Valle de Quezales – Ojochal

Valle de Quezales – Ojochal

We hebben heerlijk warm geslapen onder de 4 dekens; alleen de neuzen zijn wat fris. Als we de eerste keer wakker worden is het vier uur en nog donker. We draaien wat, gaan even naar het toilet (brrrr, fris) en draaien ons dan nog een keer om. Om kwart over 5 is het echt op en aangezien we om 6 uur bij het restaurant moeten zijn is dat prima. We kleden ons aan, ruimen onze spullen op en genieten van ons prachtige uitzicht: het wordt langzaam licht en vandaag is het veel beter weer dan gisteren. Hoera! Om 10 voor zes zitten we aan een bakkie koffie en een stukje brood (ontbijt volgt als we terug zijn) in het restaurant.

In het kwartier daarna druppelt er een indrukwekkende groep mensen binnen: help, willen die allemaal met ons mee?! Dat blijkt gelukkig mee te vallen. We worden voorgesteld aan gids Enrique, die vraagt of hij met ons mee mag rijden en vertelt dat er nog vier andere mensen mee gaan, in een aparte auto. De rest gaat met andere gidsen mee. Oh dat valt mee. We kunnen!
We rijden ongeveer 8 kilometer terug over de Interamericana, die er vandaag onder een blauwe lucht met maar een paar wolkjes, vriendelijk bij ligt. De temperatuur is nog laag, graadje of 6, maar het kan ondanks de hoogte oplopen tot wel 27 graden vertelt Enrique. Hij spreekt overigens uitstekend Engels, maar begint af en toe spontaan een heel verhaal in het Spaans, zodat Karin kan oefenen. Hij checkt of ze het goed doet door te luisteren naar Karin’s Engelse vertaling voor Martijn. Hij is tevreden, al is Karin dat nog niet zo!

‘Hier naar rechts’ zegt Enrique ineens en we draaien een onverharde weg op, die redelijk stijl naar beneden gaat. De 10 minuten daarna laat Martijn zien dat hij echt kan rijden: als een ware pro (insider joke: Karst, je hebt concurrentie!) stuurt hij onze Kolos de berg af. Het is onverhard, glibberig en smal, dus er is wat stuurmanskunst voor nodig, naar dan staan we ook op een prachtige stukje groen, waar gisteren de Quetzal is gezien.

Gisteren dus: vandaag heeft ‘ie iets anders te doen blijkbaar. Het uitzicht is prachtig, we hoeven niet heel ver te lopen en als de zon over de berg heen komt wordt het snel warmer, dus het is geen straf om hier te zijn, maar geen quetzal. Deze prachtige vogel maakt zich op voor het broedseizoen, dus de heren gaan de dames achterna en daar is natuurlijk geen pijl op te trekken. Waarvan akte: geen quetzal.

Na deze vruchteloze poging gaan we naar locatie twee en als we daar bijna zijn krijgt Enrique een telefoontje: de twee grote groepen van vanochtend staan op die locatie en jawel, een quetzal! Haastig parkeren we de auto, doen zachtjes de deuren dicht en Enrique installeert zijn enorme verrekijker. Kijk maar, zegt hij. We laten twee anderen voor gaan en als Karin aan de beurt is… kijkt ze door een lege kijker. Martijn ziet ‘m nog net wegvliegen! He balen, da’s wel heel erg pech. En hoewel we nog wel een uur pogingen doen hebben we ook daarna geen geluk. Geen quetzal.
Enigszins teleurgesteld, maar genietend van het uitzicht en het lekkere zonnetje gaan we terug naar het restaurant. Daar geven we Enrique een fooi en bedanken hem voor zijn poging. Hij heeft zich het vuur uit de laarzen gelopen (geen overbodige luxe met al die modder hier)  en kan er tenslotte ook niets aan doen dat het beest last heeft van hormonen. Als we aan ‘ons’ tafeltje plaatsnemen, met uitzicht over een zonnige vallei èn opnieuw drie soorten kolibri’s (waarvan ”een soort die we nog niet eerder zagen) zijn we weer helemaal blij. Deze vliegende juwelen zijn ook prachtig tenslotte!

