Stewart (en Hyder)

Stewart (en Hyder)

Nee, niet blijven liggen omdat het te vroeg is! Kwart voor zes is immers een héél normale tijd om beren te gaan kijken… We spreken onszelf streng toe: hop, hop, het bed uit! Binnen een kwartier staan we aan de overkant om bij een bakkertje koffie / thee en een plain bagel te halen en nog een kwartier later zijn we bij Fish River Creek. Daar zijn minder mensen, maar niet minder beren! De parkrangers zijn wat zenuwachtig: Mira is op de kant vlak bij de parkeerplaats en ze zijn bang dat ze de parkeerplaats op loopt. Snel lopen we de walkway op en daarna met een boog naar de locatie waar nog een ranger staat en de andere mensen staan. Oeh, ze is inderdaad dichtbij. Geweldig!

Het is te donker (en het is koud en mistig vandaag: geen lekker weer) om plaatjes te schieten, maar we genieten opnieuw anderhalf uur van de kans om deze prachtige, wilde dieren in hun natuurlijke omgeving te zien. De kreek is langzaam in een zalmkerkhof aan het veranderen, waar ook de meeuwen zich aan tegoed doen, en het is goed te zien waarom de beren hierheen komen. Het geluid waarmee ze de overigens vaak nog levende zalmen doorbijten gaat door merg en been, net als het geluid waarmee ze het vel (duidelijk één van de lekkerste of voedzaamste delen van de vis: soms laten ze alles liggen behalve dag) er van af stropen. Oh en grizzly’s (vooral natte grizzly’s) stinken. Als Mira net onder de boardwalk een zalm zit op te peuzelen is Karin niet de enige die haar neus dichthoudt!

Na anderhaff uur houden we het even voor gezien. Mira is even uit beeld en we willen proberen nog iets mee te krijgen van de Zalm Gletcher waar Stewart en Hyder ook beroemd om zijn. We rijden de weg verder af, die al snel verandert in het in de LP omschreven gravel- en kuilenpad. Langzaam rijden we naar boven, langs het snelstromende smeltwater wat van de gletcher afkomt. Het is goed te zien dat vroeger het hele dal vol heeft gelegen met de immense gletcher! We kronkelen naar boven, langs mijnen (gesloten en open, maar allemaal verboden toegang), over een prachtige route, langs spiegelende meren. Prachtig, maar we beginnen ons te realiseren dat het pount van waaraf we de gletcher kunnen zien, wel eens in de mist kan liggen! En inderdaad: letterlijk 5 meter voor het uitzichtspunt duiken we de mist in! We zien dus niets van de gletcher! Da’s wel heel flauw en teleurgesteld kronkelen we de weg weer af. Het is zeker 40 minuten rijden over een heel slechte weg en we willen dat onszelf en (vooral) de auto maar één keer aandoen, dus dit is het dan. Geen gletcher, behalve een héél klein puntje ervan, op grote afstand.

Om onszelf te troosten rijden we nog een keer langs Fish Creek. We hebben weer geluk: we zien Mira zwemmen! De kreek is op de meeste plaatsen heel ondiep, maar de kleine lagune is zo diep, dat ze moet zwemmen. En dat kan ze uitstekend, dat is duidelijk. We zien in de mist daarna een grote krans druppels in de rondte schieten als ze zichzelf uitschudt. Na een paar minuten verdwijnt ze uit beeld. Tijd voor een brunch.

We eten in The Toastworks, het ontbijt- en lunchtentje van ons hotel dat werkelijk een ENORME verzameling oude (deels antieke) toasters en koffiekannen / perculators / waterkokers. Terwijl we wachten op het eten bekijken we de ‘voorraad’, die de ruimte tot een mini-museum maakt. Daarna drinken we koffie (Tijn), thee (Karin: een hele pot, om op te warmen) en eten we een uitgebreide brunch. En dan doen we niets. De middag gaat voorbij met lezen, een kleine wandeling, meer lezen, chipjes met dipsaus eten op een bankje in het voorzichtig doorbrekende zonnetje, kletsen, meer lezen…

We eten opnieuw (vroeg) bij de Bitter Creek Café. Opnieuw lekker, al hebben we mazzel dat ze hebben wat wij willen. Het is duidelijk het einde van het seizoen en na deze week gaat het hele dorp steeds langzamer draaien. Kortere openingstijden, kleinere voorraden… De zomer loopt hier duidelijk op zijn einde! Maar gelukkig duurt hij nog héél even. Zodat we nu opnieuw naar Fish Creek kunnen en daar hebben we een fantstische avond beren kijken. Het is om onduidelijke redenen heel erg rustig en als de eerste beer (Mira) uit beeld verwijnt, is ineens bijna iedereen weg. Ehm, hebben we een berichtje gemist ofzo? Wij blijven plakken en na 10 minuten wandelen wordt ons geduld beloond. Daar in de verte komt een beer aan. Oeh, en op links, zegt Martijn. Ineens is daar ook Monica. Die de beer in de verte duidelijk in de gaten heeft. En afstand begint te nemen. Dogbear! We gaan één van de twee mannetjes zien die de kreek regelmatig bezoeken en deze beer wordt Dogbear genoemd omdat hij op honden ‘jaagt’, zo gaat het verhaal. Heel langzaam komt in de vallende schemering de enorme beer dichterbij. En we bekijken hem, letterlijk als laatste bezoekers, samen met de rangers in alle rust.

Na twee uur beren kijken zwaaien de rangers ons uit als we wegrijden. We rijden enthousiast napratehnd terug als we ineens links van de weg iets zien Martijn remt af… en er rent een berenjong in zijn eentje de straat over! Het jong van een zwarte beer, gokken we, die zich haastig bij moeders voegt die al was overgestoken. Hij verdwijnt in het struikgewas en is niet meer te zien. Wauw! Wat een toetje! Als we dan vlak voor de grens ook nog een boommarter zien weten we het zeker: als je van beesten houdt en in de gelegnheid bent, moet je zeker proberen om hier een keer naar toe te komen

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.