Kelowna – Richmond, Vancouver

Kelowna – Richmond, Vancouver

Vandaag hebben we geen haast, dus we doen het rustig aan. Het is onze laatste volledige vakantiedag en we zijn er een beetje chagrijnig van. We zijn wel op tijd wakker, dus pakken onze zooi in (vanavond echt goed, nu nog even snel) en rijden daarna naar Bread & Co. Want, zo hebben we bedacht, we mogen nog één keer uitgebreid Canadees ontbijten. Martijn neemt eieren (met bacon natuurlijk) en Karin… pancakes! Met een soort honing-maple stroop, die zowaar verrassend lekker is. Kopje echt lekker koffie erbij en vooruit, we worden er weer een beetje vrolijker van.

Na het ontbijt rijden we richting Vancouver. Eerst over de 97c, terug richting Merrit en dan via de 5 naar Hope. De route is prachtig, maar soms erg stijl. Uiteindelijk rijden we hier de uitlopers van de Rockies uit en de vrachtwagens hebben duidelijk moeite met een dalingspercentage van 8% voor de komende 17 kilometer! Bij Hope houden we een wat langere stop. Heel vaag komen er wat herinneringen boven aan de vorige keer dat we hier stopten. Gelukkig willen we er nu alleen koffie drinken, een laatste keer tanken en even de benen strekken. Het weer is heerlijk: strakblauw en nu het wat later op de ochtend is, ook lekker warm. We halen koffie bij wat duidelijk de drukste koffietent van het dorp is (met inderdaad uitstekende koffie), wandelen een klein rondje en gaan nog even tanken. Daarna rijden we door, via Highway 1 richting Vancouver.

We praten ondertussen over wat we willen gaan doen. In principe waren we van plan om in één keer door te rijden Vancouver in, naar Stanley Park, maar Karin vindt in de LP nog Fort Langley. En laten we daar nu bijna zijn. Deze historische plek heeft als belangrijkste bezienswaardigheid een gerestaureerd fort, waar ooit in 1858 de provincie Britisch Columbia werd gesticht, door James Douglas, die we ‘tegenkwamen ‘ in de parlementsgebouwen in Victoria. En het stadje zelf blijkt ook erg schattig, zo merken we al snel. De historische panden downtown zijn allemaal keurig gerestaureerd, maar er wordt wel geleefd, waardoor het gelukkig geen museum-uitstraling heeft. We vinden er een leuk café’tje, waar we laat maar lekker lunchen. Daarna bezoeken we het fort.

En dat is echt erg leuk. Het handelsfort, waar pelzen, fruit en zalm werd verzameld en verhandeld, kent nog één origineel gebouw, maar aan de hand van schilderijen, archeologische opgravingen, foto’s en verhalen zijn de andere gebouwen gerestaureerd en / of weer opgebouwd. Ook de houten pallisade om het middenveld heen is gerestaureerd en overal lopen acteurs in kleding uit de hoogtijdagen van het fort (eind 19e eeuw). De smid vinden we het leukste. Deze vakman (twee jaar opleiding en vijf jaar in de leer bij verschillende smeden over de hele wereld) geeft een soort doorlopende demonstratie waarin hij eenvoudige kandelaars en haken (om pannen of kleding aan op te hangen) maakt. Die hij vervolgens tot onze grote vreugde serieus ‘verhandelt’ voor ‘goud’ aan kinderen die in een kreek verderop in het fort goud hebben ‘gedolven’. Ook de uitleg over het maken van tonnen is erg leuk, net als de groentetuin. We vermaken ons prima en gaan tevreden na een uurtje of twee weer weg.

We drinken nog een drankje in het dorp en besluiten dan toch maar door te rijden in plaats van hier te wachten tot het etenstijd is (al zien we veel leuke restaurantjes). We stappen tevreden in de auto: zo is het nog een echte vakantiedag geworden! We rijden in een uurtje met hulp van een kaart èn Foonie naar het hotel in Richmond waar we ook de eerste dag bleven slapen. Zo, als we willen hoeven we alleen nog vijf minuten naar de luchthaven te rijden, maar we zien morgen wel wat we gaan doen. Nu gooien we de tassen op de kamer en zoeken met behulp van Tripadvisor een goed restaurantje in de buurt. We kiezen voor Pier 73, een restaurantje dat naast een hotel aan de overkant van het water ligt. We ‘beklimmen’ dus de brug, maken al wandelend een draai onder de brug door en binnen 10 minuten staan we voor de deur. Het is er druk binnen (een goed teken) en zeker niet alleen maar het de hotelgasten. We krijgen er een tafeltje en het blijkt een uitstekende keuze. Het eten is er heerlijk, het uitzicht is er fantastisch. We kijken uit over de stille, snelstromende zee-arm, waar Martijn in de verte een zeehond ziet wegduiken. En we proosten op deze onvergetelijke vakantie.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.