Kopenhagen (bezoek Helsingor en Hillerod)

Kopenhagen (bezoek Helsingor en Hillerod)

Tien minuten voor de wekker gaat staat Eveline naast het bed; als je dan zo keurig op tijd wakker wordt, kan je maar beter meteen opstaan. We rommelen ons door het ochtendritueel en vinden een ontbijtzaal waar het nog lekker rustig is. We zien beneden allemaal groepen in een andere ruimte zitten ontbijten. He, vervelend zeg, dat zij (of wij) ergens anders zitten?! We eten een uitstekend ontbijtje; alleen de koffie valt Karin vies tegen. Daar gaan we zo op het station wat aan doen. Als we onze zooi hebben gepakt is het toen voor 9 en wandelen we naar het station.

Daar haalt Gary een latte bij de Starbucks…. Gary?! Karin is dep teleurgesteld. Nota bene in Scandinavië snappen ze haar Scandinavische naam niet. En dan krijgt ze er een jongensnaam voor terug! Gelukkig maakt de koffie zelf veel goed. Enigszins belegdigd voegt ze zich bij Eveline. Inmiddels hebben er ook kaartjes: we blijken een toeristenkaartje uit de automaat te kunnen halen, dat 24 uur recht geeft op reizen over heel Zealand (het eiland waar Kopenhagen op ligt). En dat voor dezelfde prijs als een enkeltje naar onze eerste bestemming, Helsingor.

Dit schattige stadje bereiken we met een treinritje van 30 minuten, door groen en heuvelig landschap en uiteindelijk langs zee. Als we het station uitwandelen hebben we meteen uitzicht op zee, op Zweden (aan de overkant van het water, en heel dichtbij) èn op de belangrijkste trekpleister van het stadje: Slot Kronborg. Met Zweden op minder dan vier kilometer afstand begin dit slot in de 14e eeuw als verdedigingswerk en die functie bleef het eeuwenlang houden. Het huidige slot stamt uit de 16e eeuw en is vooral bekend als plaats van handeling van Shakespear’s Hamlet. 

Het slot dat de kust domineert is op het oog een vreemde combinatie tussen een militair fort en een sierpaleis. Later leren we dat dat onder andere komt door de restauratie na de verwoestigingen van 16-iets, toen het slot deels in een oudere stijl werd herbouwd. Voor nu vergapen we ons aan de verdedigingswerken en wandelen we over de inmiddels vaste brug naar het slot. Geluidseffecten van galloperende paarden en marcherende soldaten zijn zo goed dat we de neiging hebben om aan de kant te gaan voor deze niet-bestaande troepen.

Op de binnenplaats van het slot lezen we (en aan het podium zien we) dat het jaarlijkse Hamlet-festival aan de gang is. Er zijn meerdere kleine voorstellingen gedurende de dag, waarin scenes uit Hamlet worden nagespeeld. Daar willen we wel iets van mee krijgen maar voor nu proberen we voor de meute uit het slot in te komen. Uiteindelijk lukt dat niet helemaal en laten we twee grorpen Aziaten voor gaan. Die lopen zo snel door alle zalen heen dat ze al snel uit het zicht zijn. Wij dwalen door de spartaans ingerichte maar indrukwekkende zalen. Een slaapkamer, de troonzaal (waar de koning van Denemarken (een acteur) ons welkom heet in keurig Engels), een zitkamer, een torenkamer (waar de koningin ons toeknikt en een praatje begint over het fijne licht in de ruimte, wat het borduren ten goede komt), een gang met schilderijen en daarna de ENORME balzaal. Het uitzicht over de verdedigingswerken, het water en Zweden is uit elke ruimte anders en we snappen heel goed waarom hier een fort werd gebouwd. 

