23 November – naar Don Khong

23 November – naar Don Khong

Als om 6 uur de wekker gaat leeft er al van alles buiten ons huisje: kippen, hanen, koeien, krekels: er scharrelt, fluit en chirpt een complete beestenbende om, op en onder ons huisje. Met een zucht voegen we ons bij die actieve meute: douchen, laatste spullen in de tas, ontbijten en keurig om 7 uur staan we klaar. Onze chauffeur is er ook en neemt ons mee naar zijn minibusje. Daar heeft hij een papier voor ons: de bevestiging van onze vlucht. Ook gaat zijn telefoon en na wat onverstaanbaar Laotiaans duwt hij Karin zijn telefoon in handen en gebaart dat ze moet praten. Khiritravel, om te vragen of we het papier hebben gekregen en om te vertellen dat onze chauffeur in Pakse kaartjes voor de lokale bus zal regelen. Nette, hoewel deze keer wat overbodige, info.

Na een uurtje zijn we in Pakse en vragen we onze chauff even of hij wil stoppen bij een pinautomaat. Dat doet hij en we trekken nog maar eens een miljoen uit de muur… Het blijft grappig en licht ongemakkelijk om echt een multimilionair te zijn en je had niet om te draaien voor nog een miljoen (zeg maar 100 euro).

Op het busstation stoppen we naast een busje met 25 zitplaatsen. Er staan al allerlei mensen naast, er wordt bagage op het dak gesjord en onze chauffeur klampt de chauffeur van de bus aan en betaalt hem het busgeld en het geld voor het pontje over de Mekong. Daarna gaat Karin gauw nog even plassen (de busrit schijnt een uur of 2 te duren en daarna wurmen we ons de bus in. Harro landt naast een oud vrouwtje dat vanaf minuut 1 eet en bovendien vage bladeren en schors naar binnen werkt. Volgens ons iets waar je ‘happy’ van wordt… Valerie zit er een bankje voor en heeft het grootste deel van de reis een stille dame met veel bagage naast zich. En Karin wordt op het voorste bankje gepropt en volledig ingebouwd met bagage. Daarnaast komen er een moeder en dochter bij zitten, die niet van zins zijn heel erg ruimte te bieden. Als er ongeveer 30 mensen in het busje zitten, elk met zeker 3 tassen en tasjes, het dak vol ligt met bagage en ‘moeders’ (de ‘conductrice en bijna zeker de moeder van de chauffeur) zichzelf in de open deur heeft gehangen, geeft de chauffeur gas. Het busje sukkelt de straat over… en gaat tanken.

Maar dan kunnen we echt. Met gemiddeld 60 kilometer per uur rijden we over Rte 13 (de doorgaande route door heel Laos, van noord naar zuid en sinds een paar jaar keurig geasfalteerd) naar het zuiden. Het landschap is pittoresk: huisjes en velden met rijst wisselen elkaar af. We zien brommers helemaal stampvol geladen met allerlei waren (bijvoorbeeld allemaal potten en pannen, duidelijk voor de verkoop). Langs de weg ligt van alles te drogen en waterbuffels en mensen werken op de velden. Azie met een gouden randje…

Af en toe moet er iemand uit: onderweg zetten we ongeveer 3 mensen af, maar de meeste mensen blijven zitten en gaan de hele route met ons mee. Na ongeveer anderhalf uur rijden we een dorpje binnen en iedereen wordt tegelijk opgewonden: zowel de mensen in de bus als de mensen langs de kant. We stoppen, alle ramen gaan open en de bus wordt belaagd door zeker 15 vrouwen die van alles verkopen: vooral gebraden en vreemd ‘platte’ kippen, kleine gebraden vogeltjes, geroosterde banaantjes en een suikerig soort doughnut. Ook drankjes ontbreken natuurlijk niet: twee meisje dragen een soort emmer vol met flesjes en blikjes. Binnen 2 seconden wordt er onderhandeld dat het een lieve lust is: de kip wordt besnuffeld en bekeken en soms geruild voor een ander stokje, de vogeltjes en worstjes wisselen van eigenaar en zeker de helft van de mensen in de bus koopt iets. Om mee te nemen, maar zeker ook om direct op te eten. Met name de dames knagen zoveel eten weg dat we volkomen verbaasd zijn dat ze, op een uitzondering na, allemaal zo slank zijn.

Na 2 uur zijn we er duidelijk nog niet en uiteindelijk rijden we 3 1/2 uur voor we bij het pontje zijn. Opgelucht klauteren we uit de bus: dat was iets teveel opgevouwen zitten… We strekken even de benen en moeten dan de bus weer in. Het pontje is er. Achter een vrachtwagen rijden we een soort platte schuit op. Er komen nog wat brommers bij en dan is het vol. De mannen takelen de achterkant / oprijplaat ietsje omhoog en het bootje dat naast de schuit ligt begint met een enorme herrie te trekken. Als we los zijn, slingert hij zichzelf om zijn vorplecht (die vast zit aan de schuit) heen en begint te duwen. Langzaam komen we in beweging en glijden we de Mekong over.

Binnen een paar minuten zijn we aan de overkant en na wat gepruts mogen we de wal op. Nu laten we om de paar honderd meter wat mensen achter en na een paar minuten staan we voor ons hotel! Dat is wel heel netjes: we dachten dat we nog een paar minuten moesten lopen, maar worden keurig voor de deur afgezet! We tillen met behulp van de chauff de tassen van het dak en wandelen naar binnen. We checken in, krijgen een heerlijk fris welkomstdrankje en na een paar minuten wachten zijn onze kamers klaar. Het is 12 uur: we zijn in Villa Muong Khong Hotel, in Muang Khong, op Don Khong Island!

De kamer is keurig: schoon, met airco en geen mug te bekennen. We zetten de tassen neer, frissen ons een beetje op en besluiten meteen maar te gaan lunchen. In het restaurant van ons hotel zit niemand (al schijnt het wel goed te zijn) dus we wandelen langs het water tot we een tentje tegenkomen waar we wel iets willen eten en drinken. Vlak daarvoor komen we Valerie weer tegen, die staat te praten met iemand die tripjes verkoopt. We sluiten aan: we willen morgen ook het water op! Uiteindelijk kiezen we alledrie voor een tripje naar de zuidelijke eilanden, waar we bovendien een poging gaan doen de zeer zeldzame Irradaway-dolfijn te spotten. We geloven er niet zo in (het seizoen is nog niet echt begonnnen), maar nu we zo ver zijn gekomen zou het jammer zijn om geen poging te doen!

Na een broodje en veel drinken doen we een halfslachtige poging een brommer te huren, maar op meerdere plaatsen zijn ze ‘finished’. Echt heel erg vinden we het niet: het is snikheet dus we gaan terug naar ons hotel en komen in de airco een tijdje bij. Om half 4 is het zo ver afgekoeld dat we een wandelingetje door het dorp doen. Het is echt schattig: paar huizen, wat guesthouses, paar barretjes, veel boerderijtjes, 2 tempels… We klikken en kijken en als we na een uurtje gesmolten zijn, ploffen we op het zelfde terras van vanmiddag voor drankjes in de schaduw. We werken de site bij: vanavond gaan we proberen in het hotel de verhalen en wat foto’s online te plaatsen, via een stikie en de (veel te dure) Internetcomputer in het hotel. En morgen het water op!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.