Dag 12 – Niaux en Toulouse

Dag 12 – Niaux en Toulouse

Uitgeslapen werken we onszelf rond 8 uur het bed uit. Harro is duidelijk over de ergste snuffels heen, maar om dat te compenseren heeft Karin vandaag een off-day. Dat mag de pret niet drukken: inpakken en wegwezen hebben we besloten. Omdat de weersvoorspellingen heen en weer schieten tussen beroerd, redelijk en opnieuw beroerd, besluiten we het over een andere boeg te gooien, Vandaag scheuren we Carcassonne, Mirepoix en Montsegur (allemaal geplande stops, voor een bezoek of een of meerdere overnachtingen) voorbij. Via de snelweg rijden we in een keer naar Niaux!

We nemen een broodje mee in de auto en daarna rijden we twee uur flink door. Een snelle fotostop vanaf de snelweg bij Carcassonne en een kop koffie en door gaan we weer. Meer water en fris later en om half 2 zijn we in Niaux. Dit piepkleine dorpje ligt in Pyreneeen tussen prachtige bergen. In de verte, waar de bergen echt hoog worden, zien we sneeuw op de topppen: om ons heen is alles prachtig groen. Alleen al het landschap is erg de moeite van deze rit waard!
Maar, verscholen in deze bergen, liggen een aantal van de beroemdste grotten met pre-historische tekeningen. Waar beroemde grotten in de rest van het land (zoals die van Lascaux) steeds vaker gesloten worden voor het publiek, zijn de grotten hier nog (beperkt) toegankelijk. Officieel moet je – zeker buiten juli en augustus – reserveren, maar we wagen het er maar op.

We hebben mazzel, als we na een ritje over een spectaculair bergweggetje bij de enorme (door mensen gemaakte) grotingang komen, blijkt dat we zo mee kunnen met de tour van kwart voor 2. Helaas hebben we de Engelse tour net gemist (deze tour is in het Frans), maar omdat we vooral voor de beelden komen besluiten we gewoon mee te gaan. 10 minuten later vertrekt gidse Marion met ons (een Frans stel, een Duits stel en ons) naar  binnen. Ze vertelt de hele tour heel veel, maar praat rustig en geeft ons herhaaldelijk de gelegenheid om vragen te stellen, ook in het Engels als we dat willen. Maar we kunnen het tot onze aangename verrassing redelijk volgen en Marion is – net als wij – in haar nopjes.
De tocht blijkt echt geweldig! Als we twee beschermdeuren door zijn (om de temperatuur in de grot constant te houden) staan we in het pikdonker in een enorme gang, waar het 12 graden en vochtig is. De hele toch gaat over redelijk ‘gelijk’ terrein: we hoeven weinig te stijgen en dalen, al zorgen de hier en daar spekgladde stenen en honderden richels er wel voor dat het oppassen is geblazen. De meeste gangen zijn enorm en vrij hoog. Uiteindelijk lopen we ongeveer 800 a 900 meter de grot in naar de ‘salle noir’ (zwarte kamer). Onderweg hoeven we maar 3 keer door een smalle doorgang en maar 2 korte steile trappen op en af.

De eerste van deze smalle doorgangen – als we ongeveer een kwartier binnen zijn, na een uitgebreid verhaal van Marion – wordt de Duitser teveel. Zijn vrouw roept Marion: haar man heeft een accute aanval van claustrofobie. De man staat inderdaad zwaar te hijgen en wil duidelijk alleen nog maar naar buiten. Marion is verplicht ons allemaal mee terug te nemen als ze het stel naar buiten brengt. Daarna gaan we meteen weer naar binnen: het is nu bijna een privetour geworden!

We lopen nu de oorspronkelijke ingang voorbij – de enige natuurlijke doorgang die in dit 4.5 km lange grottenstelsel is gevonden – net als de resten van een onderzoek uit de jaren ’70 van de vorige eeuw – waaruit bleek dat het oorspronkelijke vloerniveau uit de tijd van de Cro Magnon mens die de schilderingen maakte, ongeveer een meter lager lag. Sindsdien hebben rivieren door de grotten gestroomd die lagen kalk hebben achtergelaten. We stoppen wel bij de volgende bijzonderheid: een serie lijnen en stippen uit de tijd van de schilderingen die als bewijs worden gezien dat er sprake was van een eigen cultuur en communicatie tussen de verschillende mensen uit die tijd: dezelfde stippen en strepen (een voorloper van het schrift?) zijn gevonden in alle grotten in Frankrijk en Spanje.
Daarna lopen we – langs een serie zalen die zijn afgesloten voor publiek – naar de ‘salle noir’. Het is een enorme, ronde zaal, wel 25 meter hoog, met een geweldige akoestiek. We laten onze lampen achter en Marion leidt ons langs de wanden. Zij naast de muur: wij achter een hek. Als haar lamp over de eerste schilderingen schijnt, stokt de adem in onze keel. Het is in een woord geweldig. We zien bizons in heel veel detail, stylistisch weergegeven paarden en kleine hertjes met gedetailleerde hoorntjes, allemaal in zwart. De kunstenaars maakten duidelijk gebruik van de rots: een rug blijkt een barst in de rots, een oog een deukje. De tekeningen staan over en door elkaar heen. We zien op vier plaatsen schilderingen en kijken onze ogen uit. Wat een prachtig gezicht en wat een bijzonder idee dat op deze plaats bijna 14 tot 15 duizen jaar geleden mensen kwamen, met toortsen en lampjes en deze tekeningen maakten!

Na 20 minuten moeten we verder: onze adem kan de tekeningen beschadigen en daarom mag elke groep maximaal 20 minuten in de zaal blijven en zijn er een beperkt aantal tours per dag. We lopen terug en bekijken onderweg nog een paar strepen en punten. Onderweg kijken we waar mogelijk ook onze ogen uit naar de grot zelf. Zo in het donker, met alleen een lampje krijgen we een beetje een idee hoe dat vroeger moet zjn geweest. Door de grot lopen wordt hiermee een belevenis op zich!

Uiteindelijk zijn we om half 4 bij de auto terug. We bedanken Marion uitgebreid en kopen nog een paar kaarten. We mochten binnen geen foto’s maken en willen toch graag een aandenken. Daarna rijden we een aantal dorpjes verderop naar een supermarkt, waar we een broodje, kaas en sap halen en op de parkeerplaats opeten. Na enig overleg besluiten we door te rijden naar Toulouse en daar een hotel te pakken. Het is maar een uurtje rijden en Harro manouvreert zich in de spits op een bewonderenswaardige manier door deze grote, drukke stad. We landen keurig in de parkeergarage naast het hotel dat we op het oog hebben. Helaas is dat vol, maar het hotel ernaast heeft voor een redelijke prijs een kamer vrij.
Nadat we – opnieuw via het gratis WiFi op de kamer – het eerste deel van de site hebben bijgewerkt, vertrekken we voor een klein rondje stad. Karin na het grotbezoek zo mogelijk nog dweiliger en we beperken ons dan ook tot een fotorondje om de bijzondere basiliek van de stad. Daarna drinken we wat en na een kort bezoek aan de plaatselijke MacD trekken we ons terug op onze hotelkamer. Daar schrijven we sterke verhalen over vandaag en smeden we snode plannen voor morgen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.