Port Hardy (en omgeving)

Port Hardy (en omgeving)

De wekker staat opnieuw om half 7. Er is voor vandaag beestenweer voorspeld, maar heel misschien, als het meevalt, gaan we nóg een keer walvissen kijken…?! En het valt mee: het is mistig, zoals elke ochtend, maar we zien ook blauwe lucht! … Althans, Karin ziet dat. Martijn mummelt iets onverstaanbaars. Hmm, die heeft blijkbaar nog behoorlijk wat extra slaap nodig… Karin draait zich ook nog een keer om, maar als dat geen effect heeft babbelt ze digitaal wat met Nederland.
Als Martijn ook uit de veren is, we allebei gedoucht zijn èn aangekleed, rijden we naar het dorp. Daar ontbijten we bij Guido’s Book Nook. Een schattig café, met goede koffie en een heerlijke hartige muffin èn vers fruit voor ontbijt (naast andere dingen met veel eieren èn – natuurlijk – bacon). We nemen er de tijd voor, terwijl het een komen en gaan is van toeristisch èn lokaal Port Hardy. Populaire tent, ook onder de vissers. We neuzen wat in de boeken die er staan (de gift shop is niet open: het is wel zondag tenslotte). De meest helarische is ‘F for Exam’, een boekje met (echt gegeven) hilarische antwoorden op examenvragen. Het antwoord op ‘name a famous buildig in Athens’ is bijvoorbeeld ‘the most famous building in Athens is Apocalyps’. En eentje die wat ons betreft bonuspunten verdient is het antwoord op de vraag ‘how are the small rivers running down in to the Nile, called?’ Het antwoord: ‘Juveniles’.

Na het ontbij is het zowaar grotendeels blauw èn zonnig. Hmmm. We besluiten naar Telegraph Cove te rijden. Onderweg pletten we nèt niet een eekhoorntje. Hij is gelukkig zo verstandig terug te rennen waar hij vandaan komt: het bos in! Telegraph Cove ligt er mooi bij, in de zon. We kopen een kaartje en dwalen naar de walvis-mensen. We gaan toch maar even checken of ze nog plek hebben om 13 uur… Verd… nog één plek en nee, ze maken geen uitzondering. Ze gaan waarschijnlijk wel een extra trip doen om half 5, maar dat vinden we echt te laat. We bedanken dus, kopen een kopje koffie en wandelen daarmee om de haven heen, helemaal naar de andere pier, waar we op een bankje zakken en een tijdje niet meer van af komen. We zien kayakkers terugkomen van een tripje, zien vissers bijna voor de ingang van de haven vissen, zien de zon op het water… Als er een wolk voor de zon trekt wandelen we terug naar de auto.
We besluiten te profiteren van het mooie weer en naar Port Alice te rijden. Dat betekent eerst terugrijden tot halvewege tussen Port McNeill en Port Hardy en dan linksaf slaan. Een smalle weg, met vooral vanaf halverwege mooie uitzichtjes, kronkelt zich een weg naar Port Alice, een klein, slaperig dorpje, nog niet de helft van Port Hardy. Het ligt aan het einde van een enorme zee-arm en heeft een héél klein haventje, met kleine vissersbootjes en één zeilbootje. Omdat we graag allebei even naar het toilet willen, vraagt Karin aan een mevrouw die de tuin bijwerkt bij de gesloten Tourist Information of ze weet waar we een toilet kunnen vinden. ‘Wilt u een toilet kopen?’, vraagt de vrouw verbaasd. Karin kijkt haar verbijsterd aan:’eh, nee, gebruiken…?’ “Oh, ik dacht al… dan kunt u het beste naar de winkel’ en ze loopt weg, Karin in opperste verwarring achterlatend.

Aan een hoger gelegen parallel straat is een ‘general store’, een soort grote supermarkt en hij is open. Toch maar even kijken? We gaan naar binnen (constateren dat er geen toiletten worden verkocht) en vragen aan het meisje achter de kassa of ze een toilet weet. Natuurlijk; ga maar achterin de winkel door de deur met ’employees only’ en dan zien we het wel. Twee minuten later wandelen we opgelucht door de winkel. Wacht, dit is ook wel het moment voor lunch. We kopen een sapje, een klein, vers voor ons gemaakt broodje en een doosje nootjes (voor morgen aan boord). Tevreden bedanken we het meisje, rekenen we af en rijden naar het mini-haventje. Als we stilstaan rijdt ‘Dan’ voorbij, die nadat hij zich heeft voorgesteld vertelt dat hij over het parkeren gaat en dat we aan de verkeerde kant staan. Ehm, waarvoor? Het is betaald en als we blijven staan vinden de vissers dat niet leuk. Ok… we willen op zich alleen ons broodje opeten op dat picknick bankje, mag dat? Als we de auto daar nou naast parkeren en dan zal hij in de gaten houden dat we geen last krijgen van de vissers. En inderdaad: tijdens onze lunch rijdt hij nog twee keer, vriendelijk zwaaiend, langs. Geen visser te zien, dus het werkt vast heel goed… 😉

Als we zijn uitgegeten en het begint te betrekken rijden we terug naar Port Hardy. Daar zijn nog twee dingen vermeldenswaardig aan. De eerste is het kleine black tail deer dat we tegenkomen en zich op de gevoelige pixel laat vangen. Ze zijn eigenlijk best klein, deze hertensoort (zoiets als een ree, in Nederland), maar erg mooi, met enorme oren en zoals de naam al verraadt een zwart staartje. De tweede bijzonderheid is dat het laag water is in Port Hardy en de zeearenden daar gebruik van maken. We zien er – vlak voor het dorp – eerst één en als we stil staan om te kijken zien we er twee, nee acht, nee 15 nee… we tellen uiteindelijk meer dan 30 zeearenden! Ze zitten op de drooggevallen rotsen en met schelpen bedekte bodem en eten zich rondt aan zalm. Het is een fantastisch gezicht en we genieten!

De rest van de middag doen we niet zoveel. We lezen, spelen een paar potjes Yathzee en stoppen de adressen van de resterende hotels in Foonie. We gaan op tijd eten bij Sporty: we delen een heerlijke pizza en spinazie-salade. Terug in het hotel drinken we nog een drankje en zetten de wekker. Het is maar goed dat we zo moe zijn dat we vroeg willen slapen…

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.