Naar Granada

Naar Granada

We liggen na de wijn en de lekkere
hapjes op tijd in ons mandje en door de stilte en riante bedden is
het maar moeilijk opstaan de volgende ochtend. Zeker omdat het best
vroeg is als de wekker gaat. Toch willen we op tij weg. We gaan onze
reisdag goed besteden!

Om half 9 zitten we in de auto, nadat
we de route nog even hebben gecontroleerd online en hebben
afgerekend. Dag Jerez, we komen graag nog eens terug, maar dan niet
op een zondag 🙂 We rijden vandaag naar Granada, maar dan wel via de
toeristische route. Het is helaas nogal bewolkt, dus optimaal
genieten van de uitzichtjes zit er niet in, maar dat mag de pret niet
drukken. We rijden met behulp van kaart en richtingsgevoel de stad
uit en na een half uurtje rijden zien we Arcos de la Frontera liggen.
We stoppen er niet, maar het ligt keurig op de route en de ligging is
nogal spectaculair. De oude stad lig precies op de rand van een klif!
Van bovenaf kijk je over een enorme glooiende vlakte (bebouwd, met
heuvels en bergen in de verte) en vanaf beneden kijk je zeker 80
meter recht omhoog tegen een klif aan, waar de randen van gebouwen
net overheen piepen. Een bijzonder gezicht en we rijden een rondje om
de stad heen, om er optimaal van te genieten.

Daarna rijden we verder naar het
oosten. De route is prachtig: aanvankelijk over glooiende groene
velden, maar hoe verder de heuvels en uiteindelijk rijden we in de
bergen. Spanje is in een aantal gebieden erg vlak, maar op andere
stukken vliegen de ‘sierra’s’ je om de oren. Dit is de Sierra de
Grazalema, genoemd naar het meest pittoreske dorpje van de bergketen.
De bergen zijn maar bedekt met een dun laagje groen: de rotsen steken
er overal tussendoor. Langs de weg groeien ontelbaar veel veldbloemen
in allerlei kleuren en ook de olijf- en andere bomen komen we tegen.

Helaas merken we goed dat het niet zulk
mooi weer is: het enige uitzichtspunt dat we tegenkomen ligt volledig
in de mist. Al grappend dat dat een heel bijzonder plaatje oplevert
(‘only happens maaybe once or twice a year!’) steken we de pas over.
We treffen ook Grazalema in de mistflarden aan, maar als we aankomen
knapt het al op. We parkeren de auto en zoeken een café op, in dit
meer dan schattige dorpje. Twee cafe con leche en een chocobroodje
later wandelen we een rondje. Er is markt: 8 kledingstalletjes, 1
groentestalletje en 1 busje waarvan de eigenaar uit de achterbak allerlei soorten koekje verkoopt.

We rijden verder, naar Ronda. Daar
worstelen we ons met behulp van bordjes, de kaart en opnieuw ons
richtingsgevoel, naar de ‘nieuwe brug’ die Ronda beroemd maakt. Deze
brug plakt de oude en de nieuwe stad aan elkaar met een brug die een
kloof van ongeveer 100 m diep oversteekt. We rijden over de brug en
werpen een blik over de rand. Daarna kijken we elkaar aan: het stikt
van de toeristen (de helft van alle costa-toeristen loopt hier rond
zo te zien) en parkeren wordt een drama…. Dag Ronda, misschien tot
de volgende keer. Het lijkt een erg schattig dorpje, dat volkomen
onder de voet gelopen is / wordt. We hoeven even niet zo nodig.

