Van Miami naar Fort Pierce

Van Miami naar Fort Pierce

Als we wakker worden is het véél te vroeg. Zoveel te vroeg dat we allebei vastbesloten onze ogen dichtknijpen en weigeren zelfs maar aan opstaan te denken. Dat werkt een beetje: het is half 6 als we opnieuw onze ogen open doen. En dan is het helaas echt op, de slaap. Wat aan de vroege kant, maar heel erg vinden we het niet. Het is namelijk voor het eerst zonnig! De buitenwereld roept en na het maken van plannen, douchen, aankleden en tas inpakken lopen we om iets voor half 8 naar Paul. Buiten is het vochtig en nu al erg warm, maar we worden helemaal vrolijk van het zonnetje op alle tropische bloemen.

Als we nog heel even moeten wachten voor we naar binnen mogen bij Paul kopen we bij een kraampje op straat een vers gemaakt sapje. Appel, meloen en druif, voor een sterk hart. Geen idee, maar het smaakt lekker en we voelen ons erg gezond: vitamines en kijken naar druk sportende mensen… Het ontbijt is deze keer van normalere proportie, maar smaakt net zo goed. De aardige ober van gisteren komt speciaal even gedag zeggen, met een grote grijns.

 

Met het ontbijtje achter de kiezen lopen we naar het strand. Na een korte stop bij de Starbucks, waar heel Miami zich verzameld lijkt te hebben, lopen we met een enorme Latte naar het water, voor het ultieme vakantiegevoel. Warm zonnetje? Check! Mooi zandstrand? Check! Lekkere koffie? Check! Uitzicht op voorbij vliegende pelikanen? Check! We ploffen in het zand en laten de wereld een uurtje aan ons voorbij trekken. Rond half 10 is de koffie op en beginnen we een houten kont te krijgen. Bovendien hebben we een date met een poster in een winkel die ongeveer ‘nu’ opengaat. We wandelen een stukje; waarbij we onderweg wat foto’s ‘overdoen’ van hotels die nu prachtig in de zon staan, tegen een mooie blauwe lucht.

De poster mag mee naar huis, in een stevige koker. Voorlopig mag ie in de achterbak van de auto; hoe we ‘m in Leiden krijgen zien we dan wel weer. De handbagage waarschijnlijk. We wandelen met koker en al naar het hotel en checken uit. Ciao Miami! We rijden in een rustige stad (het is tenslotte zondag) naar het noorden, richtig Fort Lauderdale. Nu zien we pas goed hoeveel water er eigenlijk in Miami is. Overal liggen peperdure motor- en zeiljachten te wachten op eigenaren die zich achter de hekken van hun villa’s verschansen. Het uitzicht op zee wordt het grootste deel van de route afgeschermd door hoge flats. Vlakbij Fort Lauderdale zien we meer; tussen de dure huizen, dure boten en brede wegen zien we af en toe ineens een schattig stukje water. We wisten wel dat er een reden was waarom iedereen hier heen komt…

 

In Fort Lauderdale gaan we op zoek naar de Carrie B, een oude radarboot die tegenwoordig toeristen vervoert. Althans, dat zegt Hokkie, maar ondanks een paar rondjes rond een paar blocks zien we geen Carrie B. Jammer, maar de rondjes zorgen wel voor een aardig beeld van deze stad met (te)veel miljonairs. Tijd voor een broodje en Hokkie levert deze keer wèl deugdelijke info: we vinden Gran Forno een geweldige bakker. We vinden er (naast allerlei lekkers dat we met enige moeite laten waar het is) allebei een versgebakken brok brood met vlees, kaas, tomaatr, sla… Het is heerlijk en de kleine bakkerij waar we nog net een tafeltje vinden geeft ons de kans om een hele stroom mensen die langskomen te bekijken. De hoeveelheid bling is indrukweekkend; de hoeveelheid toeristen lekker beperkt.

Na het eten pakken we opnieuw de auto en rijden verder naar het noorden. Next stop Butterfly World. Ronad half 2 rijden we het parkeerterrein op. We verwachten eigenlijk een uurtje binnen te zijn, maar als we de entree voorbij zijn zien we meteen dat we het met een uur niet redden. Het is echt enorm. Nadat we een kweekkamer voorbij zijn, lopen we de eerste vlinderhal in. Daar zijn er in totaal drie van en ze zitten echt stampvol vlinders in alle kleuren en maten. Tussen de vlinders zien we bovendien kolibri’tjes en felgekleurde vinkjes. We wandelen door de hallen heen en klikken ons ondertussen suf.

 

Buiten is er meer: een volliere met allerlei vinkjes, een tuin met allerlei soorten passiebloemen, een volliere met kleine papegaaitjes, een soort museum met allerlei insecten (na één blik op de opgezette spinnen bij de voordeur besluit Karin buiten te wachten), een tweede volliere, een rozentuin. En als we wat hebben gedronken en nóg een keer door de vlinderhallen zijn gegaan lopen we naar buiten. Het is inmiddels vier uur.

Zonder verdere stops rijden we nu in één keer door naar Fort Pierce. Ons hotel ligt net naast de snelweg, op een kwartiertje rijden van Fort Pierce, maar zoals we vaker hebben gemerkt bij het boeken levert dat een goed, betaalbaar, stil hotel op, in plaats van een slechtbeoordeeld duur exemplaar. We checken in, dumpen onze spullen in de enorme kamer (twéé queensize bedden) en pakken bijna meteen weer de auto om naar Fort Pierce te rijden.

 

In het minicentrum van het verder uitgestorven stadje vinden we aan de oever van de Indian River, uitkijkend over de rivier en het haventjes ernaast, de Tiki Bar. Leuke naam, leuke bar. Er staat een lokaal bandje verrassend leuk te spelen en de bar kijkt uit over de enorme gele volle maan die opkomt boven de rivier. We kijken een tijdje uit over de rivier en net als we ons willen omdraaien om naar binnen te gaan horen we een plons en gesnuif. We zien een zwarte streep wegzwemmen. Wauw; dat moet een lamantijn (ook wel zeekoe genoemd) zijn! In de winter zitten hier altijd wel een aantal exemplaren; ze profiteren van het warme water dat de fabriek uitstoot in de rivier. Het is te donker om meer te zien, maar we vinden het toch gaaf. ‘”Wat zijn we toch mazzelaars”, zegt Karin: “Zelfs als we ze niet zien, zien we ze toch!”.

‘Binnen’ in het open restaurant drinken we een drankje (Martijn braaf aan de fris) en daarna eten we een burger (Karin) en een portie verse vis (Martijn). De omgeving kan bijna niet lokaler: aan de andere kant van het gebouw wordt een bruiloft gevierd en allerlei mensen maken praatjes met het personeel. Dat blijkt overigens makkelijk: de ober zoekt even het weerbericht voor ons op op zijn smartphone als we vragen of hij weet hoe het er de komende dagen uitziet en blijft meteen hangen voor een praatje.

 

Als we klaar zijn rekenen we af en pakken de auto naar het hotel. Het kost opnieuw niet veel moeite om in slaap te vallen; van ons plan om het later te maken dan kwart over negen komt helaas niets terecht…

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.