Kopenhagen – Roskilde – Odense

Kopenhagen – Roskilde – Odense

We hebben prima geslapen en opnieuw zijn we iets voor de wekker wakker. Het ochtendritueel gaat bijna nog sneller dan gisteren en tevreden checken we uit. Comfort hotel is duur, maar prima! Op het station dumpen we onze grote tassen in een kluis, kopen met behulp van een dame die informatie geeft de juiste treinkaartjes en ‘Karen’ krijgt deze keer koffie op ‘bijna’ haar eigen naam. En daarmee rijden we in 23 minuten naar Roskilde.

Roskilde is voor sommige mensen vooral bekend door het enorme rockfestival dat er jaarlijks wordt gehouden, maar Karin wil er al jaren heen voor het Vikingschip Museum èn de Domkirke. Aangezien de Dom op zondag pas rond half 1 toegankelijk is volgens de LP, vertrekken we (via een wandeling door een flink park) als eerste naar het museum. Dat opent letterlijk 1 minuut nadat we aankomen haar deuren. Kijk, fijn. Voor de ‘massa’s’ (nouja) uit kopen we een kaartje en bekijken we het 15 minuten durende introductiefilmpje over de gerestaureerde en geconserveerde resten van vijf Vikingschepen die in het musem liggen.

De vijf schepen werden rond 1060/1080 na Christus afgezonken in één van de doorgangen van het Roskilde Fjord, in een poging het potentiële aanvallers lastiger te maken om Roskilde te bereiken. Het dorp was destijds een belangrijke handelsplaats en een interessant doelwit voor aanvallen. In de jaren 50 gingen er (nog steeds / alweer) geruchten door de regio dat er een ‘Middeleeuws schip’ in het kanaal lag. Deze geruchten waren zo hardnekkig dat een aantal duikers het ging onderzoeken. Ze geloofden hun ogen niet: in de modder kwamen ze sporen tegen van een enorm houten schip en misschien wel twee. In 1962 werd daarom een dam om het wrak heengebouwd en het gebied werd leeggepompt. Pas toen kwam de èchte verrassing: er bleken wel vijf (aanvankelijk dachten ze zelfs zes) schepen te liggen en niet uit de Middeleeuwen, maar uit de Vikingtijd!

Uiteindelijk koste het meer dan 25 jaar (!) om de stukken hout (die allemaal één voor één boven water werden gebracht) te conserveren èn weer in elkaar te puzzelen tot vijf afzonderlijke schepen. Een zeewaardig handelsschip, een handelsschip voor het kustgebied, een vissersboot en twee oorlogsschepen: één van 17 en één van 30 meter. Van het ene schip is meer over dan van het andere, maar indrukwekkend zijn ze allemaal. We maken plaatjes, filosoferen over hoe het geweest moet zijn en genieten van het bijzondere gezicht. Karin is blij: het was het wachten waard!

Als we uitgekeken zijn wandelen we naar buiten, naar het deel van het museum waar vaklieden bezig zijn met het beoefenen van ambachten die zijn ingezet voor het maken van deze schepen. Toen, maar ook recent, voor het maken en laten varen van de levensgrote replica. Tussen de touwslagers, de schilders en de houthakkers drinken we een kopje koffie in de zon. 

Na een laatste rondje houden we het voor gezien. Eerst lunch en dan de Domkerk. De lunch vinden we bij Piper, een leuke tent in het park (normaal met uitzicht over het gras en de zee, maar nu met uitzicht op een circustent) met uitstekend Smorebrod en een lekker plekje op het terras. Een flinke plons drinken erbij en we kunnen er weer tegen. En dan de Domkerk. Die blijkt niet om half 1, maar om 1 uur open te gaan dus we moeten nog héél even een paar minuten in de rij wachten als we aankomen. Beetje jammer, want het begint te spetteren, maar gelukkig duurt het niet lang. We kopen een kaartje en daarna kijken we in de kerk onze ogen uit.

De basis van de kerk stamt uit 1170, maar is sindsdien herhaaldelijk herbouwd en uitgebreid, onder andere om de stoffelijke resten van onder andere 37 van de Deense koningen en koninginnen te kunnen herbergen. Er zijn 11 grote en kleine kapellen te bewonderen… of verafschuwen; lang niet alles vinden we mooi. De 15e eeuwse fresco’s zijn indrukwekkend. De stokoude klok, met St. Joris die elk heel uur de draak verslaat, die promt een diepe zucht slaakt, is geweldig. De kapel waarin op een zuil streepjes staan die de lengte aangeven van elke Koninklijke bezoeker valt op, van de 1m.64 van Christian VII tot 2m.19 (!) van Christian I. En tenslotte vinden we het bijzonder dat er in één van de kapellen al een model van een doodskist van de huidige vorstin en haar prins-gemaal is te bewonderen. Van glas, ook nog, al vermoeden (en hopen) we dat daarin nog een deel zit dat niet transparant is…

Als we zijn uitgekeken lopen we naar het station en nemen we de trein terug naar Kopenhagen. Dat gaat goed, maar omdat de trein wat vertraging heeft, wordt het steeds spannender of we de handigste trein naar Odense (klemtoon op de eerste lettergreep, leerden we vandaag), namelijk de snelle, met maar drie stops, nog halen. we verdelen de taken: Eveline trekt een sprintje naar de kluis met koffers; Karin regelt iets te drinken. en het gaat nèt goed. Als we hijgend de trein instappen fluit de conductrice en sluiten de deuren zich achter ons. Top! We vinden een balkon met klapstoeltejs waar we neerploffen.

Een uur en 20 minuten later (het zou langer moeten duren, maar we zijn er echt zo) stappen we op Odense weer uit. We wandelen 12 minuten (heerlijk dat we allebei een lichte tas bij ons hebben) en dan zijn we bij Billesgade B&B. De eigenaren zijn niet thuis, hebben ze ons verteld, maar we hebben een code gekregen voor een sleutelkastje. Het voelt een pietsie vreemd, zomaar binnen komen in iemands huis, maar het is wel makkelijk dat we er zo in kunnen! Kamer 5 staat voor ons klaar in deze keurige B&B. 

Als we bezig zijn om ons klaar te maken om de stad weer in te lopen om iets te drinken en eten, komen de eigenaren thuis. We gaan even kennis maken, betalen, vragen ontbijt aan voor twee ochtenden en vragen of ze nog een tip hebben voor een leuk restaurant. er is nogal veel dicht opz ondag… Den Gamle Kro (de oude herberg) moet het worden zegt de eigenaresse. Traditioneel Deens, in een 17e eeuws pand. prima, gaan we doen: die burger of pizza kunnen morgen ook nog!

We wandelen een kwartiertje naar ‘Kro’. Het pand is echt geweldig, met allemaal hoekjes en zaaltjes (we eten zelf op de voormalige binnenplaats). ‘Onze ober is een beetje lomp en ongeïnteresseerd, maar gelukkig is er ook een aardige ober en is het eten erg lekker (vooral de kreeftenbisque vooraf, mjammie). Na een ‘theebuffet’ (Eveline kan kiezen uit wel zes soorten en heeft een hele pot heet water) en een kannetje koffie (een kopje was genoeg geweest!) wandelen we terug naar de B&B. Karin typt verslag; Eveline gaat nu vast even douchen in de keurige gemeenschappelijke badkamer. Het wordt vast niet heel laat vanavond…

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.