dag 7: Denali

dag 7: Denali

Vroeg in de ochtend staan we op: Een gedeelte van de groep gaat vandaag Denali in met de bus en vertrekken om half zeven, vanaf het ‘Wilderness Access Center’, de toegang tot Denali NP. Als we rond half zes op staan is het natuurlijk al weer licht, echt donker wordt het hier niet, en het schemert een beetje tussen twaalf en vier uur ‘s nachts. De camping waar we gisteren zijn aangekomen is prachtig en zo in de ochtend kunnen we genieten van een geweldig uitzicht over de bergen van het park.
Nadat we de rest hebben afgezet bij het vertrekpunt van hun trip in het park gaan wij terug het dorpje in en landen met 6 man bij de Black Bear coffeeshop. Een rustige en gezellige koffietent, waar ze koffie en thee zo ongeveer per liter verkopen. Al snel zien we dat ze hier ook een WiFi accesspoint hebben, dus ons plan voor de dag begint langzaam vaste vormen aan te nemen. Het eerste gedeelte van het plan staat wel al vast: Wij vertrekken om 8 uur voor een ‘flightseeing’ naar Mount McKinley (of Mount Denali, net wat je wil). Na ons bakkie brengt Kris ons naar het vliegveld, een grindvlakte tussen de bergen. Nadat we hier de man 325 dollar aftikken worden we door de piloot opgehaald en naar het vliegtuigje toe gebracht. Na de safety briefing scheuren we de baan af en zijn we op weg voor onze 1 uur durende vlucht. Het weer ziet er goed uit voor de verandering, en dat is maar goed ook: de laatste 17 dagen is Mount McKinley amper te zien geweest. Er is wel wat bewolking, maar het klaart steeds verder op zodat we goed kunnen genieten van de uitzichten over het park. Tijdens de vlucht worden we via de koptelefoons voorzien van informatie, afwisselend afkomstig van onze piloot (die ook klinkt alsof ‘ie de laatste 15 jaar niets anders dan dit heeft gedaan) en een aan het systeem aangekoppelde ipod. Na 25 minuten vliegen zijn we bij de berg: een prachtig uitzicht op de met een hoogte van meer dan 6 kilometer de hoogste berg van Noord Amerika. Vlak voordat we bij de berg komen worden we gewaarschuwd om onze riemen nog even extra strak aan te trekken: Er kan wat turbulentie zijn… Uiteindelijk stuiteren we  10 minuten lang aan alle kanten langs de berg en schieten plaatjes van de prachtig in de zon gelegen berg.
De terugvlucht is nog steeds mooi, maar wel net zo stuiterend als bij de berg. Enigszins groen, maar meer dan tevreden landen we uiteindelijk weer in de grindbak.
Vanochtend hebben we besloten dat het dringend tijd is voor het bijwerken van de site, dus we laten ons door Kris weer bij de coffeeshop dumpen. Hier zitten we heerlijk rustig tot lunchtijd de site bij te werken. Na een snelle hap wordt het dan toch tijd voor wat actiefs: We beginnen met een vruchteloze poging een shuttlebus naar het Wilderness Access Center te pakken, en gaan uiteindelijk te voet die kant op. Een uurtje verder zijn we bij het WAC en hier gaat het qua bus gelukkig beter. Een gratis shuttle brengt ons naar het verder in het park gelegen Visitor Center, van waaruit er verschillende wandelpaden starten. Deze paden zijn redelijk kort en de eindpunten staan allemaal op de route van een aantal shuttlebussen die door het park rijden. We wandelen rustig met zijn tweeën door het park, hardop pratend om maar vooral geen beren te laten schrikken. Dat lukt dan ook prima, op een klein vosje na zien we dan ook werkelijk geen enkel beest.
De route brengt ons uiteindelijk bij de hondenkennels waar de park rangers hun huskies verzorgen. In de winter is de hondeslede nog steeds het best werkende vervoersmiddel in het park, en vandaar dat er een behoorlijke populatie honden gehouden wordt. We lopen langs de kennels, waar de meeste volwassen honden er redelijk slaperig bij liggen: In de zomer is het eigenlijk veel te warm voor ze en daarom proberen ze zich rustig te houden. In de Kennels zijn ook twee groepen puppies, de duidelijk wat minder last hebben van de ‘hitte’. Uiteindelijk staan we samen met zo’n honderd andere mensen op een tribune voor een korte demo van de honden. Die demo blijkt te bestaan uit een half uur gewauwel door een dame die denkt dat ze tegenover een klas zesjarigen staat. We ergeren ons kapot, maar de mensen om ons heen lijken het prachtig te vinden… misschien dat ze het wat meer gewend zijn om zo te worden toegesproken. De uitendelijke run van de honden is heel kort maar wel indrukwekkend, binnen no time trekken ze een slee over een grindbaan. Veel verder dan een honderd meter gaan ze niet, want dan raken ze echt oververhit.
Na de demo pakken we de bus terug naar het Visitor Center en uiteindelijk naar het dorpje, waar we door Kris worden opgepikt. Op de camping aangekomen betrekt het weer en begint het te plenzen. We maken zo goed en kwaad als het kan een grote tent van een zeil en wat tentpalen, waar we met zijn allen onder eten. Die avond is het voor sommigen heel erg vroeg bedtijd: Morgenochtend om half zes vertrekt onze bus vanaf het WAC naar Wonderlake, het verste punt in Denali NP wat je met een bus kunt bereiken.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.