19 maart – Halong Bay (incl update)

19 maart – Halong Bay (incl update)

De wekker gaat wat erg vroeg: half 7. We hebben gelukkig weer heerlijk geslapen dus echt veel moeite kost het niet eens, het opstaan. Bovendien zijn we benieuwd naar de avonturen van vandaag: we gaan naar Halong Bay!

Na het ontbijt pakken we de laatste spullen in en checken uit. Het hotel is echt geweldig, we kunnen niet anders zeggen. Met opnieuw twee flesjes complimentary water en de directe aanbieding om onze tassen veilig op te slaan tot we terug komen. Na vannacht slapen we nog twee nachten in Hanoi en in dit hotel, dus we laten de meeste bagage achter. Met twee kleine rugzakjes en een plastic tas met zwemspullen, stappen we om 8 uur in het kleine busje dat ons ophaalt.

Na nog twee hotel-stops (er zitten al twee mensen in de bus), rijden we de stad uit en via een aantal kleine plaatsjes naar Halong Bay. Het is niet eens zo ver weg, een kilometer of 160, maar daar doen we (inclusief 20 minuten koffie en plasstop) toch ongeveer 3 ½ uur over. De weg is aanvankelijk goed, maar wordt (tot het laatste half uur) steeds hobbeliger en echt opschieten doet het door al dat verkeer niet. Maar: we kijken opnieuw onze ogen uit. Karin doet een halfslachtige poging tot fotograferen, maar de wegen en de rest van het verkeer werken niet echt mee. Het genieten is er niet minder om. Mannen en (vooral) vrouwen aan het werk op de rijstvelden (hier overigens plat, geen terrassen), ossen aan het ploegen, mensen die water scheppen in de irrigatiekanaaltjes, een school die uitgaat, een brommer met 20 dode (maar nog ongeplukte) kippen achterop gebonden: teveel om op te noemen.

Rond kwart voor 12 komen we aan op de kade van Halong Bay. Daar krioelt het van de mensen. Het is echt spitsuur: over de 80 schepen laden mensen af en weer op. Rechtstreeks, of zoals wij via een klein bootje. Vrouwen in roeibootjes proberen wat bij te verdienen door crew heen en weer te varen en tussensdoor rennen bemanningsleden met vuilnis en verse etenswaren af en aan. We blijven wat verdwaasd staan wachten tot we naar het juiste bootje geleid worden. De boot is – wat ons betreft – geweldig. We krijgen een ruime hut, met twee bedden en een aparte badkamer met wc, wastafel en zelfs een douche! Ok dan douche je wel zittend op het toilet, maar het is veel luxer en ruimer dan we dachten. De boot is in traditionele stijl, een jonk waarvan het bovenste dakje is vervangen door een zonnedek. Er staat een gedekte tafel klaar, zodat we meteen kunnen aanschuiven voor de lunch.

Dat wil zeggen: als de kwestie van de twee Duitse dames wordt opgelost. Zij blijken te hebben geboekt voor een extra luxe hut.. op een ander schip! Ze zijn boos, ze willen van boord, maar het andere schip blijkt al vertrokken en volgeboekt. Ze zijn nog bozer, willen nu echt van boord. Uiteindelijk weet een van de personeelsleden, na veel heen en weer bellen, de kwestie op te lossen door te regelen dat ze morgenochtend op de andere boot kunnen, met korting, als ze vandaag blijven. Ze hebben twee nachten geboekt, dus gaan – mopperend – akkoord.

De stemming is na dit incident wat bedrukt, ook bij ons (de andere 6 passagiers): we durven niet echt hardop te genieten. Na een voorzichtig begin gaan we aan tafel en met al snel allerlei heerlijks voor ons neus, komt de stemming er in. Het eten is echt heerlijk: garnalen, vis, schelpdieren, inktvis, rijst, groente en fruit.

Zelfs Martijn geniet. Na deze lunch met 10 (!) verschillende gerechten (allemaal even lekker) ‘rennen’ we het dek op. Tijdens de lunch zijn we gaan varen en als we klaar zijn, varen we zo’n beetje tussen de beroemde rotsen van de Drakenbaai. De puntige rotsen zouden de ruggen van een moederdraak en haar jongen zijn, die lang geleden in de baai neerstreken. Mooi verhaal en het verklaart de naam en de drakenkop voorop de jonk. Het uitzicht is in ieder geval betoverend. Het is wat nevelig, bijna windstil en achter een dun laagje wolken schijnt een zonnetje dat af en toe tevoorschijn komt. Graadje of 25 en niet al te vochtig; prima uit te houden.

