16 november – naar Vang Vieng

16 november – naar Vang Vieng

Na een uitgebreide nacht slaap gaat de wekker om kwart voor 7 en duiken we onder de douche door. Schoongewassen, aangekleed en met ons ontbijtje achter de kiezen (en Harro een pil tegen reisziekte) zitten we om iets voor 8 te wachten op de veranda van het hotel. Er rijden kleine busjes en auto’s af en aan om gasten van de hotels in de buurt af- en aan te voeren, maar het duurt even voor we ons transport zien. Als er een ‘jumbo’ (grote tuktuk) voorrijdt grapt Karin: ‘kijk, daar zal je ‘m hebben’… om vervolgens te zien dat er een briefje met onze namen tegen de ruit wordt gehouden. Jawel, onze eigenste jumbo naar het busstation. De andere 2 mensen op de veranda stappen ook in en blijken ook Nederlands, op stap met Laosonline. We wisselen wat ervaringen uit en ondertussen pikken we nog wat mensen op, die we er ruim voor het busstation weer uitzetten. Als we beginnen op te letten blijken we al zo’n 2 keer het hele dorp doorgereden te zijn, voordat we uiteindelijk met z’n vieren overblijven en in ongeveer 4 minuten van de straat achter ons hotel naar het busstation rijden… Afijn…

We melden ons aan de balie, krijgen twee kaartjes voor de bus (stoel 7 en 8, lekker voorin), geven onze tassen af en wandelen nog wat heen en weer voor de bus uiteindelijk om half 10 vertrekt. De eerste 10 minuten nog op een rechte weg en daarna duiken we de bergen in en is er uren achter elkaar geen recht stuk weg te vinden. We slingeren de bergen op en weer af, met schitterende uitzichten over een landschap in allerlei schakeringen groen. Palmen en bananenbomen, maar ook bomen met grote ronde bladeren van een ruime meter doorsnee en schitterende bomen en struiken met rode, oranje, gele, paarse en witte bloemen. Om half 12 hebben we ergens bovenop een berg een plasstop, met een schitterend uitzicht op de omringende bergen. En verder hotsen en botsen we weer. De pil werkt gelukkig prima, zodat zelfs Harro tussen de (uitgebreide) tukjes iets meekrijgt van het landschap.

Na nog twee uur rijden zijn we de hoogste kammen over en wordt het lanschap nog mooier. We rijden een Karstgebergte in. Stijle (rots)pieken, diepgroene begroeiing, rivieren, beekjes. De dorpjes die we onderweg tegenkomen zijn aan de weg gebouwd. De huizen zijn afwisselend van steen / beton, van hout of van gewoven rietmatten. De daken zijn van riet of van golfplaten. Dat laatste lijkt ons erg luidruchtig in het regenseizoen! Op de daken en op kleden langs de weg liggen rode pepers te drogen. Aan de huizen hangen maiskolven. Er wordt hard gewerkt: sommige mensen dragen enorme ladingen hout of zakken rijst op banden aan hun hoofd.
Rond twee uur vlakt het land wat af en zien we mensen hard werken op de velden. Rijst natuurlijk en soms andere gewassen die we niet herkennen. De mannen en vrouwen hebben strooien hoden op (veel in de herkenbare Vietnamese puntvorm) en zijn in onze ogen soms wel heel dik gekleed. Bedekken tegen de zon kunnen we ons voorstellen, maar we zien zelfs winterjassen! Nou is het natuurlijk het koele, droge seizoen…

Om half 3 stoppen we voor een (late) lunch en dankbaar strekken we onze benen, drinken iets, eten een (voorverpakt) ijsje en gaan naar het toilet. We vertrekken weer om 3 uur en uiteindelijk rijden we rond half 5 het busstation van Vang Vieng binnen. We regelen een jumbo naar de Ban Sabai Bungalows en worden voor 10.000 kippen de man (een kleine euro) afgezet bij een erg relaxte verzamling bungalowtjes aan de rivier. We krijgen een keurig ‘huisje’ met een nette badkamer, een balkonnetje met uitzicht over de rivier en de bergen en een prima bed met muskietennet (geen overbodige luxe gezien de muggen). Als we onze spullen hebben gedropt wandelen we als eerst naar een rustig tentjes verderop waar we iets drinken en bespreken wat we hier allemaal willen. Iets outdoorigs vooral, want daar komen we hier voor. Het dorpje is niet heel bijzonder: het is klein en een rare mix van traditioneel en fout-toeristisch. Maar van de omgeving willen we graag meer zien. We kiezen voor een rommeldag morgen (klusjes en misschien een beetje tuben, met een band door het water drijven) en een actieve dag overmorgen (iets van een kajaktocht).

Met het drankje achter de kiezen gaan we op zoek naar iets te eten wat we uiteindelijk vinden bij The Bakery. Harro een heerlijk noedelgerecht met garnalen en Karin een soort zoet-zure kip met groente. Daarnaast eten we een stapel simpele, maar lekkere loempia’tjes. Als we zitten te eten zien we een aantal jumbos’ met lallende Britten terugkomen van een tubing-avontuur… Dat beloofd nog wat!
Na het eten wandelen we via wat winkeltjes (met handige, waterdichte tasjes) terug naar het hotel waar Karin iets aan de site doet en Harro beleefd zijn ogen open houdt tot ze klaar is. Tukkiestijd!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.