Everglades (vanuit Naples)

Everglades (vanuit Naples)

Ok, waarom is het toch dat als je al bijna twee weken vóór zeven uur wakker bent en je zet een wekker voor zeven uur de volgende ochtend, je dán precies díe dag je rotschrikt van de wekker, omdat je nog diep in slaap bent?! … never mind, rhetorische vraag… Als we zijn bijgekomen duiken we onder de douche door, kleden ons aan, ontbijten, pakken onze zootjes en zitten wat later dan gepland maar nog steeds op het keurige tijdstip van kwart over 8 in de auto. We willen een beetje op tijd in Everglades City zijn, op ongeveer een uur rijden van ons hotel. Vanuit het Visitors Center op de kade worden boottochten georganiseerd en dat lijkt ons wel wat. Van het noodweer van gisteravond is niets meer te merken: het is nu nog bewolkt, maar in het zuiden klaart het op en als we halverwege zijn is het zonnig en een beetje bewolkt.

Al snel zijn we de stad uit en begint het groener te worden. En natter: naast de weg loopt water, op de grasvelden staat water, de Golf van Mexico is dichtbij… We zien steeds meer vogels (vooral Anhinga’s – slangenhalsvogels – en reigersoorten) en borden die waarschuwen voor overstekende panters! We hebben het er over: zouden ze nu vaak gezien worden, die panters? Waarschijnlijk alleen op goede vrijdag, om kwart over 5 ‘s ochtends eens per twee jaar ofzo. Net zo zeldzaam als… we kijken opzij… en onze monden vallen open..

Naast de weg, achter een vangrail kijkt een zwarte beer ons recht aan als we voorbij rijden, draait zijn kop om en wandelt weg…

We zijn VOLKOMEN overdonderd. We hebben eerder zwarte beren gezien, in Canada en we hebben vorige week gehoord dat ze inderdaad ook in Florida voorkomen, maar ergens geloofden we het blijkbaar niet helemaal. We beginnen keihard te lachen en geven elkaar een high five: dat is het ALLERBESTE begin van deze dag dat we ons konden wensen. Kom maar op met de rest van die dag! Helemaal vrolijk rijden we door naar Everglades City waar we na even zoeken het Visitor’s Center vinden.

Na een kort toiletbezoek lopen we naar binnen bij de deur met het bordje ‘Boat Tour Information’. Daar staan twee dames die in de verte onbedoeld iets weg hebben van een komisch duo: compleet verschillend en ze vullen elkaar aan. Op de vraag of er wellicht ook beren in de buurt voorkomen zucht de één en de ander zegt “ja, heel irritant,m ze graven je vuilnisbak leeg”. Ehm, juist, wij vinden het nog steeds heel leuk, maar dat doen we dan wel stiekem. Maar: ze hebben uitstekende informatie. We kunnen kiezen uit twee tochten: één met maximaal zes mensen de mangrovebossen in en één op een grotere boot die tussen de 10.000 eilanden vaart. Hmmm, allebei erg interessant… Maar in de Everglades willen we in ieder geval de mangrovebossen zien dus daar beginnen we mee! Tot onze verrassing kunnen meteen weg, als we zover zijn…?

Ehm, gauw een plas en dan mogen we met een jonge knul mee die onverstaanbaar zijn naam murmelt, maar daarna gelukkig goed te volgen is. Hij neemt ons mee naar een kleine boot met zes stoelen. We zijn de enigen! Hij gooit de trossen los en we varen de baai in! Het waait behoorlijk (kracht of zes) maar de 10.000 eilanden van de baai beschermen de baai tegen te hoge golfslag. Bovendien varen we met de wind in de rug naar Hurdles Creek, die uiteindelijk diep de mangrovebossen van de Everglades ingaat. Maar eerst zijn we nog even op de baai, waar we letterlijk binnen dertig seconden een paar dolfijnen zien! In de golf van Mexico komen alleen Tuimelaars voor en dat is precies wat ze aan het doen zijn. Ze negeren onze verleidelijke boeggolven en jagen achter vis en elkaar aan. We draaien een tijdje rondjes en laten ze dan lekker rondrazen. Wij gaan, via een doorgang zodat we niet 10 mijl om hoeven te varen, rechtstreeks naar de toegang van de Hurdles Creek. En het is prachtig: we zien veel vogels (pelikanen, lepelaars, verschillende soorten reigers, een visarend) en de mangroven worden indrukwekkender naarmate we verder de kreek opvaren. De rode mangroven kunnen het beste tegen water en staan aan de rand; daar achter staan de zwarte en de witte mangroven. Het landschap lijkt vooral groen en stil, tot je langer kijkt en steeds meer leven ziet.

De jongen weet veel van het landschap. Hij vertelt ons over het enorme park (6106 km²) dat in 1947 werd gesticht, in 1979 op de werelderfgoedlijst terecht kwam, maar vandaag de dag op het randje van voortbetaan wankelt. Van een oorspronkelijk 100% natuurlijke waterstroom heeft het park tegenwoordig een 80% gemanagete waterstroom en dat is per sé geweldig nieuws. Er zijn grootse plannen om het park terug te brengen in zijn oorspronkelijke staat, maar hoewel er bijna 70 kleine projecten draaien schiet het grotere geheel door politieke en financiele discussies niet op.

