1-09 naar Forillon
De wekker gaat vroeg want we hebben een lange reisdag voor de boeg en de ferry wacht niet! Omdat we de spullen gisteren al in hebben gepakt, zijn we na het douchen en aankleden snel klaar. We gooien alle zooi in de auto en nemen afscheid van Denis en Suzanne. Omdat we te vroeg weg gaan voor de eerste ontbijtmogelijkheid hebben ze heel attent voor ons een ontbijtje klaar gemaakt. We nemen met gemengde gevoelens afscheid: het is leuk om nieuwe dingen te gaan zien, maar we hebben het hier erg naar ons zin gehad! Denis wijst ons bij het weggaan op de Beluga`s die vanuit de woonkamer te zien zijn en we zien net als de vorige twee ochtenden een kolibri voorbij komen. Wat een plaats en wat jammer dat we verder `moeten`.
Na een laatste plaatje van de twee witte stippen achter de voorbijvarende boot (dag Beluga`s) rijden we in 1 ruk naar de ferry. De route ernaar toe is zeker geen straf. Voorbij Les Escoumins wordt het landschap steeds ruiger: minder en lagere bomen en veel meer naaldbomen. We passeren wat watervalletjes en minidorpjes en na een kleine zoektocht (we denken soms op veel te grote schaal: de ferries zjin hier ook niet zo groot!) staan we als 6e auto bij de ferry. Keurig op tijd worden we aan boord van deze snelle catemaran geloodst en vertrekken we voor de 55 minuten durende tocht naar Rimouski. De tocht gaat snel: het is opnieuw prachtig weer en we staan goed ingesmeerd aan dek te kijken of we toevallig nog een walvis zien. Zonder walvis, maar netjes op tijd, rijden we een klein uurtje later van de boot af. Aangezien we aan boord koffie hebben gedronken en het nog geen lunchtijd is (het is pas 11 uur) rijden we lekker door, via de 132 naar het oosten.
De route is geweldig mooi. De weg loopt vlak langs het water, door almaar ruiger wordend landschap. Op sommige plaatsen is de weg maar 5 meter van de zee af! Het is zoals gezegd stralend weer en deze weg wordt wat ons betreft niet voor niets tot de 10 mooiste wegen van Canada gerekend. We passeren opnieuw allerlei minidorpjes en uiteindelijk lunchen we, in een schattig café aan het water, met uitzicht op een aantal zeehonden die relaxed in het water liggen te draaien. Daarna rijden we weer verder tot we uiteindelijk afslaan de 198 op, het binnenland in. Volgens Sopsop is de route iets korter en wie weet zien we nog een beest.
De route is net zo mooi als die langs het water, midden door de bossen met hier en daar zicht op een meertje. Beesten zien we niet (we hebben meer geluk met water- dan met landbeesten) maar het is al met al niet verkeerd. Eind van de middag zijn we er alleen wel klaar mee. Het is echt een enorm eind rijden, dus we zijn blij als we bij Gaspé zijn. Vandaar is het nog ongeveer 20 minuten naar het hostel, dat aan de rand van Forillon NP ligt.
Het ligt er inderdaad prachtig bij en we worden – als we rond 5 uur aankomen – erg vriendelijk welkom geheten. Het hostel is schoon en opgeruimd en de mensen zijn enorm aardig en enthousiast. De douches zien er keurig uit en onze kamer is prima: er is een bed, twee houten stoelen, een groot licht, een klein licht en er zijn gordijnen: wat wil een mens nog meer!
We eten wat in het restaurantje dat bij het hostel hoort en dan zijn we wel klaar. We vallen `s avonds als een blok in slaap, in het heerlijk stille gebouw.