Prince Rupert

Prince Rupert

Uitslapen! Dat is lang geleden dat we tot half 9 in bed hebben gelegen. Slaperig doen we bijna tegelijk een oog open en na enig draaien gaan we rustig douchen, kleden we ons aan en uiteindelijk zijn we om half 10 klaar voor ontbijt. Dat halen we bij Cowpuccino, een klein koffietentje in Cow BAy, het historische wijkje van Prince Rupert dat om de hoek ligt. We krijgen er een prima kop koffie, een lekkere verse (nog warme) bagel met creamcheese en internet, om een beetje nieuws te bekijken. Heel lang zijn we daar niet mee bezig: het is echt fantastisch weer. Er werd gedreigd met regen, wind en kou, maar het in halfbewolkt en zonnig en met een fleece aan kan een mens prima buiten lopen zonder jas. Dat doen we dan ook.

We bekijken de kade, de oudere gebouwen die er staan (begin van de vorige eeuw) en lopen en passant nog even binnen om te kijken of we toevállig nog een walvistripje kunnen doen. Helaas, de lokale walvisvaarder vaart om de dag en toevallig is vandaag níet die dag. Jammer, maar we weten gelukkig genoeg ander leuks om te doen. Zoals het Northern BC museum dat we ingaan. Dit museum is gebouwd als een ‘longhouse’ van een First Nations chief en blijkt leuk opgezet: het bevat archeologische vondsten en verhalen uit de tijd dat de First Nations er woonden en uit de tijd dat de Europeanen er bij kwamen en de spoorweg werd aangelegd. Het gebied werd waarschijnlijk zo’n 10.000 jaar geleden al bewoond, maar de eerste echt begrijpelijke vondsten zijn van zo’n 5.000 jaar geleden. We zien prachtige maskers, weefwerk en een aantal goed bewaarde houten voorwerpen. Een uitzondering in dit vochtige klimaat.

De voorwerpen uiit de tijd dat de Euopeanen er bij kwamen zijn ook geweldig: van een chique chinees porceleinen servies tot een handwasmachine en van enorme houtzagen tot een divan van rond 1900! Hoewel Prince Rupert nooit de stad is geworden die het had ‘moeten’ worden met de komst van de spoorlijn, was het al sinds ongeveer 1908 (toen de spoorlijn er was) een redelijk welvarende handelsstad. En een stad waarin de samenwerking tussen voormalig Europeanen en First Nations tegenwoordig goed gaat, zoals we later ook zien bij het stadhuis. Een standbeeld voor mr. Hays, de man die de spoorlijn realiseerde en daarmee de feitelijke stichter van de stad, en twee totempalen staan daar gebroederlijk naast elkaar. Ook de gezichten in de stad zijn een mooie mengeling van Europees, First Nations of een mix van die twee.

Als we zijn uitgekeken, gaan we op zoek naar een specifiek lunchcafé dat Karin online heeft gevonden, maar hoe we ook zoeken: we kunnen het niet vinden! Uiteindelijk lopen we daarom een grote supermarkt in en dat blijkt een schot in de roos. Hij is enorm en we kopen er bagels, beleg, een bak verse fruitsalade, sap, melk en uiteindelijk bij de in house Starbucks ook nog een Latte. Daarmee lopen we naar een parkje twee minuten lopen verderop en met uitzicht op de fjorden lunchen we aan een picknicktafel in het zonnetje. Wat een narigheid toch weer…

Na de lunch wandelen we naar de Pioneer Inn en halen wat spullen èn de auto op. We gaan op stap! Wel 16 hele kilometers, naar Port Edward. Via een heel klein stukje van de route die we morgen rijden, langs prachtige meren, groene bossen en daarna de kust, rijden we voorbij het piepkleine Port Edward. Zo’n 5 kilometer daar voorbij ligt het Cannery Museum. Letterlijk vertaald: het Inblik Museum! De oude visfabriek North Pacific wordt daar stukje bij beetje in zijn oude glorie hersteld, maar nu als museum. Tussen 1888 (NPC was één van de eerste cannery’s in BC) en 1968 werd hier vis gevangen, ingebikt en verkocht. Het was in zijn hoogtijdagen dé verpakker van ‘sockey salmon’ en verantwoordelijk voor het inblikken van ongeveer een kwart van alle zalm in BC! En het is echt verrassend leuk. Je kunt (bijna) overal in, rechtstreeks of met een tour. In de fabriekshallen, waar de vis werd aangevoerd, schoongemaakt, ingeblikt en gekookt. In de woonruimtes, waar Chinezen, Japanners, First Nation People en Europanen woonden; in een hierarchie die hun sociale status weerspiegelde, van een grote hal met stapelbedden, tot individuele huizen. In de winkel, waar de werknemers verplicht inkochten, zeker voordat de weg werd aangelegd (pas in de jaren ’50 van de afgelopen eeuw!). In het kantoor, waar alle administratie werd gedaan. Op de zolder waar de visnetten werden geboet. De werkplaats, waar machines werden onderhouden en gemaakt (zo zien we een pers, volledig gemaakt van schroot). En op de steiger, waar we een rivierotter zien rondscharrelen voor die in het water verdwijnt!

We volgen twee tours (inclusief in de toegangsprijs): de industriele, die alles verteld over het vangen en inblikken van de vis en de sociale, die alles verteld over het leven op de cannery. De gidsen weten er duidelijk van alles van en zijn terecht trots op hun museum. Als we naar buiten lopen zien we dat we hier zomaar een paar uur hebben doorgebracht. Tevreden met het uitstapje rijden we terug naar Prince Rupert. Daar doen we nog een uurtje rustig aan, voor we gaan eten bij The Cow Bay Café, een Italiaans restaurant, met lekker eten, maar bediening die wat verzuipt in de drukte. Gelukkig hebben we geen haast.

Na het eten halen we nog even een kop koffie bij Cowpuccino en gaan daarna vroeg slapen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.