Verder maar weer, maar nu pakken we de
snelweg. We rijden naar het noorden, tot we moeten afslaan naar het
oosten om in Granada terecht te komen. We willen echter nog een stop
maken, in Antequera. Daarvoor stoppen we eerst langs de snelweg bij
een tankstation annex tapasbar. We hebben gemerkt dat die vaak
verrassend goed zijn in Spanje langs de snelweg. Anders dan in
Duitsland, waar het weliswaar efficiënt en goed geregeld is, maar er
ook geen smaak meer aan de verschillende ‘raststattes’ zit, zijn de
tentjes hier allemaal erg persoonlijk. Vaak zie je behoorlijk wat
locals van een achteraf weggetje er iets komen eten. Ook deze keer
eten we een prima broodje en drinken een lekker bakkie. Daarna rijden
we door naar Antequera, De eerste reden voor deze stop zijn de drie
‘dolmen’ of grafheuvels die aan de rand van de stad liggen. De twee
die we bezoeken (Mengha en Viera) zijn uit ongeveer 2500 v. Chr.
Vooral de grootste (Mengha) is een architectonisch wonder. Enorme
rotsblokken, waarvan de zwaarste naar schatting 180 ton weegt, zijn
tegen elkaar aangezet op een manier die 4.500 jaar later nog stand
houdt! Mengha ligt bovendien zodanig dat op de dag van de
zonnewende, de zon recht de tombe invalt. Geleerden denken dat dit
niet zozeer met de zon te maken heeft, maar met de ‘heilige berg’
die er tegenover ligt en die verdacht veel weg heeft van het gezicht
van een liggende mens. Er gaan nogal wat theorieën over die berg en de
grafheuvels (‘heilige interactie tussen mens en kosmos’), maar
ongeacht de verhalen zijn het indrukwekkende menselijke prestaties,
die tombes. In 1 van de heuvels zit zelfs een soort gat / waterput
van bijna 20 m. diep. Omdat dit pas een paar jaar geleden is ontdekt,
zijn ze er nog niet uit wanneer dat gat is gemaakt en waar het voor
diende… Het zijn immers grafheuvels, dus ‘waterput’ lijkt niet zo
logisch!

We brengen er een prettig half uurtje
door en rijden dan door Antequera heen naar de tweede reden voor het
bezoek aan deze stad. Op ongeveer 12 kilometer zuidelijk ligt El
Torcal NP, een karst-gebied waar wind, regen en zon de voormalige
zeebodem (nu op ongeveer 1350 m. hoog) op prachtige wijze hebben geërodeerd, zodat fantastische rotsvormen ontstaan. Dat willen we
zien! We rijden de bergen in, wat op zich al de moeite waard is en de
laatste 500 m. naar de parkeerplaats rijden we inderdaad door
prachtige ‘pannenkoek-bergen’. Laagje op laagje op laagje steen, in
plateaus en pilaren en in bergwanden. Het is een prachtig gezicht en
Karin klikt er vrolijk op los!

Bij het informatiecentrum ontwijken we
vakkundig de bussen schoolkinderen en maken plaatjes vanaf een
uitzichtspunt. Daarna besluiten we dat we nog wel wat meer willen
zien. Er zijn twee wandelingen uitgezet: een gele van 2 uur die wel
erg ambitieus is, maar ook een groene van 45 minuten. We zijn niet de
enigen op het pas, maar de schoolklas is ons erg ver vooruit dus
daar hebben we geen last meer van en de overige bezoekers houden
rekening met elkaar, waardoor het lekker rustig blijft. De rotsen
zijn spectaculair en hoewel het hier en daar wat klimmen is, genieten
we van de wandeling. Vooral als we helemaal aan het einde een soort
wilde berggeiten op de rotsen zien! We komen er niet helemaal achter
wat het zijn, maar ze rennen over de smalste rotspaadjes alsof het
niets is en blijven zelfs even staan voor de foto.

Uitgeput ploffen we daarna in de auto,
drinken een fles water leeg en besluiten dat het mooi is geweest. In
ongeveer anderhalf uur scheuren we naar Granada. Daar aangekomen
rijden we aanvankelijk zonder problemen richting hotel. Maar dan
begint de ellende: 1-richtingsverkeer, opgebroken wegen (heeeeeeel
veel opgebroken wegen), wegen waarop je alleen maar rechtdoor of
rechtsaf mag (in plaats van links, wat we zo graag willen)… Granada
is een verkeerskundige ramp. Na een uur (!) rijden we EINDELIJK de
straat van het hotel in. Bekaf en behoorlijk klaar met autorijden in
deze stad, parkeren we de auto in een parkeergarage verderop en
wandelen een klein stukje terug. We krijgen gelukkig een hartelijk
ontvangst en een geweldige, stille kamer. We gooien onze spullen neer
en omdat het inmiddels bijna half 9 is gaan we meteen weer naar
buiten, om een hapje te eten. Vlak bij het hotel blijkt een geweldig
straatje helemaal vol tapas-barretjes! We kiezen een leuke uit en
eten werkelijk heerlijk: albondigas (gehaktballetjes), gegrilde
gamba’s en patatas con aioli (aardappelen met knoflook). We drinken
er een glaasje bij en zijn de ellende van het autorijden al bijna
weer vergeten!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.