Smithers – Prince George

Smithers – Prince George

Beetje rommelige hebben we geslapen. Om echt wakker te worden gaan we behalve onder de douche, ook op de lokale farmers market op zoek naar ‘wakkerigheid’. Het wekelijkse marktje waar allerlei locals hun waren verkopen ligt op 100 meter van ons hotel en we vinden er zon, een uitstekende bak koffie en een bakkertje waar mensen voor in de rij staan. De croissantjes blijken niet zo lekker (misschien moeten we dat gewoon alleen in Europa proberen), maar de kruising tussen chocolade-cookies en ontbijtrepen zijn uitstekend en maaltijdwaardig. Als we zijn uitgekeken gaan we op weg.

We hebben niet zo heel veel stops vandaag, maar eentje hebben we er wel gepland. We rijden via een B-weg en dan een C-weg (gravel) naar Driftwood Canyon provincial park, een beroemd fossielenbed waar de eerste zalm-fossiel ter wereld ooit is gevonden. Nog steeds komen er ladingen fossielen uit de rotsen, dus dat lijkt ons heel interessant. Helaas. Het paadje door het bos is schattig, de borden informatief, maar de fossielen-vindplaats zit achter een soort hek. Er is een mevrouw het hek aan het schilderen. Ze vindt het belachelijk zegt ze, tot een paar jaar geleden kon je er gewoon bij. En nog steeds liggen er duizenden varen-fossielen, waar niemand wat mee doet. Als ze nou gewoon een regel maken dat je bijzondere vondsten naar een ranger brengt?! Zij zal niets zeggen als we omhoog klimmen… We komen heel even in de verleiding: als we nu gewoon een heel klein fossieltje zoeken en meenemen… Nee, spreken we onszelf streng to: take nothing but pictures, leave nothing but footprints. We laten de foto zitten: een rotswand van een afstandje is nou niet heel bijzonder…

Terug in de auto gaan we echt op weg. We moeten vandaag nog een stuk rijden en er is niet zo heel veel bijzonders om voor te stoppen onderweg dus …. waarom staat die auto daar…? Martijn remt, zorgt dat de auto volledig in de berm staat terwijl Karin roept: daar, een beer! Oh.. en daar…?! Rechts van de auto ‘graast’ een forse zwarte beer in een weiland. En links, aan de andere kant van de weg, graast óók een zwarte beer… mèt drie kleintjes! De ukkie zijn nauwelijks zichtbaar in het hoge gras, wat het geheel alleen maar schattiger maakt. En WAUW, zien we hier nu vier beren om ons heen?! We weten nauwelijks waar we kijken moeten. Het grazen is een vreemd gezicht, maar minder vreemd als je bedenkt dat ze niet zozeer gras al wel planten en bessen eten. Karin klikt plaatjes en terwijl ze dat doet, rent mamabeer ineens onze kant op. Ehm… we doen snel een stap dichter naar de auto toe en staan klaar om in de auto te duiken. Ze zal toch niet de weg over rennen? Dan zien we dat één van de kleintjes het ook op een hollen heeft gezet: hij zit nu aan de overkant van de weg, tegen het hek, op een meter of 12 afstand. Mamabeer ziet dat hij stopt, stopt zelf met rennen, staat daarna stil en lijkt het verder wel best te vinden, terwijl wij genieten van een kleine, eigenwijze beer, die zich nauwelijks laat vangen op de foto, maar ons helemaal vrolijk maakt.

Als de kleine beer terugrent naar zijn familie stappen we in en rijden we weg. Nadat we nog even van de enorme beer in het andere grasveld achter ons hebben genoten natuurlijk! De rest van de route naar Prince George is minder avontuurlijk. We rijden flink door, eten een broodje bij een Subway die we onderweg tegenkomen en zetten er daarna de sokken in naar Prince George. Onderweg nog één noemenswaardige bijzonderheid: ene beer! Ja, we beginnen ons ook af te vragen of het nog noemenswaardig is: we hebben inmiddels een beer of 12 gezien (inclusief deze)! Maar: we zijn nog altijd even enthousiast en vinden onszelf ongelooflijke mazzelaars. Voor deze beer kunnen we niet veilig stoppen, dus we genieten alleen van ‘m in het voorbij gaan. Hij eet bessen. Dag beer, eet jezelf maar lekker rond voor de winter!

Prince George is ongelogen het lelijkste Canadese stadje dat we ooit hebben gezien. Er is werkelijk NIETS te beleven downtown. Daar komen we achter nadat we onze tassen hebben gedumpt in de Travelodge, een prima, maar wat ‘smakeloos’ motel. We krijgen een kaartje mee en wandelen een rondje. Daar zijn we HEEL snel klaar mee; dat gaan we naders doen. We vragen in eht hotel waar de dichtsbijzijnde mall is en rijden daar heen. Daar winkelen we anderhalf uur lang. Niet heel bijzonder: Tijn shopt een shirt, Karin koopt een probeerverpakking van een kruidenthee. Maar wel leuk en weer eens iets heel anders. Als we zijn uitgekeken rijden we terug en HOERA, eten we bij een restaurant dat EN geweldige sushi EN heerlijke noedel- en rijstmaaltijden heeft. We eten onze vingers er bijna bij op: lekker! Met een buik vol lekker eten wandelen we terug naar het hotel. Tukkiestijd!

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.