Donderdag 31 mei 2012 – naar Oristano

Donderdag 31 mei 2012 – naar Oristano

We hebben geleerd van afgelopen nacht dus vandaag doen we de oordopjes pas uit als we echt wakker worden en dat ook willen worden. We hebben prima geslapen en het is bovendien vandaag lekker rustig. We douchen, pakken onze zooi in en ontbijten daarna op het terras. Vandaag is het grijzig, dus als we afrekenen om weg te gaan kijken we weliswaar met veel plezier terug, maar hebben we niet meteen de neiging om een week bij te boeken. Vandaag gaan we naar Oristano!

We krijgen van SopSop dezelfde route voorgeschoteld als op de heenweg en Martijn stuurt als een volleerd haarspelbochtrijder over de smalle wegen. Na ongeveer een half uur zijn we op de snelweg en hoewel die niet fantatisch is (rdelijk bochtig en de kwaliteit van het wegdek is nogal wisselend) schiet het lekker op. Als we een uurtje onderweg zijn stoppen we voor koffie en onze theorie dat ze hier echt overal lekker koffie hebben wordt bekrachtigd: de tent langs de snelweg ziet er niet uit, maar de koffie is heerlijk en we krijgen zelfs met chocolade ‘ingetekende’ figuurtjes in het schuim. een hartje en een muzieksleutel. Grijnzend drinken we de koffie op: hoe zou de barman kijken als we de koffie omruilen?

Door gaan we weer en tot onze verrassing wordt het steeds beter weer. Als we na ongeveer een uur en drie kwartier in de buurt van Oristano komen is het bijna helemaal blauw en zonnig. Heerlijk!
Voor nu rijden we Oristano voorbij en helemaal naar het puntje van het schiereiland. Daar ligt Tharros, de ruines van een oude stad die rond de 7e eeuw voor Christus een belangrijke havenplaats was voor de Feniciers en in de eeuwen daarna voor de Romeinen. Uiteindelijk werd de stad gesloopt door de Vandalen en andere piraten: veel van de stenen zijn gebruikt om Oristano op te bouwen! Toch is het nog een indrukwekkend gezicht, de resten van een voor die tijd grote belangrijke havenstad. Martijn dwaalt naar de restjes van een oude vuurtoren en kijkt uit over de prachtige baai; Karin koopt een kaartje en bekijkt de ruines. Vooral het feit dat je nog kunt lopen over de wegen van toen is indrukwekkend! Van de gebouwen is inderdaad niet veel meer over, maar de restanten van twee tempels, de baden en het aquaduct zijn nog goed te herkennen.

Het is rustig op de site en Karin dwaalt heerlijk rond. Als ze er klaar mee is en van de site af loopt ziet ze dat ze er precies op het goede moment is geweest: de ladingen bejaarden EN de ladingen schoolkinderen zijn in aantocht! Haastig zoekt ze Martijn weer op: we kunnen!

Het is inmiddels kwart voor 1 en we hebben wel zin in een hapje. We kijken elkaar aan: gaan we ervoor? ‘blauw’ (de LP) heeft een tip voor een blijkbaar geweldig restaurant, maar dat heeft dan wel een ENORM ‘set-menu’. Met een grijns besluiten we dat het moet kunnen: kom maar op met dat diner-op-lunchtijd. We rijden naar Pesciera Pontis: een restaurant dat zo op het oog in de middle of nowhere ligt, tegenover een viskwekerij en er aan de buitenkant niet uitziet. Toch staan er behoorlijk wat auto’s en als we naar binnen gaan zit de enorme ruimte behoorlijk vol! De ober helpt ons in vriendelijk Italiaans aan een tafel en stuurt zijn collega op ons af, die Engels spreekt. We kunnen kiezen uit twee menu’s: het gewone of het iets uitgebreidere. En tja, als we er nu toch voor gaan.

