Everglades (Naples naar Homestead)

Everglades (Naples naar Homestead)

De wekker staat op het onzalige tijdstip van zes uur. PIEP-PIEP-PIEP … PIEP-PIEP-PIEP… KNAL! We hebben er nog even geen zin in. Gisteren hebben we afgesproken dat we eens even zouden kijken hoe wakker we eigenlijk konden worden, om dan te bepalen of we de Snake Vallye Tramtour van 11 ur zouden halen. Het antwoord is nee en we draaien ons nog een keer om.

Vandaag is Thanksgiving Day. Zoals we al eerder in het verhaal vertelden was het niet de bedoeling dat we het mee zouden krijgen (we vermoeden taferelen zoals op Eerste Kerstdag: alles dicht) maar nu we er toch zijn, zijn we wel benieuwd. Het blijkt – als we ontbeten hebben, onze zooi ingepakt hebben en zijn uitgecheckt – inderdaad volkomen uitgestorven op straat. Dat betekent in ieder geval dat het op gaat schieten. En het is KOUD! Niet alleen naar Florida begrippen: hoewel het stralend weer is (strakblauw en zonnig) is het maar een graad of acht. het warmt straks wel op, maar nu is het weer voor een dikke fleece! En een zonnebril, dat damn weer wel. Everglades – Part II: here we come!

We rijden inderdaad vlot door, al begint het onderweg wel drukker te worden. We slaan het eerste deel van de route – op een korte plasstop na – de stops over en rijden in één keer door naar het Visitors Center van Snake Valley. Daar is het enige stukje asfalt te vinden dat in het hele park te vinden is, op de snelweg ná. De Snake Valley Loop is beroemd en je kunt de 15 mijl (ongeveer 24 kilometer) fietsen! Met je eigen fiets, maar ook met een huurfiets. En gelukkig kan je ook een ‘trammetje’ pakken, een wagentje bestaande uit twee delen dat in twee uur tijd de ronde rijdt, met een ranger aan boord en een stop halverwege bij de uitkijktoren. We zijn ruim op tijd, kopen een kaartje, doen nog maar eens een plas en wandelen over een boardwalk, een soort route over vlonders die over de ‘glades zijn gebouwd. Er is bijna nergens vaste grond hier, behalve dus de loop, die ooit door een boorbedrijf is aangelegd. Het is een wonderlijk landschap…

Dat blijkt ook weer als we er doorheen rijden. De ranger vertelt 100-uit. Ze doet dit werk al jaren en heeft er duidelijk nog steeds plezier in. Ze vertelt over de beesten (vogels, maar ook herten, panters, bobcats en jawel, beren), over de kleine klompjes aarde die nèt iets hoger uitsteken (“inches, mere inches”) en die onmiddellijk worden ingepikt door verschillende boomsoorten (afhankelijk van hoe hoog en groot de kluit aarde is) en over het mechanisme van de Everglades (het water en het terugbrengen van de natuurlijke stroom daarvan). Onderweg stoppen we, zodat ze ons plantensoorten kan laten zien, vogels èn alligators. Jawel, er zijn er echt tientallen en ze liggen soms half over de weg! Hilarisch (en een tikkie angstig) om de combinatie met fietsers te zien: sommige mensen lijken maar niet te beseffen dat het wilde beesten zijn….

Halverwege mogen we er 20 minuten uit: we beklimmen de toren en kijken mijlen ver. En dichtbij, naar de alligators in het water naast de toren en op de parkeerplaats en naar de schildpadden. Als we na dik twee uur terugkomen zijn we dik tevreden. Wat een schitterend landschap, zeker als je rustig de tijd neemt om te kijken. En dat kan, vanuit zo’n heerlijk ‘boemeltje’!

We rijden door en stoppen niet meer tot we een dik half uur later (het is ongeveer half 2) de afslag naar het zuiden moeten nemen. Op de kruising is een tankstation en Karin spot een bordje Subway. en jawel, die is open. Hoera: we kopen een lekker broodje en smikkelen dat in de auto op. Met dichte ramen en deuren, want de vogels zijn ons hier iets te brutaal. Het is inmiddels heerlijk opgewarmd (de dikke fleece is naar de achterbank verbannen) en we overleggen even wat we gaan doen. We kiezen ervoor om eerst door te rijden naar het hotel in Homestead (daar komen we toch doorheen op weg naar meer park) en in te checken.

Dat lukt na enig zoeken: Homestead is een overloopstadje van Miami, maar iemand is vergeten er een hart in te stoppen, zoveel is duidelijk. Het hotel is gelukkig prima en ach: het is maar voor één nachtje. Als we weer een prima kamer hebben gekregen rijden we eerst door naar de oostelijke ingang van het park, iets te zuidwesten van Homestead. we kunnen met dezelfde parkpas naar binnen en we rijden naar waar we een aantal korte wandelingen kunnen doen. We willen de benen wel even strekken en bovendien nog wel wat meer Everglades zien. Dat lukt, al zijn de beide wandelingen VEEL korter dan staat aangegeven. Eén over het water, via vlonders, één door een stuk bos, waar het sil en schimmig is. En we ons ineens erg bewust zijn van het idee dat al die andere-dan-vogel-beesten die hier zitten waarschijnlijk graag droge voeten houden via de kleine stukjes droge grond… Zonder beesten te zien op dát bospad (wel veel vogels en alligators op het andere pad) komen we uiteindelijk na een uur weer bij de auto.

We besluiten maar naar het hotel te rijden. We willen voor het donker in Homestead zijn en zo vroeg mogelijk eten want dan hebben we nog een kans op een open restaurant… Dat terugrijden gaat soepel, maar ondanks een flinke zoektocht komen we NIET ÉÉN open restaurant tegen! Zelfs de MacDonalds (“24 hrs open”) is dicht! Hmmm, dat komt waarschijnlijk door de omvang van dit gehucht, want in Naples zagen we wel bij sommige restaurants aangegeven staan dat ze open waren. Jammer! We vinden wel een supermarkt in de categorie 24-uurs winkel. Daar vinden we uiteindelijk yoghurtjes, een magnetron-maaltijd voor Tijn en een zakje chips voor Karin. Geen hoogtepunt, maar we kunnen er wel om lachen. We nemen een fles wijn mee en op de hoteljkamer ‘vieren’ we onze laatste avond in de States. Morgen vliegen we naar huis.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.