de torens, het ‘fort’ en de circkelvormige huizen) en hun inrichting (afbeeldingen van gevonden beeldjes, maar ook de aanwezige baden) getuigen van een hoogstaande beschaving en een complexe samenleving. En in het lekkere zonnetje, voor de kuddes uit die zich verzamelen, is het heerlijk!

Na een dik uur bedanken we de gidse voor een prima rondleiding en na nog wat dwalen over en tussen de steenhopen drinken we een flesje water leeg en vertrekken richting Bosa, onze lunchstop. Onderweg kopen we bij een supermarkt voor het ENORME bedrag van 47 cent 1,5 liter water een flesje ictetea. Er moet gedronken worden, met dat warme weer!
Nadat het vanochtend strakblauw was binnen nu, rond 11 uur, de wolken alweer te ontstaan, maar vriendelijk genoeg niet op de plaats waar wij zijn. In hetzelfde stralende zonnetje dat we al vroeg zagen vandaag rijden we richting snelweg en daarna via een b-weg naar Bosa. De route is prachtig en in de berm stikt het van de bloemen. Geel, paars, rood, roze, wit: we proberen er wat van op de foto te krijgen tijdens een fotostop, maar het is vooral genieten onderweg.

Om 1 uur zijn we in Bosa en de omschrijvingen blijken wel te kloppen: van een afstandje is het net een waterverf of pastel: 101 pastelkleuren op de huizen die wel opgestapeld lijken richting het kasteel. We parkeren de auto en gaan op zoek naar een broodje. Na wat dwalen vinden we dat uiteindelijk hoewel broodJE wat misplaatst is. Op de enorme bol zit een halve kaas (Karin) en een kwart kaas en een halve salami (Martijn) gestapeld, dus trek krijgen we voorlopig niet meer! We smikkelen alles op en besluiten dan van verder dwalen door Bosa af te zien. We willen naar Alghero en wel via de kustroute.
Die vinden blijkt een eitje en als SopSop ons vertelt dat we over 40 kilometer weer naar links mogen (maar eerder niet!) weten we dat we goed zitten. Tussen de bergen en de zee rijden we naar het noorden. Het is een mooie route: overal zijn struiken die als bloeienderode, groene of oranje bolletjes tegen de bergen op groeien. Het uitzicht op zee is door de wolken die daar boven hangen wat beperkt, maar nietemin prima.

Alghero komt zoals beloofd in zicht en we slalommen door de stad om de oude stad te vermijden (dat wordt namelijk duur: als niet-inwoner mag je er niet rijden) en toch voor Carrer dels Horts, ons appertementencomplex uit te komen. Sopsop brengt ons er keurig heen, maar de straat is te smal om te parkeren. Dat blijkt aan de boulevard (op 1 minuut lopen) gratis te kunnen, dus de keuze is snel gemaakt: auto parkeren, zooi er uit en op naar het appartementje. Mevrouw Liliana, waar we al mee gemaild hebben, doet open. Het blijkt een kordate dame, die ons zonder poespas dumpt in een geweldig appartementje. Balkonnetje voor en achter, enorme slaapkamer met heerlijk bed, open keuken, woon- annex eetkamer. En dan ook nog op 1 minuut lopen van de boulevard en 3 minuten lopen van de oude stad. Perfect!

We stallen onze tassen en wandelen dan naar de supermarkt waar we wat drinken halen. En daarna een ijsja, dat we aan de haven opeten, met zicht op het helderblauwe water waar we allemaal vissen in zien rondzwemmen. Wij slaan dat zwemmen nog even over: het water is nog behoorlijk koud!
Terug in het appartement doen we even helemaal niets meer behalve een drankje drinken en luieren. Tegen half zeven ‘s avonds zijn we er pas weer klaar voor en wandelen we naar de muren van de oude stad. Die zijn meters dik en de oude stad is er aan de achterkant tegenaan gebouwd. Een perfecte plek voor restaurantjes en barretjes dus en voor eindeloos flaneren (iets waar de Italianen erg goed in zijn).

Wij drinken in de toenemende wind en betrekkende lucht een heerlijke cocktail, maar als het begint te rommelen besluiten we toch ergens binnen te gaan eten. We kiezen voor La botteghina, een klein restaurantje dat uitstekende gerechten verzorgt met lokale producten. Ze hebben zalige hammen en mozarella blijkt al snel en ook de pizza is perfect. Tevreden komen we bijna twee uur later weer buiten… waar het windstil en srakblauw is. Na een avondwandeling over de muren (morgen toch misschien maar blijven zitten om hier te eten?) lopen we naar het appartement. Erg laat wordt het niet: tevreden vallen we in de doodstille kamer in slaap!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.