De uren er na krijgen we echt de beste vislunch/-maaltijd voorgezet in tijden. We beginnen met zeven (!) voorgerechtjes, die volgens goed Italiaans gebruik tegelijk op tafel komen. Er is octopus, gestoomd met citroen en selderij. Er zijn sardines. Er zijn gebakken visballetjes (een soort biterballen van vis). Er is rog in tomatensaus. Er is een soort vis-‘spread’ (denk aan de substantie van humus). Er is een soort gelei-achtige substantie die blijkt te bestaan uit vis-eitjes. En er is brood.
Daarna krijgen we twee soorten pasta: met ‘mullet’ en met schelp- en schaaldieren. En daarna krijgen we drie soorten gebakken vis: sea bream, bass en mullet (sorry: de Nederlandse namen houden jullie tegoed). En als we dan echt geen pap meer kunnen zeggen krijgen we een heel klein minitoetje: een soort slush-puppie van citroen.

En ‘natuurlijk’ krijgen we wijn, water, koffie en een likeurtje (waarbij Martijn van de dranksoorten alles bij elkaar maximaal een half glas drinkt). Het eten is echt verrukkelijk: alles is spettervers en de ober heeft er rol in dat we van alles willen weten (wat is het, hoe is het klaargemaakt etc.). Hoewel het alles bij elkaar een grote maaltijd is, wordt het is gulle, maar niet te grote porties uitgeserveerd. Met wat beheersing van onszelf erbij, hebben we ruim voldoende maar niet teveel gegeten. En het is OOK nog eens erg betaalbaar.

Meer dan tevreden gaan we om half 4 (!) er weer vandoor. Dat was zondermeer een zeer geslaagd plan! Nu is het tijd voor wat beweging en een beetje uitwaaien, dus rijden we naar Is Arrus, het volgens verhalen mooiste stransd van de westkust van Sardinie.
Als we er aankomen blijkt het enorm druk op de spierwitte streep zand, maar gelukkig zijn er ook enorm veel rotsen waar het water overheen rolt, zodat we ons kunnen vermaken met wandelen, zonnen en beestjes bekijken in het natuurlijke aquarium dat zo ontstaat (krabben, visjes, garnalen: er zit genoeg). Het weer is nog steeds heerlijk (al zal dat niet overal in Sardinie zo zijn: de onweerswolken stapelen zich aan de horizon op) en we geieten van wind, water en zon. Om kwart over 5 zijn we wel klaar en stappen we in de auto. Binnen een half uur zijn we in Oristano.

Dat blijkt een behoorlijke stad en we zijn blij met SopSop, die ons naar het centrum loodst en Blauw, die ons vertelt dat binnen de blauwe lijnen parkeren betalen betekent. Het is vol, dus we kopen een kaartje (60 cent per uur: dat is te overzien) tot morgenochtend en wandelen daarna naar een terrasje. Twee frisjes later kunnen we er weer tegenaan en lopen we naar het B&B. Dat blijkt enorm mooi: een geweldig van oorsprong middeleeuws pand (ontbijtruimte uit de 13e eeuw) waarvan de modernste delen uit de 19e eeuw zijn. We krijgen een schitterende kamer en spreken af dat we morgen om half 9 ontbijt krijgen.

Als we zijn opgefrist en een beetje siesta hebben gehouden lopen we de stad in. Eten hoeven we niet echt, maar een drankje en een daarbij als vanzelf geserveerde hapjes zouden wel smaken… we vinden Lola Mundo en het laatste tafeltje op het terras is voor ons. Een drankje, inderdaad een klein hapje, mensen kijken: we vermaken ons prima. Halverwege komt er noge een processie voorbij, met lantaarns, een mariabeeld, gezang en gebeden.

Als Karin wordt opgegeten door de muggen stoppen we ermee en wandelen we naar onze B&B. We werken de site bij en daarna is het tijd om lekker te gaan slapen!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.