Zondag 27 mei 2012 – naar Olbia

Zondag 27 mei 2012 – naar Olbia

Het bed ligt heerlijk, daar ligt het niet aan, maar opnieuw hebben we allebei wat rommelig geslapen. Gelukkig maken we onze uren wel, dus tevreden stappen we rond half 9 uit bed. Douchen, opruimen, kopje thee, yoghurtje en dan zijn we er om kwart over 9 wel klaar voor. De eigenaresse nog niet helemaal, zo lijkt het: ze trekt haastig een dik vest over haar pyama heen. Maar ze is vriendelijk en als we haar hebben uitgelegd dat onze vakantie wel wat langer duurt dan 2 dagen, maar we over het eiland reizen, snapt ze ook waarom we al na 2 dagen weer weg gaan. Met wat weemoed, dat wel, want het is een heerlijke plek. We betalen, nemen afscheid en zoeken met tassen de auto op: daaaag Alghero.

Vandaag willen we naar Olbia, bij voorkeur via Ozieri. Daar is namelijk een grot die als rond 3500 v. Chr. bewoond was en dat willen we wel eens zien. We scheuren er vandoor… NOT! Voor ons rijdt namelijk een soort plaatselijke variant van wielrenclub het fietsbelletje (‘nu ook voor leden JONGER dan 10 jaar’) en dat betekent dat we de eerste 10 minute niet harder gaan dan stapvoets. We zuchten eens diep (‘we hebben vakantie…’) en na 10 minuten slaan de wielrenhelden linksaf en hebben we de weg alleen nog maar te delen met het gebruikelijke aantal Italianen met kleine …, te herkennen aan het feit dat ze je bij voorkeur inhalen op een kruising, vlak voor een volkomen onoverzichtelijke bocht of onder het bord ‘verboden in te halen’.

Tot zover de verkeersfrustraties. Ozieri wacht en na ongeveer een uur en een kwartier rijden we het dorp binnen. Leuk dorp, daar niet van, maar waar is die grot. We parkeren de auto op het centrale plein, waar precies op dat moment… jawel, een groep wielrenners aan een wedstrijd begint! Deze zijn gelukkig wel heel snel (vooral heel snel weg). We houden een pitstop in de kroeg-op-de-hoek (plassen en daarna een zalige cappucino drinken) en daarna gebruiken we logica, boerenverstand en de auto om na drie pogingen bij de grot terecht te komen. We zijn heel trots op onszelf en breed grijnzend lopen we naar de ticket-office… waar een bordje hangt dat de grot alleen vandaag gesloten is, in verband met Pinksteren…

Als ons ego wat is bijgekomen vertrekken we licht beledigd naar Olbia. Dan maar geen grot. Ze weten niet wat ze missen! Ozieri uit blijkt een stuk makkelijker dan er in en om half 1 parkeren we de auto op de parkeerplaats van hotel Panorama, ons verblijf van de komende twee nachten. Het is een prachtig hotel: we krijgen een balzaal, pardon kamer, op de 5e verdieping, met een geweldig uitzicht over Olbia en een joekel van een badkamer met douche, toilet en een bad waar wel vijf mensen in passen (ok, dat is misschien wat overdreven, maar drie moet lukken). Gratis upgrade: best prettig!
Naast de kamer en enorm vriendelijk personeel heeft het hotel nog een bonus en daar dankt het zijn naam aan: het heeft een dakterras met 360 graden uitzicht over de stad, de haven (met daarin op elk moment van de dag meerdere ferries naar o.a. het vasteland van Italie) en de omringende bergen. We vergapen ons aan de omgeving tot het geluid van onze magen de omgevingsgeluiden begint te overstemmen.

Er lijkt veel dicht op deze Pinksterdag, maar schijn bedriegt ook een beetje: er zijn aan het plein dat op 100 meter van ons hotel ligt meerdere restaurantjes open. We kiezen voor degene waar onze trouwe LP (bijnaam deze vakantie ‘blauw’ door het kristalheldere water dat op de foto aan de voorkant staat) tevreden over is. Dat blijkt een goede keuze: de kleine maar kraakverse pizza is heerlijk! Precies de goeie lunchgrootte bovendien. Darnkje erbij en we zijn weer tevreden.

Na de lunch en als onze zooi keurig op de kamer staat, stappen we de auto weer in. Het is half 3: nog tijd genoeg om iets te gaan doen. We kiezen voor meer ‘oude steenhopen’ en rijden naar Arzachena, een half uurtje slingeren door de bergen verderop. Daar bezoeken we achtereenvolgens de Nuraghe di Albucciu (een variant op de Nuraghe van de eerste dag: een verdedigingswerk uit de bronstijd) en verschillende tombe dei giganti. Dat zijn eigenlijk een soort hunebedden: enorm grote graven, waarin waarschijnlijk alle mensen uit een ‘dorpje’ werden begraven. Ook deze tombes stammen uit de bronstijd en zijn behoorlijk indrukwekkend: grote, rechtopstaande ‘steles’ (een soort platte, bewerkte stenen, van zo’n 3 meter hoog) waarin een symbolisch miniscuul ‘deurtje’ zit (een halfrond gat van nog geen 50 cm hoog) aan de voorkant. Daarnaast in een soort halronde circkel steeds lager wordende rechtopstaande stenen. Op die manier ontstaat er voor het graf een halfronde ruimte waar waarschijnlijk de rituele werden uitgevoerd.
Het graf erachter is een smalle, rechthoekige sleuf in de aarde, afgedekt met grote platte stenen. Langs die weg werden waarschijnlijk de overledenen bijgezet. Het hele graf was overdekt met stenen en aarde, zodat een heuvel ontstond. Het is een indrukwekkend gezicht en we proberen ons voor te stellen hoeveel inspanning het gekost moet hebben om in de vroege bronstijd (zo’n 1800 v. Chr.) zulke graven te maken! Ze zijn waarschijnlijk eeuwen in gebruik geweest: vondsten hebben aangetoond dat er zelfs nog in 900 v. Chr. gebruik van werd gemaakt.

Als we uitgekeken, gefotografeerd en gereden zijn is het half 6 en zijn we warm, dorstig en moe. Tijd voor het hotel. We rijden in dir kwartier terug naar het hotel waar we ons opfrissen en daarna duiken we het nachtleven van Olbia in… dat er verrassend genoeg ineens is! Waar we vanmiddag alles gesloten vonden, is er nu vanalles open, stikt het van de mensen en is het gewoon druk en gezellig. We wandelen tevreden naar Enoteca Vignando, een wijnbar waar we en plekje in de zon vinden en genieten van wijn (eerst een droge maar zeer smaakvolle rose en daarna een stevige rode) en hapjes (eerst van alles wat en daarna overheerlijke kazen). Als toetje halen we een traditioneel gebakken koekje dat we wandelend over straat opsmikkelen.

Tevreden zoeken we ons hotel op… en gaan in bad! Heeeerlijk en helemaal blij duiken we ons mandje in en als we de strijd met de airco hebben gewonnen (uiteindelijk is er een telefoontje met de receptie voor nodig, maar dan geeft het apparaat zich ook over) vallen we tevreden in slaap.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.