De meeste eilandjes zijn niet enorm groot; allemaal bestaan ze uit rotsen en veel zijn begroeid. Er vliegen af en toe roofvogels over en bij de grotere eilanden horen we geschreeuw van tientallen vogels. We hadden verwacht dat het een klein gebied met rotsen zou zijn, maar na in totaal twee uur varen is er nog geen einde aan de rotspartijen gekomen. Wij stoppen wel, net als veel van de (ruim 30!) andere boten, om een bezoek te brengen aan de Verrassingsgrot (Hang Sun Sot). We worden met een bootje over geroeid naar de ingang van de grot, waar we via een steile trap en tussen HEEL veel andere mensen, uit alle landen van de wereld, naar boven klimmen. De eerste ruimte van de druipsteengrot, waar door (zee- en regen-)water en tijd bijzondere figuren in het kalksteen zijn gemaakt, is aardig, maar zo vol dat we er een beetje iebel van worden. De figuren die onze gids aanwijst (You see? Is elephant!) zijn nogal ver gezocht en bij een aantal knikken we na een tijdje maar, om die arme man niet in verlegenheid te brengen. Wat teleurgesteld lopen we door naar de tweede ruimte, die tot onze verrassing veel groter en veel mooier is. De naam van de grot begint logisch te klinken… en in de derde en laatste ruimte zijn we overtuigd. Deze ruimte is enorm en er kunnen letterlijk scheepsladingen mensen over de wandelpaden lopen, zonder dat het storend is. Toch erg de moeite waard dus en als we dan bovendien bij de meeste figuren zelf al kunnen bedenken wat het is (ah, een eh… vruchtbaarheidssymbool…’), zijn we dik tevreden.

Zo niet onze Duitse vriendinnen. Vriendin 1 is door de grot gestrompeld en vond het saai en te warm. Vriendin 2 heeft hoofdpijn (naar ze uitlegt waarschijnlijk van een veel te ruwe massage van gisteren, die dus ook al niet fijn was) en is buiten blijven zitten, waar het ook te warm en te druk is. Tot zover geen succes, deze trip voor deze dames.

Terug aan boord, na ongeveer anderhalf a twee uur, wordt het anker gehesen en varen we een klein stukje naar een strandje op een klein eilandje verderop. De keuze is zwemmen of naar de top van het eiland klimmen, voor uitzicht. Dat zwemmen lijkt ons niet wat (nog een beetje fris het water en de lucht begint ook af te koelen), maar Martijn wil wel een stukje klauteren. Karin nestelt zich met boek in de kussens van een dekstoel en Martijn wordt met de overige geinteresseerden naar het eilandje geroeid. Het blijkt een flinke klim en zo uit de wind is het nog behoorlijk warm, maar het uitzicht is prima! Een aantal plaatjes en heel veel traptreden later, is hij bezweet maar tevreden weer terug.

De vriendinnen zijn natuurlijk alles behalve tevreden. Vriendin 1 en 2 vonden beiden de klim te ver, vriendin twee heeft nu erge hoofdpijn en ziet bovendien op tegen nog meer zeebeesten eten bij het diner. Je begrijpt, inmiddels zijn we fan van de beide vriendinnen. Een beetje teleurstelling kunnen we begrijpen, maar het vermogen om dat van je af te zetten en te gaan genieten bezitten de vriendinnen niet. Terwijl het uitzicht en ook het programma toch niet veranderen, van een luxe hut…

Als iedereen – tevreden en ontevreden – weer aan boord is varen we door de schemer nog een kwartiertje naar onze ankerplaats, vlakbij de besloten baai die we morgen nog bezoeken. De motor gaat uit… en dan zijn alleen de aggregaten van alle schepen die om ons heen liggen en van onze eigen jonk nog te horen. Tja, de herrie in dit land is moeilijk te ontlopen.

Ondanks dat is het heerlijk om op het water. We drinken een drankje en raken aan de praat met Brian, een erg aardige, afgelopen november gepensioneerde hoofdmeester van een school uit Engeland. De Duitse man die erbij komt staan blijft anoniem en spreekt bovendien nauwelijks Engels, al luistert hij graag mee. Bill, een Australier, en zijn – eveneens anonieme – vrouw maken het gezelschap (op De Vriendinnen na) compleet. Aan tafel is het deze keer echt gezellig: we hebben duidelijk allemaal besloten ons niets aan te trekken van de dames. Het eten is opnieuw heerlijk: 10 gerechten, allemaal vers, prachtig opgemaakt en lekker veel zeebeesten, op allerlei manieren klaar gemaakt. Ook de garnering is prachtig: een chilipeper als roos, een tomaat als een zwaantje en ‘natuurlijk’ prachtige wortelbloemen.

We genieten, we kletsen, wisselen ervaringen van onze reis tot zover en reizen in het verleden uit en na het eten zitten we nog lekker lang na te tafelen met een biertje en thee. Uiteindelijk rollen we rond kwart over 10, als de arme bemanning wel lijkt te slaapwandelen, onze kooien in. Oordopjes en andersom in bed, zodat we zo min mogelijk last hebben van de generator en al met al zijn we zo vertrokken!

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.