Dan blijkt het bijna tijd voor de eerste scene en tegen de richting in wandelen we haaastig terug. Dat tot ongenoegen van de dame van de beveiliging. Ze is niet echt boos op ons, heus niet, maar als iedereen dat doet wordt het natuurlijk een gevaarlijk zootje! We bieden nederig ons excuses aan en dat helpt; ze wijst ons naar de juiste zaal en na een laatste opmerking (niet meer doen he?!) bestormt ze iemand anders. Wij nemen plaats aan de rand van de zaal en daar komt Polonius kennis met ons maken, de adviseur van de koning. Een charmante acteur die op zoek is naar zijn ‘dochter’ Ophelia, zegt hij. Als het tijd is en er voldoende mensen aanwezig zijn vindt hij haar en voor onze ogen wordt heel verdienstelijk een scene gespeeld, die eindigt als Ophelia tegen haar vader liegt dat ze prins Hamlet natuurlijk met rust zal laten. 

In de balzaal treffen we Hamlet, die zich afvraagt ‘to be or not to be’. Deze acteur moest nog maar even niet ‘be on stage’ wellicht; deze scene is hem nog een maatje te groot, maar hij kijkt wel gepast dramatisch en speelt achteloos met een schedel. 

Op de binnenplaats tenslotte, als we al bijna het fort weer hebben verlaten laten we ons verleiden om nog even mee te gaan één van de onderaardse gangen in. Er schijnt een geest te zijn gezien… Een opname van de dode koning wordt geprojecteert op een doek en in het stikdonker doet dat het erg leuk. We sluiten het uitstekende bezoek tenslotte af met een wandeling over de vestingwerken om het hele fort heen. Er is nog meer te zien (we hebben de barakken en de kelders over geslagen), maar het was zo al erg de moeite waard!

Helsingor blijkt verder ook een enorm charmant stadje. Op zoek naar een lunchplekje dwalen we wat door de schattige straatjes, met halfhouten huizen in vrolijke kleuren. Café André is gevestigd in een wat moderner pand, maar ligt aan een leuk pleintje en (belangrijker) heeft inderdaad de beloofde heerlijke lunch. De stukken taart weten we over te slaan, maar de uitstekende salade met zalm is ook om je vingers bij op te eten. Op het momoment dat onze lunch wordt gebracht begint het te regenen. Wat een timing. We nemen nog een drankje extra en als we weg gaan is het droog. 

Het lukt om de trein van 10 voor 2 te nemen, de enige trein per uur die in 30 minuten (in paats van meer dan een uur!) naar Hillerod gaat. We hebben namelijk nog niet helemaal genoeg kasteel gezien vandaag! Rond 10 voor half 3 wandelen we daarom vanaf het station van Hillerod naar het water en van daar uit naar kasteel Frederiksborg. Dit reusachtige kasteel is begin 17e eew echt gebouwd als woonpaleis (en niet als fort) voor Christian IV (al zijn delen nog ouder) en tussen 1671 en 1840 zijn alle Koningen van Denemarken hier gekroond. Weinig verdedigingswerken en veel pracht en praal dus en dat is meteen duidelijk als we dichterbij komen. Dit beloofd een heel ander kasteel te worden. En inderdaad: als we een kaartje hebben gekocht ontvouwt zich al vanaf de eerste zaal een indrukwekkend geheel aan eet-, werk- en slaapvertrekken (allemaal voorzien van veel schilderijen), met als hoogtepunten een enorme balzaal, een ridderzaal en een kapel (waar net een huwelijk is voltrokken). De vleugels zijn naar een periode gerestaureerd en ingericht en het oudste deel is het enige deel uit de 16e eeuw dat nog bestond na de brand in de 17e eeuw dat een groot deel van het paleis is een rokende puinhoop veranderde.

We kijken onze ogen uit en lopen onszelf volledig versleten. Rond half 5 is het op: het kasteel gaat bijna dicht en Karin’s knieën zijn er volledig klaar mee. We wandelen terug naar het dorpsplein en ploffen op het terrras waar we een enorm glas cola light achterover slaan. Dat is erg fijn, maar we zitten er niet heel lekker. Het zonnetje dat er een groot deel van de middag weer bij was verschuilt zich steeds vaker achter de wolken en we waaien bijna uit ons hemd. Tijd om naar Kopenhagen terug te gaan.

Drie kwartier later wandelen we daar door naar Sushi & Sticks, een vestiging van een sushi-keten vlak bij ons hotel in de buurt. We zijn vroeg en krijgen een plekje en een verukkelijke berg sushi. Heel tevreden wandelen we daarna naar het hotel. Moe, maar zeer voldaan!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.