We ontbijten met een uitstekend ontbijt: Martijn omelet met toast, Karin roerei en een pannenkoek! Lekker bakkie echt goeie koffie erbij, bordje fruit en als we klaar zijn vermaken we ons nog een tijdje met kolibri’s ‘vangen’ (op de foto wel te verstaan). Om half 10 houden we het voor gezien. We moeten nog best een stuk, dus laten we maar gaan rijden. We checken uit met wat pijn in ons hart. Voor iedereen die Paraiso de Quetzal aandoet: kies huisje 1! Alleen al voor het uitzicht waren we graag nog een nachtje gebleven, maar er lokken nieuwe oorden. We draaien de Interamericana weer op en gaan op weg.
De weg gaat eerst nog een stuk omhoog. We zaten al best hoog, maar de pas gaat tot bijna 3500 meter! In het boekje staan allerlei waarschuwingen over hoe eng dit stuk weg is, maar na gisteren en vanochtend draait Martijn hier echt zijn hand niet meer voor om. Het stuk na de top is lang en pittig. We slingeren ons uiteindelijk in een uur en drie kwartier naar San Isidro de El General, met dank aan een aantal ‘kruipende’ vrachtwagens. Als we daar zijn is het tijd voor pauze. Karin heeft vooraf een lunchcafé’tje opgezocht in deze plaats en dat blijkt nu uitstekend van pas te komen. We parkeren onze auto bij een soort parkeerwacht, waarvan Costa Rica er in elke plaats een aantal kent. Voor iets meer dan een euro past een vriendelijke dame op onze auto, terwijl wij gaan eten. Omdat we onze grote tassen in de auto hebben staan (redelijk uit het zicht, maar toch) gaan we bovendien in Café Delisia zo zitten dat we de auto kunnen zien.

Het restaurant is volledig open en dat is vandaag een gemengd genoegen. We moeten even wennen aan de hitte: in tegenstelling tot vanochtend is het hier zeker 30 graden, vochtig en op het pleintje tegenover het café is een groep mannen luidruchtig bezig het pleintje te verbouwen met drilboren en steenzagen. Maar: het café blijkt een uitstekende ijskoffie te hebben die het de moeite waard maakt en daarnaast hebben ze uitstekende broodjes en bovendien enorm vriendelijk personeel, dat heel geduldig blijft als Karin haar Spaans ergens vandaan probeert te graaien (waar is het toch als je het nodig hebt?!). Uiteindelijk gaan we tevreden weg: lekker gegeten en gedronken, alles in het Spaans afgehandeld en de auto is nog ongeschonden. De parkeerdame helpt ons met handgebaren met uitparkeren zonder een andere auto te raken en dan zijn we weer op weg.
Ojochal (spreek uit: ogotsjal) is onze eindbestemming en dat ligt langs de zuidelijke kustweg. We zien de oceaan al als we die weg op draaien en vanaf dat moment is ie niet meer ver weg. Villas Gaia ligt een paar honderd meter voor de afslag naar Ojochal aan de kust. We zijn niet heel scherp bij het inchecken (die hitte!), maar de man die ons welkom heet is erg vriendelijk en loopt met ons mee naar huisje 17, dat prachtig tussen het groen ligt. Hij geeft ons twee handdoeken mee voor het zwembad en als hij is verdwenen kost het ons ongeveer 1.5 seconden om te besluiten dat een zwembad echt een briljant plan is! Hop, omkleden en vijf minuten later liggen we in het werkelijk zalige water van het zwembad! Oh dat is heerlijk zeg. Het zwembad ziet er erg mooi uit en vanaf het overdekte (ontbijt)terras hebben we uitzicht op zee. Er zweven gieren over, we zien twee soorten leguanen en er groeien prachtige bloemen. We rennen en paar keer het water in en uit, tot we dreigen te verbranden en dan gaan we naar het huisje terug.

Daar rommelen we wat en besluiten dan in Ojochal wat drinken te gaan kopen (grote fles water en grote fles fris lijken ons een goed idee)  èn een zakje chips en bovendien te reserveren bij Citrus, een restaurant dat goed staat aangeschreven. Ojochal is een enorm gehucht, maar er is een supermarktje èn we kunnen reserveren bij Citrus, dus tevereden rijden we weer terug. Op de kamer zetten we de airco aan, werken het verslag bij (Karin) en lezen wat (Martijn).

Om kwart voor 7 lopen we naar Kolos. Restaurant Citrus is eigenlijk best te lopen, in afstand dan, maar het is inmiddels donker, we moeten een drukke weg oversteken en in het dorpje zelf is niets verlicht en zijn er geen stoepen. Toch maar even in de auto. Bij Citrus worden we vriendelijk welkom geheten in het mooie, open restaurant. De enige uitdaging zijn de flinke cicades (kruising tussen een spinkhaan en een tor) die in de rondte snorren en onaangekondigd op tafel / in je nek / in je glas landen (vooral bij de buren, wat meerstemmig gegil oplevert). Maar verder is het mooi ingericht en verlicht en de ventilatoren zorgen voor wat verkoeling. En het eten blijkt verrukkelijk! Karin begint met cheviche (in zuur gegaarde verse vis) en eet daarna vis-carpaccio van tonijn, zwaardvis en mahi-mahi; Martijn begint met foreltartaar en eet daarna grote garnalen met ricotta-ravioli. We delen een stuk passievruchten-cheesecake, drinken nog een kop uitstekende koffie en daarna gaan we zeer voldaan terug naar het restaurant. Dat was echt erg lekker; er is niets teveel gezegd over Ojochal als bestemming voor lekkerbekken!

Terug in het hotel kunnen we onze ogen nauwelijks open houden. Van ons plan om nog een borrel te gaan drinken komt niets terecht: we gaan lekker ons mandje in. Airco aan en tukken. Weltrusten!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.