Gelukkig is het óók nog steeds een prachtig park en we kijken ons ogen uit. Meer vogels, maar bijvoorbeeld ook een ENORME berg schelpen, die daar volgens archoelogen terecht is gekomen door Chokoloskee Indianen, die gedurende honderden jaren schelpen aten en weggooiden. Veel is er niet bekend over deze native americans, maar de schelpen spreken in stilte van de lange geschiedenis. Als de kreek steeds smaller wordt en we een zij-armn invaren, zijn we binnen een paar minuten verzwolgen door de mangroveboven. En het is prachtig… De planten, bomen en het gras worden weerspiegeld in het water, we zien vissen, een enorme spin (jukkie) en uiteindelijk een glimps van een alligator vlak voor hij onderduikt. We kunnen er geen genoeg van krijgen en het is veel te snel voorbij naar onze zin.

We varen in stilte terug en genieten van de zon (na een paar korte spetten is het vandaag schitterend weer), het wind, het water… Het is tien voor half 12 als we weer voet aan wal zetten. Dat was geweldig! We bedanken Captain X en gaan gauw even naar het toilet en kopen wat te drinken bij de dames. Ze vragen of we de andere tour ook nog gaan doen. Ehmmm… we kijken elkaar aan: het is wel geweldig weer en we zijn hier nu toch. De kosten zijn het niet, dus we laten ons ‘overhalen’ (niet dat daar veel voor nodig is) en kopen een kaartje voor de tour van half 12.

Dat geeft ons precies genoeg tijd om ons drinken op te drinken en te zien dat de andere mengrovetochten èn de 10.000 eilandentocht helemaal vol zitten! Als wij aan boord gaan zitten we met één ander gezien: twee volwassenen en vier erg gezellige kinderen. Een captain, een deckhand en we kunnen! Het bootje waar we op zitten is een stuk groter waardoor het laatste beetje ‘last’ van de wind weg is. We varen de baai in, tussen de 10.000 (waarschijnlijk eerder 15.000) eilanden. De tocht duurt anderhalf uur en we worden bijna de hele tocht gevolgd en omringd door dolfijnen! Het is echt geweldig en we genieten met volle teugen. Door het bruinige water (schoon, maar donker gekleurd door de mangrovewortels) zien we de dolfijnen pas als ze boven komen, maar we laten ons graag verrassen! We zien verder een hoop vogels, krijgen uitleg over de baai en de Golf van Mexico (de kraamkamer van een groot aantal vissoorten op aarde) en moeten lachen om de (erg flauwe) grapje van de captain.

Kortom we vermaken ons prima en om één uur staan we opnieuw op de kade. Dat was heerlijk! Nu nog een hapje lunch en onze dag kan niet meer kapot. We vragen advies aan de rangers over de openingstijden van het park morgen (Thanksgiving; volgens hen is alles open) èn over de lunchgelegenheden. Ze zijn wat terughoudend met het aanbevelen van één lunchtent (het is een erg klein stadje), maar uit de hints en tips vinden we tien minuten later een klein vistentje aan de rivier. Ze verkopen vis, ze maken vis klaar: allles spettervers, geserveerd op papieren bordjes en met het beste uitzicht dat er is: op het water. Martijn eet grote garnalen en frietjes; Karin eet stonecrab-claws en drinkt een dubieuze, maar op dit moment oh zo lekkere witte wijn. Het eleven is mooi, mensen, soms heel erg mooi!

Na de lunch nemen we met een klein beetje pijn in ons hart afscheid van Everglades City en rijden door over de Tamiami Highway (Highway 41) naar het oosten. Maar een paar kilometer, naar een gravelweg die de deckhand ons heeft aangeraden. We zien zodra we er opdraaien al waarom: in het kanaal naast de weg liggen alligators. En niet één of twee, maar stapels! In de zon, in de schaduw, op de kant, in het water… Ze liggen aan de overkant van het water en als we wegblijven van de waterrand (wat we natuurlijk doen) kunnen we de auto uit om foto’s te maken. We rijden, we maken plaatjes… Slangehalsvogels, twee soorten gieren, meerdere soorten reigers en veel, heel veel alligators! Wauw!

Na deze stop maken we nog twee korte stops: op de parkeerplaats, waar we een toilet bezoeken en de grootste alligator tot nu toe zien (half in hetw ater: we kunnen hem veilig vanachter een hek bekijken) en bij een volgend visitors center waar letterlijk dertig tot veerig alligators liggen te zonnen. we kunnen vanaf een boardwalk op ze neerkijken. Je zou bijna vergeten dat het wilde dieren zijn, tot er één heftig beweegt of je de parkeerplaats oploopt en er daar óók twee ziet liggen!

Als we genoeg ‘gators hebben gezien en het inmiddels kwart over vier uur is, rijden we terug naar Naples. Daar knappen we ons een beetje op, doen iets anders aan en gaan uit eten bij Waterfront Gille. Dat blijkt een prima restaurant en het zit stampvol, onder andere met een aantal gezinnen die pre-Thanksgiving vieren. We eten lekker en gaan op tijd naar het hotel; bekaf van een prima dag!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.