Port Hardy (Telegraph Cove)

Port Hardy (Telegraph Cove)

Wakker worden van de wekker; da’s effe gelden. Maar om half 7 worden we wakker gepiept en een half uurtje later zitten we gedoucht en wel in de auto. Het weer is verrassend goed: er zien zelfs stukken blauwe lucht en op een dag waarin alleen regen is voorspeld vinden we dat een bonus! De rit naar Telegraph Cove is snel en soepel. We parkeren de auto en lopen naar Seahorse Café, een klein tentje waar we in de rij aansluiten voor koffie en een ontbijtje. Zoals wel vaker in dit land worden we aangenaam verrast door de kwaliteit van het eten. En gelukkig ook door de kwaliteit van de koffie.

Als we zitten te eten aan een soort half overdekt barretje; de tent is te klein voor een overdekte zitruimte) ziet Karin een man naar het water kijken en wijzen. Ze loopt er heen en jawel: een enorme orka, net buiten de haven! Martijn is helaas net te laat, maar dat begint goed. Die orka’s gaan we wel vinden vandaag! We eten ons ontbijtje op, wandelen naar Stubbs en halen onze ‘boarding passes’. Als we staan te wachten spot Martijn bruinvisssen net voor de haven! Deze keer is Karin net te laat, maar we kunnen een grijns nu al niet onderdrukken! Dat wordt helaas wat verstoord doordat Martijn ontdekt dat hij zijn zonnenbril is vergeten in de auto. Hij loop terug en is aan de andere kant van de haven als de schipper van Stubbs vanaf zijn schip ‘bear on the boardwalk’ roept. Karin staat daar vlak bij, kijkt naar de andere kant van de haven…. ongelooflijk, een beer, langs de kant van het water, maar een paar meter schuin onder het vlonder waar Martijn staat! We maken allebei wat plaatjes, waarbij Martijn duidelijk in het voordeel is. De beer scharreltn wat rond en verdwijnt daarna onder de vlonders (en waarschijnlijk daarna achter de huizen in het bos). WAUW! Wat een begin van de dag.

En dan moet ons tripje nog beginnen. Dat doet het stipt om 9 uur, als we met een captain, een biologe en een fotograaf de haven uit varen. Het weer is fantastisch: driekwart bewolkt, een zonnetje dat er af en toe tussendoor piept, mist die tegen de bergen plakt… Het is een plaatje en als we opnieuw bruinvissen zien als we de haven uitvaren èn een zeearend in de boom zien zitten, weten we dat dit onmogelijk een slechte dag kan worden. En dat klopt. Sterker: het wordt een fantastische dag! We vinden de orka’s al na een kwartiertje en blijven dik anderhalf uur in de buurt, voor het grootste deel met de motor uit. De orka’s rusten, spelen, donderjaren, springen, slaan met hun vinnen en hun staart, spyhoppen (komen met hun kop boven water) en maken geluid! Zelfs boven water kunnen we ze horen! Ze fluiten en klikken. De biologe kan haar geluk niet op: dat is zó zeldzaam, zowel hun gedrag als het geluid. Als de captain een hydrofoon onder water hangt, kunnen we ze helemaal goed horen. Het is geweldig en we genieten met volle teugen van deze groep van een stuk of 15 orka’s.

Als er een grote tanker aankomt zegt de captain dat we aan onze maximum-orka-stoor-tijd zitten en dat we bovendien dringend op zoek moeten naar bultruggen. Eh, ok! We vinden die ook binnen 15 minuten, nadat we onderweg nog even zijn gestopt voor stellar zeeleeuwen en oh ja, nog een zeearend. En dan komen we op een plek waar het mistig is, maar de zon er langzaam doorheen komt. Dat maakt het licht bijna magisch. De kruisende zeevogels helpen de stemming er in te brengen. Het is heel even stil en dan horen we een enorm gesnuif en zien we een bultrug majestueus voorbij gelijden. En nog één. En nog één! De captain gooit de motor uit en we genieten. Het mooiste moment is als de captain ons wijst op een plek waar alle zeevogels bij elkaar komen en en vislunch eten. De bultuggen lijken het te zien (of horen?) en zwemmen die kant op. ‘Let op’, zegt de captain… en een bultrug duikt met een enorme zwiep op uit het water om een enorme hap ‘vis-lunch’ te nemen. Iedereen schreeuwt, lacht, gilt: het is echt een waanzinnig gezichtt en een bijzonderheid die hoog op ons verlanglijstje stond! De bultruggen (een moeder en kind) geven ons nog een toetje door vlak voor de boot langs te zwemmen, waarbij het jong zich op een meter of 50 afstand nog even uit het water gooit. Op een afstandje, in de mist horen we een volwassen bultrug hetzelfde doen.

Dan gaan we er vandoor. Onderweg krijgen we nog fenomenaal landschap te zien, een andere soort bruinvissen en in het voorbijgaan een zeehond. Dan zijn we terug in de haven. De captain, de fotograaf èn de biologe vertellen ons afzonderlijk nog even hoe uniek deze trip is geweest. Alsof we dat niet door hebben. Waanzinnig! We nemen afscheid en dan gaan we eerst terug naar de Seahorse Café. Daar lunchen we (ook prima) en dan nemen we de tijd om het hele dorpje (zeg maar de 15 huizen langs de vlonders en alle informatieborden) te bekijken. Een telegraafpost en daarna een houtzaagmolen vormen de oorsprong voor deze plek; de huizen stammen uit het begin van de vorige eeuw en zijn keurig gerestaureerd. Aan het einde van de vlonders ligt het walvismuseum dat we ook bekijken. Klein maar informatief en met mooie skeletten, waaronder de kaken van een blauwe vinvis, een complete bultug maar ook een zwarte beer, een poema en een zeearend!

Als we klaar zijn is het inmiddels kwart voor 3 en besluiten we maar naar Port Hardy terug te gaan. Als we nog even staan te debatteren over wat we morgen gaan doen (…nog een keer…?) en net de zin uiten ‘dit is wel dé plek om te zijn voor wildlife’… kijkt Martijn op, zegt ‘daar’ en wijst op vijf otters op de steigers! Ze zijn er een paar seconden en dan verdwenen. What the… Wat gaaf! Zee-otters? Nee, denkt Karin, rivier-otters. Iets kleiner, slanker, grijzer dan zee-otters. Martijn loopt naar één van de vissers en vraagt het. Tep. Rivierotters. We maken een praatje en achter de man verschijnen opnieuw twee otters op de steigers. Soms loopt er een zwarte beer! Na vanochtend geloven we dat onmiddellijk. We blijven nog een paar minuten staan praten; de beesten zijn enorm beweeglijk en erg schattig.

Daarna rijden we echt naar Port Hardy. We drinken wat, doen de was en kijken uit het raam. De zalmen springen. Tot grote interesse van een lokale visser (die genoeg vangt; we vragen ons af waarom hij niet gewoon een schepnet pakt), een zeehond (die ook genoeg vangt, denken we aan de plotseling verstoringen van het water en de vluchtende zalmen te zien) en een zee-arend (die voor ons neus een zalm uit het water grijpt). En daarmee tot onze interesse. Wat een plek…

We eten een salade bij de Sporty Bar en kijken daarna een beetje tv. Tijd voor een tukje en dromen over beestjes…

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.